Deze week kreeg ik een mailtje van Douwe Kinkel met een van de vele prachtige verhalen, die de Elfstedentocht in haar ruim 100-jarig bestaan heeft opgeleverd.
"Ik heb trouwens nog een mooie schaats-anekdote. Op 10 februari reed ik met Jillis en Roos-Marijn de 10 stedentocht. Sneek -Leeuwarden.
Zo rond 17.00 op mijn knieën onder de lage brug in Dokkum richting het centrum van Dokkum kom ik een IJVL-shirt tegen midden onder deze lage brug die uit 3 doorgangen bestaat. Ik zeg hem gedag, en de jongen bleek de zoon van Sjaak Stuijt te zijn. Hij zij me niet met wie hij nog meer daar was. Tegelijkertijd, zo blijkt later, zat Pieter Smit in de doorgang naast me kruipend richting Bartlehiem. We hebben elkaar niet gezien, bizar toch."
Ze waren elkaar niet misgelopen, maar misgekropen!
De volgende dag hadden wij bij onze Zelfstedentocht iets soortgelijks.
In het donker zouden we vanuit Dokkum met zijn achten bij elkaar blijven. Alles ging goed tot de lage brug, waar we onder door moesten kruipen. We wachtten op elkaar aan de kade na de brug. Verder dan 6 personen kwamen we niet.
Hen en Wil kwamen niet opdagen. Via de mobieltjes werd geprobeerd contact met hen te leggen. Verder dan de voicemail kwamen we niet. Jos kroop nogmaals onder de brug door, maar bij het café met de strobalen waren ze niet. Met zijn zessen reden we over het redelijk goede ijs van de Dokkumer Ee. Bij Bartlehiem kwamen we de twee vermisten tegen.
Bij de "echte" Elfstedentocht zal dit elkaar miskruipen niet gebeuren. Dan staat de zeer brede, lage brug gewoon open!
Maar denk nu niet, dat je voor het elkaar mislopen lage, donkere bruggen nodig hebt. Er zijn bepaalde mensen, die dit op klaarlichte dag klaarspelen op een plek met zeer weinig begroeiing....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten