Ik had met ijsmeester Jan van Rijn afgesproken om vandaag te komen helpen met het opruimen van het ijs in de Leidse IJshal. Dat was meer werk dan gedacht. Met een sneeuwschuiver schoof ik de losgehakte schotsen naar de dichtstbijzijnde hoek toe.
Met een kleine trekker met een sneeuwschuiver werd het ijs naar buiten getransporteerd.
We waren de hele ochtend bezig met deze klus. Doordat het ijs begon te smelten en er een beetje kalk aan toegevoegd was, zag het gesmolten ijs eruit als melk.
Dit ontlokte bij mij dit diepe inzicht, hetgeen ik deelde met de vrijwilligers, met wie ik de klus klaarde: "Snap je nu, waarom dit nog steeds de Menkenbaan genoemd wordt?"
Tijdens de koffie- en theepauze begon één van de vrijwilligers erover, dat hij in Nederland niet aan het Duitse Ayinger bier kon komen. Dat knoopte ik in mijn oren. Toen ik naar huis gefietst was om met Ada wat te drinken, reed ik op de weg terug naar de Vondellaan via de Zeemanlaan, waar ik bij de bierwinkel, die 1150 verschillende soorten bier heeft, keek of ze Ayinger in het assortiment hadden.
Dat bleek inderdaad het geval te zijn, dus ik kocht 2 flessen van dit Beierse bier. Bij aankomst in de Ton Menken IJsbaan zette ik de flesjes op de tafel bij de plek, waar de bierliefhebber vanmorgen zat. Het effect was grandioos. Hij snapte er niets van.
"Waar komen deze Ayingers vandaan?"
Ik hield me van de domme en zei met een rechtschapen gezicht: "Je gebeden zijn verhoord."
Pas ver na de theepauze kwam hij erachter, dat dit meer het werk was van een bengel dan van een engel.
Intussen had ik ook nog een stuk ijs in een plastic zak gedaan voor een trainingsmaat, die mij daar bij het slotfeest om had gevraagd. Deze stopte ik in het vriesvak in het keukentje. Als bibliothecaris was het mijn taak om de klanten tevreden te stellen met boeken, die onze klanten graag wilde hebben of het geven van antwoord op informatieve vragen. Deze attitude heb ik me helemaal eigen gemaakt.
Het tweede deel van de middag was ik meer bezig met het smeltwater van de baan vegen. Het was wel lichter dan ijs wegschuiven, maar ik liep wel met 2 natte poten rond. En daar smeltwater net aan boven het smeltpunt uitkomt, was dit een koude klus.
Voordat we om 5 uur het pand verlieten, had één van de vrijwilligers uitgerekend, dat de gemiddelde leeftijd van degenen, die deze klus vandaag deden, boven de 70 jaar lag. Laat de Fransen dit maar niet horen....
Intussen had ik een foto gemaakt van het stuk boarding, dat meegaat naar IJshal "De Vliet" met daarop de baanrecords van de Leidse IJshal en de baanrecordhouders.
Ik stond dus niet op de eerste plaats, maar juist onderaan.
En dat klopt ook wel, want bij sprintwedstrijden was ik steevast de laatste schaatser. En heel veel dinsdagavonden verliet ik als laatste schaatser het ijs. Dus wat dat aangaat was het best logisch, dat men bij mij uitkwam al de laatste schaatser in de Ton Menken IJsbaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten