vrijdag 18 februari 2011

Artiesteningang

Het is niet gebruikelijk, dat ik een donderdagochtend niet ga schaatsen. Toch gebeurde dat gisteren. De Carmina Burana van Carl Orff stond op het programma van de Leidse Scratchdagen en met mijn vrienden van Schelvispekel.
Om 9 uur vertrok ik op de fiets naar het huis van Jaap de Gorter, waar ik mijn fiets veilig stalde en naar de Pieterskerk wandelde. Het was een drukte van belang. Toevallig kwam ik bij het Rapenburg mijn vrienden tegen. Bas Warnink meldde mij, dat Nel helaas ziek was. Met Tim de Beer en Annemieke Dol liepen we naar de ingang van de Middeleeuwse kerk, waar we plaats namen op onze plek op de tribunes.
Onder de bezielende leiding van Hans van der Toorn begonnen we om kwart voor 10 aan de repetities met operaliederen van Giuseppe Verdi. Net als vorig jaar stak de dirigent in een grootse vorm en met veel humor wist hij ons de hele dag te vermaken met snedige opmerkingen als iets niet helemaal klonk, zoals het de componisten ooit voor ogen stond.

Maar gaandeweg de dag kwam er toch het gevoel, dat het zou gaan lukken. Zelfs het moeilijkste deel van de Carmina Burana, het mannenkoor "In taberna", kon slechter. Hans van der Toorn begon 's ochtends de toon te zetten met een verwijzing naar dit moeilijke lied: "En heren, kijken jullie ook al uit naar de kroegscene?"

En toen we vastliepen bij de moeilijkste zinnen, kwam daar een snaakse opmerking bij de zinsnede "Octies pro fratribus perversis": "Daar weten we inmiddels alles van!"

Zo ging het de hele dag door met deze stand-up comedian als dirigent.
Tijdens de scabreuze liefdesliederen kwam de premier van Italiƫ, Silvio Berlusconi, ook nog even om de hoek kijken.

Tijdens de pauzes kwam ik een hoop bekenden tegen, zoals mijn collega's Evelien Steenbeek en Janny Zierikzee en haar man Arnold, maar ook IJVL-lid Jacqueline Waasdorp en zowaar ook nog Roel Visser, een oud-klasgenoot van Pedagogische Academie "De la Salle".
Tussen de middag gingen we een wandeling maken door het mooie centrum van Leiden. In het lenteachtige weer liepen we via het Rapenburg en de Jan van Houtkade en de Vliet weer terug naar de Pieterskerk. Na de middagsessie konden we om half 6 aan tafel in "La Bota", waar trainingsmaat Michel Versteegen ons verwelkomde.
Het eten in "La Bota" was zoals gewoonlijk lekker en het is nog betaalbaar ook. We hadden alleen niet veel tijd om uit te buiken, want we moesten onze buikspieren in de Pieterskerk gaan gebruiken om te gaan zingen in een koor van 500 man. Ada, die met ons gegeten had, ging half grieperig naar huis en ze miste zodoende een redelijke uitvoering van liederen uit o.a. "Nabucco" van Verdi en een goede uitvoering van de Carmina Burana.

Naast me zat een man, die dit werk van Orff al in 1953 gezongen had. Toen zat hij in een jongenskoor.
Maar het was natuurlijk geen toeval, dat deze uitvoering goed ging. Het is dit jaar de 23e keer, dat de Leidse Scratchdagen gehouden werden. Bovendien werd ik 's avonds voor het eerst van mijn leven binnengelaten via een Artiesteningang. En dat schept verplichtingen....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten