Het was gisteren een kletsnatte dag.
Daar ik thuis genoeg te doen had, deed ik allerhande kleine klusjes, zoals het slijpblok en de schaatsen wegruimen en de gewassen sportkleding in het trapgat hangen.
Aan het eind van de middag werd het droog en toen fietste ik een blokje van 10 kilometer om mijn benen los te trappen. Zo kon ik het afvalzuur van de halve marathon er een beetje uit rijden.
Tijdens deze rit kwam ik langs de Leidse IJshal. Daar zag ik de ijsbergen, die erop duidde, dat het schaatsseizoen nu definitief ten einde was.
Binnen was te zien, dat de ijsvloer bijzonder dun geworden was.
Vanmorgen voelde ik bij het traplopen, dat ik zondag toch behoorlijk diep was gegaan. Nu zou ik toch niet gaan hardlopen, daar ik met mijn vrouw naar Nieuw-Vennep zou fietsen. Dat deden we met de wind in de rug via Warmond.
Mijn broer Leo was jarig en we werden hartelijk ontvangen in mijn ouderlijke huis. Het was een gezellige verjaardag met een flink deel van ons gezin.
Om een uur of 3 fietsten we naar de Sleutelstad terug. Dat deden we via de mooie omweg via Burgerveen. Je kon de Westeinderplassen goed zien, daar het riet op de legakkers vrijwel helemaal was gekapt.
Bij Nieuwe Wetering aten we een notenrozijnenboterham, waarna we tegen de wind in verder fietsten over de route van de Leiden Marathon. Bij de Koppoel trokken we onze regenbroeken aan, daar we niet helemaal nat wilden worden.
Na 49 kilometer fietsen zat ons retourtje Nieuw-Vennep erop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten