Eén van de allergrootste Nederlandse schrijvers is van ons heengegaan: Harry Mulisch. De meesten van ons zullen op hun boekenlijst wel een boek van hem hebben gezet. In het algemeen wordt "De ontdekking van de hemel" als zijn magnum opus gezien, met in het kielzog daarvan "De aanslag" als tweede meesterwerk. De verfilming van dit boek door Fons Rademakers leverde een Oscar op.
Ik zal de kwaliteit van deze boeken niet betwisten, maar mijn voorkeur gaat uit naar 2 andere meesterwerken van hem. Het eerste boek is "De zaak 40/61" over het proces tegen Adolf Eichmann. Hij was het prototype van de Schreibtischmörder.
Maar het echte hoogtepunt in het oeuvre van Harry Mulisch is toch bij de meeste lezers onbekend. Het is het verhaal "De grens" in de bundel "Oude lucht".
In dit hilarische verhaal, dat geschreven is in de vorm van een brief aan hare majesteit, maakt hij de bureaucratie volkomen belachelijk.
Een auto verongelukt precies op de grens tussen twee gemeentes, dat ook nog eens de grens van twee provincies blijkt te vormen. De schrijver van de brief overleeft het ongeluk, maar de ambulances helpen zijn partner in de auto niet: de collega's van de andere provincie moeten maar helpen. Het slachtoffer overlijdt uiteraard, hetgeen veel bureaucratische rompslomp geeft. Ik heb in ieder geval dubbel gelegen van het lachen om dit verhaal uit "Oude lucht" en hoop, dat jullie dat op een goede dag ook zullen doen!
Ik heb Harry Mulisch nooit gesproken, maar ik heb hem wel een paar keer in levende lijve ontmoet. Eind jaren '70 zat ik op de Frederik Muller Akademie in Amsterdam.
Met een paar klasgenoten van de Bibliotheekakademie ging ik een paar keer onopvallend naar "Americain" aan het Leidseplein, vooral om het volgende verhaal ook eens mee te kunnen maken. Het verhaal ging, dat Harry Mulisch zich een paar keer per dag op liet bellen in "Americain". Door de intercom schalde dan: "Telefoon voor de heer Mulisch. Telefoon voor de heer Mulisch". En dan wandelde hij door de volle ruimte naar de andere hoek van de altijd volle zaak, zodat iedereen hem goed kon zien. Nou ja, wandelen, schrijden is een beter woord.
Uit eigen ervaring kan ik u mededelen, dat dit verhaal over Harry Mulisch klopt.
De uitvinding van het mobieltje zal een ramp zijn geweest voor deze grote schrijver, die nu "De grens" is overgestoken en is begonnen aan "De ontdekking van de hemel".
zondag 31 oktober 2010
Comrades of Desire
Naar een blokfluitconcert gaan klinkt niet erg hip. Toch heb ik met volle teugen genoten van een concert van Comrades of Desire onder leiding van Désirée Muurling. Ada heeft blokfluitles van haar, dus de stap naar de uitvoering van dit ensemble van 10 vrouwen en 1 man was niet zo groot.
Met Oscar en Annelies van Wijk reden we naar Wassenaar, waar we te vroeg bij de Jozefkerk aankwamen. Zodoende konden we nog even een wandeling maken door het park, waarbij de herfsttinten je tegemoet kwamen.
Om 3 uur begon het concert met blokfluiten in allerhande vormen en maten, van sopraan tot contrabas. Er werd werk gespeeld van o.a. Cornelis Schuyt, Josquin des Pres, Ludovico da Vaidana en niet te vergeten William Brade, hetgeen in het Engels ongeveer klinkt als William Breed.
Aan het eind werden een aantal vlotte, jazzy nummers gespeeld. Een blokfluitensemble kan dus ook swingen! We hebben in ieder geval een leuke middag gehad met gevarieerde muzikale stijlen op het vermoedelijk meest verguisde muziekinstrument: de blokfluit.
Halloween
Op weg naar de IJshal in Leiden, stuitte ik al fietsend op kleine groepjes kinderen, waak vergezeld van hun ouders, die op weg waren naar de Halloweenoptocht in de Stevenshof.
De naam "Halloween" is afgeleid van Hallow-e'en, ofwel All Hallows Eve (Allerheiligenavond), de avond voor Allerheiligen, 1 november. In de Iers-Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was oudejaarsavond. De oogst was binnen, het zaaigoed voor het volgende jaar lag klaar en dus was er even tijd voor een vrije dag, het Keltische nieuwjaar of Samhain (uitspraak Saun, het Ierse woord voor de maand november).
Samhain was ook nog om een andere reden zeer bijzonder. De Kelten geloofden namelijk dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terug kwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar.
Nu is Halloween, net als de Kerstman, een Fremdkörper in de Nederlandse tradities, geïmporteerd uit de Verenigde Staten. Deze "nieuwkomers" verdringen deels onze eigen tradities als Sint-Maarten en Sinterklaas.
In de Leidse IJshal was geen sprake van verdringing. Door drie ziekmeldingen en 4 G-schaatsers, die naar een logeeradres moesten als voorbereiding op zelfstandig wonen, was slechts de helft van de IJVL-ers aanwezig.
Het voordeel was, dat ik de 4 G-schaatsers, die ik onder mijn hoede had, veel individuele aandacht kon geven. Het was voor mij een aangename verrassing om te zien, dat Kevin technisch veel beter was gaan schaatsen. Vorig seizoen "liep" hij nog te veel, nu had hij "de slag" echt te pakken. En doordat ik nu, achter hem aanrijdend, veel individuele aanwijzingen kon geven, kon hij zich verder verbeteren. Als trainer zit je dan écht te genieten!
Om kwart over 9 zat de vierde training in drie dagen er op en kon ik met Gerard van Tol, de coördinator van het G-schaatsen, aan de bar de schaatsles gaan evalueren.
De naam "Halloween" is afgeleid van Hallow-e'en, ofwel All Hallows Eve (Allerheiligenavond), de avond voor Allerheiligen, 1 november. In de Iers-Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was oudejaarsavond. De oogst was binnen, het zaaigoed voor het volgende jaar lag klaar en dus was er even tijd voor een vrije dag, het Keltische nieuwjaar of Samhain (uitspraak Saun, het Ierse woord voor de maand november).
Samhain was ook nog om een andere reden zeer bijzonder. De Kelten geloofden namelijk dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terug kwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar.
Nu is Halloween, net als de Kerstman, een Fremdkörper in de Nederlandse tradities, geïmporteerd uit de Verenigde Staten. Deze "nieuwkomers" verdringen deels onze eigen tradities als Sint-Maarten en Sinterklaas.
In de Leidse IJshal was geen sprake van verdringing. Door drie ziekmeldingen en 4 G-schaatsers, die naar een logeeradres moesten als voorbereiding op zelfstandig wonen, was slechts de helft van de IJVL-ers aanwezig.
Het voordeel was, dat ik de 4 G-schaatsers, die ik onder mijn hoede had, veel individuele aandacht kon geven. Het was voor mij een aangename verrassing om te zien, dat Kevin technisch veel beter was gaan schaatsen. Vorig seizoen "liep" hij nog te veel, nu had hij "de slag" echt te pakken. En doordat ik nu, achter hem aanrijdend, veel individuele aanwijzingen kon geven, kon hij zich verder verbeteren. Als trainer zit je dan écht te genieten!
Om kwart over 9 zat de vierde training in drie dagen er op en kon ik met Gerard van Tol, de coördinator van het G-schaatsen, aan de bar de schaatsles gaan evalueren.
zaterdag 30 oktober 2010
Rake klappen
Een leuke quizvraag: bij welke sporten speelt het uitdelen van rake klappen een belangrijke rol? Vermoedelijk zullen veel mensen onmiddellijk aan boksen denken.
Maar er zijn meer sporten, waarbij rake klappen een belangrijke rol spelen, zoals honk- en softbal, volleybal en niet te vergeten schaatsen.
Afgelopen donderdagmorgen reden we met een vrij kleine groep krasse knarren op het supergladde ijs van de Leidse IJshal. Het ging behoorlijk hard in de op en aflopende piramide van 5 tot 25 ronden en terug. Doordat mijn techniek de afgelopen jaren flink verbeterd is, kon ik moeiteloos mee met dit forse tempo. En dan merk je, dat als je techniek goed is, dat je dan rake klappen uit kunt delen.
Pas bij de laatste 2 blokjes van 10 en 5 ronden ging ik mijn rechterkuit voelen, dus na bijna 2 uur trainen. Een verbetering van bijna een uur ten opzichte van dinsdagavond.Vrijdag was het weer volle bak. Eerst een uur lesgeven bij de buitenschoolse sport, dan een kwartier dweilpauze en vervolgens een uur IJVL-jeugd.
Vanochtend mocht ik eerst naar de bibliotheek in Rijnsburg fietsen, waar ik mijn zaterdagdienst draaide. Om kwart over 1 fietste ik naar huis, kleedde me snel om en fietste naar het station van Voorschoten, waar ik met Hans Boers zou starten voor een duurloop door de Horsten. Het was heerlijk weer: bijna windstil, met een temperatuur van een graad of 15. Het bos was, met al zijn herfsttinten, op zijn mooist. Kortom: het was genieten.
Eigenlijk zouden we in de duinen gaan lopen, als voorbereiding op de Zevenheuvelenloop, maar dat leek mij, met het oog op de overbelaste kuitspier, niet zo'n goed plan. Ook op het vlakke was de kuit soms wat gevoelig, maar het gaat steeds beter.
Vanavond nog een uurtje schaatsles geven aan de G-schaatsers, en dan zit de gedenkwaardige sportweek er weer op, die begon met de historische nederlaag van Feyenoord bij PSV met 10-0. Over rake klappen gesproken....
Wat dat aangaat was mijn sportweek een stuk beter. Er zullen denk ik niet veel mensen zijn, die met een overbelaste kuitspier 2 keer hardlopen en ruim 6 uur op het ijs staan en daar nog rake klappen uitdelen ook.
Maar er zijn meer sporten, waarbij rake klappen een belangrijke rol spelen, zoals honk- en softbal, volleybal en niet te vergeten schaatsen.
Afgelopen donderdagmorgen reden we met een vrij kleine groep krasse knarren op het supergladde ijs van de Leidse IJshal. Het ging behoorlijk hard in de op en aflopende piramide van 5 tot 25 ronden en terug. Doordat mijn techniek de afgelopen jaren flink verbeterd is, kon ik moeiteloos mee met dit forse tempo. En dan merk je, dat als je techniek goed is, dat je dan rake klappen uit kunt delen.
Pas bij de laatste 2 blokjes van 10 en 5 ronden ging ik mijn rechterkuit voelen, dus na bijna 2 uur trainen. Een verbetering van bijna een uur ten opzichte van dinsdagavond.Vrijdag was het weer volle bak. Eerst een uur lesgeven bij de buitenschoolse sport, dan een kwartier dweilpauze en vervolgens een uur IJVL-jeugd.
Vanochtend mocht ik eerst naar de bibliotheek in Rijnsburg fietsen, waar ik mijn zaterdagdienst draaide. Om kwart over 1 fietste ik naar huis, kleedde me snel om en fietste naar het station van Voorschoten, waar ik met Hans Boers zou starten voor een duurloop door de Horsten. Het was heerlijk weer: bijna windstil, met een temperatuur van een graad of 15. Het bos was, met al zijn herfsttinten, op zijn mooist. Kortom: het was genieten.
Eigenlijk zouden we in de duinen gaan lopen, als voorbereiding op de Zevenheuvelenloop, maar dat leek mij, met het oog op de overbelaste kuitspier, niet zo'n goed plan. Ook op het vlakke was de kuit soms wat gevoelig, maar het gaat steeds beter.
Vanavond nog een uurtje schaatsles geven aan de G-schaatsers, en dan zit de gedenkwaardige sportweek er weer op, die begon met de historische nederlaag van Feyenoord bij PSV met 10-0. Over rake klappen gesproken....
Wat dat aangaat was mijn sportweek een stuk beter. Er zullen denk ik niet veel mensen zijn, die met een overbelaste kuitspier 2 keer hardlopen en ruim 6 uur op het ijs staan en daar nog rake klappen uitdelen ook.
vrijdag 29 oktober 2010
Sierra Naranco
Na het ontbijt keken we op deze wederom mooie dag naar de foto's, die Siebe gemaakt had, alvorens we naar het wangedrocht, dat Calatrava voor Oviedo ontworpen had. Dit was naast een congresgebouw ook een enorm winkelcentrum. Hier kochten we een usb-stick van 16 Gb, waarop we alle digitale foto's veilig op konden slaan.
Siebe probeerde zijn nieuwe jas te ruilen voor een grotere, maar helaas, hij had al de grootste maat. Met zijn 1.87 is hij in Spanje zeer lang. In dezelfde winkel zag ik een blauw-zwarte blokjesbloes, die ik als souvenir uit Oviedo mee zou nemen.
De telefoon ging. Ana was gearriveerd. Ze moest nog even wat papieren ophalen bij het gebouw van de universiteit, voor ze morgen in Gijon aan de slag zou gaan.
We kuierden daarna met zijn vieren naar deoverdekte markt, waar we als buitenlanders afgezet werden bij de fruitkraam. Ana haalde vis voor haar oma en tante in Gijon. "Je bent nu een viswijf" bracht Siebe liefdevol uit. Met dit viswijf namen we plaats op een terrasje vlak bij de openbare bibliotheek.
Om een uur of half 2 ging ieder zijns weegs. Wij liepen een stuk van de Sint-Jacobsroute. Deze liep pal langs onze kamer, zodat we de spullen, die we niet nodig hadden, achter konden laten. We vervolgden La Argoñosa tot we over het spoor konden. Het pad maakte een tijdelijke omweg, maar daar de poort van de bouwplaats open stond, namen wij de oude route en sneden zo een flinke bocht af.
Aan de uiterste noordwesterrand van Oviedo zaten we op een bank in de zon te lunchen.
Langs de slingerweg klommen we naar San Lázaro de Paniceres. Vanaf hier had je een prachtig uitzicht over de bergen ten zuiden van Oviedo, de Cordillera Cantabrica.
We verlieten de weg en volgden de gele schelpen op een blauw veld over een onverhard pad naar Las Campes. We stegen over een holle weg, tot we bij een kapel aankwamen, de Capilla de el Carmen in Llampaxuga.
Als goede pelgrims zetten we hier onze stempel in het vakantiedagboek.
Na een (dure) appel uit Asturias gegeten te hebben, daalden we over het onverharde pad af naar La Pipera. Het was een vrij steile afdaling naar een beek, zodat we vanaf La Pipera flink konden gaan klimmen. Aanvankelijk ging dit over een asfaltweg, maar na twee keer navraag gedaan te hebben bleek, dat we over een onverhard pad over de top van de Sierra Naranca moesten. Letterlijk en figuurlijk raakten we steeds verder van huis.
De weg naar rechts, waar we op wachtten, kwam steeds maar niet te voorschijn. Uiteindelijk verscheen deze toch. Over de kam van de Naranco, waarvan de Pico Paisano ook deel uitmaakt, sjokten we uiteindelijk in oostwaartse richting. We hadden het verste punt gehad. Vanaf Brañes daalden we af.
Op een plekje uit de wind met uitzicht over het dal beneden ons en de zeer vele bergen daar achter, aten we onze bananen op. Over een weg met haarspeldbochten daalden we af. Zo kwamen we uit in El LLano, waarna we over een op en neer golvende weg naar Ules wandelden, waar het flink bergafwaarts met ons ging.
Zo kwamen we te langen leste in Oviedo uit, waar we de Avenido de los Monumentos oppikten, tot we weer bij "El Tayuelu" waren, waar Ada in het prachtige "Vaslav", de nieuwste roman van Arthur Japin, las.
Uiteraard wil ik dit boek bij iedereen aanbevelen. Ik werkte ondertussen het dagboek bij.
Om even over half 9 ging de telefoon. Het college was klaar. Met Siebe gingen we eten in "La Cruz", een café, waar ook tapas geserveerd werden. We bestelden tapas en een drietal tapasschotels. Ik nam Mahou, terwijl
Ada liet zien, dat ze nog steeds niet in één teug de sidre weg kon drinken. Siebe kon er de hele avond om lachen.
Als toetje was er een oma-taart: custard met chocolade en een toefje slagroom. Om half 12 verlieten we "La Cruz", € 55,- lichter en een gezellige avond rijker.
Kathedraal
Nadat Siebe ons in Los Caldes uit de auto had gezet, ging hij door naar zijn college geologie, dat om 3 uur begon. Wij wandelden langs de Rio Nalon, die in juni flink buiten de oevers was getreden. We volgden de rivier, die we op een gegeven moment over moesten steken over een ijzeren hangbrug. Deze was op een paar plaatsen beschadigd. Siebe wist te vertellen, dat dit kwam door ontwortelde bomen, die in het kolkende water waren meegesleurd bij de overstromingen in juni.
We wandelden over de rechteroever tot een station. De spoorbaan ging naar rechts, wij naar links over een geasfalteerde spoorbaan. Dit gecombineerde fiets- en voetpad voerde ons door een viertal tunnels van uiteenlopende lengte.
Vanaf een hoge brug zag je een enorme hoeveelheid vissen, vermoedelijk forellen, in het heldere water liggen. Het was trouwens lekker zonnig weer. Heel wat beter dan 30 jaar geleden in Dodewaard.Langzaam klimmend wandelden we zo naar Oviedo toe. Naarmate we dichter bij de hoofdstad van Principado Asturias kwamen, werd het steeds drukker. Na de mergelgroeve gepasseerd te zijn, kwam een hele serie fly-overs, waarna we door een park, waar ik trouwens de eerste Spaanse skeeleraar zag, naar de rand van de stad liepen, waar we om 5 uur aankwamen.
Hier pikten we het pelgrimspad naar Santiago de Compostella op, dat ons naar de kathedraal voerde.
We namen een kijkje in dit schoolvoorbeeld van het rijke Roomse leven: enorm veel gouden ornamenten, naast de gebruikelijke glas-in-loodramen, bogen en heiligenbeelden.
In café Pizarra namen we aansluitend een café en een cerveza. Uiteraard hield ik het, na het bezoek aan de kathedraal, op een San Miguel.
Onderweg naar ons pension haalden we nog wat boodschappen bij Masymas, zodat we 's avonds weer bij Siebe konden gaan eten.
woensdag 27 oktober 2010
Otura
We ontbeten bij Siebe en vertrokken met zijn auto naar Otura, waar we een smal weggetje vol steile hellingen en haarspeldbochten volgden tot een keerlus. De weg ging hier niet verder. Siebe parkeerde zijn Peugeot en Ada vulde haar waterflesje bij de bron. Dat deed ze niet zo handig, want de dop liet ze in de put vallen. Gelukkig konden we het rooster eraf tillen, zodat het waterflesje bruikbaar bleef.
Over een steil pad klommen we tot boven de bebouwing van een dorpje. Middels een hek, dat Siebe voor ons opende, vervolgden we de klim over het slingerende pad. Al vrij snel stuitten we op een beschilderde steen: "Maria, ruega por nosostros".
We klommen verder over het pad en kregen steeds meer het "Sound of music-gevoel".
Het uitzicht werd op deze zonnige dag steeds mooier. We liepen langs een broodmager paard en slingerden over het pad tussen de twee bergkammen langs nog meer dan 10 stenen met "Maria, ruega por nosostros".
De fototoestellen klikten voortdurend, met Siebe op kop en Ada in de achterhoede.
Op een gegeven moment dacht ik, dat we het hoogste punt van de pas bereikt hadden, maar dat bleek een vergissing.
Er volgde een afdaling in een kom, waar een stuk of 10 paarden liepen, maar we kregen aansluitend een steile klim de andere kant op.
Zo slingerden we om een kam van kalksteen heen en kwamen op een kleine vlakte, waar twee Middeleeuwse kerkjes stonden, gewijd aan Maria Magdalena en aan Santiago.
Vanaf hier had je een schitterend uitzicht over Oviedo en kon je in de verte Gijon en de zee zien liggen.
We klommen vanaf de Maria Magdalena-kerk nog even door, tot we bijna bij de top kwamen. Diep, zeer diep onder ons zag je Siebes auto staan.
De bergruggen aan de andere kant van het dal tekende vrij scherp af. Ook de Angliru, "het Beest van Asturias", was hiervandaan goed te zien. Siebe had deze berg met de fiets beklommen.
Op dit hoogtepunt van de vakantie aten we onze lunch. We deden een laagje extra over onze t-shirts, want door de wind koelde je toch wel af.
Om 1 uur werd het tijd om weer af te dalen. We verlieten het prachtige panorama en de grazende paarden en gingen op weg naar Otura. Nu kwamen we langs de kerk van Santiago. In vroeger tijden haalden pelgrims uit de kerk een klein beetje heilige aarde, voor ze naar Santiago de Compostella wandelden.
Tussen de rotsen daalden we af tot we weer op het pad naar Otura waren.
Behalve een flink aantal keer "Maria, ruega por nosostros" was er ook een "Jesus Nazareno te espera". Volgens Siebe betekent dit "Jezus van Nazareth wacht op je". We hopen, dat hij nog even geduld heeft!
Na de steile afdaling waren we om 2 uur bij de warme auto terug. Via de slingerweg daalden we af naar het dal, waarna Siebe ons tussen de imposante bergen naar Los Caldes bracht.