Kennelijk was het zweempje griep, dat ik vorige week onder de leden had, nog niet helemaal uitgewerkt. Zondag had ik nergens last van bij de Bruggenloop, maar dinsdagavond voelde ik bij het schaatsen al vrij snel pijn in mijn rug: spierpijn. Niet gebruikelijk. Anders dan veel andere schaatsers heb ik zelden pijn in mijn rug. Het was duidelijk, dat het mijn spieren waren. Een hinderlijk gevoel, maar je kon er prima mee doorschaatsen.
Woensdag heb ik met hetzelfde hinderlijke gevoel gewerkt en ben ik vrij vroeg naar bed gegaan. Donderdagochtend was de spierpijn weg, maar kreeg ik na het ontbijt last van buikpijn. Ook nu weer: hinderlijk, maar ik kon er goed mee schaatsen. Langzaam maar zeker doofde de pijn wat uit, maar na het middageten kwam het toch weer terug, toen ik naar Katwijk fietste. In de loop van de middag verdween de pijn.
Vanochtend werd ik wakker met pijntjes in spieren in mijn armen. Ook nu verdween het in de loop van de dag langzamerhand en kon ik 's middags gewoon twee uur schaatsles geven, eerst voor de buitenschoolse sport en aansluitend voor de IJVL.
Van het trainersgilde van de buitenschoolse sport viel deze week de vierde trainer uit door een blessure of ziekte. Wat dat aangaat vallen mijn pijntjes in het niet, al is er uiteraard geen sprake van een ideale voorbereiding op de 1000 rondjes van Leiden.
Maar ik heb al eerder een 200 kilometertocht voltooid met een soortgelijke voorbereidingsweek: in 1997 de Elfstedentocht en in februari dit jaar bij IJsstrijd. En pijntjes na 4 km weerhielden me niet om de marathon van Leiden uit te lopen.
Ook al is het fysiek misschien niet optimaal, mentaal ben ik in ieder geval klaar voor zondag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten