vrijdag 12 augustus 2011

Van Scheidt naar Geilnau

Om kwart voor 7 werd ik wakker. De tent was kletsnat van de miezerregen. De eerste tegenvaller van de dag. De lucht zag er nog loodgrijs uit, dus de katoenen buitentent zou niet droog worden. We hingen deze te drogen onder een hazelnotenboom, waar we ook ontbeten.
Om kwart over 9 reden we Camping Rhein-Mosel af om door het centrum van Koblenz te zwerven teneinde bij de Rijn uit te komen, waar we bij de spoorbrug deze rivier over staken.

Ter hoogte van Stolzenfels, door Koot & Bie ongetwijfeld vertaald als Trotsrots, begon das Lahntalroute.

Langs deze rivier passeerden we Lahnstein. Helaas passeerde een flinke regenbui, zodat we onze regenbroek aan moesten doen.
Door het prachtige Lahntal fietsten we pal langs de rivier naar Bad Ems. Wim Beenakker had het ons van harte aanbevolen: "Het Lahntal is één van mijn favoriete plekken in Duitsland!"
Nu zijn Wim en ik het in tal van dingen grondig oneens met elkaar, hetgeen ons, door de manier, waarop we dat naar elkaar toe ventileerden, in de eerste klas van Pedagogische Academie "De la Salle" in Heemstede de benaming "Adriaan en Olivier" opleverde.

Maar op het gebied van Duitsland kun je blind op Wim vertrouwen.
In Bad Ems trokken we onze regenbroeken uit en op het terras van een Konditorei genoten we, zoals bijna iedere dag, wan de Milchkaffe, heisse Kakao en twee soorten koek.
De eerste klim kwam, toen we het mooie en gezellige Bad Ems verlieten, op weg naar Nassau, het beginpunt van de Oranier Fahrrad Route.

In Nassau deden we wat inkopen voor onderweg en probeerden we bij de Tourist Information adressen van campings in het middendeel van de Oranjeroute te achterhalen.
Om 1 uur verlieten we Nassau voor de fietstocht naar Diez.


Na een flinke klim en een dito afdaling vond ik mijn bagagedrager wel erg wiebelen. Dat klopte, want er was een schroef afgebroken, die de voorbagagedrager op het stuurframe vastpinde. Met de reserve snelbinders zette ik het wat vaster, terwijl de flinke klim naar Kloster Arnstein nog moest beginnen, uitmondend in een lange afdaling met als apotheose een helling van 16%.
Met flink ingeknepen remmen daalde ik daar af. Bij de brug over de Lahn was een kanoverhuurder. Met een drietal tieraps borgden we de voorbagagedrager zo goed mogelijk. Terwijl we in een bushokje lunchten, haalde ik wat zwaardere dingen uit de voortassen om deze elders weg te bergen.


We vervolgden de route langs der Lahn naar Laurenberg, waar we op het fietspad met glad asfalt een drietal skeeleraars tegenkwamen. Op dit stuk zagen we ook een kano, die was omgeslagen. Een paar mannen klommen drijfnat op de kant. Lekker met dit koude weer!
Tenslotte kwamen we twee vierkante houten rondvaartboten tegen met de Duitstalige versie van "Doe je handen in de hoogte". Een hoog Kabouter Plop-gehalte dus. Maar ze draaiden op speciaal verzoek van Paul Verkerk ook het door hem aan de boorden van de Weissensee zo fraai gezongen "Marmer, Stein und Eisenbricht" van Drafi Deutscher.
Bij Laurenberg kregen we de zwaarste klim van de dag voorgeschoteld.

Het stuk tot Burg Laurenberg, die we van buiten bekeken, was behoorlijk zwaar, maar de twee haarspeldbochten naar Scheidt deed er nog een schepje bovenop.

Het uitzicht vergoedde veel. We klommen nog even door naar Holzappel, waar we de piek van de dag bereikten.

Kilometers lang daalden we af, waarvan een flink deel 12% was, met een aantal haarspeldbochten. We bereikten de Lahn weer in Geilnau.
In een parkje aten we een appel, voor we over een vrij vlakke weg naar Balduinstein trapten. Hier verlieten we de weg voor een slingerend fietspad naar Diez. Over een opgeknapte brug, die officieel nog niet open was, reden we Diez binnen.

We fietsten vrij snel door naar camping Oranienstein, waar we voor € 12,- onze natte tent op konden zetten.
Na een verfrissende douche, geen overbodige luxe na 70 km fietsen door de heuvels van de Taunus, wandelden we naar het centrum van Diez, waar we na het bekijken van die Altstadt bij "Klein Prag" Boheemse gerechten tot ons namen.

Geen opmerkingen: