Om 3 uur begon het te regenen. Ik was net wakker om naar de w.c. te gaan, dus ik ging maar snel. Het duurde enige tijd voor de slaap weer kwam, want het was lastig om zo te gaan liggen, dat ik geen last had van mijn rechterschouder. Om een uur of 4 doezelde ik weg.
Om 7 uur stond de tent te klepperen en kwam de regen met bakken uit de hemel. Iedere stap op het veld liep je te soppen. We ruimden de tent leeg, waarna we deze optilden en onder het afdakje afbraken, zodat de binnentent nog enigszins droog bleef.
Tijdens de hoosbui hadden we al in de tent ontbeten, zodat we om 9 uur reden in de regen weg reden van camping "Travellers Rest". De eerste afslag was naar South Carne. Na 100 meter verscheen er een bord met de opbeurende tekst: "Flood possible".
Nou, daar was geen woord van gelogen, want we daalden af in een beek. Alleen in het grind in het midden reed je nog redelijk droog. Dat was nog maar het begin.
Bij West Carne stuitten we op een voorde. Het was een complete beek geworden, maar gelukkig was er een oversteekplaats van granieten platen gemaakt voor wandelaars en fietsers.
Een dal verder werd het pas echt precair. De ford was minstens 10 meter breed. Vanaf de oversteekplaats ernaast konden we nog een stukje over een dijkje van gras rijden om daar vanaf met een vaartje de laatste 5 meter door het water te overbruggen.
De regen werd gelukkig een stuk minder. De wind was nog niet geluwd, maar die hadden we hier in de rug. Vooral op het vliegveld van Davidstow vlogen we over de lange kale wegen. Een heel verschil met de boerenwegen daarvoor met loslopend vee en een oversteek over een oude gemetselde brug naast een onbegaanbare voorde.
Bij Davidstow bereikten we the Cornis Way. We sloegen af en hadden de stormachtige wind van opzij. Langs het Crowdy Reservoir, een stuwmeer, hadden we de grootst mogelijke moeite om de fietsen op de weg te houden.
Dat werd beter toen we aan de rand van het Bodmin Moor langs de boerderijen reden. De boerderijen hadden hier stenen muren en deze braken de wind heel aardig. Je zag de regen in flarden over de heuvels heen geblazen worden. Het leek meer op herfst dan op hartje zomer.
Net als in Dartmoor verhinderde de bewolking het mooie uitzicht gedeeltelijk, maar ook dan was het er heel erg mooi.
In een weiland zagen we een klein hunebed, een kilometer verder fietsten we door een steencirkel van kleine menhirs.
De route stond overal goed aangegeven, behalve bij een driesprong. Eentje ging er omhoog, de ander met 14% naar beneden. Daar aangekomen ontbraken ook de aanwijzingen, waar we heen moesten. Navraag bij een automobiliste leerde ons, dat we het beste weer omhoog konden klimmen of via een omweg naar St. Breward konden gaan.
Wij kozen voor de omweg en kwamen uit bij Hengar Manor, een soort Centre Parcs, waar we cappuccino en warme chocolademelk bij de carrotcake namen.
Niet lang daarna kwamen we bij Wenfordbridge op de Camel Trail. Een cadeautje! Over een oude spoorbaan reden we beschut en vlak en het schoot ineens lekker op.
Langs Bodmin reden we langs de Camel, nu een woest kolkende rivier, naar Wadebridge. We reden zelfs af en toe in de zon! Na een lunchpauze op een bank reden we Wadebridge binnen. Langs de Waddenachtige baai reden we verder naar Padstow.
Ada had problemen met de versnelling van haar triple. Aan de kade van Padstow kwamen we langs een fietsverhuur. De verhuurder was ons behulpzaam en draaide wat dingen los of juist vast. Het resultaat was, dat de kabel niets meer deed. Hij draaide hem wat losser, maar veel hielp het niet.
"I'm not a mechanic", gaf hij ruiterlijk toe. Die kwam morgenochtend pas.
Er was nog een tweede verhuurbedrijf. Daar gold hetzelfde voor, maar hij wilde het in Wadebridge proberen en belde voor ons naar 2 fietsenmakers. Bij beiden kregen we nul op het rekest. Morgenochtend zouden we terug kunnen fietsen naar Wadebridge.
We verzonnen onze eigen oplossing. Ada legde de ketting op het kleinste voorblad en zou zo achter op kunnen schakelen tot de 8.
Daar in Newquay ook een fietsenmaker zat, reden we alvast die kant op. Bij een Tesco zagen we een auto met een racefiets erop. Soms moet je het geluk een handje helpen. De wielrenner keek en probeerde wat, maar hij raadde ons ook aan om naar Newquay te gaan.
Ada deed boodschappen in Tesco voor als we een Bed & Breakfast vonden, waarna we over de drukke B-weg Padstow uit fietsten. Na een kilometer of 4 kwamen we weer op the Cornish Way.
Langs drukke maar zeer winderige badplaatsen als Trevone en Constantine Bay reden we pal langs de Atlantische Oceaan. Toen we wat meer landinwaarts reden, vonden we een camping bij Trevean, waar we voor £ 14,- konden kamperen op een redelijk luw plekje achter een coniferenhaag.
Het welkom na 66 kilometer fietsen was hartverwarmend. Onze buurvrouw uit Leeds verwelkomde ons met: "Would you like a cup of tea?"
Natuurlijk wilden we dat, maar wel nadat de tent was opgezet.
Ik douchte me en knipte mijn nagels. Ada douchte zich na mij, voordat we met een cup-a-soup, een maaltijdsalade, een bakje sla en een yoghurt met aardbeiensmaak een aardige maaltijd hadden niet ver van de Atlantische kust.
We bleven in de tent lezen en dagboek schrijven en gingen op deze koude avond vroeg slapen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten