zondag 14 augustus 2011

Edersee

Tijdens het avondeten kwamen de onweerswolken heel dichtbij. We bereidden ons voor op een fikse bui, maar tot onze verbazing trok de bui over. Ik deed de vaat en daarna utterden we nog wat in de tent, zodat we om 9 uur uiteindelijk op pad gingen om wat te drinken.
Dat viel even tegen. De kantine met terras ging om 8 uur al dicht! We wandelden door naar de Edersee, die hier niet meer was dan een stroompje onder de brug, waar we overheen liepen. Morgen gaan we wandelen aan de overkant.
We zagen de voetveer hoger op de met riet begroeide helling liggen ten teken, dat het water toch wel eens beduidend hoger staat dan nu.
We wandelden over het fietspad R6 en kwamen zo vlak bij onze tent uit, waar we het vanavond moesten doen met een kopje thee, terwijl Ada verder las in "Eva Luna" van Isabel Allende en ik het dagboek bijwerkte van een lang, maar wederom zeer mooie fietstocht door het Edertal.
's Nachts tikte de regen zachtjes op het tentdoek van onze Esvo Blackfoot, maar om 7 uur werd het wat droger. Om half 9 haalde ik in de campingwinkel 2 croissantjes en 4 meergranenbolletjes. We ontbeten op een veld tegenover onze tent, waar we in de zon zaten. Ik schreef ons nog even in bij die Rezeption en om 10 uur verlieten we camping Asel Süd.
De wandeling begon op de camping. We klommen omhoog, waarbij we op de E moesten letten, die her en der aangaf, welke kant we op moesten. De E stond voor Ederhöhenweg en dat klopte wel, want het bos liep vrij steil af naar het dal.
We bewandelden de Urwaldsteig door een van de laatste stukjes oerbos in het Duitse middelgebergte. Na een paar kilometer begon het pad flink te slingeren over de bergrug van het Kellerwald.

Het begon flink warm te worden, dus de bloes en de afgeritste broekspijpen verdwenen in de stuurtas. We passeerden de Hardl van 394 meter hoogte en kwamen op een wat opener terrein. Het uitzicht was, mede door het heldere weer, grandioos. Bergrug na bergrug was te zien op de plek, waar we Nationalpark Kellerwald-Edersee verlieten en het fietspad naar Herzhausen vonden.

We aten een appel op een houten bank, waarbij Ada in iets kleverigs was gaan zitten: hars. Dat betekende een extra wasbeurt. Er volgde een lange, steile helling, die we af mochten dalen.
"Een echte Siebe-helling", zei ik, terwijl ik fietsers met een elektromotor omhoog zag ploeteren.
We kwamen uit bij het informatiepunt aan de drukke weg naar Korbach, waar we gisteren een stukje langs gefietst hadden. We hadden een korte discussie over hoe het pad verder ging. Ada dacht rechtdoor en omhoog, ik dacht linksaf.
We probeerden de laatste mogelijkheid uit en klommen over een bergwand door een bos om uiteindelijk uit te komen op de plek, waar we gisteren onder de Autobahn waren door gereden.
Over een brug wandelden we Herzhausen binnen, waarbij ik tegen Ada zei: "Kijk, een krokodil!", wijzend op een boomstam, die daar in het water dreef. Toen we een meter of 15 verder waren, hoorden we een Hollandse fietser, die ons inhaalde, tegen zijn vrouw zeggen: "Kijk, een krokodil!"
We namen plaats op het terras van "Ederblick", waar we een Salatteller bestelden. Behalve sla, radijs, geraspte wortel, paprika en tomaat zaten er ook gebakken kipreepjes op.
Van de eigenaar hoorden we, dat het meer normaal gesproken veel hoger stond dan het snelstromende beekje, dat het nu was. Op de pilaren van de brug kon je op een meter of 4 tot 5 hoogte aan de donkere kleur zien, dat het nu absurd laag water was. Veel watersporters bleven nu weg.
Na de rekening voldaan te hebben verlieten we het halfvolle terras van "Ederblick". We volgden de waterlijn en kwamen zo op een dijk, op een gegeven moment uit bij een vers pad door een veld vol bloemen.

We zaten verkeerd. We hadden het kunnen weten. Er lagen boeien op de dijk, een teken, dat hier normaliter water stond. Maar we hadden volop genoten van deze niet geplande doodlopende weg.



We wandelden over het tegelpad, tot we bij een parkeerplaats kwamen, waar de route, die we wandelden, officieel begon. Op dit gedeelte was weinig schaduw, dus de hitte viel op je. Vanaf het parkeerterrein kwamen we al snel in de bossen. Over een onverhard pad hoog boven de drooggevallen Edersee, kletsten we over van alles en nog wat, terwijl we ook oog hadden voor het natuurschoon.
We klommen, daalden, klommen weer en liepen intussen met flinke bochten om twee inhammen van de Edersee heen. Na een vrij lang stuk afdalen kwamen we bij een asfaltweg uit. Hier moesten we nog een kilometer afdalen, voor we bij het pontje naar Asel-Süd kwamen. Het veer voer niet, bij gebrek aan water....
Het alternatief was de stenen brug van het voormalige dorp Asel, dat een eeuw geleden onder water werd gezet om de Weser, en dan vooral de havenstad Bremen, van een constante waterstroom te kunnen voorzien. Drie dorpen moesten voor dit stuwmeer wijken.


De brug, waarover wij liepen, was gelegen in een brede met riet begroeide vlakte met aan beide kanten de heuvels tot ruim 300 meter hoog. Het was heel bijzonder, dat je überhaupt over deze brug, met daaraan boeien, kon lopen.

Voor degenen, die voor de watersport waren gekomen, was het zuur, maar wij hadden volop genoten van de wandeling van 20 km, inclusief 2 km voor het verkeerd lopen.
Tussen de brug en de camping stond een wagen, waar Italiaans ijs werd verkocht. Met dit warme weer ging het er wel in.
Op de zwoele zomeravond gingen Ada en ik na het eten nog een stukje wandelen. Eerst de Ederhöhenweg op en aansluitend nog een stukje de berg op over een graspad tussen de akkers. Via een graspad daalden we weer af richting camping, waarbij we een wasbeertje zagen lopen.

Geen opmerkingen: