Na een koude nacht met op klomphoogte een paar graden vorst, deed ik vanmorgen boodschappen bij Odin in Voorschoten. Na de lunch fietste ik met mijn vrouw naar de volkstuin. Het was inmiddels wel opgewarmd, maar alleen uit de wind en in de zon was het aangenaam te noemen.
Afgelopen zaterdag had ik tuinaarde naar de bijentuin gekruid.
Daarmee mocht ik nu aan de slag. Met een gaasbak mocht ik gaan zeven. Ik moest de grond van de plantenresten af zeven en de planten daarna in de compostbakken kiepen.
Ik voelde me af en toe een goudzoeker.
Alleen vond ik geen goud, maar slechts een handvol witte bonen, waarmee we nieuwe bonen op kunnen kweken. Wie het kleine niet eert....
Daarover gesproken: op weg naar huis maakten we nog een fietsritje door de lommerrijke Wassenaarse dreven. Er waren wel wat optrekjes te vinden, die het kleine duidelijk ontgroeid waren. In een minibieb zagen we deze gedichtenbundel van Ivo de Wijs op ons wachten.
Het zeven had dan wel geen goud opgeleverd, maar dat heb ik niet nodig. Ik ben getrouwd met een vrouw met een gouden hart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten