Ik geef het grif toe. Ik was een beetje aan de late kant. Ik arriveerde tegelijkertijd met Henk Distelvelt bij de Leidse IJshal aan de Vondellaan. We zetten onze fietsen op slot op het moment, dat Willem van Vliet naar buiten kwam en met ons in gesprek raakte.
Zodoende kwam deze coördinator van de "Krasse knarren" te laat op het ijs en was het peloton van 15 man met Wierd Wagenmakers als eerste kopman alvast begonnen aan de piramide van 125 rondjes. Ik zal het hen niet euvel duiden. Ze zijn immers oud en wijs genoeg.
De opgelopen achterstand liep ik in door bij de pauzes tussen de blokken door een rondje extra te pakken. Het verhaal, dat ik buiten hoorde, was voor mij als schaatsliefhebber te mooi. Er dook voor mij onverwachts nog een topschaatser op, die ook in de Ton Menken IJsbaan getraind heeft.
Nu heeft deze 200-meterbaan een grote naam opgebouwd als kraamkamer voor deelnemers aan de Olympische Spelen of Europese en Wereldkampioenschappen. Dat lijstje ken ik wel, maar daar had ik de naam van deze tweevoudig Europees en Wereldkampioen Allround nooit op aangetroffen: Hein Vergeer!
Henk Distelvelt was afgelopen week naar een lezing van deze voormalige topschaatser geweest. Hij beleefde zijn topjaren in 1985 en 1986. Ik kan mij dat nog goed heugen. In die tijd had je vrijwel ieder jaar een Molen- en Merentocht.
Dan startte ik bij een tante in Hoogmade en als ik dan terugkwam van een kilometer of 70 schaatsen, hoorde ik, welke prestatie Hein Vergeer weer had geleverd. Deze Nederlandse sprintkampioen won de 5 kilometer!
Nu wil het toeval, dat mijn 5 kilometer vandaag ook goed ging. Nu de pijn in de rechterkuit verdwenen was en ik de afgelopen dagen alleen op techniek had gereden, ging de eerste helft in 25 kilometer per uur. Na de 3 kilometer zakte het tempo lichtjes, maar met 24 in het uur reed ik mijn snelste 5000 meter van dit seizoen.
Nu is Vergeer enigszins in de vergetelheid geraakt. Hij had de pech, dat in de jaren, dat hij zijn dubbelslag pakte, ene Evert van Benthem datzelfde deed op de Elfstedentocht. En publicitair strijd je dan een verloren strijd.
Een beknelde slagader in de heup zorgde ervoor, dat zijn sportcarrière als een nachtkaars uitging bij de Olympische Spelen van Calgary.
Dat zijn biografie de titel "De wil om te winnen" heeft meegekregen, is terecht. Hein vertelde, dat hij in 1976 als 15-jarige op de fiets naar Leiden reed, daar op de Ton Menken IJsbaan trainde en daarna weer terugfietste naar zijn woonplaats Haastrecht. Heen en terug praat je dan over 78 kilometer....
De wil om te winnen is bij mij wat meer latent door een gebrek aan talent. Desondanks fietste ik met een klein ommetje van 10 kilometer naar huis toe, waar ik mijn sportschoenen aantrok.
Ik liep naar de volkstuin toe. Daarbij kwam ik langs de molen in de Stevenshof, waar nog een vlies ijs op het water lag.
De restanten van de nachtvorst van afgelopen nacht.
Hoewel het minder hard vroor als gisteren, hield het ijs langer stand.
Het verschil: gisteren scheen de zon uitbundig, vandaag was het vooral bewolkt.
Desondanks zag het er op de volkstuin lenteachtig uit met de uitbundig bloeiende krokussen.
Dit was het keerpunt van de duurloop van ruim 7 kilometer. Met de combinatie fietsen, schaatsen en hardlopen had ik een kleine wintertriatlon afgelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten