Het was prachtig weer: het zonnetje scheen bij een noordoosten wind. In de wind voelde het hierdoor wel koud aan. Net als vorig jaar zou ik de 10 van Alphen gaan lopen met het team van GBA Accountants, het bedrijf waar Hans Boers werkt.
Op de fiets reed ik naar Jaap de Gorter, die ook in dit illustere team aan de start zou verschijnen.
Waar ik vorig jaar in een blakende vorm verkeerde en zelfs alleskunner Jos Drabbels voor wist te blijven, daar wist ik nu al, dat ik dit jaar geen potten zou kunnen breken. Ik had de 200 km van IJsstrijd nog in de benen en was nog niet volledig verlost van een flinke verkoudheid.
Met de trein reisden we van Leiden Lammenschans naar Alphen aan den Rijn, waar we naar de sporthal bij het park reisden om onze startnummers op te halen, de loopkleding aan te passen aan de weersomstandigheden en gezamenlijk naar de startstreep te lopen.
Uit de wind en in de zon was het prima uit te houden, zoals The Bothy Band ons met de lp "Out of the wind, into the sun" een kleine 40 jaar geleden al voorhield.
Het parcours was ten opzichte van vorig jaar volledig op de schop gegaan. Bij het startvak zagen we de tweede helft van de 20 van Alphen langskomen, waarbij de allerlaatsten na een kilometer of 3 lopen al deernis opwekten.
Wij mochten om 5 over 2 van start gaan. Links van de weg vertrokken de "losse" deelnemers, rechts de bedrijvenloop. Na ruim 100 meter mengden beide groepen zich, waardoor je in een soort trechter terecht kwam. Niet bepaald snelheidsverhogend.
Na een kilometer door het centrum kwamen we op brede wegen, waar je eindelijk in je eigen tempo kon gaan lopen. Hier liep ik met Hans Boers in mijn kielzog naar het 5 kilometerpunt. We haalden aardig wat lopers in op het traject met 2 bruggen met heel veel vals plat.
Bij de 5 kilometer aangekomen viel de tijd erg tegen: 26.22. 100 meter verderop was een drinkpost. Ik nam een energiedrank, terwijl Hans gewoon doorliep.
Ik kon hem weer bijhalen, maar 500 meter verder moest ik hem toch laten gaan. De 250 km schaatsen bij IJsstrijd had ik nog niet volledig verteerd.
De tweede helft van de 10 van Alphen verliep wat moeizamer, terwijl het mentaal lastig werd, toen we de laatste 3 km ingehaald werden door de lopers van de 20 van Alphen. Ondanks dat zij de dubbele afstand liepen, liepen ze veel harder!
Mentaal kwam de mokerslag, toen Jaap de Gorter me 500 meter voor de finish bijhaalde.
Die onderlinge strijd ging ik dus dik verliezen: Jaap kan namelijk sprinten. Aangemoedigd door Ronald de Rooij en Jacqueline Zwetsloot ploeterde ik naar de eindstreep toe.
Met een tijd van boven de 50 minuten viel die nog flink tegen ook.
Nee, het was niet bepaald een 10 met een griffel!
De bovenbenen voelden flink verzuurd aan. Van de kuiten had ik veel minder last. De compressiekousen werken kennelijk goed. Via de sporthal liepen we naar het station, waar de trein net vertrok, toen we aan kwamen wandelen. Geen nood. In een wachtruimte zaten we uit de wind. We aten wat krentenbollen en hadden een trein later.
Terwijl Jaap even ging douchen, sleep ik zijn schaatsen, want om half 5 stond Andrea Landman voor de deur van Jaap's huis. We moesten naar De Uithof, waar de jaarlijkse clubwedstrijden van de IJVL op het programma stonden. We zouden een 500 en een 1500 meter rijden. Het zou niks worden. Daarover bestond bij mij geen twijfel.
Dat klopte helemaal. Met zere bovenbenen kun je geen goede 500 meter rijden. Ik kan hier dan ook kort over zijn: het was gewoon prut. Andrea had geen kind aan mij. Met 1.07.52 reed ik een slechte tijd, zoals verwacht. En dat lag niet aan de hoge luchtdruk! Het lopen van 10 km vlak voor een sprint is geen succes. Alle verhalen uit de trainingsleer kloppen wat dat aangaat.
Ik had geen noten meer op mijn zang, mijn liedje was uit.
Daar er een lange dweilpauze was, vertrokken we naar de kantine. Tegen alle voedingsadviezen in nam ik een macaronischotel. Ik had gewoon honger. Met een warme chocomel erbij kon ik er weer even tegen. Onderweg naar de kleedkamers kwam ik Dick van Beelen tegen, met wie ik even bijpraatte.
We kregen een goed gedweilde baan. Ik reed tegen Jaap Plomp en had me voorgenomen alleen op techniek te gaan schaatsen. Snelheid zat er vandaag niet meer in.
Er ontspon zich desondanks een spannende rit. Jaap Plomp en ik waren aardig aan elkaar en uiteindelijk trok mijn tegenstander met 3.15.19 tegen 3.15.90 aan het langste eind. Een zeer matige tijd, maar wel een behoorlijke verbetering ten opzichte van de 500 meter.
Jaap de Gorter en Andrea Landman hadden in het voorgaande kwartet tegen elkaar gereden, waarbij Jaap met een tijd van 2.44 ruim gewonnen had. Dacht hij! Want terwijl ik met Jaap aan het uitrijden was kwam de mededeling, dat Jaap de Gorter uit de uitslag was geschrapt wegens hinderen.
Dat gaf ons in de kantine de gelegenheid tot allerlei grappen en grollen. Na het kwartet nog eens doorgenomen te hebben, kwamen we tot de conclusie: "Wie heb jij NIET gehinderd?"
Waar ik precies wist, waarom het Olympische credo "Meedoen is belangrijker dan winnen" vandaag volledig op mij van toepassing was, wist Jos Drabbels ook, dat carnaval vieren in Limburg niet prestatiebevorderend werkt. Maar de clubwedstrijden rijd je in de eerste plaats voor de gezelligheid. Wat dat aangaat zat het helemaal goed.
Daarnaast is het, met het oog op de winterbiatlon, goed om de combinatie hardlopen en schaatsen weer eens getraind te hebben.
Thuis gekomen keek ik op internet naar de uitslag van de 10 van Alphen. Dat viel zowaar nog mee. De netto eindtijd bleek 48.19 te zijn, nog alleszins redelijk.
Jaap had een tijd van 48.10 en Hans had zelfs een goede 46.37. Als team zou GBA Accountants, niet onverdienstelijk, op de 13e plaats van de 43 ploegen eindigen.
Qua gezelligheid was het een prima dag, maar sportief gezien verdiende wat mij betreft deze eerste zondag van maart geen 10 met een griffel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten