vrijdag 31 december 2010

De moraal van dit verhaal


De kop van dit stukje is in mijn kop al 2 keer gewijzigd. Toen de datum voor de 1000 rondjes van Leiden werd vastgesteld, zinspeelde ik op "Vertellingen uit de 1001 rondjes", met een knipoog naar Scheherazade's "Vertellingen uit 1001 nacht". Nadat ik besloten had, dat ik maar 500 rondjes zou rijden, werd mijn werktitel "Vertellingen uit de 1001 bochten".

Maar zoals zo vaak in het leven: het loopt net even anders, als je van te voren bedacht of zelf gepland had.

Volgens planning ging de wekker om even voor half 5 af. Wat dat aangaat leek het op een echte Elfstedentocht. Ik had toestemming van Jaap de Gorter om hem op kwart voor 5 op te bellen, maar hij was al wakker. "Bert, op jou kan ik rekenen", was zijn commentaar. Ik fietste naar de IJshal, waar ik het hesje met nummer 2 om deed, waarna de kluunschaatsen aan de beurt waren.

Om half 6 volgde er een kort interview met Henk Angenent. Door de galm in de microfoon volgde wat Neerlands Hoop ooit betitelde als "een onverstaanbaar goede show".

Het startschot werd door de winnaar van de Elfstedentocht van 1997 gegeven onder de trap, waar Karel de Jong net overheen hing om de klok aan te zetten. Gelukkig voor Karel was het startschot een losse maar luide flodder.
Daar ik me voorgenomen had om mij te sparen voor een eventuele Elfstedentocht in januari 2011, zou ik "slechts" 100 km schaatsen. De snelste tijd, die ik op de 100 km had staan, lag dik boven de 4 uur: 4.28 was de snelste, die ik heb kunnen traceren.
Als doelstelling voor deze dag had ik dus een tijd onder de 4 uur. Met 20.17 op de eerste 10 km en 40.20 op de 20, was er toch wel sprake van een vliegende start. Met een verbeterde schaatstechniek kon ik, met Jaap de Gorter, die mij 3 rondjes gelapt had, in mijn kielzog, de snelheid tot de 30 km goed vast houden. Toen kreeg ik het bewijs, dat ik eindelijk, na meer dan 30 jaar trainen, ben toegetreden tot het gilde der échte schaatsers.

Veel schaatsers krijgen pijn in de rug, doordat ze diep zitten. Bij mij gebeurde dat ook, toen ik de 30 km gepasseerd was. Een pijnscheut schoot door mijn onderrug. Even rechtop rijden en een paar rondjes ontspannen. Daarna kon ik, na een korte eet- en drinkpauze, in een iets rustiger tempo mijn weg vervolgen.

Ging het eerste uur met een gemiddelde snelheid van 29 km, de familie Fugers en vooral Mart Moraal gingen nog een stuk harder. Toch verloor ik weinig tijd op hen, daar ik veel kortere pauzes hield. Dat werkte zo ver door, dat ik op 340 ronden zat, toen Jos, Bart en Ivo Fugers gezamenlijk finishten na 333 rondjes. Volgens Bartjens...
De groep met Hans van der Plas en Willem van Vliet had ik inmiddels diverse keren gedubbeld, net als Kobus Turk, die ook een mooi gelijkmatig tempo reed. Ondanks de 2 dweilpauzes dook ik met 3.45.18 dik onder mijn p.r. op de 100 km: 43 minuten.
Jan Pieter Tensen en Aat Dolle lagen, met Mart Moraal daar niet ver achter, met 3.36 een minuut of 9 voor op mij.

Na een plaspauze ging ik nog even 100 rondjes uitrijden. Dit ging zo makkelijk, dat ik er nog 100 aan vast knoopte. Toen ik bij de 700 ronden was, was Mart op 800 ronden. Hij zou er wel komen. Zelf begon ik daar stiekem ook op te hopen. Tot 750 rondjes ging alles goed, maar toen moest ik toch de tol betalen voor de inspanningen in de eerste 100 km.

Ondanks het rustig en zuinig rijden op het rechte eind en de bochten glijdend nemend met twee benen tegelijk, voelde ik, dat ik nu in de verzuring kwam te zitten. Ik besloot om te stoppen. Ik had 50 km meer gereden, dan ik van plan was. Met een tijd van 6.45 was ik overigens wel tevreden.
En hier zitten we dan meteen bij de vooraf bedachte koppen: 750 rondjes zit precies tussen 1000 rondjes en 1000 bochten in.

Ik zag Mart Moraal finishen in 7.17, niet ver achter het team van Jaap de Gorter, Andrea Landman, Marco Tiller en Jos Drabbels, die de 200 km in estafettevorm binnen de 7 uur volbrachten.
Achteraf had ik de 1000 rondjes zonder problemen ook vol kunnen maken, maar dan had ik uiteraard veel rustiger moeten beginnen. Maar soms moet je in het leven een keuze maken en mijn keuze viel op geen enkel risico nemen met het oog op een mogelijke Elfstedentocht. En pas achteraf valt te zeggen, of je de juiste keuze hebt gemaakt.
Indien je jezelf bij het schaatsen van 1000 rondjes aan gort zou rijden, en de tol moet betalen tijdens de Tocht der Tochten, dan vergeef je het jezelf nooit van je leven. Komt de Elfstedentocht deze winter niet, dan blijf je het gevoel houden: had ik maar....
Je moet echter gewoon achter je keuze gaan staan. De Engelsen kunnen het dan zo mooi zeggen: "It's no use to cry over spilt milk!"
In ieder geval was dit een prima afsluiting van een "trainingskamp" van bijna 2 weken op de Gouwzee. We hebben daar alle soorten ijs en weersomstandigheden gehad, van sneeuwstorm tot freewheelen op spiegelglad ijs. We hebben gebikkeld en rustig op techniek gereden. En Oudjaarsdag paste precies in dit rijtje: 100 km hardrijden en 50 km juist heel rustig.
Ik heb nu dezelfde trainingsopbouw gehad, die me in maart voor het eerst van mijn leven op het erepodium bracht bij de run-skate-run: zeer veel trainen op natuurijs, terwijl de geplande piek bij de Nierstichting Elfstedentocht achterwege bleef. Een ideaal schema om in vorm te komen. Ik ben in ieder geval klaar voor de Elfstedentocht. Helaas zijn de weergoden dat niet.

Nadat Jos Arts, de voorzitter van de IJshal, mij het certificaat van deelname, mede gesigneerd door Henk Angenent, had overhandigd, fietste ik in dooiweer naar huis. Thuis gekomen keek ik, gewoontegetrouw in de wintermaanden, op de weersites van het KNMI, Jan Visser, Bas Schijff en Weerwoord. Dat stemde mij niet vrolijk. Vast winterweer zit er de komende week niet meer in. En als het tegenzit zelfs de eerste weken niet, al blijft de kou wel in de buurt. De wind hoeft maar wat te draaien....
Na mij thuis gedoucht te hebben, fietste ik weer naar de IJshal, waar ik net de finish meemaakte van Willem van Vliet, de met nummer 6 rondrijdende Meiboom en Hans van der Plas, die er volledig doorheen zat, maar op karakter binnenkwam met een prikslag.
En dat is precies, wat ik probeerde te voorkomen. Ik ken mezelf een beetje, en als ik dan zo dicht bij de finish zou komen, zou ik zeer diep kunnen gaan. In 2001 is me dat overkomen met 200 km schaatsen op de Uithof. Anderhalve week later was ik niet vooruit te branden met de wintertriatlon.
Ik neem mijn petje derhalve af voor de 4 individuele deelnemers, die deze Alternatieve Elfstedentocht wél volbracht hebben. En ik wil alle vrijwilligers, die vaak al om half 5 's ochtends in touw waren, bij deze van harte bedanken voor hun inzet bij dit fantastische evenement, dat wat mij betreft voor herhaling vatbaar is. En niet alleen de schaatsers, maar ook de toeschouwers, met onder hen zeer veel bekenden, die de hele dag door in wisselende samenstelling kwamen kijken, hadden een leuke dag gehad.

Tot slot van deze leuke schaatsdag werd het bedrag bekend gemaakt, wat voor het gehandicaptenschaatsen bijeen gereden is: € 6.155,-.
Ik wil dit verhaal beëindigen met de moraal van dit verhaal. Als goed katholiek gebruik ik daarbij natuurlijk wel een dubbele moraal.
De eerste is: met wijsheid achteraf is het altijd makkelijk om dingen te beoordelen.
Had ik maar dit, had ik maar dat....
De tweede is: Mart Moraal is een uitstekende schaatser. Daar ik hem al meer dan een kwart eeuw op dinsdagavond in het snelste groepje in de IJshal rond zie rijden, vaak op kop sleurend, wist ik dit natuurlijk allang.
Een uitstekende proeve van bekwaamheid leverde hij in februari, toen hij mij gedurende 5 minuten al schaatsend met vaste hand filmde op de Gouwzee.

Na 23 jaar ben ik mijn enige baanrecord, 120 km schaatsen in de Leidse IJshal, op Oudjaarsdag 2010 kwijtgeraakt. Het is bij Mart Moraal in goede handen!

Geen opmerkingen: