woensdag 30 september 2015

Ziekenhuisbezoek

Vanavond ben ik met Ada en Tim meegereden naar het ziekenhuis, waar een vriend ligt, die afgelopen weekeinde een herseninfarct heeft gekregen. Ik ben niet bevoegd om medische dossiers op internet zetten, dus dat doe ik ook niet. Maar het hakt er flink in, als je een vriend in deze omstandigheden aantreft.
Je beseft dan eens temeer, dat je boft, als je zelf in goede gezondheid verkeert. Het gezegde "Een gezond mens heeft wel duizend wensen, een zieke slechts één" doet in deze situatie zeer zeker opgeld.
De komende tijd zal ik vaker op ziekenbezoek gaan. Vooralsnog is dat het enige, dat ik voor deze vriend kan doen. De rest laat ik over aan de medische professionals.

dinsdag 29 september 2015

Een echte Van Rijn

Vanmorgen werd er weer gewerkt aan het leggen van een ijsvloer voor het rap naderende schaatsseizoen. We waren wel in de weer met de brandspuiten, maar dat was betrekkelijk weinig. De meeste tijd ging heen met het leggen van lijnen op de buitenbaan.
Gisteren was er een dunne laag kalk op het ijs gelegd, waardoor het lijkt, of de betonnen vloer wit geschilderd is. Nadeel hiervan is wel, dat de op het grijze beton geschilderde lijnen niet meer zichtbaar zijn.
Maar geen nood. Middels rood of blauw crêpepapier werden de lijnen gelegd, of beter gezegd getrokken. Degene, die dat doet, noemen ze een lijntrekker. Dit kun je niet zomaar. Dat vereist een gedegen voorbereiding met veel oefening.

Dit verantwoordelijke werk werd dan ook gedaan door de ijsmeester zelf. En waar eenieder een rechte lijn verwacht met een strakke bocht, daar wist Jan van Rijn enkele verrassende slingertjes op het ijs tevoorschijn te toveren.
Maar ja, hij is net voor niets een nazaat van de bekendste Leidenaar: Rembrandt van Rijn. In de volksmond spreken we van het werk van de wereldberoemde schilder als "een echte Rembrandt", maar eigenlijk zou het "een echte Van Rijn" moeten zijn.
Momenteel is er in de pers en de politiek veel discussie over de aankoop van 2 schilderijen van Rembrandt van Rijn.

Het kost een lieve duit: € 160.000.000,-. Met dit bedrag kun je in Nederland 10 overdekte kunstijsbanen van 400 meter aanleggen. Ik denk, dat je daarmee meer mensen plezier doet dan met de aankoop van 2 schilderijen.
Uit betrouwbare bronnen heb ik vernomen, dat Jan van Rijn bereid is om de kunstliefhebbers ter wille te zijn en op alle 10 nieuw aan te leggen 400-meterbanen met crêpepapier een echte Van Rijn in het ijs te vervaardigen.

Wie nieuwsgierig is, hoe zo'n kunstwerk eruit ziet, is van harte uitgenodigd om vanaf 4 oktober het KUNSTijs in de Leidse IJshal met schaatsen aan te betreden. De toegang tot de ijsbaan aan de Vondellaan is een schijntje in vergelijking tot die van het Rijksmuseum en je beleeft gegarandeerd genoeglijke uren, waarbij de de echte Van Rijn nog aan mag raken ook.
Probeer dat maar eens met de Nachtwacht....

maandag 28 september 2015

Rode maansverduistering

Het zal weinig Nederlanders ontgaan zijn, dat er afgelopen nacht een totale maansverduistering te zien zou zijn in ons land. Na eerder dit jaar al eens een gedeeltelijke zonsverduistering en een rode maan te hebben gezien, was dit in 2015 het derde bijzondere natuurverschijnsel aan het firmament.
Gisteren zaaide Weerplaza echter grote twijfel of dit daadwerkelijk te zien zou zijn.

Aanvankelijk waren wij van plan om de wekker te zetten, maar op grond van dit bericht zagen wij daar in eerste instantie maar vanaf. Daar kwam 's avonds nog eens een zeer ernstige reden bij. Een vriend van me heeft een herseninfarct gehad en ik was tot 11 uur in de weer om de rest van de vriendengroep te informeren.

We gingen dus zonder plannen om te gaan kijken naar bed. Maar soms is de natuur sterker dan je eigen plannen. Ik werd om kwart over 3 wakker, omdat ik naar de w.c. moest. Het schijnsel van de maan was zeer helder, al zag je aan de bovenzijde al wel een kleine sikkel eruit.
Hoe zacht ik ook deed, Ada werd ook wakker. Samen aanschouwden we de maansverduistering, eerst vanachter het raam, waar het dubbele glas zorgde voor een dubbele maansikkel. Ada wandelde de tuin in met het fototoestel, ik volgde enige tijd later ook.














Als u op de foto's klikt, worden ze groter.
Natuurlijk kunnen we niet op tegen de professionele foto's en films, die op internet te vinden zijn.


Wat ons trouwens opviel, was de enorm heldere sterrenhemel. Zo helder zie je de sterren nooit in Leiden. En tevens, dat het behoorlijk fris was. Deze weersomstandigheden, overdag een oost- tot noordoostenwind en 's nachts onbewolkt en vrijwel windstil, is de wens, die iedere schaatser wil hebben in december, januari en februari. Dan heb je vrijwel zeker natuurijs.
Nu kunnen we daar alleen nog maar van dromen. Dat deden we dan ook maar, toen we om kwart over 4 licht verkleumd weer onder de wol kropen.

zondag 27 september 2015

Paddestoelen

Hoewel het in het najaarszonnetje nog aanvoelt alsof het nog nazomer is, zitten we toch al in de herfst. De meteorologische herfst is op 1 september begonnen, de meteorologische ging afgelopen week van start. Geheel in stijl trouwens, met pittige buien.
Het is een verademing, dat het weer bepaald wordt door een hogedrukgebied in onze omgeving, zodat we nu een week met droog weer meemaken. Het is met zulk weer geen straf om in de tuin te werken.
Vanmiddag fietsten we naar de volkstuin toe, waar Ada nog wat schilderswerkzaamheden verrichtte aan het schuurtje, terwijl ik de planten in de kas water gaf en een compostbak leeg schepte. Ik stond raar te kijken, toen ik het zwarte zeildoek weghaalde om te gaan scheppen.


Ik had veel verwacht, maar geen paddestoelen. Laat staan paddestoelen rood met witte stippen.

Alleen kabouter Spillebeen was nergens te bekennen....

Derhalve moest ik de composthoop zelf leegscheppen en was er geen sprake van "Dat hebben de kaboutertjes gedaan".
Toen ik 10 emmers vol geschept had met inmiddels vruchtbare aarde, waarbij ik de hoek van de paddestoelen zorgvuldig vrij hield, kon ik de bak ernaast overscheppen. Het is goed om de compost af en toe te keren. Uiteraard zorgde ik, dat de speelplek voor de kabouters niet onder de compost kwam.

Maar dat krijg je, als je in je jeugdjaren beïnvloed bent door een alternatieve partij, die meedeed aan de verkiezingen onder de naam "De Kabouters".


Die invloed is 45 jaar na data nog steeds merkbaar. Als 60-jarige rij ik nog steeds rond op kabouterschaatsen....

zaterdag 26 september 2015

"Je hebt me gered!"

Na alle regenbuien van de afgelopen week was het een verademing om op een zonnige dag de Halve marathon van Katwijk te mogen lopen. Voor hetzelfde geld hadden we zo'n plensbui op onze kop gekregen, terwijl we ploeterden in de duinen of op het strand, of nog erger, als we stonden te wachten op het startschot.

Om even over 9 zaten we op de fiets naar de binnenstad van Leiden, waar we bij "De Helianth" inkopen deden voor het weekeinde. Terwijl Ada nog nog even doorfietste naar de markt, reed ik met de boodschappen naar huis, waar ik om kwart voor 11 naar de Hoofdbibliotheek van Katwijk fietste. Hoef je een keer niet naar je werk en dan ga je er toch heen!
De reden was trouwens uiterst pragmatisch. Daar kon ik mijn fiets veilig stallen en mijn lange IJVL-broek uittrekken en mijn korte hardloopbroek aandoen. Ik wandelde 20 voor 12 naar de Boulevard.
Ik had verwacht, dat net als de afgelopen jaren het atletendorp bij de Vuurbaak zou zijn. Dat bleek niet het geval. Deze bleek op het Andreasplein te zijn.

Ik had gevoeld, dat het warmer was als bij de weersvoorspellingen, dus mijn zweethemd verdween in mijn rugzak, die bij de garderobe werd afgegeven. In het hardloopshirt van de Leidse IJshal begaf ik me naar het startvak.

Onderweg naar de start was ik naast Dick van der Plas mijn collega's Josien Messemaker, Tanja Mieremet en Angela van der Plas tegengekomen. Totaal ontspannen startte ik behoorlijk ver naar achteren, waar ik speaker Teun de Reede even gedag kon zeggen, toen ik de startstreep passeerde. Ik had niet ingelopen, alleen goed opgerekt.

De eerste kilometer op de Boulevard gebruikte ik als warming-up.

In de duinen begon mijn inhaalrace naar de middenmoot. Het ging erg lekker, al had ik af en toe last van de wandelaars van de Halve marathon van Katwijk, die ons tegemoet kwamen lopen. Ze liepen keurig aan de kant, daar niet van, maar je kon op dat moment niet inhalen. Veel tijdwinst kon je hier niet boeken, maar het haalde je wel een beetje uit je ritme.
Desondanks schoof ik steeds verder naar voren. Ik had het idee, dat ik lekker doorliep, tot het moment, dat we bijna het Panbos betraden. Daar kwamen op een stuk van 200 meter 4 renners ons tegemoet gelopen: de koplopers van de 15 en de 21 kilometer.
"En wij maar denken, dat we flink doorliepen", zei ik tegen mijn buurman.
Dat deed ik verhoudingsgewijs wel in het Panbos, waar ik vooral met de afdalingen telkens weer enkele plaatsen won. De van Hans Boers geleerde truc werkt nog steeds perfect: laat je armen slap langs je lichaam hangen, hang zelf een beetje naar voren en laat de zwaartekracht het werk doen, terwijl je met grote passen naar beneden snelt. Het werkt echt!
In de duinen ging ik hier dan ook mee door. Zo dichtte ik het gat met Marijke Rog, die een meter of 100 voor me liep. Deze atlete van Voorschoten '97 kom ik regelmatig tegen bij lopen in onze omgeving. We lopen ongeveer even snel, alleen zij kan sprinten....
In de afdalingen boog ik de achterstand om in een voorsprong, die ik niet meer uit handen zou geven.
Met 52 minuten bruto schatte ik in, dat ik de eerste 10 kilometer in ongeveer 50 minuten had volbracht. Geen toptijd, maar het zwaarste deel van de halve marathon moest nog komen. Vlak voor Wassenaarse slag kregen we een paar flinke klimmen voor onze kiezen, terwijl het in de luwte van de duinen aardig warm begon te worden.
Dat was over, toen we het strand op liepen. Langs de branding zag je individuele lopers en kleine groepjes als een lang kralensnoer richting Katwijk lopen. Om half 3 zou de vloed zijn hoogste stand bereiken, dus het stuk stevig strand begon steeds smaller te worden.
Als rechtgeaarde polderjongen gebruikte ik een boerenslimheid. Waar vrijwel iedereen rechtdoor liep naar de waterlijn, sloeg ik bij de strandtenten rechtsaf. Zo kon ik een meter of 300 langer over betonplaten lopen. Dit scheelt toch weer een beetje kracht. En deze hadden we wel nodig, want we hadden met een noordoosten wind de wind pal tegen.
Door het mulle zand liep ik naar de branding, waar ik vrijwel meteen werd bijgehaald door een vrouw.
"Blijf maar achter me lopen", zei ik: "Ik hou je wel uit de wind op het strand. De laatste kilometer kun je versnellen, want ik kan toch niet sprinten."

Ze maakte dankbaar gebruik van het aanbod van deze diesel.

Er waren nauwelijks lopers, die ons inhaalden op de 6 kilometer over het nog redelijk beloopbare strand, maar we raapten wel diverse lopers op. Het tempo was dus strak genoeg. Ik schatte in, dat ik nog steeds op de 1.50 zat, mijn doelstelling voor vandaag. Met een loopster, die mij als een schaduw volgde, buffelde ik door richting witte kerk.


Daar wachtte een onaangename verrassing. We moesten nog een meter of 400 doorlopen over het hier verrot getrapte strand. De lopers van alle afstanden behalve de 5 kilometer hadden hier hun voetsporen achtergelaten. Na bij een paal gekeerd te zijn, liepen we weer terug naar de duinopgang richting Andreasplein. Hier had ik een tempoversnelling van mijn metgezel verwacht, maar deze bleef achterwege.

Zo werd ik 118e in een brutotijd van 1.52.03 en Sabine Hoeke 119e op 2 seconden. De nettotijd zou uiteindelijk 1.50.29 worden. Geen toptijd, maar daar was het op het strand vandaag te zwaar voor. Na de 122e plaats in zowel 2013 als 2014 loop ik hier dus nog steeds stabiel rond deze plek.

Ik praatte nog even na met Sabine, die me omhelsde en zei: "Je hebt me gered!"

Voor degenen, die meteen het beeld voor zich zien van een romantische film, waarin de mannelijke held een weerloze vrouw redt en die dan steevast eindigt in een nog veel inniger omhelzing, ik moet u in dat geval teleurstellen.

Zoveel heb ik niet gered.


Ik heb alleen de wind gebroken, maar Sabine Hoeke heeft toch echt zelf de tweede plaats in de categorie vrouwen van 35 tot 44 verdiend.

Zelf stond ik op grote afstand van het podium. Een diesel pakt nu eenmaal niet zoveel prijzen. Maar deze week wel veel publiciteit dankzij Dieselgate. Tot in China aan toe!

Deze diesel heeft inmiddels wel een verzoek gekregen om me komende week in Wolfsburg te melden voor een controle mit Deutsche Gründlichkeit.

Men heeft het vermoeden uitgesproken, dat ik al jaren niet schoon schaats, loop en rijd....
Na water gedronken te hebben en naar oeroude Katwijkse traditie een harinkje te hebben gehapt, raakte ik in gesprek met een schaatstrainer, die er afgetraind uit zag. Hij had de 10 kilometer gelopen. Meer durfde hij niet aan.
"Vroeger heb ik de Halve marathon van Katwijk diverse keren gelopen, maar sinds ik een hartaanval heb gekregen, durf ik niet meer aan die afstand te beginnen."
Een te hoog cholesterolgehalte bleek als een sluipmoordenaar te werk te zijn gegaan. Het zijn dus niet alleen (te) dikke mensen, die een hartaanval krijgen! Eens te meer voel je je dan dankbaar, dat je in een goede gezondheid verkeert.
In de drukte op het Andreasplein heb ik mijn trainingsmaten Dick van Beelen en Robert Nozeman, die 68e en 77e zijn geworden, gemist. Ik wandelde rustig naar de Hoofdbibliotheek om via de nieuwe bibliotheek in Valkenburg, waar het open dag was in het Dorpshuis, naar de volkstuin te fietsen, waar ik Ada kon omhelzen.

vrijdag 25 september 2015

Land's End en Cape Cornwall


Er wordt wel gezegd, dat men meer slaap nodig heeft als men ouder wordt. Welnu, deze 2 zestigers hebben dat aan den lijve ervaren. Om 10 uur sliepen wij al en met wat kleine onderbrekingen sliepen we door tot 8 uur vanmorgen.
Het had 's nachts geregend, maar de bewolking brak en het zou een zonnige dag worden. We ontbeten achter de tent. Daar zat je uit de wind en in de zon, want het was vanochtend best fris.

Ik las nog een klein stukje in "Erik of het kleine insectenboek" van Godfried Bomans voordat we om half 10 van de camping af reden.

We sloegen linksaf naar de kerk toe, waar we de drukke weg richting Land's End hadden. Na een kilometer konden we deze verlaten voor een zeer rustig weggetje, dat ons naar Sennen Cove bracht.

We hadden een prachtig uitzicht op de inham van de Atlantische Oceaan diep beneden ons.


Wij hoefden gelukkig niet zo ver af te dalen, want halverwege de heuvel konden we linksaf slaan en over een onverhard pad naar Land's End fietsen.


Onderweg ontdekten Ada en ik de ene leuke hoek na de andere.


Doordat de wind in de noordwesthoek zat, hadden we de wind in de rug. Moeiteloos bereikten we het meest westelijke punt van het Engelse vasteland.



In de verte zag je wel de 28 mijl verderop gelegen Scilly-eilanden liggen, net zoals je bij helder weer de Waddeneilanden vanaf de noordkust als een silhouet vaag kunt zien liggen.
We stalden onze fietsen aan de rand van het parkeerterrein en wandelden om het grote Land's End Hotel heen en konden zien, hoe de golven braken op de granieten rotsen.

We kwamen al snel bij de onvermijdelijke wegwijzer met New York 3147 miles en John O'Groats 874 miles. Hier kon je tegen betaling een foto laten maken met de datum, je voornaam en de afstand tot je woonplaats. Welnu, vanaf huis had ik 1251,2 kilometer gefietst.

Daar wij als rechtgeaarde Hollander niet wilden betalen voor een foto, die je zelf ook kunt maken, maakte Ada een foto met het toestel van 4 Nederlanders en deed iemand van dit kwartet het met ons toestel van ons.

We gingen op zoek naar een sticker van Cornwall voor het dagboek.

De drie souvenirshops hadden alleen een grote sticker, maar met een geleende schaar bracht de handwerkjuf de vlag van Cornwall tot de juiste proporties terug.

We wandelden over de klippen en bleven keurig achter de hekjes. Er zal niet voor niets op gestaan hebben, dat het "Dangerous cliffs" waren.


Een val van 50 meter hoogte is immers geen pretje en vanachter het gespannen touw was hier mooi genoeg.


Op korte afstand was het hier al flink klimmen en dalen. Dat ging je aardig in je kuiten voelen.



Voordat we weg gingen van het meest westelijke punt van onze fietsvakantie, namen we cappuccino en warme chocolademelk met koek op het terras aan de landzijde van Hotel Land's End.

We reden terug naar het begin en eindpunt van the Cornish Way, waar we tot Sennen Cove op bleven rijden.

Daarna was de A 30 ons deel tot de afslag naar St. Just. Vlak aan de kust betekent dik klimmen en dalen, maar zonder bepakking gaat het eerste veel makkelijker.
Vlak voor St. Just kwamen we een Farm Shop tegen, waar we een potje jam kochten. Hoger op de heuvel zagen we een bank met een mooi uitzicht op de klippenkust onder ons. Nadat alle proviand voor de dag op was, reden we St. Just in. Dit oude mijnwerkersstadje met zijn granieten huizen zag er minder grauw uit dan in de reisgidsen was voorgespiegeld.

We daalden lichtjes af naar Cape Cornwall. Land's End is mooi, maar deze vrij onbekende kaap is veel mooier en puurder. We stalden de fietsen bij de golfbaan en liepen het steile stuk naar beneden.

Hier kon je de kaap beklimmen.

Zo liepen we een meter of 10 boven zwart uitgeslagen granieten rotsen, waar de woeste golven melkachtig wit op kapotsloegen.

Het water was in het zonnetje turquoise-kleurig. Welke kant je ook opkeek, alles was mooi, de twee parkeerterreinen buiten beschouwing latend.

Minutenlang genoten we van het schouwspel van aanrollende metershoge golven, die gebroken werden. In een van die golven dreef een zeehond rond.

We beklommen Cape Cornwall tot de toren van de oude tinmijn, waar ik iets bijzonders meemaakte. Ik heb al heel wat keren een roofvogel van onderen gezien, maar vanaf een meter of 40 hoogte zag ik dit keer een vliegende roofvogel van boven.







Van boven zagen we ok de kinderen, die aan de luwe kant van de kaap in het water aan het spelen waren. Op weg naar de fietsen daalden wij ook af naar zeeniveau. Op de helling trok ik mijn schoenen en sokken uit en ritste de pijpen van mijn broek. Ik ging pootje baden.

Het water voelde koud aan, maar op de schuin aflopende helling wende je er snel aan. De golven hadden telkens ongeveer dezelfde kracht, dus je kon goed berekenen, tot hoever je kon lopen.

Tot die ene hogere golf kwam. Ik moest dit pootje baden met een natte bovenbroek bekopen.


Nu we het toch over kopen hebben: op het parkeerterrein kochten we een Cornish ice cream, in het centrum van St. Just appels, bananen, snijbonen, komkommer, brood en 2 pasties.

Via Sancreed reden we over een van de hoogste toppen van dit schiereiland. Dientengevolge hadden we een prachtig uitzicht.

Alles wat we de afgelopen 2 dagen hadden gezien, passeerde hier nogmaals de revue, van St. Michael's Mount tot Penzance, van St. Bunyan tot Land's End.

Terug op de camping reed ik om 5 uur nog even door naar de Londis-winkel voor wat inkomen voor vanavond en morgen.

Met 40 kilometer was er sprake van een soort rustdag. We aten de pasties met snijbonen en yoghurt. Ik las "Erik" van Godfried Bomans uit, terwijl Ada verder ging in "Ventoux" van Bert Wagendorp.

's Avonds zaten we in de televisiekamer lekker uit de wind, waar Ada verder las en ik onder het genot van een Cornish Arvor het dagboek bijwerkte.