Ik was vroeg uit de veren. Mijn zoon zou om een uur of 7 landen op Schiphol en op de terugreis van een congres had hij op weg naar Asturias een tussenstop van een uur of 9.
Zodoende liep ik met een temperatuur van rond het vriespunt naar station De Vink, waar ik de trein naar de Haarlemmermeer pakte. Daar vond ik Siebe al snel.
Thuis troffen we een door Ada gedekte ontbijttafel, waar we om een uur of 9 met zijn drieën konden eten.
Daar ik normaal gesproken in de Leidse IJshal rond die tijd met de "Krasse knarren" ruim 25 kilometer schaats, moest ik vandaag voor het eerst dit seizoen verstek laten gaan.
't Is net oars. Zodoende werd het min of meer een rustdag. Ik moest nog even wat vergeten boodschappen doen in de Stevensbloem, maar voor de rest bleef ik zoveel mogelijk bij de reiziger.
Ook twee zussen van hem kwamen langs om hem te ontmoeten. We aten tussen de middag stamppot boerenkool, terwijl de natte sneeuw naar beneden kwam dwarrelen.
De maximumtemperatuur was nog geen 3 graden Celsius. Dat het de laatste tijd te koud is voor de tijd van het jaar is duidelijk te zien in deze temperatuuranamolie.
Om 2 uur wandelden we naar station De Vink, vanwaar ik voor de tweede keer naar Schiphol treinde/ Daar zwaaiden we rond half 4 Siebe uit, die naar Asturias vertrok, waar het morgen 20 graden Celsius wordt....
Inmiddels was de natte sneeuw overgegaan in regen en het plensde aardig door.
En nu komt het bijzondere: met deze wandeletappe en twee keer de vaat doen, had ik volgens het sporthorloge net zoveel stappen gezet als bij de 100 kilometer schaatsen in Haarlem.
Want als je goed schaatst, liggen je armen stabiel op je rug en scoor je per ronde weinig stappen.
George Orwell zou zeggen: "Iedere stap is gelijk, maar sommige stappen zijn gelijker dan andere."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten