zondag 22 april 2012

"Ben je weer aan het sleuren, Bert?"


Mijn snelste halve marathon loop ik meestal bij de Omloop van Noordwijkerhout, de slotloop van het Zorg & Zekerheid-circuit. Om half 10 zat ik in sportkleding met Ada te ontbijten, waarna ik op de fiets sprong om me nog op tijd in te kunnen schrijven. Ik reed via Rijnsburg naar Voorhout om vandaar langs de Leidse Vaart naar "De Schelft" te fietsen. Het was half bewolkt en er stond een flinke zuidwesten wind. De teller kwam vaak boven de 30 km, hetgeen voor een hybride fiets met fietstassen beslist niet onaardig is.
Om 20 voor 11 had ik startnummer 1749 en sloot ik aan in de lange rij voor de toiletten. Al wachtend speldde ik mijn startnummer op. Na een banaan gegeten te hebben in kleedkamer 4 wandelde ik naar het startvak. Onderweg hier naar toe kwam ik Mart Moraal tegen, die de 10 km zou gaan lopen. Ook IJVL-lid Walter Boon en Rob van Bladel waren van de partij.
In het startvak vroeg iemand, die ook de halve marathon zou gaan lopen, hoe hij aan mijn boek kon komen met de toertochttips. Als het goed is, is "Molen- en Merentocht" nog voorradig in de winkel van Ooms Sport in de Leidse IJshal.

Daar ik vrijwel achteraan in het startvak stond, duurde het een halve minuut voor ik de startlijn gepasseerd was. In het begin was het lastig om in te halen, maar na 1 km begon het bont gekleurde peloton was langgerekter en minder breed te worden. De inhaalrace kon beginnen.
Aan de voet van de duinen hadden we de wind tegen. De lange steile klim na 4 km was de afsluiting van het eerste stuk tegenwind. In de duinen zouden we voornamelijk de wind in de rug hebben. De eerste 5 km ging in 24.10. Op het slingerend fietspad in de duinen hopte ik van groepje naar groepje. De zon ging schijnen en het was aangenaam loopweer.
De tweede en derde 5 km gingen beide in 23.40, zodat ik in een behoorlijk vlak schema op 1.11.30 uit zou komen. Normaal gesproken ga je met zo'n tussentijd op weg naar 1.40, maar ik wist, dat we langs de Leidse Vaart 4 km lang de harde wind pal tegen zouden krijgen.

Met een vrouw in mijn kielzog liep ik langs de kleurige en soms geurige bloembedden in een strak tempo naar de drinkpost op 18 km.

Ik dronk hier een beker water, terwijl Anoek Admiraal, die bij de Dames Senioren tweede zou worden, door liep. Het gat van een meter of 30 kreeg ik niet dicht gelopen. Zelf werd ik bijgehaald door een groep van 5 lopers, die mij het kopwerk lieten doen op weg naar de 20 km.
Mart Moraal kwam me net tegemoet gereden op zijn racefiets en vroeg: "Ben je weer aan het sleuren, Bert?" Ik kon dat beamen. Bij het bord van de laatste kilometer werd ik bedankt voor de bewezen diensten en het vijftal, wat ik tegen de wind in op sleeptouw had genomen, ging versnellen.
Deze versnelling had ik echter niet in huis, dus ik moest passen. Langzaam maar zeker verwijderden zij zich steeds meer van me. De finishlijn kwam in zicht en deze werd door mij gepasseerd in 1.42.35, wat een nettotijd van 1.42.03 opleverde. Hiermee zou ik 109e worden.
Vorig jaar was die 1.42.03 trouwens mijn brutotijd. Daarmee vergeleken ben ik achteruit gegaan, maar de wind was toch duidelijk van invloed op de eindtijd. Ik kon niet harder en ben dus tevreden met deze tijd.
Onderweg naar huis fietste ik even langs bij mijn oudste broer Kees, met wie ik gegeten en gesproken heb. Halverwege de maaltijd ging de telefoon. Zijn in Amerika woonachtige zoon belde. Ik sprak ook even met Peter.

Om half 3 pakte ik de fiets weer en trapte langs de mooie bloemenweelde bij Voorhout naar Leiden terug. In deze tijd van het jaar is de Bollenstreek op zijn mooist met zijn velden vol bloemen.

Geen opmerkingen: