De wekker was om 4 uur onverbiddelijk: eruit! De spullen lagen allemaal klaar, ik had gisterenmiddag mijn kluunschaatsen geslepen en om half 5 zat ik in mijn eentje aan het ontbijt. En dat op de zondagmorgen....
De regen was net gestopt, toen ik om kwart voor 5 naar
de Leidse IJshal toe fietste.
Op een enkele kroegtijger na, die thuis zijn roes uit ging slapen, kwam ik verder niemand tegen.
In de IJshal kreeg ik mijn rug- en beennummer aangereikt: nummer 1.
"Dat schept verplichtingen", vertrouwde Willem van Vliet mij toe.
Dat had ik zelf ook bedacht. Bij het bekijken van de deelnemerslijst had ik ingeschat, dat ik bij de individuele deelnemers aan de 1000 rondjes van Leiden bij de kanshebbers hoorde, hoewel ik nog nooit onder de 10 uur gereden had. Op
Flevonice had ik
eind november 2008 een tijd van 10 uur en 5 minuten neergezet op de 200 km.
De illusie werd me al snel ontnomen. Jos Dohle stapte de kleedkamer binnen. Hij was gisterenavond na 50 rondjes bij de B-marathon in Breda uitgestapt. Zijn vriendin Marieke van Hoek wist hem met een rake zin te prikkelen: "Wat ben jij voor marathonschaatser? Je hebt nog nooit een 200 km gereden!"
Waar heb ik
dit soort opmerkingen eerder gehoord?
Jos vatte het sportief op met een oproep op twitter: als hij binnen een uur € 100,- bij elkaar had voor het Glazen huis, dan zou hij meedoen aan deze zeer Alternatieve Elfstedentocht. Binnen 20 minuten zat hij al op € 250,-.
Om half 6 loste Jos Arts, de voorzitter van de IJshal, het startschot. Ik stond vooraan en mocht zo het genoegen smaken om een paar meter op kop te rijden. Jos had me toen al ingehaald en hij zou de koppositie niet meer afstaan.
Ik had me,
na alle gekwakkel de afgelopen anderhalve week, voorgenomen om rustig te beginnen, maar ja, het ijs was superglad en het ging zo makkelijk. Met een peloton van een man of 8 achter me aan kon ik blijven gaan tot de eerste dweil. De eerste 10 km ging in 20 minuten 24, waar mijn officiële p.r. op 23.51 ligt. Ik heb geen meter gestayerd! Uiteindelijk kwam de teller op 30 km in het eerste uur te staan. Nee, ik had me niet aan mijn eigen opdracht gehouden.
Er reden een hoop bekenden mee, o.a. Jaap de Gorter, Hen van den Haak, Sjaak Stuijt, Wim en Frits van Huis, Andrea Landman, Richard Dieke, Marco Tiller, Maria Nieuwenhuis, Jan Annard, Kobus Turk, Jonathan Kloos, Lino Podda en Jos van Teijlingen.
In de eerste dweilpauze bezocht ik het toilet om het diep zitten nog even goed te oefenen. Het tweede uur nam ik geen meter kop, maar reed ik in het kielzog van Vincent Schenkelaars. Op dinsdagavond schaatsen wij vaak samen op, alleen heeft hij een hogere basissnelheid dan deze diesel.
Het tempo ging wat naar beneden. In het tweede uur reden we 26 km. We zaten dus met dit schema dik onder de 8 uur. Het derde uur was het mijn beurt weer om kopwerk te doen. Met een man of 10 achter me aan reed ik 24 gemiddeld, zodat na 3 uur de 80 km gepasseerd was.
Team Fugers was inmiddels ook gearriveerd. Jos schoot mij in de dweilpauze aan: "Ik heb gisteren in jouw boek het stuk over pelotonschaatsen gelezen. Maar jij houdt je niet aan je eigen adviezen. Je neemt veel te veel kopwerk."
Jos had gelijk, maar het ging zo moeiteloos allemaal. Er zijn heel veel woorden voor dit verschijnsel: in topvorm zijn, the flow, het gevoel hebben, dat je vleugels hebt.
Het vierde uur finishten Jan Pieter Tensen en Aat Dolle. Ze hadden samen 1000 rondjes gereden. Jan Pieter ging alleen door. Hij probeerde individueel de 200 km vol te maken. Jos Dohle was ook een eind op streek. Hij zat dik onder het baanrecord van
Mart Moraal.
Met 539 rondes op de teller mocht ik de inwendige mens weer gaan versterken tijdens de vierde dweilpauze. Wederom had ik een aantal schaatsers achter me aan gehad. Ik was begonnen om in eigen tempo te rijden en ik kreeg om een of andere onnavolgbare manier steeds meer volgelingen. Het uur daarna volgde hetzelfde patroon.
Ik kon blijven gaan en met 128 km aan de vijfde pauze beginnen. Dat was wel even prettig, want ik voelde een blaar bij de knokkel onder mijn enkel van mijn linkervoet. Dit was de eerste keer in 7 jaar, dat ik een blaar in
de Rossignol-langlaufschoenen had.
Maar pijntjes horen erbij. Afzien is voor ons een vrije keuze. Voor de moeders in oorlogsgebieden in Afrika, waar we vandaag voor schaatsten, is het dat niet bepaald.
Gewoon gedoseerd blijven doorschaatsen, blaar of geen blaar.
Dit uur was het zeer druk op de baan. Naast de teams, die om half 6 gestart waren, kwamen er grote groepen Haarlem-schaatsers en schaatsers uit Koudekerk en Warmond het ijs op. Als je zo'n groep in wilde halen, was je soms een heel rondje bezig, terwijl je zelf door de snellere schaatsers gelapt werd.
Jos Dohle was bezig om het baanrecord van Mart Moraal met meer dan een uur aan te scherpen.
Om hem niet uit zijn ritme te halen, werd de zesde dweil uitgesteld.
Met 6 uur 9 minuten en 19 seconden had Jos een geweldig debuut op de 200 km.
Dat is nog eens overwinnen!
Zelf kwam ik zodoende bij serie op 160 km terecht. Het schaatsen ging nog goed, maar ik begon mijn kuiten toch wel te voelen, maar ook, hoe goed
compressiekousen werken.
Ik nam een klein beetje gas terug, maar kon toch nog redelijk vlak door blijven rijden.
Bij de 850 rondjes ging mijn startnummer los te zitten. Hij zat nog maar met 2 speldjes vast en begon te wapperen. Ik ging naar de kant, want als je je startnummer verliest kan iemand er op terecht komen en onderuit gaan. Ik nam meteen een energiegel en dronk een flesje Extran leeg. Bovendien verwisselde ik mijn schaatsen, die niet meer helemaal scherp waren, voor het scherpe reservepaar ijzers: het voordeel van kluunschaatsen!
Door deze extra pauze was de inhaalrace op Jan Pieter Tensen definitief gestrand. Vincent Schenkelaars was de man met de hamer tegengekomen. Heel lang had hij een voorsprong van 4 rondjes op mij, maar in dit blok had ik hem zo vaak gedubbeld, dat ik nu op hem voor lag.
Het was heel even wennen aan de andere ijzers, die iets minder hoog waren en wat meer naar voren uitstaken, maar na 3 rondjes kon ik weer vol gas doorgaan. De grens van 900 rondjes werd gepasseerd en dan ga je echt aftellen. Er was na de 943 rondjes nog een dweilpauze, maar op het supergladde ijs kon ik me op gaan maken voor een tijd dik onder de 8 uur.
Het Team de Gorter en het
IJVL-team finishten, dus ik had uitzonderlijk goed gepresteerd: zij reden in estafettevorm 250 of 200 rondjes per persoon en ik zat daar maar een rondje of 50 achter.
Toen ik op 989 rondjes zat, was Jan Peter Tensen gefinisht in 7.27 en als we dezelfde indeling als
de Elfstedentocht hanteren en Jos Dohle als wedstrijdrijder kwalificeren, dan was Pieter Jan de eerste toertochtschaatser.
Ik stevende bij de individuele deelnemers af op het brons en een enorme verbetering van mijn persoonlijk record: van 10.05 naar 7.33.27. Een verbetering van 2 uur en 32 minuten! Als je het in verhouding ziet: ik zou de marathon met tijden net onder de 4 uur ineens een uur sneller gaan lopen.
Ik kreeg het certificaat overhandigd door Jos Arts, waarna het mijn beurt was om twee exemplaren van
"Molen- en Merentocht" aan speaker Teun de Reede te overhandigen. Het leverde binnen een minuut € 30,- op voor Serious Request.
Normaal gesproken had ik nog een paar ererondjes gereden en dan van het ijs stappen. Maar door het mailtje, dat de NOS kwam filmen voor het journaal van 8 uur, ontsproot in mijn brein een nieuw plan: een baanrecord.
Vorig jaar ben ik mijn baanrecord van 120 km in de Leidse IJshal kwijtgeraakt aan Mart Moraal, die toen de 200 km in 7.17 zette. Ik had trouwens nooit gedacht, dat ik er zo dicht bij in de buurt zou komen, maar de tijd van Jos Dohle van 6.09.02 is dermate scherp, dat ik daar nooit van mijn leven aan zal komen.
Dan maar een ander baanrecord: dat van de grootste afstand, die afgelegd is op het ijs van de Leidse IJshal. Het doel was minimaal 1100 rondjes. Rond de tijd, dat ik die barriere passeerde, werd er net gefilmd, dus ik ging voor mijn ultieme doel: 1150 rondjes oftewel 230 km. Dit lukte, ondanks de pijn in mijn onderrug en de irritante blaar.
Maar zoals ik even later voor de camera van de NOS kon verklaren: "Afzien is voor ons een vrije keuze!" Voor de moeders in oorlogsgebieden in Afrika ligt dat heel anders.
De verslaggever begon nog over het afzien van de 3 dj's in het Glazen Huis. Daar kon ik echter uit eigen ervaring wel wat over zeggen: "Ik ben ooit aan mijn kaken geopereerd. Ik kreeg 6 weken vloeibaar voedsel. Na 3 dagen is het hongergevoel weg."
Het dweilorkest "De Dorstvlegels" speelde nog steeds, toen ik nagenietend van mijn baanrecord nog een stuk of 5 ererondjes reed.
En dat is meteen het leuke van een compacte ijshal: je hebt meteen veel sfeer. Bij
de Leidse marathon staan ook her en der muziekgroepen, maar je bent er zo voorbij. Hier ben je na 200 meter weer terug bij de muziek.
Ans van Dijk fungeerde als rondemiss, ik sprak de geblesseerde
Hans van der Plas en Ton Kamerling en verdween naar de kleedkamer, waar de blaar inmiddels gehel ontveld was. Een cm in doorsnee.
Ik begaf me naar de kleedkamer twee deuren verder. Hier kon ik mijn kuiten en onderrug laten masseren, voordat ik in de kantine ging genieten van een welverdiende Palm.
In de tussentijd volbracht Jan-Willem Meijboom zijn 200 km in iets meer dan 10 uur.
Lino Podda had na 750 ronden er de brui aan gegeven. Gezien de hoeveelheid schaatskilometers, die hij dit seizoen gehaald had, was de 150 kilometer een zeer goede prestatie. Er zullen niet veel Italianen zijn, die hem dit nadoen.
Trouwens, vorig jaar kwam ik zelf ook niet verder dan 750 rondjes, dus Lino....
Voor de IJVL was het trouwens een uitstekende dag: naast de individuele winnaar Jos Dohle bestond bij de estafette het winnende Team de Gorter uit de IJVL-leden Jaap de Gorter, Andrea Landman, Marco Tiller en Patrick Keizer.
Na afloop van dit fantastische evenement, raakte ik in gesprek met Willem van Vliet, de mede-organisator van deze gezellige dag, met Jan-Willem Meijboom, die de dag ervoor nog een halve marathon gelopen had in 1.24, met ijsmeester
Jan van Rijn en met Piet van Goozen, één van de vrijwilligers, zonder wie de 1000 rondjes niet georganiseerd had had kunnen worden.
Bij deze wil ik alle vrijwilligers, die vaak al om half 4 uit bed moesten stappen voor ONS schaatsplezier, hartelijk bedanken voor hun inzet.
Om 7 uur was ik weer thuis, zodat ik het NOS-Journaal kon bekijken.
Het was een lange dag geworden, dat me een baanrecord van 9 uur en 12 minuten heeft opgeleverd op een vrij incourante afstand. Ik heb niet het idee, dat ik het snel weer kwijt zal raken....