Daar de cursus om 10 uur begon en ik om op tijd bij HKA te zijn om 6 uur de trein moest hebben en er dan geen enkele vertraging op mocht treden, was de keuze snel gemaakt: Ada en ik zouden een dag eerder naar Groningen gaan.
Nu ben ik wel een aantal keren eerder in Groningen geweest. Het is net als Leiden een leuke, gezellige studentenstad. Maar ik had er nog maar 2 keer overnacht.
De eerste keer was in de Kerstvakantie in de befaamde winter van 1978/79, toen er een volleybaltoernooi was tussen teams van de 6 Bibliotheekacademies, die ons land toen nog telde. Met de bus gingen we door het besneeuwde land naar de hoofdstad van onze noordelijkste provincie, alwaar ik met een lint in mijn lange haar als een blonde Indiaan aan het net verscheen om flink wat verwarring te stichten.
Helaas was dat vaak aan beide zijden van het net.
In die tijd maakte de Groningse band Solution trouwens furore met hun lp "Cordon bleu".
Een maand later schaatste ik op de Weissensee.
Wat dat aangaat opent deze derde overnachting in Groningen perspectieven voor de komende winter....
Via Schiphol reisden we naar het hoge noorden, waar we aan de voet van de Martinitoren in hotel "De Doelen" onze rugzak neer konden zetten. Via internet hadden we de prijzen vergeleken en dit hotel had een paar fors in prijs verlaagde kamers in de aanbieding. Het hotel ligt naast het bekendste café van Groningen, "De Drie Gezusters".
Bij het VVV haalden we een stadswandeling op. Vooraleer we daar aan begonnen lunchten we in "Het Goudkantoor", waar in ver vervlogen tijden de belastingen werden geïnd. Met het versterken van de inwendige mens droegen wij op onze manier een steentje bij aan de Groningse economie.
Na een blik in de grote Martinikerk geworpen te hebben wandelden we op deze wisselvallige dag naar de Steenstraat, waar Ada in een schoenenwinkel diverse rode laarzen paste.
En wie de schoen past, trekke hem aan. Daar we nog vlak bij "De Doelen" waren, brachten we deze aankoop naar ons hotel, waar we de sleutel van kamer 204 kregen.
Met lege handen vervolgden we de route.
Het was een wandeling, die ons vlak bij het Groninger Museum bracht. Hier verlieten we de route voor een wandeling door dit aparte gebouw. Na de entree betaald te hebben bekeken we eerst de tijdelijke tentoonstelling van Chinees porselein. Chinezen zijn echter ondoorgrondelijk. Dat bleek al snel.
"Dat is modern", zei Ada, om even later in de catalogus te zien, dat het uit 1725 kwam.
Aansluitend bekeken we het werk van "De Ploeg", een kunstkring uit Groningen, die furore maakte in het interbellum. De stroming werd ingedeeld bij het expressionisme.
Maar zoals uit "Rustende zichters" van Johan Dijkstra blijkt, is de grens tussen expressionisme en impressionisme soms erg smal.
De volgende zalen brachten ons naar het hoogtepunt van ons museumbezoek: de tijdelijke tentoonstelling van Ruud van Empel, die ooit de decors voor "Theo en Thea" en "Kreatief met kurk" maakte. Tegenwoordig is het een Photoshop-artiest van internationale allure. Je wordt bedot, waar je bij staat, maar het is fantastisch mooi. Ik kan er duizenden woorden aan wijden, maar een paar beelden zeggen meer.
Alleen al deze tijdelijke tentoonstelling maakt het waar om daarvoor naar Groningen af te reizen. Tel dus uw knopen!
Een derde tijdelijke tentoonstelling was ook heel verrassend: Studio Job. Enorme lampen van papier maché en andere uitvergrote gebruiksvoorwerpen en symmetrische wandplaten vol details van 10 meter breed maken toch wel indruk.
Om half 6 vervolgden we onze rondwandeling door de binnenstad. Juist op dat moment begon het hard te waaien en gingen de hemelsluizen even flink open. Maar er waren genoeg afdakjes om even onder te schuilen.
Om een uur of 7 hadden we onze wandeling volbracht en zochten we een tafeltje voor 2 in restaurant "De Vestibule". In dit ecologisch eethuis vierden we, dat we elkaar 31 jaar geleden bij de blokkade van Dodewaard ontmoet hadden. Uit de geluidsinstallatie klonk de relaxte muziek van Carlos Santana.
Niet alleen de muziek, maar ook het eten was goed. Voor het eerst van mijn leven at ik meerval.
Dat riep meteen associaties op met het zwembad in Nieuw-Vennep, dat getooid was met de naam "De Meerval".
Ik was niet zo vlot met het halen van mijn zwemdiploma. Vroeger leerde je dat gewoon in het open water, dus dat kon alleen als de R niet in de maand was. Ik was 14, toen ik eindelijk niet meteen verzoop als ik in het diepe was in het afgezette stuk van de Genietocht in Hoofddorp, dat als zwembad dienst deed.
Het jaar erop ging "De Meerval" open. Met een paar klasgenoten van "Porta Vitae", waaronder Harry Jansen, waren we bijna iedere middag in het zwembad te vinden. Daarbij probeerden we om over de bodem zwemmend zo ver mogelijk te komen.
Nu moet u weten, dat net ten noorden van Nieuw-Vennep het diepste punt van de Haarlemmermeer, een van de diepste polders van Nederland, te vinden is. De bodem van het zwembad lag nog iets dieper.
Groningen mag dan pronken met de leuze: "Er gaat niets boven Groningen!", deze geboren en getogen Venneper zet dit daar tegenover: "Er gaan weinigen zo diep als een Venneper!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten