zondag 30 juni 2013

't Is net oars


Ada en ik zaten om 8 uur op de fiets naar Leiden Centraal, waar we de trein van 8.22 naar Utrecht namen. We waren op weg naar Harderhaven, waar we zouden gaan klussen bij Anton en Annemarie. Voor mij een mooie gelegenheid om eindelijk eens wat terug te doen voor de keren, dat ik bij hen gelogeerd heb aan boord van "'t Is net oars" als ik ging schaatsen op Flevonice. Deze tjalk had een nieuwe laag verf nodig.
Tot Utrecht verliep de treinreis vlotjes, maar het vervolg was minder. De aansluitende trein naar Harderwijk reed niet. We namen de trein naar Amersfoort, waar we overstapten. In de trein praatten we met kennissen van Ada, de heer en mevrouw Wolthaus. We hadden het onder andere over het boek "Philips Willem" van Johan Brouwer.

In Harderwijk hadden we de Walibi-Express. Als twee grijze duiven zaten we in een bus vol jongeren. In Harderhaven stapten we uit, waar we om 10 over 11 bij de tjalk aankwamen. Ook Marja en Dik kwamen op deze klussendag.





Na de koffie en thee begonnen we. Ada ging de deur schuren, Dik ging aan de slag met de ijzeren kabels, Anton was de vliegende kiep en met Annemarie en Marja ging ik het dak schoonmaken en na de lunchpauze voorzien van de eerste verflaag. De zon kwam door en het was heerlijk zomerweer. Het was bepaald geen straf om op deze manier te klussen. Vooral niet, omdat radio Tour de France aanstond met Jacques Brel als Tourartiest.

Deze Belg ken ik behoorlijk goed. Dat kan ik niet zeggen van de etappewinnaar. Ik had eerlijk gezegd nog nooit van Jan Bakelants gehoord.
Op het grasveld aten we de couscous met een groentemix. Het was dan ook een heerlijke zomeravond na een gezellig dagje klussen.


zaterdag 29 juni 2013

Duizendschoon


Het weer was heerlijk op deze zaterdag. Na wat utteren thuis ging ik met Ada naar de Leidse binnenstad om boodschappen te doen. Met het oog op de komende fietsvakantie kocht Ada een nieuwe ademende regenjas bij Perry Sport. Op haar aanraden kwam ik thuis met een fleecevest. Want als ik heel eerlijk ben: mijn vrouw heeft meer kijk op kleding dan ik.
Maar niet verder vertellen, hoor!
Om kwart voor 3 ging ik hardlopen. In mijn eentje. Gisterenavond zou ik om 8 uur gaan hardlopen met Hans Boers, maar door een ingelaste OR-vergadering op mijn werk moest ik helaas afzeggen. Qua weer was dat geen straf, want ik miste de stomende regen van vrijdagavond, maar Hans is altijd positief. In hectische tijden als deze is het goed om al lopend positieve impulsen te krijgen.
Daar zorgde nu het zomerzonnetje voor. Van huis uit liep ik naar de volkstuin, waar ik kon zien, dat het schilderwerk van het tuinhuisje al aardig vorderde. Daarnaast zag ik mijn lievelingsbloemen in bloei staan: duizendschoon.

Langs het Valkenburgse meer liep ik naar de Kwantum hallen, ooit de hoofdsponsor van Joop Zoetemelk, Nederlands laatste wereldkampioen en winnaar van de Tour de France.

Daar nam ik een ijsje om de laatste kilometers van mijn eerste 10 sinds de marathon van Leiden af te leggen.

Thuis douchte ik mij, waarna ik schoon, maar niet duizendschoon, kon kijken naar het chaotische slot van de eerste etappe van de Tour de France, met de eeuwige pechvogel Johnny Hoogerland voor de zoveelste keer liggend op het asfalt en Marcel Kittel uit "mijn" tourploeg in het geel.

vrijdag 28 juni 2013

Presentatie

Op Corsica vond gisteren de ploegenpresentatie voor de 100e editie van de Tour de France plaats. Voor het eerst wordt het geboorte-eiland van Napoleon Bonaparte aangedaan.

De traditie van de afgelopen kwart eeuw heeft laten zien, dat menig toprenner, net als Asterix, zijn toevlucht nam tot een slokje toverdrank.

Zelf was ik gisterenavond met Ada naar een andere presentatie. We fietsten naar het gebouw van de Leidse Hogeschool, waar de afstudeerprojecten van de afdeling fysiotherapie werden gepresenteerd. Bij een ervan hadden mijn vrouw en ik als proefpersoon gefungeerd.

Nu wil het toeval, dat een dochter van me haar onderzoek uitvoerde met een medestudente, een verwoed schaatster. Haar vader heeft de Elfstedentocht 3 keer uitgereden. Voor deze collega hoofdsponsor had ik dus wat verhalen meegenomen, waarvan ik zeker weet, dat hij er met volle teugen van zou gaan genieten.


Dat bleek inderdaad het geval.
Om kwart voor 9 begon in de collegezaal de laatste sessie van 3 presentaties. De eerste ging over het verschil in resultaten bij hartrevalidatie tussen mannen en vrouwen, het tweede betrof het onderzoek, waar wij proefpersoon bij waren en het slot van de serie liet een methode zien om de graden te meten, waaronder de onderrug kan worden gebogen. Drie interessante onderwerpen.
Bij het verlaten van de collegezaal bleek, dat Bert-Jan Olivier de docent was, die mijn dochter begeleid had. Tegen deze IJVL-er heb ik een tweetal keer met clubwedstrijden mogen schaatsen. Beiden wonnen we een rit tegen elkaar.
Ook op een ander vlak bleken we raakvlakken te hebben: we hebben allebei een wielrennende zoon. Siebe heeft een jaar of 7 in Nederland en Spanje bij de eliterenners gereden, terwijl Daan Olivier voor volgend jaar een contract heeft getekend bij de profploeg van Argos-Shimano.

Ooit heb ik Daan schaatsles gegeven, dus het kan nog goed aflopen met zo'n sporter.
Bij de borrel na afloop sprak ik nog met deze en gene. Henk van der Zwaan bleek bevriend te zijn met Ben van Haastrecht, van wie ik in januari in Hoorn schaatsles had gehad. Hij traint wekelijks met deze medewerker van Jan van der Hoorn in Ter Aar.

Soms is de wereld klein.

woensdag 26 juni 2013

In de hoogste versnelling

Eén van de ergste zaken, waar je als OR-lid mee te maken kunt krijgen, is een reorganisatie met gedwongen ontslagen. Ik had nooit gedacht, dat wij hiermee te maken zou kunnen krijgen, maar helaas. Wij moeten er ook aan geloven en zijn de laatste weken druk in de weer met de voorbereidingen op het schrijven van een advies.
Overbodig om te zeggen, dat ik wel eens beter geslapen heb. In slaap vallen valt meestal nog wel mee, maar als je om half 5 wakker wordt, komt de slaap niet meer, want dan springt de hersenactiviteit vrijwel meteen in de hoogste versnelling.

Nu kan een kortere nacht op zich geen kwaad, maar als dit regelmatig terug komt, wordt dat toch wel slopend. Na een dag vergaderen over sociale plannen en andere zaken, waar je nooit mee te maken hebt gehad, ben je behoorlijk gesloopt.

Ik voelde me dan ook hondsmoe bij het avondeten, maar na een blik op buienradar, besloot ik toch naar Leiderdorp te fietsen. Het zou pas om kwart voor 9 gaan regenen. Op de skeelerbaan was het rustiger dan de afgelopen weken.
De training, die Tjeerd Wierdsma voor ons in petto had, was vooral veel sprintwerk. In totaal 18 sprintjes over 100 meter. Tussendoor hadden we dan rondjes op techniek skeeleren.
Nu zijn er 2 momenten, waarop fouten in de techniek onbarmhartig naar voren komen: als je heel langzaam rijdt, of juist op je allersnelst. En dat doe je veelal in een sprint over 100 meter. Zo was mijn heupinzet met vooral links niet goed bij het rijden in de hoogste versnelling. En het gekke is: als je daarna op techniek gaat rijden, lukt het ook niet meteen goed. Je moet dan als het ware weer leren om bewust iedere beweging uit te voeren.
Door de vele sprintjes was het al met al best een pittige training. Maar nu komt het meest bijzondere. Ik vertrok hondsmoe naar de skeelerbaan, en ik kwam fit terug van het skeeleren in de hoogste versnelling.

dinsdag 25 juni 2013

Brugpiepers

Gisteren was in het nieuws, dat veel brugpiepers minder goed kunnen fietsen. De NOS wijdde er middels een filmpje de nodige aandacht aan onder de kop: "Brugklassers kunnen minder goed fietsen".
Dat er door de jeugd, en niet alleen door hen, veel meer gefietst moet worden, daar sta ik voor de volle 100% achter. In het filmpje worden wel erg kort door de bocht vergaande conclusies getrokken. Dat er in 2010 9 fietsende kinderen in het verkeer zijn omgekomen en in 2012 13, dat zijn onweerlegbare feiten. Maar dat op grond van zulke kleine aantallen geconcludeerd wordt, dat de kinderen minder goed kunnen fietsen dan 2 jaar eerder?
Volgens mij is deze groep (gelukkig!) veel te klein om er op statistische gronden vergaande conclusies uit te trekken.
Met mijn nuchtere boerenverstand denk ik, dat er wel eens iets anders aan de hand kan zijn: het mobieltje. Jongeren moeten tegenwoordig altijd en overal bereikbaar zijn.

Als ik op de fiets zit, zie ik het zeer regelmatig: jongeren, die al fietsend nog een sms-je of een mailtje verzenden of nog snel wat op Facebook of andere sociale media plaatsen.

Volgens mijn bescheiden mening ben je dan niet echt met het verkeer om je heen bezig....

"Dat wordt Siberië...."

Door alle aandacht op radio en tv is het onontkoombaar: het is vandaag 25 jaar geleden, dat de finale van het Europees Kampioenschap Voetbal in München plaatsvond. De enige prijs, die Oranje ooit pakte. Desondanks mogen we best trots zijn. Een gewonnen EK en drie (verloren) finaleplaatsen bij Wereldkampioenschappen. Menig land van onze grootte zou er blind voor tekenen!
Met een groep vrienden keken we in Haarlem bij Tim de Beer. Hij woonde destijds aan de Lange Wijngaardstraat, net om de hoek van de Grote Markt.
De wedstrijd is in twee beelden samen te vatten. Allereerst de wondergoal van Marco van Basten.

Het tweede was de psychologische oorlogsvoering van Hans van Breukelen bij de gestopte penalty van de Russen.

Maar wat mij vooral bijbleef van die dag was het enorme volksfeest, dat meteen na de finale losbarstte in de binnenstad van Haarlem. Doelend op het gebruik om in de toenmalige Sovjet-Unie om dissidenten naar Siberië te verbannen, schalde vrolijk en enigszins pesterig het massaal gezongen "Dat wordt Siberië, dat wordt Siberië" over de Grote Markt. Onze voetballers hadden de Russische muur gesloopt, een jaar later viel die Berliner Mauer.
Maar dat was nog toekomstmuziek. Wij stortten ons vol overgave in het feestgedruis. Het bleef nog lang onrustig in de stad....

maandag 24 juni 2013

Droogtrainer

Het briefje met de oefeningen zat in mijn heuptas, toen ik om kwart voor 7 naar het clubgebouw van "Swift" fietste. Daar ik de sleutel van de kleedkamer had, was het het handigste, als ik er als eerste was.
Ik haalde het touwladder uit de IJVL-container en kleedde me om. Ik moest 10 minuten wachten, voor er iemand op kwam dagen. Kennelijk had het imago, dat ik iedereen afbeulde een afschrikwekkende werking gehad. De eerste, die op kwam dagen, was Frans van Rooij, die met een hele serie afmeldingen kwam. Mijn verwachting klopte inderdaad. De groep, waaraan ik training mocht geven, bestond uiteindelijk uit 7 personen.

We liepen rustig naar de Bult, waar we een rondje van 667 meter inliepen, gevolgd door een slalomloop van 1 ronde. In het inlooptempo lepen we op een meter of 10 afstand van elkaar. De achterste liep al slalommend naar voren. Als hij of zij daar aangekomen was, kwam degene, die dan achterste was op dezelfde wijze naar voren. Iedereen kwam 2 keer aan de beurt.
Na wat rekken en strekken volgde de touwladder. Het begon simpel, maar gaandeweg werd het wat lastiger. De varianten nemen dan toe in het kwadraat! Je staat verbaasd, welke vindingrijkheid sommige mensen bij vrij simpele oefeningen tevoorschijn weten te toveren.
Van het afgegraven fietspad klommen we naar het grasveld op de top van de Bult. Daar volgde een schaatsstappen piramide van 1-2-3-2-1 minuten met de nadruk op de puur zijwaartse afzet. Dat lijkt op papier zo simpel, maar dat is het niet, daar je er ook de valbeweging en het nastrekken bij moet betekken. Al met al was het een prima mengeling van techniek- en conditietraining.
Er volgden buikspieroefeningen (2 x 15 recht), waarna het hilarische werk aan bod kwam: staan als een kunstschaatser met een been voor en daarna een been achter.
"Nou, Bert", kreeg ik te horen: "Dat ziet er niet sierlijk uit. Je mag wel wat aan ballet gaan doen!"

Er volgde wat veldwerk, met een balansoefening met leunen op één arm en één been aan een kant. Annerieke van der Beek deed dit fantastisch. Ook roeien en luchtfietsen kwamen aan bod.
We gingen over op de clownsstappen. Grote passen met de benen hoog in de lucht. Als je dit doet, komt er veel druk op je hiel. Als je dit met schaatsen voelt, dan heb je de druk op de juiste plek. Dit wordt vaak "achterop zitten" genoemd.
Bij het statisch zitten kwam de nadruk op druk op de hiel te liggen.
Aansluitend gingen we schaatssprongen doen: 10-20-30-20-10 keer, met wederom de zijwaartse afzet als aandachtspunt.
We keerden nog weer even terug naar onze jeugd. Bokspringen is toch lastiger, dan je denkt, vooral met Marjolein Donkerbroek in de gelederen. Zij oefende tegelijkertijd de valbeweging. Of zij viel, of de bok ging om!
Het leuke van de Bult is, dat je daar korte, vrij steile klimmetjes hebt. Eén zo'n klim moesten we in totaal 3 keer nemen als Steigerung. Rustig beginnen in de vlakke aanloop en voluit springen op het stuk omhoog.
Na het uitlopen van 1 ronde rekten we bij het clubgebouw van Swift. Het was op deze bewolkte maandagavond een prima training geweest. Er is in ieder geval geen muiterij geweest, waarbij de droogtrainer werd gekielhaald.

"Ik heb nog nooit een wedstrijd gewonnen op mijn zwakste punt!"

Gisteren won België, behoorlijk verrassend, in Rotterdam de eerste editie van de World Hockey League. De bondscoach is de Nederlandse ex-international en ex-bondscoach Marc Lammers.

Afgelopen winter had Ada een studiedag met andere in het onderwijs werkzame personen.

Spreker op die dag was Marc Lammers. Eén uitspraak was kort, maar zeer krachtig: "Ik heb nog nooit een wedstrijd gewonnen op mijn zwakste punt!"

Deze oneliner doet niet onder voor die van Johan Cruijff en is zowel toepasbaar bij de sport als op je werk. Het heeft geen zin om veel tijd en aandacht te besteden aan je zwakke punten. Het is veel effectiever om je sterke punten sterker te maken.
Aan deze eye-opener zal ik verder niet al te veel woorden besteden, maar het klopt als een bus!
Overdenk deze wijze woorden nog maar eens.

zondag 23 juni 2013

Tour de Kans

Deze week worden er weer veel Tourploegen samengesteld voor de 100e editie. Ook ik doe dit keer weer mee met de Tour de Kans van het Leidsch Dagblad. Net als vorige jaren publiceer ik al vroeg mijn Tourploeg.
Er kunnen nog wat wijzigingen plaatsvinden, bijvoorbeeld doordat renners op het laatste moment afhaken door een blessure of er plotseling een klein dopingprobleempje uit het heden of verleden de kop op steekt. Behoudens dit voorbehoud wordt staat mijn ploeg vast.
Vast gegeven is, dat je voor 100 punten aan renners mag kopen en dat je team bestaat uit 9 renners en 5 reserves. De 100 punten moeten verdeeld worden over 14 renners. Je kunt je dus maar een paar dure krachten veroorloven.

Ik kijk voor ik tot de aankoop overga voornamelijk naar de prestaties in de Tour de France van de afgelopen 2 jaar en naar de uitslagen in de Dauphiné en de Ronde van Zwitserland. Vooral de laatste 2 kortere rondes zeggen veel over de vorm van de renners.

Welnu, hier komen de renners van "De Elfsteden toch gereden" met als ploegleider "Molen- en Merentocht".

De duurste 2 renners waren Christopher Froome, de gedoodverfde opvolger van Bradley Wiggins, de afwezige winnaar van 2012, en Mark Cavendish. Deze 2 Britten kosten ieder 20 punten. Froome was vorig jaar 2e en Cavendish is al jaren de beste sprinter van het peloton. Vorig jaar scoorde hij vrij matig, omdat hij bij Sky, dat alle renners in dienst van Wiggins liet rijden. Hij stond er dus alleen voor. Dit jaar heeft hij onderdak gevonden bij Omega Pharma en heeft voor de sprintetappes een heel team om hem te lanceren.
Froome heeft de Dauphiné, de "kleine Tour", gewonnen. Twee zekerheidjes voor veel punten dus.
Dat geldt ook voor Peter Sagan, die vorig jaar de groene trui won. In Zwitserland won hij een etappe, dus ook deze wielrenner van 18 punten toont vormbehoud. Dat geldt ook voor Thibaut Pinot, die vorig jaar 1 etappe won en de bolletjestrui won en 10 werd in het eindklassement. Bovendien werd de nummer 4 van de Ronde van Zwitserland toen tweede in het jongerenklassement. Met zijn 12 punten erbij zit ik al op 70. Voor 9 renners resteren dus nog 30 punten.
Dat betekent op zoek gaan naar ondergewaardeerde renners. Eén van deze renners is Marcel Kittel, 1 van de 2 sprinters van Argos-Shimano. Deze teamgenoot van John Degenkolb heeft Cavendish al een paar keer op een nederlaag getrakteerd, dus 7 punten voor deze vorig jaar geblesseerd uitgevallen renner is geen grote gok.
Rui Faria da Costa won 2 jaar op rij de Ronde van Zwitserland. In mijn ogen is hij meer waard dan de 4 punten, die hij kost. Datzelfde gaat op voor Jakob Fuglsang. Deze Deense kopman van Astana eindigde als 4e in de Dauphiné.
Een tweetal andere renners is met 5 punten ook te laag ingeschat. De eerste is Daniel Martin, de Ierse winnaar van Luik-Bastenaken-Luik, die 8e werd in der Schweiz.

Maar het meest verbaasd ben ik over de Spanjaard Haimar Zubeldia. In de Ronde van Frankrijk eindigde hij vorig jaar nota bene als 6e!
Om de Tourploeg compleet te maken, had ik nog 5 punten over voor 5 reserves. Hierbij treffen we zowaar 3 Nederlanders aan. Eerste reserve is Tom Dumoulin, die keurig tweede werd achter Johnny Hoogerland, die eindelijk een keer de pechduivel heeft verslagen. Ook debutanten Tom Veelers en de jongste Tourrenner in een halve eeuw, Danny van Poppel, voldeden aan het criterium van 1 punt, net als de Bask Jon Izaguirre en de Canadees Svein Tuft. Ik hoop, dat Svein naar een hoop punten tuft.
We gaan het zien. Met deze goed doordachte ploeg zou ik hoog moeten kunnen scoren. Maar Tourwinnaar Joop Zoetemelk bleef in zijn gloriejaren altijd nuchter en sprak dan deze wijze woorden: "Parijs is nog ver...."

Voorpret

Een van de leukste dingen in het leven is de voorpret. Vooral als je iets bedenkt, waarin je je gevoel voor humor kwijt kunt. Morgen mag ik de droogtraining gaan verzorgen voor de droogtrainingsgroep van de IJVL.
Natuurlijk neem ik dit serieus. Bij het geven van trainingen heb de naam, dat ik een beul ben.

Je traint om beter te worden. Dat kan met schaatsen, doordat je technisch beter wordt. Technische oefeningen zijn dus onontbeerlijk. Maar dat geldt ook voor de lichamelijke fitheid. Ook hiermee kun je beter worden. En helaas, je kunt je spieren niet trainen, zonder af en toe pijntjes te voelen. Een mens groeit door pijn!
Deze kant van het trainerschap neem ik dus serieus mee in het trainingsschema.

Maar de clown in mij laat ik niet thuis. Bij het schema, dat ik voor morgen in elkaar heb gezet, heb ik een paar geintjes ingebouwd. Deze houd ik nu nog voor mezelf, maar ik kan u garanderen, dat ik nu al af en toe binnenpretjes heb!
Wat is voorpret toch een prachtig deel van het mensenleven.

zaterdag 22 juni 2013

House of the king


"House of the king" was in het begin van de jaren '70 de eerste hit van Focus. Deze Nederlandse popgroep had aansprekende namen in de gelederen: fluitist Thijs van Leer, Jan Akkerman op gitaar, Bert Ruiter op basgitaar en Pierre van der Linden op drums. Daar kon je mee thuiskomen.
Jan Akkerman werd in die jaren zelfs als de beste gitarist ter wereld gekozen door lezers van Melody Maker.
Daaraan kun je merken, dat de Engelsen, een enkele uitzondering daar gelaten, niets van schaatsen afweten, want anders was de keuze ongetwijfeld op Wim van Huis gevallen.
In de Leidse IJshal is de aanwezigheid van de gitarist van "The Shoes" onmiskenbaar. En zoals het een goed muzikant betaamt: je hoort hem meer, dan dat je hem ziet!
Wat dat aangaat is Hans Boers beduidend minder luidruchtig. Voor het eerst sinds de marathon van Leiden liepen we weer een keer samen.

We hadden om half 1 afgesproken bij station Voorschoten. Buienradar had voorspeld, dat het om 12 uur droog zou worden, dus dat kwam mooi uit. Ik was nog een via de volkstuin naar de afgesproken plek gefietst. Ik bracht een lunchpakket naar Ada, die de hele dag onkruid aan het wieden was.
Hans werd afgezet door zijn zoon Joy. Dat is tenminste een echte Joyrider!
In een miezerregen begonnen Hans en ik aan de loop van 8 km. Op de Papelaan begon het harder te regenen en in de Horsten begon het pas goed. In de stromende regen passeerden we "the house of the king".

Voor het eerst in ruim een eeuw kon dit weer.
Even voor alle duidelijkheid: er is een groot verschil tussen het huis van de koning en het koningshuis!
Maar Elfstedencrack Willem-Alexander van Buren mag zich zorgen gaan maken over de mentale weerbaarheid van zijn onderdanen.

Gedurende onze loop zijn Hans en ik geen enkele hardloper en slechts een paar wandelaars tegengekomen. Vermoedelijk alleen omdat het vrij hard regende. Zijn we in anderhalve maand een volk van watjes geworden?
Wij liepen via de achteringang van de Horsten naar de Horstlaan, waar Hans langs het spoor naar Leidschendam zou lopen. In de regen namen we afscheid van elkaar.

Ik liep door naar station Voorschoten, waar ik de fiets pakte en over de Velostrada naar huis reed, waar ik een verkwikkende douche nam.

Cry of the earth


Na een klein half jaar oefenen was gisterenavond de grote finale: de uitvoering van "Cry of the earth" van Tony Biggin en "Requiem" van Bob Chilcott. Al moet ik er eerlijk wel bij zeggen, dat ik wegens verplichtingen elders de eerste repetitie aan me voorbij moest laten gaan. Het weer was, passend bij het beeld van 2013, ronduit herfstachtig.

's Morgens had ik kennis gemaakt met een fikse regenbui. De ademende regenjas bleek inderdaad waterdicht te zijn. De regenbroek was dat ook, met als gevolg, dat er veel regenwater mijn schoenen in liep. De hele ochtend liep ik in de bibliotheek met soppende sokken.
Gehuld in zwarte kleding fietste ik met Ada om 6 uur naar de Pieterskerk. Ada had zich als vrijwilliger aangemeld en had en passant mij ook maar meteen aangemeld. Zo stonden wij om half 7 in de Gothische kerk. Ada hielp mee met de verkoop van de programmaboekjes, ik mocht met Wim van Gent en Henk Pieter Sierat de toegangskaartjes controleren.
En dat bood de gelegenheid, om de mensen, die naar het Leidse Projectkoor kwamen luisteren, hartelijk welkom te heten.
"Mevrouw, het spijt me, maar de rode loper is nog niet terug van de stomerij!"
Om 10 over 7 begon het koor met inzingen. De vrijwilligers daden op gepaste afstand mee met het zingen van de toonladders.

Om 5 voor 8 begaven we, na veel bekenden begroet te hebben, naar de koortribune, waar we op dezelfde plek zaten als eergisteren. Om 8 uur begonnen we, na een korte toespraak van de voorzitster, met het "Requiem" van Bob Chilcott. De eerste inzet ging wat aarzelend, maar we herpakten ons onmiddellijk. Op een paar schoonheidsfoutjes na ging het voorprogramma behoorlijk goed.

Opgetogen, maar toch een tikkeltje gespannen, begaven we ons onder het publiek. Ik sprak vrij uitgebreid met Jaap de Gorter, met mijn schoonouders en met mijn zussen Annie en Joke.

We begaven ons naar de tribune, waar we ons kleuraccent aanbrachten. Ik deed dat door mijn zwarte bloes los te knopen. Het gele Tour de France-shirt was mijn kleuraccent.
En toen kwam het werk, waar we als koorleden de meeste twijfels over hadden: "The cry of the earth".

Onder het toeziend oog en het luisterend oor van componist Tony Biggin zetten wij in.

En toen gebeurde hetgeen, waar je wel op hoopt, maar niet op rekent: ineens vallen alle puzzelstukjes op hun plaats! Iedere sporter kent dit verschijnsel. Je bent wanhopig op zoek naar je vorm, en op het moment, dat je er moet zijn, ben je ineens in topvorm en lukt alles. Zo won Gerard van Velde als eeuwige vierde de kilometer in Salt Lake City en werd Mark Tuitert met een vergelijkbaar voortraject Olympisch kampioen op de mijl.

Bij ons lukte ineens alles, wat tijdens de repetities net niet lukte. Het enthousiasme van Wim de Ru sloeg over op het koor en op het eind stonden we bijna te dansen bij het zingen. Het was een enorme ontlading, vergelijkbaar met die van Duitsland-Nederland bij het Europees Kampioenschap van 1988. De hele dag stond in het teken van de eerste overwinning van Oranje op toen nog West-Duitsland in 32 jaar, exact een kwart eeuw geleden.
Op de radio werd regelmatig de vraag gesteld: "Weet u nog waar u was tijdens die wedstrijd?"
Nou, ik kon het me nog heugen als de dag van gisteren. Ik was bij de kantine van Swift. De IJVL had op die dinsdagavond droogtraining onder leiding van Erik van Kordelaar.
Bij de ingang van de kantine waren we druk in de weer met de schaatsplanken. Daar we om beurten heen en weer mochten sprinten op de gladde plank, keken degenen, die even rust hadden, hoe de match verliep om dat aan de op dat moment actieven te melden.
Na ons in de pauze gedoucht te hebben, keken we met een grote groep IJVL-ers gezamenlijk naar de tweede helft.

Het doelpunt van Marco van Basten in de voorlaatste minuut gaf een euforie, die vergelijkbaar was met die, welke wij als koorleden voelden. "The cry" ging naarmate we verder kwamen steeds beter en we werkten toe naar een daverend slot.
We konden ons niet meteen onder het publiek mengen, daar we de aantekeningen uit de partituur moesten gummen. Deze moesten we inleveren Het voelde een beetje aan als nablijven op school. Niet dat ik daar ervaring mee heb....

Ik sprak o.a. met mijn glunderende collega's Evelien Steenbeek en Janny Zierikzee, met diverse bestuursleden van het koor, en met Wim de Ru, die ondanks diverse matige repetities altijd vertrouwen heeft gehouden in de goede afloop. Achteraf terecht.
Ik nam ook de gelegenheid te baat om Tony Biggin te bedanken voor het schrijven van dit lastige, maar prachtige muziekwerk. De componist, die gezegend was met een grote dosis Engelse humor, was zeer tevreden over de uitvoering: "It was tremendous!"
Daar heb ik niets meer aan toe te voegen. Als zelfs de componist de uitvoering geweldig vond....

vrijdag 21 juni 2013

Generale B.D.

In het leger is het een vertrouwd verschijnsel: generaal B.D. oftewel generaal buiten dienst. Dat betekent, dat hij met pensioen is. Als dienstweigeraar ben hier een groot voorstander van. Wat mij betreft kunnen alle generaals B.D.
Gisterenavond hadden wij ook iets met generaal. Wij hadden de generale repetitie van "Cry of the earth" van Tony Biggin en "Requiem" van Bob Chilcott.

Nu hoort een generale bij voorkeur niet vlekkeloos te verlopen. En dat klopte dit keer ook.
Op mijn werk had ik nog even wat brood gegeten, voor ik in de klamme lucht naar Leiden fietste. Tijdens het eten las ik een artikel over dit koorproject in het Leidsch Dagblad onder de kop: "Koor laat aarde huilen".
Om 7 uur was ik bij de Pieterskerk, waar we om half 8 onder leiding van Wim de Ru begonnen met "Cry of the earth". Bij de uitvoering vanavond is het in omgekeerde volgorde. Dit had te maken met leerlingen van het Leonardo da Vinci college, die in het kader van een kunstproject naar ons kwamen luisteren. En niet alleen zij. Ook componist Tony Biggin was aanwezig.

Het beginstuk ging lekker. Beter dan bij de repetities. Tot het moment, dat de dirigent ons aftikte. We hadden een inzet gemist. Dat had te maken met het feit, dat we de solisten niet goed konden horen. Zo kon je niet goed in de gaten houden, waar de solist was en kregen we plotseling het teken, dat we in moesten vallen. Net of je bij schaatsen het startschot hoort klinken, terwijl je nog bezig bent om naar de startstreep te glijden.

Later in "the cry" gebeurde het nog een keer om dezelfde reden. Desondanks ging het niet slecht. Of zoals componist Tony Biggin antwoordde, toen ik vroeg, hoe hij het vond klinken: "It sounded well!"
Het was dus beslist geen "Cry in the night".

Het meer ingetogen "Requiem" kwam na de pauze. Over het algemeen ging het beter dan voor de pauze. Toch onderbrak Wim ons 3 keer, omdat die inzetten niet goed genoeg waren naar zijn zin. En daarin gaf ik hem groot gelijk. Bij schaatsen en skeeleren leggen we veel nadruk op de heupinzet. Hoe beter die is, hoe sneller je gaat. Met zingen is dit ook het geval: een goede inzet zet letterlijk de toon!
Desondanks was Wim de Ru tevreden over het verloop van de laatste repetitie, ook al was het een handvol keren een generale buiten dienst.

donderdag 20 juni 2013

Fartlek

Het was vreemd weer gisteren. Het zou tropisch warm worden, er was al gewaarschuwd voor hittestress, maar ook deze keer werd de soep niet zo heet gegeten. Waar onbewolkt weer was voorspeld, was het in onze omgeving het grootste deel van de dag bewolkt. 's Ochtends moest ik op weg naar mijn werk zelfs een regenpak aan, daar het tussen het Valkenburgse meer en de Cantineweg grote druppels regende.

Wat vrij bijzonder was, waren de temperatuurverschillen tussen het oosten en het westen, met tussen de middag temperaturen van boven de 30 graden in Limburg tegen 17 bij Hoek van Holland.
Met het oog op de skeelertraining hield ik aan het eind van de middag buienradar nauwlettend in de gaten. Het zag er naar uit, dat het tot 10 uur droog zou blijven. Om 7 uur zat ik op de fiets naar de skeelerbaan van Leiderdorp, waar het gezellig druk was op deze zwoele zomeravond.
De training werd wederom door Tjeerd Wierdsma gegeven. De 20 skeeleraars kregen, zoals ik al verwachtte, een vaartspel voorgeschoteld. Het vaartspel is in trainingsboeken vaak te vinden onder de Zweedse benaming: Fartlek.
Het was een zeer gevarieerde training, met Steigerungen over diverse afstanden, rustige rondjes op techniek, korte sprintjes, de slalom en de dronkemanspas met aansluitend 4 rondjes korte bochten.
In de bocht moesten we de enkels vasthouden, zodat je diep ging zitten.
"Voor alle duidelijkheid", zei Tjeerd als toelichting: "Wel je eigen enkels!"

Van Tjeerd kreeg ik te horen, dat de heupinzet weer naar behoren was. Zodoende hoefde ik me daar niet op te concentreren en kon ik aandacht besteden aan andere onderdelen van mijn skeelertechniek. En die van anderen!
Bij het laatste onderdeel, veel rondjes op techniek schaatsen met af en toe een Steigerung, een glijstart en een snel rondje tussendoor, reed ik op met Jante Vernhout. De trainer in mij kon het niet nalaten om technische aanwijzingen te geven. Vooral bij de zijwaartse afzet was nog de nodige winst te behalen, dus daar gaf ik tijdens het blok van 15 rondjes de nodige aanwijzingen voor om het te verbeteren.
En eerlijk is eerlijk: Jante is een snelle leerling. Als je haar ziet skeeleren, dan zou je niet denken, dat ze pas 3 skeelerlessen heeft gehad!
En daar ik bij andere skeeleraars van de IJVL zag, dat de zijwaartse afzet bij vrijwel iedereen een punt is, waarop winst is te behalen, zal ik hier maandag aandacht aan gaan besteden, als ik als droogtrainer op mag treden.

woensdag 19 juni 2013

Visdiefje


Vrijwel iedere dag fiets ik langs het voormalige vliegveld Valkenburg op weg naar en van mijn werk.
"Is dat niet saai?", zullen sommigen denken.
Dat valt wel mee, als je je ogen open houdt. Deze week zag ik diverse keren een visdiefje. Deze hing fladderend boven een sloot, om plotseling in sneltreinvaart in het water te duiken.

Zo krijgt een alledaags fietsritje toch iets bijzonders.

maandag 17 juni 2013

Goudzoeken zonder goud

Op deze warme zomeravond fietste ik naar het clubgebouw van "Swift" , waar we de wekelijkse droogtraining van de IJVL hadden. Jaap de Gorter had weer een leuke training in elkaar gezet, maar voor het zo ver was, overhandigde hij mij de sleutel van de kleedkamer. Volgende week ben ik de trainer, daar Jaap dan verhinderd is.
Terwijl ik op het punt stond om na het afsluiten van de kleedkamers achter de groep aan te gaan, kwam Frans van Rooij aangefietst. Ik wachtte even op hem. Op het industrieterrein pasten we de wet van Pythagoras toe op een dusdanige manier, dat we tegelijk bij de woonboten op de Vliet aankwamen.
We begonnen, na 2 korte klimmetjes, met touwtjespringen. Dit ging in piramidevorm: 30, 45, 60 en 75 seconden en in omgekeerde vorm terug. Het blijft altijd een pittige trainingsvorm.

We rekten eventjes en klommen naar de top van "De Bult". Boven gingen we in tweetallen in de elastieken schaatspassen oefenen. Je moest iemand zoeken, die ongeveer even lang en zwaar was. Met Marjolein Donkerbroek mocht ik in de elastieken, waarbij we hangend de schaatsstap en de bochtstap konden oefenen. Je houdt elkaar tegen, zodat je echt kunt hangen in de bocht.
Er volgde een serie buikspieroefeningen, met daarbij eentje, waarbij de op je buik moest liggen en dan je benen en armen gelijktijdig afwisselend naar links en rechts moest bewegen.
"Het lijkt wel goudzoeken", zei Carolijn van der Horst, waarop ik antwoordde: "Maar dan zonder goud!"

Er volgde een zestal sprintjes over 20 meter, gevolgd door de schaatsstart in de elastieken.
Het slotakkoord vond plaats op het parkeerterrein van "Swift". Met een lang touw deden we "In spring de bocht gaat in. Op een gegeven moment sprongen er 7 volwassenen tegelijkertijd!
Om 9 uur zat de training van deze amateurs er op. De professionals zijn al druk in training voor Sotsji. Zij gaan voor goud. Voor ons is dat niet weggelegd. Maar wij koesteren trainen op ons eigen niveau op gouden zomeravonden als vandaag.

Never change a winning team

Het kon bijna niet meer misgaan. Jong Oranje, met een hele serie voetballers uit het Nederlands Elftal, zou in Israël wel eventjes Europees kampioen onder de 21 worden. Na Duitsland op een koekje van eigen deeg getrakteerd te hebben, namelijk hen in de laatste minuut verslaan en Rusland met 5-1 van de mat te hebben geveegd, stonden "we" in de halve finale.
Coach Cor Pot maakte toen de klassieke fout. Hij gunde zijn spelers rust in de laatste poulewedstrijd tegen Spanje. Hij wilde hen sparen. Jong Oranje 2 werd opgesteld en verloor kansloos met 3-0 van de Spanjaarden.
Weg flow, weg winning mood. En weg ook de kans om in de halve finale te spelen tegen het minder sterke Noorwegen. Een gelijkspel tegen Spanje volstond immers.

Ietwat schlemielig verloor Jong Oranje van Jong Italië. Maar dat heeft de bondscoach zelf over zich afgeroepen. Eén telefoontje naar Marco van Basten had dit Latijnse drama kunnen voorkomen en dan had Nederland gewoon in de finale gestaan en hadden Italië en Spanje elkaar af kunnen maken in de andere halve finale. Uit de nederlaag tegen Rusland bij het Europees Kampioenschap in 2008 is geen lering getrokken. En dat terwijl er toch een heel bekend Nederlands spreekwoord bestaat: een ezel stoot zich in het algemeen, niet twee keer aan dezelfde steen!

zondag 16 juni 2013

10-Dorpentocht

Het was droog weer, dus er kon geskeelerd worden. Voor vandaag stond de 10-Dorpentocht in West-Friesland op het programma, met start en finish in Medemblik. Waar ik een maand geleden nog nooit in dit Zuiderzeestadje geweest was, kwam ik er nu voor de tweede keer.
Om half 10 hadden we afgesproken bij Jaap de Gorter. Met Andrea Landman en Bauke Dooper vertrokken we naar de kop van Noord-Holland. Op de heenweg zat ik achter het stuur. Alles ging voorspoedig, tot we op de A7 bij Purmerend naar 1 rijstrook werden gedirigeerd. Tot voorbij Hoorn reden we tussen twee rijen rood-witte afbakeningspalen door.
Bij een schaatsles zou ik de kinderen de opdracht hebben gegeven om er tussendoor te slalommen, maar ik had het idee, dat dit op de snelweg niet zo'n geslaagd plan was. Zodoende kwamen we zonder brokken om kwart voor 11 in Medemblik aan. In de kantine van IJs- en Skeelervereniging Radboud schreven we ons in voor de 10-dorpentocht.
Waar anderen € 7,- inschrijvingsgeld betaalde, mocht ik het bedrag in natura voldoen.

Het gesigneerde exemplaar van "Molen- en Merentocht" krijgt een plekje in de leeshoek in de kantine van IJsclub Radboud.
We vertrokken 10 over 11 naar de Koggerandweg, waar het asfalt na ruim een kilometer zeer matig werd: asfalt met split rijdt met skeelers niet lekker. Andrea kwam er hier achter, dat ze wat had laten liggen in de kantine. We maakten met zijn vieren rechtsomkeer en skeelerden weer terug naar de skeelerbaan. Andrea en Jaap reden harder, Bauke en ik spaarden onze kracht een beetje. Op 200 meter van de start af kwamen we elkaar weer tegen en begonnen om half 12 voor de tweede keer aan de 10-Dorpentocht.
De totale lengte van het stuk met het slechte asfalt was 4 km, dus de voeten waren al onprettig gemasseerd, toen we afsloegen naar het fietspad langs de A7. Toen wij op die snelweg reden, zagen we diverse groepjes skeelers tegen de wind in beuken. Nu was het onze beurt. Als hekkensluiters, want we waren de laatsten, die aan de 40 km begonnen.

Benningbroek was het eerste dorp, dat we aandeden, als snel gevolgd door Wognum, waar Jaap voor het gemeentehuis van Wognum, het voormalige hoofdkantoor van het DSB-imperium, schrok van een Mercedes, die pas op het laatste moment remde, die afsloeg op de rotonde, waar hij net overstak. Het liep gelukkig allemaal goed af.
Met de wind in de rug schoten we lekker op. We reden door Nibbixwoud, waar we een feestwagen achter ons aan kregen met luide muziek. In Amerika noemen ze dit een Band Wagon.

Via de route, die we een maand geleden ook gefietst hadden, reden we naar Midwoud, waar we nu het fietspad tussen akkers en weiden naar Oostwoud namen. Net ten zuiden van de lintbebouwing van Oostwoud stond er een drink- en stempelpost op het fietspad naar Zwaagdijk-Oost. Over lange echte fietspaden en parallelwegen van verschillend skeelercomfort reden we naar Wervershoof, waar we de Dijkwerker weer tegen kwamen.

Met de Zuiderzeedijk aan de rechterhand skeelerden we door naar recreatiegebied De Vooroever. Hier bleek weer eens, hoe belangrijk concentratie is bij het skeeleren. Bauke lette meer op een camper dan op zijn eigen wieltjes, waardoor hij van het asfalt af skeelerde en onderuit ging. De schade viel gelukkig mee: een schaafplek op de elleboog.
Wij verlieten de dijk om via een industriegebied pal onder Medemblik naar de kantine van Radboud te rijden, waar ik mijn eerste skeelermedaille kreeg omgehangen. Door het omrijden hadden we de afstand van de marathon geskeelerd.

Voor degenen, die de gezellige 10-Dorpentocht gemist hebben: er komt, net als op het Ibn Ghaldoun College, een herkansing!

Wij reden met de auto naar het centrum van Medemblik, waar we belandden op het zonovergoten terras van "De Kwikkel", waar ik exact 4 weken geleden ook al met vrienden gezellig heb gezeten.

Andrea omschreef op het terras aan de haven het gevoel, dat we alle vier hadden: "Het is net, of je op vakantie bent!"
Het was in ieder geval een perfecte afsluiting van een heerlijke skeelertocht langs 10 dorpen.