De wapenspreuk van de provincie Zeeland luidt "Luctor et emergo".
In gewoon Nederlands betekent dit "Ik worstel en kom boven".
De schaatsles voor een drietal beginners van de Schaatsschool in IJshal De Vliet stonden vandaag in het teken van deze Zeeuwse lijfspreuk.
En dan ging het specifiek over het boven het standbeen komen. Dat klinkt heel simpel, maar voor de beginnersgroep ging daar toch wat geworstel aan vooraf. Veel schaatsers schaatsen "tussen de benen". Dit houdt in, dat je minder stabiel op je schaats staat en schuiner in het ijs snijdt, waardoor je jezelf afremt.
Met een serie oefeningen met wandelen, fietsen op een racefiets en reuzenstappen kwam de druk achter op de schaats. Van daaruit kon je beter sturen. Dat is weer nodig voor de zijwaartse afzet. Toen dit aardig ging, kwam de vogelverschrikker op de proppen.
Met stijve armen en benen oefenden we de valbeweging om zo echt boven het standbeen. Aansluitend deden we dit meer in de schaatshouding. Na een paar rondjes werd het een stukje moeilijker. Na de valbeweging strekten we het afzetbeen zijwaarts uit nadat de valbeweging was ingezet. Ineens gingen de schaatsers harder rijden.
"Het kost minder moeite om snelheid te krijgen", zei één van de deelnemers.
En dat was precies mijn bedoeling!
Schaatsen is immers niet alleen "Ik worstel en kom boven!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten