maandag 22 augustus 2011

Hofstede Hooybroeck

Ada trok de deur om 8 uur achter zich dicht. Ze moest gewoon werken. Ik had een vrije dag en vertrok om kwart voor 10 met alle spullen, die mijn vrouw her en der had klaargezet, op de fiets. Het voordeel van grote fietstassen.
Na de regendag van gisteren was het bewolkt, maar droog. Met de wind in de rug ging het eerste deel van de rit makkelijk.

(Foto: Gerard Leeuw, 2009)
Ik nam het Molenpad in Zoeterwoude en fietste langs de N11 naar het oosten, waar ik de Lagelandroute onder Alphen door nam.
Daar je slechts op een paar punten het Aarkanaal over kunt, pikte ik een randje Alphen mee en fietste naar Zwammerdam. Hier stak ik de Rijn over en nam de afslag naar Aarlanderveen, waarbij ik na 30 km een korte pauze nam om de banaan op te peuzelen.
Ik fietste langs de Ziende en over het fietspad dwars door de Nieuwkoopse plassen, waar ik diverse heerlijke tochten over het ijs heb gemaakt.

De fietstocht door Duitsland was mooi, maar dit is ook schitterend.

De zon was doorgebroken en met Hollandse luchten reed ik langs de kronkelende Meije met zijn talloze watervogels naar Woerdense Verlaat. Hier pikte ik een deel van de skeelertocht van begin juli mee. Bij De Geer nam ik een tweede korte eetpauze. Met 2 rozijnenboterhammen in de maag vervolgde ik de tocht naar Breukelen, waar ik via de Scheendijk bij het Tienhovens kanaal kwam, de uiterste zuidpunt van de Loosdrechtse plassen.
Door de Tienhovense polder fietste ik naar Molenpolder, een voor mij onbekend oord, maar op schaatsforum meestal één van de eerste plekken, waar je kunt schaatsen. Daar de weg door het dorp Molenpolder was opgebroken, reed ik langs Oud-Maarsseveen naar Westbroek. Bekend terrein, want vorig jaar hadden we hier een wandeling door het trilveen gemaakt.

In Achttienhoven at ik mijn laatste 2 boterhammen op om over een fietspad tussen de beuken naar Groenekan te trappen. Dwars door de bebouwing van De Bilt en Zeist reed ik naar station Driebergen-Zeist toe, waar Ada en onze middelste dochter om even voor half 3 waren aangekomen. Ik was er na 87 km op de afgesproken tijd.
We hadden de intentie om via de LF4 naar Scherpenzeel te rijden, maar deze loopt heden ten dage veel zuidelijker dan op de kaart met fietsroutes in de provincie Utrecht, die ik had. Op de weg naar Langbroek had Ada, die de gedetailleerde kaart voor zich op het stuur had, door, dat we op de verkeerde weg zaten.
Bij Sterkenburg stond een bord met een knooppuntenkaart, waarop de route naar Maarn stond aangegeven. Mijn dochter zocht op haar mobiel via GPS de kortste route op. Dat hebben we geweten. We reden al snel over onverharde wegen. Geen probleem, in Duitsland hadden we dit met regelmaat gedaan.

Maar voorbij Doorn werden de wegen zandpaden, die ook nog eens kapot gereden waren. Daar zit je na 100 km rijden op een flink bepakte fiets niet op te wachten.
Toen we een fietspad kruisten, zocht ik op de globale kaart een alternatieve route door de bossen. Ik kreeg echter geen navolging. Na een kleine km vond ik een beter begaanbaar pad in de richting van de A12. Ook hier wat stukken mul zand, maar over het algemeen kon je wel wat beter fietsen. Af en toe was er een stuk paarse heide.
Helaas moest ik weer een stuk terugbuigen. Er zijn weinig mogelijkheden om de A12 passeren. Bij Maarn kwam ik mijn vrouw en dochter weer tegen.
Om half 5 was ik na 118,4 km fietsen bij Hofstede Hooybroeck, waar we het Buijzenweekeinde door zouden brengen. Mijn schoonouders waren al op de boerderij, die Ada en ik vorig jaar in juli en oktober al 2 keer bekeken hadden.
In de loop van de middag en avond druppelde de rest van de familie binnen.

Geen opmerkingen: