zondag 20 februari 2011

Gammel


Het is in de trainingsleer een bekend advies: in de laatste week of de laatste 14 dagen voor een zware inspanning pak je zo veel mogelijk rust. In alle schema's voor de marathon vind je dit terug. Voor een Elfstedentocht ligt dit een slag anders: je weet nooit, wanneer deze komt en je bent al blij, dat je überhaupt op natuurijs kunt schaatsen. Als het kan, dan moet het.

De rustdag heb ik vandaag te pakken, maar niet op een manier, die ik graag zou willen. Na vannacht als een blok geslapen te hebben, voelde ik bij het uit bed stappen zeer veel spieren. Dat kon niet aan de fysieke inspanningen van gisteren liggen. Ik ben naar de Leidse binnenstad gefietst, heb in totaal een kilometer of 6 hardgelopen en heb 2 paar schaatsen geslepen.
Daar krijg je geen spierpijn van. Ik heb dus een lichte griep te pakken. Gelukkig kan ik nog normaal eten, maar het leek me verstandig om vandaag wel veel rust te pakken. Het familiebezoek in Maasland heb ik dus geschrapt en de zondag werd zo voor mij, geheel in calvinistische traditie, een echte rustdag.

Na een middagdutje van ruim 2 uur voel ik me wel wat opgeknapt, maar nog behoorlijk gammel. Niet bepaald een ideale voorbereiding op IJsstijd a.s. vrijdag en zaterdag. En dat, terwijl de weersvoorspellingen ook niet veel goeds beloven: zacht en vochtig. Op Flevonice betekent dit een zachte bovenlaag, dus zwaar ijs.
Ik kan me mentaal dus hier op voor gaan bereiden, terwijl ik het lichaam zoveel mogelijk rust gun. Gelukkig heb ik geen koorts, dus ik hoop, dat de aanslag op de op zich goede conditie meevalt. Ik hou daarbij de Elfstedentocht van 1997 maar voor ogen.

Op maandag had ik toen buikgriep, de vrijdag erop reed ik, met zeer veel dank aan Jaap de Gorter, de Elfstedentocht uit.
Het kan dus goed komen, ook al voel ik me nu gammel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten