Op de fiets op weg naar de Vogelplas zag ik een merkwaardig natuurverschijnsel: een bloedrode zon, die boven het wolkendek uit kwam. Het beloofde dan ook een mooie dag te worden, temeer daar er weinig wind stond bij temperaturen van een graad of 2 onder nul.
Bij de Vogelplas aangekomen zag ik, dat leden van IJsclub "Nut en Vermaak" uit Stompwijk, net als vorig jaar, een grote en vrij brede baan hadden geveegd in de vorm van een laars.
Toevalligerwijze kwamen Bert Raaphorst, Marja van Vliet en ik in dezelfde volgorde aan bij de opstapplaats bij de boerderij als gisteren. Ik zat op de bank mijn kluunschaatsen aan te trekken en zei tegen de net gearriveerde Bert Raaphorst: "Kijk, Bert, daar komt Marja aangelopen."
"Nee hoor", zei een vrouw, die op de andere punt van de bank zat: "Ik ben er al. Ik heet Marja"."
"Dat kan niet", gaf Bert als antwoord: "Marja van Vliet is de echte Marja!"
"Dus ik ben een onechte Marja?", kwam er bedremmeld uit haar mond.
Hierover kwamen we snel tot overeenstemming. Na de onechte Marja het telefoonnummer van Slachtofferhulp overhandigd te hebben vanwege een ernstige identiteitscrisis, reden we met Hans van der Plas de geveegde baan op voor onze eerste rondjes. Op de baan langs de Kniplaan zagen we Aad Berg op kop sleuren van een treintje met Michel, Henk en Jan Versteegen. Na 2 rondjes van 1,2 km werden we ingehaald. Hans haakte aan bij deze snellere groep, terwijl wij met René Strelzyn, die net was gearriveerd, in een iets rustiger tempo onze rondjes reden.
Om 11 uur verliet de Versteegen-groep de goed glijdende Vogelplas. Wij reden door tot half 12, toen ook Marja naar huis moest fietsen. Wij namen toen onze eerste rustpauze.
We aten een plak snijkoek, wat krentenbollen en dronken thee en beklaagden degenen, die nu met dikke dooi aan de oevers van de Weissensee zaten, terwijl er vlak bij huis wel op natuurijs geschaatst kon worden.
Met een blik op de besneeuwde Vogelplas merkte Bert op: "Dit is de Hollandse Weissensee!"
Na een dik half uur schaatsen op deze prachtige dag zaten er wat rode plekken op de verder smetteloos witte Vogelplas. René was in een scheur gereden en had een bloedende snee in zijn wang. Hij moest ons zodoende helaas verlaten.
Achteraf viel het allemaal gelukkig mee. Het ziet er vaak erger uit, dan het is.
Met zijn drieën reden Bert, Hans en ik tot 1 uur onze rondjes. Ik nam een tweede pauze, terwijl zij hun schaatsen uit trokken. Ik reed met Hans Post een paar baantjes, toen wij Willem van Vliet ontwaarden. Die vertelde, dat er vermoedelijk donderdag in de Kop van Overijssel al toertochten georganiseerd zouden worden. Dat werd beaamd door Dick de Bles, die ook net op het ijs was verschenen.
Zodoende werden plannen gesmeed om morgen al naar de Kop van Overijssel af te reizen en daar lekker over de gebaande paden te schaatsen. De Wieden en de Weerribben zijn prachtig in ieder jaargetijde, maar zeker in de winter. Dat gaat dus genieten worden!
Ondertussen reden Willem en ik een stuk of 10 rondjes, waarbij ik halverwege even met mijn collega Aafke van Duijn praatte.
Marco Tiller kwam ook nog even genieten van de Hollandse wintersport pur sang. Met hem reden we nog een paar rondjes, alvorens ik uit ging rijden. Morgen en overmorgen ben ik op de Wieden en de Weerribben te vinden, dus ik moest me een klein beetje sparen.
Met Wim van de Ven, de voorzitter van de Katwijkse bibliotheek, reed ik een stukje op, net als met met Aafke, alvorens ik om 3 uur de Vogelplas verliet na bij de bouwkeet een gevulde koek en warme chocolademelk te hebben gekocht.
Bij het vertrek sprak ik nog even met prins Adrie, over wie je hele boeken kunt schrijven.
Hij vertelde me, dat er aan het eind van de middag extra banen geveegd zouden worden op de Vogelplas. Ook al ben ik er zelf niet bij, ik wil een bezoek aan dit goed glijdend natuurijs van harte aanbevelen. Met 6 schaatsdagen op rij op dit meertje dicht bij huis meen ik enig recht van spreken te hebben.
Het is er gezellig en er wordt niet moeilijk gedaan of je echt bent of onecht....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten