Een kleine 2 jaar geleden overleed mijn trainingsmaat en schaatsvriend Dick van Beelen aan de gevolgen van kanker. Daar wij ongeveer dezelfde maat hadden, kreeg ik een stapel sportkleding van hem. Ik was van plan om de eerstvolgende Halve marathon van Katwijk in zijn kleding te lopen.
Door alle acties rond de nieuw te bouwen 333-meterbaan, waarbij ik nauw betrokken was, koos ik er toch voor om in het hardloopshirt van de Leidse IJshal te starten.
Denk nu niet, dat het voor een lid van de IJVL moeite kost om in kleding van IJsclub "Voorwaarts" te starten. Schaatsers zijn wat dat aangaat heel flexibel. Er zijn omgekeerd ook Katwijkse schaatsers, die maar wat blij zijn als ze IJVL-kleding aan mogen trekken.
Om kwart voor 11 nam ik afscheid van mijn vrouw en onze kleinzoon, die een nachtje bij ons gelogeerd had en fietste naar de Hoofdbibliotheek in Katwijk. Op mijn werk kon ik mijn fiets veilig stallen. Vandaar wandelde ik naar de Boulevard, waar om 12 uur het startschot zou klinken.Vlak voor de start barstte uit het grauwe wolkendek echter een korte, maar pittige regenbui los. Zodoende konden we nat aan de start beginnen en was het eerste deel van de 21,1 kilometer letterlijk een warming-up. Temeer daar er een flinke wind uit het zuidwesten waaide.
Dat was in de duinen echter het minste probleem. Doordat de buien van vandaag bovenop die van de afgelopen dagen kwamen, waren er zeer veel diepe plassen op de schelpenpaden.
Dit betekende, dat je de keuze had om dwars door alle plassen te banjeren, met de kans op blaren aan het eind van de loop, of de plassen mis te houden. Daar iedereen hetzelfde plan had, stroopte het af en toe aardig op. Zodoende kwam ik tot de ingang van het Panbos niet lekker in mijn ritme.
In het Panbos brak de zon door, zodat de kleding aardig kon drogen. Daarnaast waren er beduidend minder plassen en had je er meer ruimte, waardoor ik eindelijk in mijn ritme kwam.
Bij het verlaten van het bos werd de schade wat dat aangaat aardig ingehaald. Er waren minstens 100 plassen tot aan Wassenaarse slag. Soms kon je er omheen slalommen. De strandstoelslalommen bij de strandtrainingen wierpen hun vruchten af. Soms kon je er met een zweefsprong overheen. Deze halve marathon had wat dat aangaat veel weg van een steeplechase.
Ik doopte het om in de Dick van Beelen steeplechase. Want ik mag dan de naam hebben, dat ik een trainingsbeest, Dick was nog een graadje erger. Ik herinner me nog, dat we een uur of 4 geschaatst hadden op de Gouwzee. De volgende dag deden we dat wederom. Dick vertelde, dat hij na thuiskomst "nog even" 10 kilometer door de duinen ging lopen....
Het met zweefsprongen over plassen springen is maar beperkt mogelijk. De sprongen kosten meer kracht en gaan op den duur ten koste van de souplesse.
Het parcours van het Panbos naar Wassenaarse slag was mijn beste deel. We hadden tegenwind, maar ik liep lekker en haalde een loper of 20 in. Deze terreinwinst ging volledig verloren op het strand.
Het was symbolisch voor de verloren strijd voor een 333-meterbaan. Maar we hebben door jarenlange inzet uitzicht op een prachtige ijsbaan van 250 meter lengte in Leiden. Daar kijken we nu reikhalzend naar uit.
Ik kan niet zeggen, dat ik op het strand tijd verloren heb, maar ik werd door minimaal 30 lopers ingehaald. Ik kon gewoon de snelheid niet ontwikkelen, die andere lopers wel in de benen hadden.
Ik was op de eindstreep 10 seconden langzamer als vorig jaar. Met startnummer 39 leverde ik zegge en schrijve 1 plaats in. Nu 243e, toen 242e.
Het verval is dus ingetreden, maar in dit tempo hoor je mij niet klagen. Met mijn duurvermogen kan ik dus nog heel lang mee....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten