Gisteren verschenen er allerhande berichten over de immuniteit tegen het coronavirus.
Op de site van de NOS verscheen een artikel onder de titel "Milder coronaklachten lijken minder antistoffen op te leveren". De vraag werd opgeworpen, of milde klachten tot immuniteit leiden. Het zal zonneklaar zijn, dat wie veel antistoffen heeft, voldoende immuniteit heeft opgebouwd voor de rest van zijn leven om het coronavirus te kunnen verslaan.
Marjolein van Egmond, hoogleraar immunologie aan het Amsterdamse UMC, plaatst hier een kanttekening bij. Antistoffen vertellen niet het hele verhaal. Naast het aangeleerde immuunsysteem, dat deel dat continu bijleert en antistoffen aanmaakt, heb je ook een aangeboren immuunsysteem. Wellicht dat dit deel van de lichamelijke afweer de virusdeeltjes zo snel opruimt, dat het aangeleerde immuunsysteem niet erg actief is geworden er er dus weinig antistoffen worden aangemaakt.
Ik heb vanmorgen boodschappen gedaan bij "De Helianth" en heb mijn Langlaufschoenen weggebracht naar de schoenmaker in de Bakkersteeg, waar gekeken wordt of de kleine scheurtjes in de kunststof bovenlaag weggewerkt kunnen worden.
Daarnaast heb ik 11 kilometer hardgelopen over mijn standaard route met 4 keer heen en weer op het rustige weggetje. Tijdens die 7,2 kilometer passeerden 4 auto's, 2 tractoren en 1 fietser mij. Waar vind je dit nog midden in de Randstad?
In het zonnetje maakte ik vitamine D aan, dat mogelijk helpt tegen het coronavirus. Want al lopend werkte ik aan het verhogen van mijn weerstand. Maar dat kun je ook fietsend en schaatsend. Hoe zwaarder de omstandigheden, des te meer weerstand bouw je op!
Zelf heb ik vanaf mijn geboorte al moeten knokken. Voor mij had mijn moeder 3 miskramen gekregen. Met DES-hormonen ben ik binnenboord gehouden. Bij mijn geboorte was ik vel over been.
Gedurende mijn eerste levensjaar heb ik een paar keer op het randje gelegen. Zozeer, dat mijn ouders bang waren, dat ik de volgende ochtend niet zou halen.
Maar ik overleefde en bouwde intussen een goede weerstand op.
Dusdanig, dat ik daarna niet vaak ziek ben geworden. In de ruim 5 jaar, die ik bij de Openbare Bibliotheek van Leiden heb gewerkt, ben ik letterlijk 1 dag ziek geweest. Met een buikgriep kun je niet werken.
Ik schat in, dat het gemiddelde in de 35 jaar bij Openbare Bibliotheek Katwijk op 2 dagen per jaar ligt. Bij iedere verkoudheid doe ik mee, maar meestal kan ik er gewoon mee doorwerken. Met de jaarlijkse griep lukt dat meestal ook, maar af en toe dwingt mijn lichaam mij toch tot bedrust. Een groot voordeel van een goed getraind sportlichaam is, dat je vaak snel herstelt.
Toch blijf ik heel voorzichtig met het coronavirus. Ik ga er van uit, dat mijn weerstand goed is, maar je hoeft het noodlot niet te tarten. Het voelt een beetje als schaatsen op vrij dun ijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten