Met nog twee weken te gaan voor de marathon van Leiden, moest ik nog een keer een halve marathon lopen. Gezien het programma voor de rest van het weekeinde, kwam het het beste uit, dat ik deze vanmiddag zou gaan doen. Om 3 uur kleedde ik me om en om kwart over 3, na een banaan en een stukje taart gegeten te hebben, begaf ik me op weg.
Het is erg makkelijk, als je vrijwel aan het parcours van de (halve) marathon woont, want zo weet je zeker, dat je 21 km loopt.
Het was bewolkt en vrij koud. Er stond windkracht 3 of 4, dus dat viel wel mee.
Via de Leidse IJshal liep ik door het centrum van Leiden naar de Lammenschansweg en via de Vrouwenweg naar Zoeterwoude. Ik vervolgde de weg door de Vlietlanden. Alles ging lekker ontspannen, maar ter hoogte van de brug over de Vliet bij Voorschoten voelde ik, dat een toilet op dit moment geen overbodige luxe zou zijn.
Maar helaas, ik had nog een kilometer of 6 te lopen, voor ik thuis was.
Met samengeknepen billen vervolgde ik mijn weg. Het tempo ging zo wel iets omlaag, maar dat moest dan maar. Ter hoogte van station De Vink voelde ik, dat de nood iets hoger begon te worden. Ik liet de route voor wat die was en nam de kortste weg naar huis, waar ik direct op het kleinste kamertje afstormde.
Terwijl ik daar zat, had ik tijd om te overdenken, wat ik zou doen. De weg van de minste weerstand zou zijn om gewoon thuis te blijven. Ik had tenslotte twintig kilometer afgelegd.
Maar ja, dan begint er bij mij iets te knagen. Een halve marathon is 21 km en geen 20. Als ik aan iets begin, dan wil ik het ook afmaken!
Na gedane zaken verliet ik ons huis om nog een blokje van een kilometer te lopen. Fysiek voegt het niets toe aan de training, maar mentaal voelt het wel een stuk beter. Na de dans volgt zodoende toch nog een klein sprongetje.
vrijdag 4 mei 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten