vrijdag 12 augustus 2011

Koblenz

Nadat we de tent hadden opgezet, boodschappen gedaan en gegeten, gingen we 's avonds nog even wandelen naar de plek, waar de Moezel en de Rijn samenvloeien. Aan de overzijde stond een enorm standbeeld van Kaiser Wilhelm I.

Dit standbeeld verklaart ook, waarom twee Wims uit mijn vriendenkring graag naar Duitsland afreizen. Wim van Huis trad met "The Shoes" zeer vaak op bij onze oosterburen, terwijl Wim Beenakker altijd al een voorliefde voor die Heimat heeft gehad. Terwijl in de jaren '60 en '70 bijna alle jongeren popmuziek draaide, dreef hij niet met de stroom mee en hield Wim Beenakker het bij zijn eigen voorkeur: Duitstalige muziek, en dan nog liefst klassiek.
Maar hier hebben we de oorzaak gevonden. In Duitsland wordt hun variant van Wim, Wilhelm, tenminste nog op waarde geschat!!

Aan de overzijde van der Mosel werd trouwens een concert gegeven. We hoorden allemaal nummers van Simon & Garfunkel. Wie van de twee zou het zijn geweest?

De treinen denderden de hele nacht door. En dan bedoel ik geen personentreinen, maar goederenwagons. Dat klonk over de Rijn aardig door. Niet bepaald een "Sound of silence".

Desondanks tussen het spoorboekje door na 92 km fietsen aardig vast geslapen.
's Ochtends wandelden we naar het voetveer over de Moezel, waar we voor € 1,- werden overgezet. We wandelden naar het vertrekpunt van de kabelbaan over de Rijn naar Ehrenbreitstein. Dat kon alleen maar, als we de toegangsprijs voor de Buga, die Bundesgartenschau van € 20,- p.p. betaalden. Dit deden we niet. Koblenz was groot genoeg en er was genoeg te ontdekken.
We begonnen met een bezichtiging van de Sankt-Kastor Basilik. Aansluitend zwierven we door de fraaie binnenstad met zijn vele pleinen.

Van de pittoreske straatjes kwamen we in de drukke winkelstraten.



Onderweg kochten we wat broodjes, die we aan der Rhein nuttigden, waarna we tussen de mensenmassa door wandelden naar aanlegsteiger 7, waar we het pontje naar Ehrenbreitstein namen.

Door het snel stromende water deinde de boot aardig op en neer.
Aan de overzijde wandelden we door de schilderachtige straatjes, tot we bij de trap kwamen, die naar Festung Ehrenbreitstein leidde. Na flink wat treden kwamen we op de slingerweg naar het slot.
Bij de eerste toegangspoort stond een gedenkteken met de aantallen gesneuvelden, die hier gelegerd waren, van de Napoleontische tijd tot de Eerste Wereldoorlog. Deze laatste stak er met 117 gedode officieren en 3995 gesneuelde soldaten met kop en schouders boven uit.
We klommen door tot de toegangspoort van het hoofdgebouw, waar we wederom op het toegangsloket van de Buga stuitten. We daalden af, genietend van het fraaie uitzicht over Koblenz en het samenstromen van Rhein und Mosel.

Hier was duidelijk aan de kleurverschillen te zien, dat het water van beide rivieren niet meteen met elkaar mengde.
Na wederom € 4,- betaald te hebben, konden we weer met het voetveer over de Rijn mee, waar we op een terras aan de Rijnoever wat dronken. Ada bestelde op deze wisselend bewolkte middag een kop thee, terwijl ik me aan het Reinheitsgebot hield.
De wandelroue, die we naar das Deutsche Eck gepland hadden, was voor de verandering versperd door de Buga. Via de Sankt-Kastor kwamen we bij het enorme standbeeld van Wilhelm I.
We namen het pontje over de Moezel weer naar de camping, die in de ANWB-gidsen niet zo goed staat aangeschreven. Geheel ten onrechte: door de Buga is Campingplatz Rhein-Mosel enorm opgepimpt. Er staan twee gloednieuwe toiletgebouwen!
Na de ravioli met broccoli las ik "Passagier voor Frankfurt" van Agatha Christie uit, en 's avonds het boekje van "Till Eulenspiegel". Beide boekjes gaf ik weg aan andere campinggasten. Dat scheelt weer gewicht in de heuvels in de rest van de vakantie.
Toen ik 's avonds na het tandenpoetsen terugliep naar onze tent, hoorde ik een Duitse vader zijn twee kinderen voorlezen uit "Till Eulenspiegel".

Geen opmerkingen: