Na de frisse start van de dag werd het met het uur warmer. Het was een ideale dag voor een fietstocht.
Bij fietsenmaker Van Vliet maakte ik een afspraak voor de jaarlijkse opknapbeurt van mijn Batavus Galibier, waarna ik in mijn wielerkleding bij een paar winkels in de Breestraat nog wat boodschappen deed.
Via Leiderdorp reed ik over de Ruigekade naar de Wijde Aa. Over de dijk trapte ik naar Woubrugge toe.
Bij het monument voor het verdwenen dorp Jacobswoude at ik mijn banaan, voordat ik verder fietste naar Langeraar om langs de zuidzijde van de Langeraarse plassen en Papenveer bij Jan van der Hoorn te belanden.
De ronding met een diameter van 23 meter werd weer hersteld. Terwijl de ruwe kant van de slijpstenen weer "open" werden gemaakt, bekeek ik het kleine schaatsmuseum in de door een van de vijf winnaars van de Elfstedentocht van 1956 gestichte schaatswinkel.
Het was een lust voor het oog.
Na betaling fietste ik via Papenveer naar het fietspad door de Langeraarse plassen, waar ik op een bank in de schaduw mijn boterhammen op at. Via Langeraar kwam ik bij Rijnsaterswoude bij de Braassemermeer uit.
Bij Woubrugge nam ik het pontje, dat me aan de westzijde van de Wijde Aa bracht. Met een andere fietser, die overgezet was, reed ik op tot Hoogmade.
Door de geboorteplaats van mijn moeder reed ik via de Boskade naar Leiderdorp, waar ik in de Munnikenpolder langs de Does fietste. Via de skeelerbaan reed ik op huis aan.
In het zeer aangename fietsweer had ik 60 kilometer gereden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten