"It giet oan!" De gevleugelde uitspraak van Henk Kroes bij de aankondiging van de Elfstedentocht van 1997 ging volledig op bij de start van de Elfstedenroute van Ada en Bert.
Vannacht goot het behoorlijk en om 6 uur kwam er een nieuwe hoosbui. Om half 8 was het even droog, zodat we de tent snel inruimden, er voor wakend, dat we niet in de vele plassen op het doorweekte veld rondom onze tent stapten.
Om half 9 zat alles net op de fiets, toen het gieten weer begon.
Wij moesten nog even naar de receptie van camping Súdermeer om ons in te schrijven en € 16,- te betalen. Van de receptionist kregen we een kop koffie en diverse tips voor de Elfstedenroute, terwijl we in de leeszaal zaten te ontbijten.
Toen het gieten wat minder werd, vertrokken we naar het centrum van Stavoren, waar we langs de Zuiderzeedijk richting Hindeloopen fietsten. We hadden de wind in de rug, maar dat was in weerkundig opzicht het enige pluspunt. De hemelsluizen gingen wagenwijd open.
Waar het 5 maanden terug een komen en gaan van schaatsers was, was het nu uitgestorven. Alleen een flinke kudde schapen graasde op de dijk.
Als verzopen katten reden we Hindeloopen binnen, waar we op zoek gingen naar het Schaatsmuseum.
Op de hoge brug zag ik het huisje staan van de groepsfoto, die op de omslag van "De Elfsteden toch gereden" prijkt.
Bij het 1e Friesche Schaatsmuseum trokken we de natte kleding uit.
Ik schonk een gesigneerd exemplaar van "Molen- en Merentocht" en eentje van "De Elfsteden toch gereden" aan het schaatsmuseum en mijn vermoeden werd bevestigd: dit was het eerste boek over de Elfstedentocht van 2012!
We hoefden geen entree te betalen en kregen koffie en de schaatsdrank bij uitstek, warme chocolademelk, aangeboden door Gauke Bootsma, de oprichter en beheerder van het museum.
Daarnaast is Bootsma ook kunstschilder, die zich bekwaamd heeft in het Hindelooper motief.
Wij liepen likkebaardend tussen al dat moois in het museum. De meest bijzondere spullen waren te vinden, van medailles uit de 19e eeuw tot "skeelers" van voor de Tweede Wereldoorlog.
Er stonden complete machines, waarmee houten schaatsen geproduceerd werden. In de jaren '60 kwam de klad daarin en de ene na de andere fabriek sloot. Gauke Bootsma wilde dit erfgoed veiligstellen en kon tot zijn verbazing de hele inboedel van een fabriek gratis meenemen: "Anders gooien we het toch weg."
De beheerder werd weggeroepen. Rien de Roon, in het verleden een begenadigd marathonschaatser, was gearriveerd. Toen ik een klein half uur later het zeer interessante gedeelte van de Elfstedentocht bekeek, raakte ik met de fabrikant van de Ridero-schaatsen aan de praat. Hij bleek de mede-Vennepers Marcel Pennings en Peter Baars goed te kennen.
De tentoonstelling over de Tocht der Tochten bevatte veel relikwieën, zoals de schaats met de hap eruit, waarmee Evert van Benthem zijn eerste Elfstedentocht won en de afgezette teen van Tinus Udding.
We kochten als souvenir een klerenborstel met Hindelooper motief en een mok met "16e Elfstedentocht 2012"!
Rond het middaguur reden we naar het huisje van de fotograaf van 11 februari.
Bij de andere zijde van zijn prachtig gelegen huis zette hij Ada en mij op de foto. Tevens werden we binnen op thee en een gevulde koek getrakteerd.
Han was bijzonder verguld met de foto van zijn hand op de omslag van "De Elfsteden toch gereden".
Zijn zoon, zijn schoondochter en een kleinkind stonden ook op de foto.
Om 1 uur verlieten we Hindeloopen, na nog wat gedwaald te hebben door dit schilderachtige stadje.
Het was droog, toen we richting Workum reden, maar al vrij snel was er een reden, om de regenbroek maar weer aan te trekken.
In Workum kwamen we langs de plek, waar Jaap de Gorter en ik in 1997 gefilmd zijn voor het Jeugdjournaal.
In Workum was er een toeristenmarkt. Ze verkochten er ook Fryslân-bikini's, maar daar trapte Ada niet in.
Even later trapte Ada met mij naar Parrega, waar we op een bankje in de luwte ons in Workum gekochte brood aten. Zonder regenbroek en jas fietsten we via Tjerkwerd naar Bolsward.
Normaal gesproken is dit de stad, waar je op de helft van de tocht bent, maar daar we in Stavoren gestart waren, ging dat voor ons niet op.
Het centrum van Bolsward is trouwens erg mooi. Op de schaats zie je dit niet, want de gracht naar het centrum van de stad is gedempt.
Bij de bakker namen we cappucinno en chocomel en een taartje met de naam "Zieltje". Ada en ik deelden er een. We zijn immers zielsverwanten.
Er stond een niet bepaald zielige wind, toen we in het zonnetje naar Schettens toe reden om via Wytmarsum, Grauwe Kat en Arum naar Kimswerd te fietsen, waar je je op de hoge walkant moest hijsen bij de Tocht der Tochten.
Op dit traject besloten we, dat Harlingen voor vandaag ons einddoel zou zijn.
We reden langs de Scholengemeenschap Simon Vestdijk, die afkomstig was uit deze havenstad, en passeerden het station, waar we in februari een flink eind moesten klûnen.
De Westerzeedijk was snel gevonden en na de tent opgezet te hebben ging Ada boodschappen doen, terwijl ik ons tijdelijke onderkomen inrichtte. Ondanks de harde wind zaten we redelijk luw achter een rij bomen en struiken op "De Zeehoeve" .
We aten rijst met gemengde groente en gehakt, met vruchtenyoghurt toe.
Tijdens de maaltijd zagen we het weerbeeld van deze zomer voor onze ogen. De camping lag in de zonneschijn met enkele schapenwolken, terwijl er een donkergrijze lucht pal naast hing.
Op het moment, dat ik de vaat deed, stortregende het. "It giet oan!"
Een minuut of 10 later was het weer droog en een kwartier later wandelden Ada en ik op deze startdag van de Elfstedenroute, waarop we 58 km gefietst hadden, naar de Waddenzeedijk. Het zicht was zeer helder. Links kon je de Afsluitdijk zien liggen, schuin rechts de contouren van Terschelling.
In het restaurant van "De Zeehoeve" namen we na de wandeling langs de Waddenzee thee, warme chocolademelk en Grimbergen blond, terwijl Ada verder las in "Tonio" en ik het dagboek bijwerkte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten