zondag 16 oktober 2011
Streepjescode voor een bioscooppubliek of feest in Huize Boers
Om 6 uur werd ik wakker en ik kon niet meer in slaap komen. De hersens waren volop bezig met het bedenken van de aankleding rond de boekpresentatie van "Molen- en Merentocht" en ook waar ik eventueel lezingen rond de toertochttips zou kunnen geven.
Dit was niet bepaald de ideale voorbereiding op de halve marathon van Amsterdam. Ada sliep gelukkig rustig door. Om 8 uur verlieten we ons bed. Op het nieuws hoorden we, dat Nederland wereldkampioen honkbal was geworden.
Een puike prestatie. Maar in het hele land waren er verder geen toeters en bellen, terwijl deze prestatie uniek te noemen is. Vergelijk het eens met hoe uitgebreid de tweede plaats van het Nederlands elftal vorig jaar gevierd is bij de inhuldiging in Amsterdam.En voor de échte wereldkampioenen: doodse stilte. Alleen in huizen, waarin honkballers wonen, zal dit met gejuich ontvangen zijn. De ochtend begon dus feestelijk in Huize Boers. Hans moest al vroeg op weg naar Amsterdam, daar de start van de marathon om half 10 gepland stond. Vooraf moest je je startnummer ophalen in Sporthallen Zuid, vlak bij het Olympisch Stadion. Het gerucht ging, dat Willem Holleeder het startschot zou lossen, dus de sectie Kenianen ging er als een haas vandoor. Hans deed het bij zijn debuut als veteraan wat rustiger aan en liep een heel gelijkmatige race. Alleen tussen de 30 en 35 km is een dip te zien. Dit heeft echter niets te maken met de man met de hamer, maar meer met het Rode Kruis. Hans kreeg last van een blaar en nam even de tijd om deze bij een verzorgingspost door te laten prikken. Zo kon hij zijn weg richting Vondelpark en Olympisch Stadion vervolgen en finishen in de prima debuuttijd van 4.13.36! Ik heb Hans telefonisch al gefeliciteerd met deze prima prestatie en doe dat op deze plek nog eens dunnetjes over. Het is vandaag dus dubbel feest in Huize Boers. Zelf vertrok ik met gemengde gevoelens naar Amsterdam. Het was perfect loopweer vandaag: zonnig, weinig wind en met 15 graden in de schaduw een uitstekende temperatuur. Daar lag het niet aan. Ik kon me vandaag gewoon niet concentreren op de halve marathon. In mijn hoofd maalde de aanpak rond de presentatie van "Molen- en Merentocht" nog rond. Dat werd er niet beter op, toen ik, al lezend in het boek, nog een paar kleine taalfouten ontdekte plus een viertal kopjes, die tussen de gewone tekst verdwaald waren. En dat, terwijl ik de tekst 3 keer heb doorgelezen op het beeldscherm! En dat is ook het verraderlijke van het lezen op de flatscreen: je bent op een of andere manier toch minder geconcentreerd dan als je in een boek leest. Ik zal de fout zo snel mogelijk herstellen. Dat is het voordeel van het concept van mijnbestseller.nl. Alleen heb ik helaas deze week net 42 exemplaren besteld. Ik zal degenen, die dit boek van me krijgen uiteraard op de hoogte stellen van deze schoonheidsfoutjes. Aan de andere kant past het ook wel bij mij. Het zal voor jullie een hele schok zijn om het te vernemen, maar in het genenpakket, dat ik van mijn ouders heb meegekregen, zaten ook enkele schoonheidsfoutjes.... Vanaf station Amsterdam-Zuid wandelde ik rond het middaguur naar het IJsbaanpad, waar in Hal 3 van Sporthallen Zuid de startnummers werden uitgedeeld. In lange rijen stonden we, per duizend nummers gesorteerd, in lange rijen te wachten. Met nummer 22247 in mijn handen kon ik weer in de rij gaan staan, ditmaal voor de w.c. Een minuur of 20 later kon ik hier eindelijk mijn stinkende best doen. Gelukkig ging het bij de tassengarderobe een stuk sneller. In het zonnetje wandelde ik langs het Olympisch Stadion naar de 6 startvakken van de halve marathon. Rondom je hoorde je allerlei Europese talen. In het startvak raakte ik aan de praat met een man uit Münster, waar Ada en ik de afgelopen 2 jaar op onze fietstocht door Duitsland gekampeerd hadden. Verder sprak ik nog met een Spanjaard en een Brit. Kortom, hier stond de Europese Unie aan de start! Om half 2 konden de voorste lopers van de halve marathon daadwerkelijk vertrekken. Wij moesten nog ruim 13 minuten wachten, voor we over de startstreep waren. Met nog steeds een mindere concentratie dan gebruikelijk vertrok ik voor mijn 21 km. Ik had geen idee, hoe dat zou gaan. De eerste paar kilometers gebruikte ik om warm te draaien en tot mijn verbazing ging het behoorlijk soepel. Op dit stuk haalde ik een Engelsman in, die de halve marathon liep op blote voeten! Obelix had gelijk: "Rare jongens, die Britten!" De tijdwaarneming op het 5 kilometerpunt gaf aan, dat ik rond de 1.45 liep. Met de 10 km lag ik nog steeds op dit schema. Hier kon dat ook makkelijk: je had in dit gedeelte bij het bedrijventerrein brede wegen. Uit ervaring van de andere edities wist ik echter, dat in de tweede helft van de loop de wegen wat smaller waren. Vooral de Stadhouderskade was een bottleneck. Zo liep je toch enige vertraging op, omdat je niet altijd in kon halen. Dit lichte tijdverlies had ik ingecalculeerd. We liepen door het Vondelpark. Hier heb ik in mijn hippiejaren Sail-Joya op zien treden. Ik haalde nog steeds meer lopers in, dan dat ik zelf ingehaald werd, dus wat dat aangaat zat het wel goed. Zo kwam ik bij de laatste kilometer voor het Olympisch Stadion, waar ik zag, dat ik met een lichte versnelling nog net binnen de 6 uur van de marathon of de 2 uur van de halve kon blijven. Dat lukte net. De brutotijd kwam uit op 1.59.47, hetgeen resulteerde in een nettotijd van 1.46.07. In Amsterdam had ik nog niet zo snel gelopen. Met de vorm zit het dus wel goed, ook als je rekening houdt met de ideale omstandigheden. Door het prachtige weer was het niet alleen op het parcours, maar ook erlangs zeer druk. Nu zou je verwachten, dat de lopers hierdoor aangemoedigd zouden worden, maar dat viel erg tegen. Heel af en toe riep iemand "Hup Bert", het voordeel van je naam op het startnummer. Maar het leukste vond ik een oudere vrouw, die "Hup IJssport" riep vanwege mijn blauw-wit gestreepte IJVL-wielershirt. Het 5-cijferige startnummer hadden ze trouwens net zo goed als streepjescode mee kunnen geven. Edoch, op deze sporadische aanmoedigingen na bleef het erg stil. En niet alleen aan de overkant, maar aan beide zijden van de weg. Af en toe zorgde een muziekgroep voor wat sfeer, maar daar bleef het dan ook bij. In de thuishaven van landskampioen Ajax, de Amsterdam Arena, hebben ze een sfeervak. Bij de halve marathon ontbrak deze vrijwel geheel. Ruud Gullit had een prachtige benaming voor dit soort supporters: bioscooppubliek.
En dat past wel een beetje bij onze hoofdstad. De Amsterdammers trainen er ook het hele jaar voor. Nergens in Nederland is het aantal bioscoopstoelen per hoofd van de bevolking zo hoog als in Amsterdam....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten