Het was de warmste dag van de afgelopen weken. Na 's ochtends boodschappen te hebben gedaan, stapte ik om kwart voor 2 op de fiets en reed naar Jaap de Gorter. Samen fietsten we naar het station, waar we Anneke tegenkwamen, met wie we vanmiddag zouden gaan skeeleren. Mijke Hartendorp kwam met de trein naar Leiden Centraal.
Om een uur of half 3 hadden we bij Levkov betaald en skeelerden we over het fietspad langs het spoor naar de Merenwijk en vandaar naar Warmond.
Hier reden we over de weg. Het asfalt reed redelijk. Dat gold niet voor het eerste stuk fietspad. De stoeptegels lagen af en toe schots en scheef. Het tweede gedeelte was echter super: betonnen platen, die spiegelglad waren.
We wilden langs de A44 naar de Kaag skeeleren, maar door de bouw van station Sassenheim was het fietspad aan alle kanten afgesloten. Er bestond een mogelijkheid om door het zand te "klûnen" met de skeelers. Daar zagen we na kort overleg van af.
Derhalve moesten we het viaduct over de A44 over. Dat was geen probleem. Het rijdt een beetje zwaar. Maar je moet ook weer een keer naar beneden. Jaap, Anneke en Mijke hebben een betere remtechniek. Ik begon te snel met afdalen en op het bochtige fietspad maakte ik steeds meer snelheid. Feitelijk reed ik boven mijn kunnen. Dan kun je twee dingen doen. Je kunt denken: "God zegene de greep" en verder afdalen in de hoop, dat je nergens tegenop botst. Of je kunt kiezen voor een grasstop.
Ik koos voor de laatste optie. In de bocht naar rechts rende ik het gras in, struikelde en viel voorover. Op een klein schaafwondje op mijn knie na kwam ik er verder heelhuids van af.
Met een rustiger vaartje daalde ik af. We hoopten, dat we in Sassenheim terug konden buigen naar het fietspad langs de A44, maar ook hier was alles afgesloten. Zodoende moesten we langs de doorgaande weg richting centrum skeeleren. We hoefden gelukkig niet tussen het winkelend publiek door, maar het fietspad langs de rondweg was ook geen pretje. Lange stukken over tegels.
Bij de afslag naar de A44 kregen we echter prima asfalt. We haalden tientallen bootjes, die op weg waren naar de Kagerplassen, in. Over een door boomstronken af en toe flink hobbelig fietspad tussen snelweg en Schiphollijn in reden we naar de Kaagbrug.
Door ondervinding wijs geworden daalde ik hier een stuk rustiger af, want halverwege moet je een haakse bocht maken. Bij het hekje beneden kwamen we Kees Olsthoorn tegen. Hij benutte deze zonnige septemberdag om een lekker stuk weg te trappen op zijn racefiets.
Langs de Ringvaart hadden we prima asfalt. We schoten lekker op met brede slagen. Ik moest de andere drie laten gaan: niet alleen mijn remtechniek is ontoereikend. We hadden afgesproken om bij café "De Hanepoel" wat te gaan drinken.
Zo reed ik in mijn eentje het stuk van Buitenkaag naar Huigsloot. Ik vond het verder niet erg. Ik genoot er van om te trainen op een paar meter afstand van het water, waar we hopelijk komende winter weer op kunnen schaatsen.
Het supertrio reed een tijdje gelijk op met een wielrenner. Ze reden 27 km in het uur. Ik denk, dat ik een km of 4 langzamer ging, dus zo traag ging het nou ook weer niet.
Op het terras van "De Hanepoel", genoemd naar het meertje aan de overzijde van de Ringvaart, dat nu verscholen was achter de rietpluimen, was de ober vanochtend niet met zijn beste been uit bed gestapt. Zodoende besloten we, om alleen wat drinken te bestellen en geen appeltaart.
Met icetea, cola en 7 up lesten we onze dorst. Op weg naar Nieuwe Wetering zag ik, dat er nog graan van het land gehaald werd. De combines waren druk in de weer. Als geboren en getogen Haarlemmermeerder weet ik, dat 3 september bijzonder laat is.
De ouderwetse draaibrug bij Nieuwe Wetering stond nog open, toen we er aan kwamen. Als ik alle luxe jachten, die ik langs heb zien varen, in ogenschouw neem, denk ik: "Crisis, what crisis?"
Tussen de vele fietsers staken we de smalle brug over om meteen af de buigen naar de HSL. Hiernaast ligt een spiegelglad fietspad, waar je uitstekend op kunt skeeleren. We pakten aan het eind nog een klein stukje Nieuwe Wetering mee en reden over het Joop Zoetemelkpad naar Rijpwetering.
Jaap kwam achter me rijden en duwde me, terwijl ik zelf flink doorskeelerde, lichtjes. Je voelt, dat je dan meteen een paar kilometer harder gaat. Bij het schaatsen noemen ze dit "opgelegd rijden". Voor wedstrijdrijders in de Elfstedentocht is het verboden. Ik begrijp nu, waarom.
Bij "De Vergulde Vos" begon het slechtste deel van ons rondje Kaag. De klinkers rijden voor geen meter, terwijl de stoep slechts 3 tegels breed is. Je kunt daar dus niet echt goed afzetten.
Het fietspad naar Oud-Ade is een stuk beter, ook al zitten er af en toe ruwe stukken tussen. Langs "'t Vennemeer" reden we naar de hoge brug, waar we een korte pauze namen en mijmerden over de mooie Molentochten, die we hier gereden hadden.
Wij reden door naar de rotonde bij Leiderdorp, waar we over het vrij nieuwe fietspad richting Leiden rolden.
Anneke wist in Leiderdorp enkele kruip door sluip door wegen met goed asfalt. Langs de Zijl namen we de weg. Het betegelde fietspad is niet echt vlak te noemen.
De Lage Rijndijk reden we uit met zoveel enthousiasme, dat we uitkwamen op het terras van "De Zijlpoort".
Nu weten jullie, dat ik daar helemaal niet van houd, maar ja, samen uit, samen thuis, nietwaar. En terwijl half Leiden in hun boten en sloepen langs vaarde, aten we wat bitterballen en dronken twee rondjes. Gelukkig was het nog maar een klein stukje naar Leiden Centraal over de Singels, dus ik kon me wat goudgeels veroorloven, ondanks de hoge goudprijzen.
Om kwart over 6 waren we terug bij de plek van vertrek. Mijke ging met de trein terug naar huis, Anneke op de skeelers en Jaap en ik op de fiets. We hebben 4 uur over een kilometer of 35 gedaan, maar dat komt vooral, omdat we de tijd namen om letterlijk en figuurlijk met volle teugen te genieten van het rondje Kaag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten