Bij het aantrekken van de schaatsen in de Leidse IJshal kwam het overlijden van de Leidse voetballer Wout Holverda ter sprake.
Bij deze Sparta-speler was de ziekte van Alzheimer geconstateerd. Van het Engelse elftal, dat in 1966 in eigen huis wereldkampioen voetballen werd, overleden er opvallend veel spelers aan Alzheimer. Er werd een link gelegd met het koppen.
"Dat kan kloppen", zei ik: "In die jaren had je leren ballen met veters, die zich bij regen volzogen en daardoor zwaar werden."
Aad van Tol kon dit beamen.
Ik vervolgde met een voorval uit mijn jeugdjaren bij DIOS: "Ik heb daar een keer niet zo'n leuke ervaring met zo'n zware bal gehad. De hoge bal landde vlak voor me, terwijl ik de bal weg wilde schieten. De bal stuitte en kwam met flinke kracht tegen mijn kruis. Ik kon ineens jodelen."
Mart Moraal liet zich deze buitenkans niet ontnemen: "Dat kun je nog steeds aan je zien!"
Lachend betraden we de gladde ijsvloer, waar het met 40 schaatsers drukker was dan ik ooit in de 20 jaar bij de "Krasse knarren" heb meegemaakt. Er waren weer meer bannelingen.
Het was wennen voor iedereen, temeer daar de snelheidsverschillen op de baan groot waren. Het peloton reed af en toe 28 kilometer per uur en dan waren er schaatsers, die hen nog lapten.
De verzamelhoek van de "Krasse knarren" werd ineens wat krap. Maar daar staan we alleen om het volgende blok van de piramide te starten.
Uit veiligheidsredenen startte een deel in de hoek aan de buitenkant, een deel bij de binnenboarding. Als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan.
Het peloton redde zich wel, ik nam de rol als diesel voor degenen, die dat tempo te hoog vonden. In ongeveer 23 kilometer per uur reden we onze rondjes.
Met een behoorlijk grote groep gingen we naar de kantine van de IJshal, waar ik nog een nagekomen gedicht, dat de Rijmpiet bij mij had bezorgd, aan de geadresseerde kon overhandigen.
Beste nieuwkomer,
Sinterklaas
komt ieder jaar weer naar de kunstijsbaan,
waar “Krasse knarren” stilletjes
over de ijsvloer gaan.
Vorig jaar heb je je bij deze groep
schaatsers gemeld,
daar een buurman van je over deze club had
verteld.
Je begon juist net een beetje op stoom te komen,
toen de lockdown deze hobby had
weggenomen.
Zodoende moest je wachten tot begin oktober,
voordat
je kon zeggen: “Eindelijk is het zo ver.”
Je paste je steeds
beter aan aan het oude peloton,
waarna je buurman ook nog met
lesgeven begon.
Zo werd je techniek beter en dat zie je aan je
rijden:
je snelheid wordt hoger nu je makkelijk gaat glijden.
Je
bent hier tevreden mee en dat gaf je duidelijk aan
met de uitroep:
“Daar komt mijn leermeester aan!”
Sint-Nicolaas denkt daar
echter wel het zijne van,
en hij vroeg aan Piet: “Wie is die
leermeester dan?”
De Rijmpiet antwoordde toen, zonder te
verbleken:
“Een van de Twee van Breda en hij leert hun
streken,
niet beseffend in welk vaarwater hij dan zal
geraken.”
Nee, deze bisschop kan hier geen chocola van
maken.
De brave bisschop
Geen opmerkingen:
Een reactie posten