Het was deze zomer 2 keer uitgesteld: onze fietstocht met Paul Crezee door het gebied tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Nederrijn. Maar geheel in de lijn van de natte zomer vielen de geplande data letterlijk in het water. Ook ditmaal leek het er op, dat er op zondag veel hemelwater naar beneden zou komen.
Maar gelukkig viel de meeste regen op zaterdagavond en in de nacht. Deze onweersbuien gingen gepaard met een enorm aantal ontladingen: 800 per 5 minuten.
Om 9 uur vertrokken Ada en ik dus goed geluimd met de fiets naar Leiden Centraal. Met de trein reisden we naar Maarn, waar vandaan we naar Doorn fietsten.
Bij Huis Doorn, het laatste woonhuis van de laatste Duitse keizer, de tragische Wilhelm II, hadden we afgesproken met Paul, die met de auto was gekomen.
Langs de in de bossen zeer beschut gelegen ijs- en skeelerbaan van Doorn reden we over een rustig weggetje naar de Gooyerdijk en vandaar naar de kastelen Sandenburg en Walenburg.
Met de wind in de rug reden we over de Langbroekerdijk naar Overlangbroek, om langs de Amerongerwetering naar Leersum te trappen. Op weg naar Amerongen passeerden we landgoed Zuylenstein. In Amerongen begaven we ons naar het gelijknamige kasteel.
Op het terras dronken we koffie of warme chocolademelk en aten we een mokkagebakje, hier omgedoopt tot kastelentaartje.
Aansluitend wandelden we door de mooie kasteeltuin. Wat een leuke doorkijkjes, wat een bloemenweelde!
Over de Rijndijk zetten we koers naar Wijk bij Duurstede, in de Middeleeuwen beter bekend als Dorestad. Op de dijk voelde je pas, hoe hard de wind was. Ada en Paul waren het er over eens, dat ik mijn werk als windbreker uitmuntend verrichtte.
Bij de bocht bij Oud Kolland had je een prachtig uitzicht: je keek uit over de Nederrijn, terwijl de Utrechtse Heuvelrug boven de rivier en de polders uittorende. Een Hollands en buitenlands uitzicht tegelijk!
Door het fraaie centrum van Wijk bij Duurstede reden we in de regen naar het kasteelpark, waar we op een bank onder een oude beuk droog zaten tijdens onze lunch. Na een kort ritje reden we langs de stadwal naar de befaamde molen, waar we over de Lekdijk naar de sluizen fietsten.
Over de Trechtweg en de Bredeweg rolden onze fietswielen naar Cothen, dat we via de molen doorkruisten op weg naar Langbroek.
Hier passeerden we de kastelen Lunenburg, Hinderstein en Leeuwenburg. Over een halfverhard pad bij laatstgenoemde landgoed hobbelden we linea recta naar Doorn, waar we naar het Von Gimbornpark gingen. In het Arboretum wandelden we nog een uur in het zonnetje.
Het Arboretum is erg mooi. Er stonden aardig wat bomen, waarvan ik het bestaan niet kende. Het bestaan van de muggen kende ik al wel, en zij waren erg actief. Het was zitten en meteen prikken. Drie bulten en 4 dode muggen later later verlieten we de idyllische hoek bij de vijver om naar de nog mooiere heidetuin te kuieren. Wat een kleurenpracht!
Terwijl alle vrijwilligers de bomentuin al verlaten hadden, volgden wij een kwartier later het Von Gimbornpark. Van het Arboretum fietsten we een kilometer naar Pannenkoekenrestaurant "De Wensput".
Het duurde even, voor we onze bestelling op tafel kregen, maar het was zeer voedzaam. Zo voedzaam, dat zelfs ik geen coupe ijs met aardbeien meer hoefde.
We namen afscheid van Paul en fietsten langs "Het Grote Bos" naar station Driebergen-Zeist. Terwijl wij wachtten op de trein naar Utrecht, brak een fikse regenbui los. In de trein en op station Utrecht zag je een prachtige regenboog boven de Domstad uit torenen.
We namen de stoptrein naar Leiden Lammenschans, waarna we met 64,5 km op de teller thuis kwamen van een prachtige dag fietsen en wandelen door de Stichtse Lustwarande.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten