Het was bij het ontwaken om half 8 mistig. Vaak krijg je na een mistige start een mooie dag.
Na een frisse fietsrit naar "De Helianth" voor de boodschappen voor mijn schoonouders en onszelf werd het in het novemberzonnetje steeds een beetje warmer.
Met ruim 16 graden Celsius werd het dagwarmterecord uit 1995 verbroken. Je kunt het geloven of niet, maar de winter van 1995-1996 was een van de koudste in de afgelopen 30 jaar met een tweetal flinke vorstperiodes en een Elfstedentocht, die net niet doorging.
Ik zou er mijn geld niet op vergokken, dat we komende winter gelijksoortige temperaturen krijgen. Die kans schat ik buitengewoon klein in. Als we een vorstperiode krijgen, dan zal dat pas laat in het seizoen zijn. De temperatuur van het water is nog veel te hoog.
Na aan het eind van de morgen nog even naar de volkstuin gefietst te hebben, waar ik nog één witte aardbei vond, lunchte ik met mijn vrouw, waarna we samen naar de Regenboogkerk in de Merenwijk reden voor de tweede repetitie van "Projecta Musica".
We begonnen met "I was glad" van Henry Purcell. Dat ging best aardig, waarna we na de pauze een begin maakten met het "Requiem" van Tony Biggin.
We waren er net een kwartier mee bezig toen dirigent Wim de Ru zei, dat we klaar waren. Terwijl we bezig waren met het inpakken van onze muziekstukken, herriep Wim dit onverwachte slot met de volzin: "We hebben nog een half uur!"
Dat half uur werd nuttig besteed met het lastigste deel van "Rejoice the Lamb". Om half 5 reden we onder een prachtige avondlucht naar huis toe. Ik reed nog even door naar de molen om dit vast te leggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten