vrijdag 31 mei 2024

Busreis

Om een uur of 5 wakker geworden. De slaap kwam niet meer. De wekker van 6 uur was dus overbodig. We douchten nog even kort en om half 7 verlieten we Pension Europa en liepen naar Hotel Aitana, waar we een ontbijt hadden met 2 halve croissantjes en een jus d'orange. Om 7 uur mochten we nog een Magdalena pakken voor onderweg, omdat het ontbijt toen pas geopend werd.

We aten deze op toen we bij de Alsa-bus naar Santiago de Compostella waren, die om kwart over 8 op de nog steeds niet aangegeven tijdelijke bushalte vertrok.
We reden de prachtige kustroute met tussenstops in San Sebastian en Bilbao, waar we de benen even strekten, tot we om half 12 in Santander aankwamen. Daar konden we Siebe in de armen sluiten, die ons vanuit Asturias op was komen halen.

We vervolgden in de auto de kustweg naar het Paraiso Natural.

De omgeving werd steeds vertrouwder, naarmate  dichter we bij hun huis kwamen. Daar werden we in de tuin door Ana begroet.

We haalden de kaas, de pindakaas en de hagelslag uit de rugzak en na de tassen op de slaapkamer te hebben gelegd konden we aan tafel voor een macaronischotel.
Terwijl anderen wat klussen buiten deden, maakte ik ons bed op.

De bui, die over de bergen was getrokken, bracht ons regen en een paar bliksemflitsen in de verte.

De middag brachten we in huis door om rond half 7 nog een wandeling te maken tussen de velden en de weilanden.

De Fransman Julian Alaphilippe en de Ecuadoriaan Jhonathan Narvaez waren 1 en 2 geworden in de Giro d'Italia, zodat mijn team bij Ploegleider 373 plaatsen steeg naar de 137e stek.
's Avonds aten we gevulde aubergine met een salade erbij en een Damm-biertje voor de dorst. Met een aardbeientoetje sloten we de eerste dag in Asturias af.

Het verdwenen busstation

Nog een beetje stram van de door de warmte zware Marathon van Leiden verlieten we om 5 uur de echtelijke sponde.

We kleedden ons aan, haalden het proviand uit de koelkast en bepakt en bezakt vertrokken we naar De Vink, waar we via Leiden Centraal naar Rotterdam Centraal reisden. Op dit ons zo bekende station aten we wat. Ada nam koffie en na een uur wachten, de ingeplande zekerheidsmarge, hadden we de TGV naar Paris-Nord.

In de trein kocht ik alvast de metrokaartjes bij de restauratie. In Brussel hadden we een vertraging van een kwartier opgelopen, maar deze was bij Parijs op 5 minuten na weggewerkt. 

Vanaf de Thalys wandelden we naar metrolijn 4, waar we snel met de ondergrondse naar Montparnasse reden. We waren ruim op tijd tot de metro bij Odeon stilstond.
Er werd af en toe in het Frans omgeroepen. Minuten later nog eens en toen zagen we de eerste passagiers de ondergrondse verlaten. Er volgden er veel meer. Alleen de toeristen bleven over.

Een vriendelijke Parijse jongeman ontfermde zich over ons en leidde ons via een kleine uitgang naar buiten, waar een bus naar Montparnasse klaarstond. Zo zagen we toch nog iets van la Ville Lumière. Bij Montparnasse hadden we nog een klein half uur. Bij Starbucks kochten we een cappuccino en een jus d'orange, die we namen in de TGV naar Hendaye, die om 12.04 volgens dienstregeling vertrok.
In wisselende weersomstandigheden reden we naar Bordeaux, waarna het mooiste deel van de reis kwam tussen de Pyreneeën en de Oceaan.

Om kwart voor 5 stapten we in Hendaye uit de trein, waarna  we naar Irun wandelden over de brug. In Hotel Aitana haalden we de sleutel van kamer 107 in Pension Europa op.

Daar brachten we onze spullen en aten we nog een laatste boterham met kaas alvorens we naar het busstation liepen. Dat viel tegen. De plek, waar deze altijd gelegen was, was nu een bouwput. Waar moesten we naar toe?
We kregen uitleg en liepen naar een plein, dat dienst zou doen als busstation, maar we zagen totaal geen aanwijzing.

We liepen te ver. Weer terug. Er stond een bus van een andere maatschappij. Vermoedelijk stopte Alsa hier ook, maar wat als dat morgenochtend niet zo was? Siebe zocht het voor ons uit. De niet aangegeven plek was de bushalte.

We wandelden door naar restaurant "Virginia", waar we een kabeljauwschotel hadden met Estrella Galicia en Saizar Sidra met Flan con helado de vainilla toe.

Ondertussen las Ada verder in "Durf te falen" van Elizabeth Day.

Zelf deed ik dat in "Het Pilgrim Fathers complot" van Jeroen Windmeijer.

€ 61,80 lichter wandelden we terug naar Pension Europa, waar we om een uur of 11 in slaap vielen.

Aardbeienbed

Vandaag hadden we het een en ander te doen na onze vakantie in het mooie Asturias.

De eerste was werd gedraaid. Mijn vrouw ging na het ontbijt naar de volkstuin, ik deed boodschappen bij "De Helianth". Met een omweg via Zoeterwoude reed ik op deze wisselvallige dag naar huis, waar ik lunchte.

Daarna fietste ik naar volkstuin na een appje van mijn vrouw, dat ze niet wist waar ze moest beginnen. 

De warmste meteorologische lente, die tevens de natste was (toeval?), zorgde voor zeer groeizaam weer. 

Ondanks dat ik andere plannen had, fietste ik naar de volkstuin om Ada een handje te helpen. Daar maakte ik het aardbeienbed schoon door woekerende planten te wieden. 

Na een uur had ik nog niet de helft van het aardbeienbed gedaan. Desondanks had ik toch een zestal rijpe aardbeien gevonden, die vanavond in ons toetje terecht zullen komen. Na een kop thee onder een dreigend wolkendek fietste ik naar huis voor mijn andere geplande klussen. 

Asturias

Gisterenavond zijn we terug gekomen van 2 weken familiebezoek annex vakantie in het prachtige Asturias

De komende weken zal ik verhalen en beelden van dit Zwitserland aan Zee op dit blog plaatsen.
Dan kunt u ook genieten van dit Paraiso Natural, waar ik heb gewandeld en hardgelopen.

dinsdag 14 mei 2024

Een rustige droogtraining

Behoudens het traplopen is het herstel na de warme Marathon van Leiden redelijk gevorderd. Bij het lopen voel ik mijn bovenbenen nog wel, maar voor de rest gaat het de goede kant op.

Ik hou me dan ook voornamelijk rustig. Vandaag deed ik wat klussen, die ik normaal gesproken op zondagmorgen doe: w.c.'s schoonmaken en de was opvouwen. Maar ja, dat was dan ook geen routinedag.

De meeste beweging maak ik op de fiets. Vandaag reed ik in een temperatuur, die vergelijkbaar is met afgelopen zondag, ruim 20 kilometer.

Gisteren reed ik dubbel zo veel. Naast de rit naar de Katwijkse kapper Edwin Minnee, waarbij ik de heilzame werking van het losfietsen van de beenspieren weer eens kon ervaren, fietste ik 's avonds na de korte onweersbui naar de Munnikenpolder, waar de droogtrainingsgroep van de IJVL en de VIJL de wekelijkse schaatsoefeningen deed.


Door de onweersbui vlak ervoor was het een rustige droogtraining. Voor mij was het dat uiteraard ook. Mijn oefening was het laten zien van de prachtige marathonmedaille met 1574 als thema.

Na de finish was deze Leidenaar Ontzettend blij!
Aan de overzijde van de Does fietste ik weer naar huis toe. Aan de Hoogmadese zijde van de Does werd ik na de rustige droogtraining op een prachtige zonsondergang getrakteerd.

Zwartkijker

In mijn jeugd, die met mijn 68 levensjaren al enige tijd achter me ligt, leerde ik al, dat je je op het weer moest kleden

Afgelopen zondag bij de marathon was het duidelijk, dat je je luchtig moest kleden. Dat gebeurde dan ook volop. Er is echter een klein probleem. De laatste jaren is zwart de modekleur in de sportkleding.

In het donker is het geen goede keuze vanwege de zichtbaarheid, maar met temperaturen van 25 graden is het dat niet vanwege het absorberen van zonlicht. Zwarte kleding wordt warmer!

Daarbij komt, dat de temperatuur, die door weerinstituten gegeven wordt, altijd in de schaduw gemeten wordt. Tel er op een zomerse dag dus nog 5 graden bovenop. Dan zit je op 30 graden Celsius. Daarnaast gaat je lichaamstemperatuur bij het hardlopen blijkens onderzoek met ingeslikte minithermometers 1 tot 2 graden omhoog. 
Dit zijn allemaal zaken, waar je niets aan kunt doen. Aan je kledingkeuze echter wel. Het kan toeval zijn, dat de 3 lopers, die ik gestrekt langs de kant van de weg heb zien liggen bij de Marathon van Leiden, allemaal zwarte kleding aan hadden.
Bij warm weer kun je beter voor wit kiezen, dat de zonnestraling weerkaatst.

Mogelijk dat dit voorkomt, dat je het tijdens zwart voor ogen ziet....

maandag 13 mei 2024

Trappen

Het is een verschijnsel, dat bij veel marathonlopers bekend is: de dagen daarna is traplopen niet je favoriete bezigheid. Voor mij gold dat vandaag ook.

Meestal is dat het geval na 42.195 meter gelopen te hebben. Zeker als het een zware editie was als gisteren. Het is de eerste keer in 33 jaar, dat bij de Leiden Marathon een volledige afstand geschrapt is vanwege het grote aantal lopers, die onwel werden door de hitte.
De natuurlijke neiging bij het pijnlijk te noemen afdalen van de trap is om zo min mogelijk te bewegen. Dit is echter niet de snelste methode om het opgehoopte afvalzuur in de bovenbenen zo snel mogelijk af te laten voeren. Dat is juist bewegen en dan met name onbelast bewegen. 
De benen losfietsen is een effectieve methode. Vanmiddag hadden we een afspraak staan met Edwin Minnee om ons haar te laten knippen.
Zodoende fietsten we naar Katwijk toe. In het begin ging het trappen op de pedalen moeizaam, maar gaandeweg kwamen de beenspieren los. Alleen als je een tijdje stilgezeten had en weer opstond, wist je heel goed, dat de marathon nog een paar dagen voelbaar zou zijn.

zondag 12 mei 2024

Een warme marathon

Om half 7 werden we wakker. Een half uur later liep ik in mijn sportkleding rond en dekte de ontbijttafel. Mijn ontbijt bestond uit drie stuks fruit, een beschuit en  een viertal pannenkoeken. De pannenkoeken waren nog over van het logeerpartijtje van onze kleinzoons.
Om kwart voor 9 fietste Ada naar de volkstuin om de planten water te geven en ik naar het huis van Jaap de Gorter, waar ik mijn fiets stalde. Samen met Jaap wandelde ik naar de Breestraat. Daar zagen we de bezemwagen al klaarstaan.

We hadden zo'n vaag idee dat weinig deelnemers aan de 42.195 meter van de Leiden Marathon van deze bezemwagen gebruik zouden willen maken. De drie startvakken stonden behoorlijk vol.

Ook de Spider-Man liep mee. Die zal het goed heet gehad hebben!

Om 1 minuut voor 10 klonk het het Wilhelmus door de Breestraat en bij klokslag 10 uur volgde het startschot.

Het duurde bijna 8 minuten voordat de startstreep was bereikt.

Via de Lammenschansweg liepen we naar de Vrouwenweg, waar trouwe supporter Carl Flaman aan me vroeg: "Je wilt toch niet zeggen, dat je er bijna bent?"
"Nee hoor", antwoordde ik: "Bijna op de helft."

We liepen naar Zoeterwoude, waar we het Watertje op moesten draaien.

Zo liepen we naar de eerste drinkpost in de buurt van de ijsbaan. Zo ging de route voort naar Zoeterwoude-Rijndijk en Groenendijk. In 59.54 passeerde ik de 10 kilometer.

In Groenendijk maakte ik een praatje met IJVL-trainer Bert Hoogeveen en zijn dochters, waarna ik doorliep naar de Rijneke Boulevard. Na een banaan bij de drinkpost liep ik verder naar de pontonbrug over de Rijn.

Aan de overzijde van de rivier wachtte mijn vrouw op mij met een isotone sportdrank.
Gelukkig liep mijn overtocht beter af dan die van de "Twee koningskinderen".
Na afscheid genomen te hebben van mijn mobiele verzorgingspost vertrok Ada op de fiets. Ik liep over de Hondsdijk naar Koudekerk.

We hadden tegenwind. Dat was wel lekker, want na de start met een graad of 20 begon het allengs warmer te worden. Als er ergens een stuk schaduw te ontwaren was, dan pakte je dat mee. 

Vlak voor Koudekerk stond Simon Oak van de "Doggy Dike" langs de kant van de weg op zijn accordeon te spelen. Toevalligerwijze was het refrein van "Whiskey in the jar" bijna aan de beurt. Ik zong dit refrein tweestemmig mee.

In Koudekerk maakte ik uiteraard gebruik van de drinkpost. Op deze warme marathon was voldoende drinken strikt noodzakelijk. Wie dorst krijgt, is te laat....

Onderweg passeerde ik een radio, waar "Europapa" uit schalde. Onwillekeurig zong ik mee en deed wat huppeltjes. Als ik nu maar niet geschorst wordt....
Via het fietspad door de weilanden liep de route naar Hoogmade. Daar zag ik eerst mijn oude skeelertrainer Dick van Goozen en bij de molen geheel volgens afspraak "Krasse knar" Gé van Goozen. Hij had een flesje sportdrank, dat ik leegdronk na het tweede energiegelletje genuttigd te hebben.
De eerste halve marathon ging in 2.18.05. Een tijd onder de 5 uur behoorde nog steeds tot de mogelijkheden.
Langs de A4 liep ik naar Roelofarendsveen en vandaar naar Oude Wetering. Daar zag ik een vrouw in de stabiele zijligging liggen. Ze was onwel geworden en wachtte op de ambulance. Ik deed dat niet en vervolgde de weg naar Nieuwe Wetering, waar Anneke en Joop van Egmond net als vorig jaar in de tuin zaten. Bij deze vaste gasten in "De Hobbit" kon ik op een tuinstoel het derde energiegelletje tot me nemen en deze wegspoelen met een glas water.

Een minuut of 8 later verliet ik de tuin en kon ik de lopers, die ik van Hoogmade naar Nieuwe Wetering had ingehaald, opnieuw inhalen. Ondanks dat mijn rechterknie af en toe een beetje pijn deed, liep ik in de warmte nog steeds soepel. Bij de Koppoel, waar je in de winter heerlijk kunt schaatsen, bereikte ik het 30-kilometerpunt in 3.23.27.

Via Rijpwetering liep id door naar Oud Ade, waar het zoals gewoonlijk een volksfeest was voor de marathonlopers. Wat een sfeer is daar op het moeilijkste punt van de 42.195 meter. 
Bij het Vennemeer stond mijn liefhebbende echtgenote op mij te wachten. Daar het niet zo slim was om in de brandende zon de isotone dorstlesser te drinken, zochten we een plekje in de schaduw. 

Op een hekje onder een rode beuk kon ik mijn benen even ontzien voor de laatste 7 kilometer.

Trainingsmaat Jos Drabbels nam deze foto en de onderstaande op de hoge brug.

Een kilometer verderop, na weer een onwel geworden loper te hebben zien liggen, kwam ik "Krasse knar" Bauke Dooper tegen. Richting Zijldijk begon ik weer aan een inhaalrace. Tot de brug over de Zijl ging het met de hitte, maar bij het stuk naar de Spanjaardsbrug viel de warmte als een deken over je. Maar goed, het was nog maar 4 kilometer. 
Via de schaduwarme Lage Rijndijk kwamen we op de Singels, waar je soms schaduw had en soms wat wind, maar soms ook luwte. Hier sprak ik Teun de Reede, jarenlang speaker bij de marathon. 

Ter hoogte van het Volkenkundig Museum kwam marathonmaat Hans Boers me tegemoet gelopen. Op sandalen liep hij met me mee tot de Zijlpoort.


De laatste kilometer was ingegaan. Het publiek stak steeds vaker over. De laatste paar kilometer moest ik regelmatig roepen, dat marathonlopers voorrang hadden op de route.

In de schaduw liep ik naar de finish toe. De horde van de eindstreep werd genomen in 4.56.30.







Gezien de omstandigheden een acceptabele tijd voor een 68-jarige.

Ik kreeg de prachtige medaille van het Leids Ontzet, dit jaar 450 jaar geleden, omgehangen. Dat konden de deelnemers aan de 10 kilometer wel vergeten.

Vanwege de vele lopers, die op de spoedeisende hulp van Alrijne en het LUMC terecht waren gekomen, werd de 10 kilometer veiligheidshalve afgelast.
Door de warmte was een tropenrooster ingegaan. Marathonlopers hadden nu recht op 2 biertjes per persoon.

Na deze heerlijke vochtcompensatie liep ik naar de kop van de Hogewoerd, waar ik medetrainster Maria Nieuwenhuis tegenkwam, met wie ik even bijpraatte. Op de Steenschuur deed ik hetzelfde met oud-collega Josien Messemaker, die de 10 kilometer door haar neus geboord zag.
Bij het huis van Jaap de Gorter aangekomen zat Hans Boers met Jaap en Juul in de voortuin. Na een half uur met elkaar gepraat te hebben, fietste ik huiswaarts na deze warme marathon.