zondag 29 maart 2009
Circuitrun
Als kind mocht ik in de zomervakantie een week mee met mijn schoolvriend Gert Dol. Zijn vader werkte in de bouw en 2 bouwketen waren ons onderkomen in Zandvoort aan zee. We gingen die vakantie regelmatig kijken op het circuit. We kropen onder de hekken door en keken naar de trainingen. Na die vakantie ben ik nooit meer op het circuit geweest, tot vorig jaar eenmalig de Circuitrun gehouden werd. Ik heb, ondanks dat mijn vader een eigen vrachtwagenbedrijf had, niets met auto's, laat staan met autoracen.
De eerste editie was, ondanks de stromende regen, een groot succes. Zo groot, dat we dit jaar op herhaling mochten. Met Jaap de Gorter en Ruud, een medewerker van de KLM, zaten we om 11 uur in de trein naar Haarlem. Ook Robin Tichler zat bij ons in de coupé. In Haarlem moesten we overstappen, daar dit het eindpunt van de trein was. We stonden op het perron en.....konden in dezelfde trein stappen, daar onze trein doorging naar Zandvoort. De trein zat propvol.
In Zandvoort kwam Ruud zijn collega René tegen. Met zijn vieren wandelden we naar het circuit. De zon brak door de bewolking, maar er stond een pittige wind. De fleece ging in de rugzak, die we afgaven bij de bewaakte garderobe. Om 1 uur gingen de topatleten van start. Als opwarmertje kregen we te horen, dat Mica Kogo, Keniaan van beroep, in Zuid-Limburg met 27.01 een wereldrecord op de 10 km op de weg hed gelopen. Zelf had ik dit niet in mijn schema opgenomen.
Om kwart over 1 mocht ons vak van start. Jaap en ik stonden vrij voorin, zodat je de eerste paar kilometer lekker door kon lopen. Na een kilometer of 3 begon het slalommen om de staart van de groep, die voor ons gestart was, te ontwijken. Het is trouwens best raar om op het circuit te lopen. Op de televisie ziet het er vrij vlak uit, maar in werkelijkheid loop je vrijwel constant schuin. In de bochten verwacht je dit, maar ook de rechte stukken waren schuin naar links of rechts.
De eerste 4 km ging in 18.28. Dit was best een snelle start. We verlieten het circuit om naar het strand te lopen. Het was eb, dus we hadden gelukkig een breed hard strand, terwijl de noordwesten wind er ook voor zorgde, dat we de wind hier in de rug hadden. Met het lentezonnetje erbij kreeg ik het vrij warm, dus mijn TNT-jack ritste ik open. Als je in zo'n jack loopt, krijg je af en toe "Hup Angenent" te horen.
Na ruim 2 km strand mochten we gaan klimmen om over de zuidboulevard naar de tweede drinkpost te rennen. Met 38.07 had ik ruim 19.30 over de tweede 4 km gelopen. Met de wind tegen liepen we naar het noorden. Tot mijn stomme verbazing zag ik Jim Dekkers, met wie ik op donderdagochtend altijd schaats, als verkeersregelaar staan. Hoe komt iemand uit Leiderdorp in Godsnaam als vrijwilliger in Zandvoort terecht?
Door de winkelstraat daalden we af en met de laatste 4 km in 19.24 was mijn totaaltijd 57.31, een halve minuut boven mijn tijd van vorig jaar.
Ook Jaap de Gorter zat een halve minuut boven de tijd van vorig jaar. Maar toen hadden we samen al een keer 25 km gelopen. Het gemiddelde van 12,5 km per uur is gewoon goed, net als de klassering: 604e van de 4918 mannen senioren.
Op de terugweg kregen we te horen, dat we in Haarlem uit moesten stappen, daar dit het eindpunt was. Toen we uit de volle trein waren, zagen we op het perron, dat we weer in konden stappen: het was de stoptrein naar Den Haag. Herman Kuiphof zou zeggen:"Zijn we er toch weer ingetuind...."
woensdag 25 maart 2009
De Hobbit
Het was een bewolkte, vrijwel windstille zondag, 1 februari 1976. Het was mijn moeders 64e verjaardag en het vroor een graad of 5. Met een stuk of 10 vrienden, waaronder Bas Warnink, Nel Arends, Wim Beenakker en Joep Kapiteyn, die van ons allemaal de mooiste slag had, hadden we afgesproken op de landijsbaan in Nieuw-Vennep. De meesten hadden, net als ik, lang haar, hetgeen in de vrieskou niet bepaald vervelend te noemen is. Ik had die week al een paar keer geschaatst, want ik had het begin januari 1976 wel gezien in 5 Atheneum op het Fioretti-college en was me aan het voorbereiden op het staatsexamen VWO. Hetgeen inhield, dat ik baas was over mijn eigen tijd en dus die week vaak op het natuurijs te vinden was.
Mijn vrienden waren net als ik ongetrainde schaatsers. In de winter van 1971 kon je voor het laatst op natuurijs schaatsen, en dat was al 5 jaar geleden en kunstijsbanen had je toen nog niet zoveel. Wat dat aangaat hadden de jaren '70 toch wel wat weg van het afgelopen decennium. We reden dus met een vrij grote groep onze rondjes en ik zat een beetje in de middenmoot: niet snel, maar ik kon het wel lang volhouden. Net als nu, dus.
Ik zal deze dag niet snel vergeten, want toen heb ik voor het eerst tegen iemand gezegd, dat ik de Elfstedentocht wel eens wilde gaan schaatsen. Het antwoord van Nel was van verbluffende eerlijkheid: "Dan mag je wel veel gaan trainen!"
Nu we het toch over directheid hebben, Nel heeft het niet van een vreemde. Op haar verjaardag vond haar vader, dat wij te lang bleven plakken en om een uur of 2 kwam hij met een stapel jassen binnen: "Jongelui, mag ik even jullie aandacht? Van wie is deze jas?" Met deze gevleugelde uitdrukking, die ons de rest van ons leven zou bijblijven, stonden we 10 minuten allemaal buiten.....
Om even op het trainen terug te komen: in die jaren stond mijn hoofd daar niet naar. Ik vond stappen veel leuker. Dat deden we dan ook na een paar uur geschaatst te hebben. We gingen met een man of 10 van de ijsbaan naar het hippies centrum, pardon, het jongerencentrum "De Hobbit", in die jaren onze stamkroeg.
In die jaren trad de Hobo String Band uit Aalsmeer heel vaak op in "De Hobbit" en haar voorganger "Lambiek", gehuisvest in mijn oude R.K. lagere jongensschool Sint-Jozef.
In "De Hobbit" werd die middag "Pink Floyd at Pompeii" gedraaid op een groot scherm. Wat me in die film met prachtige muziek vooral trof, was het stuk, waar je het lava zag pulseren, precies in het ritme van "Echoes".
Onder het nuttigen van Skol en tosti's genoten we volop van de prachtige muziek van Pink Floyd op deze zondagmiddag in Nieuw-Vennep. Op natuurijs schaatsen en daarna met vrienden doorzakken in "De Hobbit" was een zeldzame combinatie. Zeldzaam mooi!
zondag 22 maart 2009
Voorschotenloop
Het was een groot vraagteken. Hoe zou het gaan bij de Voorschotenloop, waar ik de 10 Engelse mijl zou gaan lopen op de dag, nadat ik in totaal 101 km gefietst had? Om 12 over 12 kon ik het antwoord verwachten, daar toen het startschot klonk. Waar ik geen vraagtekens bij had, was het parcours, dat grotendeels liep over wegen en paden, waar ik heel vaak train.
De eerste 2 km gebruikte ik om in te lopen. Niet vooraan beginnen, maar ongeveer halverwege de tweede helft van het deelnemersveld. Na een paar kilometer lopen waren de spieren op temperatuur, maar bij het versnellen richting station Voorschoten voelde ik mijn bovenbenen toch wel. Vlak voorbij het station, ruim voor de 3 km, haalden we de eerste deelnemers aan de 10 km in, die 6 minuten voor ons gestart waren.
Het was zonnig weer, maar er stond een straffe, koude wind. We hebben gisteren enorm geboft met het weer bij de Joop Zoetemelk Classic! Langs het spoor hadden we de wind zij tegen, dus het was het handigste om aan de staart van een groepje te lopen. Dit deed ik tot de eerste drinkpost net voorbij de tunnel naar het Horstlaantje. Bij het drinken verloor ik de aansluiting met mijn groepje, terwijl er geen groepje vlak achter me zat.
In mijn eentje liep ik richting Leidschendam, waar we opnieuw onder de spoorweg door gingen richting kasteel Duivenvoorde. Aan mijn kuiten kon ik voelen, dat ik vandaag niet al te diep moest gaan. Op souplesse lopend werd ik bijgehaald door een groepje van een man of 6, waar ik vanaf km 7 verder het grootste deel van de Voorschotenloop mee optrok.
Halverwege de 16,1 km stond er 39 minuten op de klokken, dus het schema van onder de 1.20 blijven hoefde niet aangepast worden. Over het mooie terrein van Duivenvoorde liepen we naar de Kniplaan, waar we nog een lus moesten lopen langs de Vliet. Terug op de heenweg gingen we naar Voorschoten, waar we door de bosjes en weilanden achter Rosenburgh weer naar het fietspad langs het spoor liepen.
De laatste paar kilometer werd ik nog door een twintigtal lopers ingehaald, die nog wel konden versnellen. Dat zat er bij mij niet in. Ondanks de zware bovenbenen kon ik vlak blijven lopen. De tweede 8 km ging nagenoeg net zo snel als de eerste, zodat ik met een totaaltijd van 1.18.36 als 135e over de finish kwam. Het was een mooi maar zwaar trainingsweekend geweest. Ik ben benieuwd, hoe het traplopen morgen gaat....
De eerste 2 km gebruikte ik om in te lopen. Niet vooraan beginnen, maar ongeveer halverwege de tweede helft van het deelnemersveld. Na een paar kilometer lopen waren de spieren op temperatuur, maar bij het versnellen richting station Voorschoten voelde ik mijn bovenbenen toch wel. Vlak voorbij het station, ruim voor de 3 km, haalden we de eerste deelnemers aan de 10 km in, die 6 minuten voor ons gestart waren.
Het was zonnig weer, maar er stond een straffe, koude wind. We hebben gisteren enorm geboft met het weer bij de Joop Zoetemelk Classic! Langs het spoor hadden we de wind zij tegen, dus het was het handigste om aan de staart van een groepje te lopen. Dit deed ik tot de eerste drinkpost net voorbij de tunnel naar het Horstlaantje. Bij het drinken verloor ik de aansluiting met mijn groepje, terwijl er geen groepje vlak achter me zat.
In mijn eentje liep ik richting Leidschendam, waar we opnieuw onder de spoorweg door gingen richting kasteel Duivenvoorde. Aan mijn kuiten kon ik voelen, dat ik vandaag niet al te diep moest gaan. Op souplesse lopend werd ik bijgehaald door een groepje van een man of 6, waar ik vanaf km 7 verder het grootste deel van de Voorschotenloop mee optrok.
Halverwege de 16,1 km stond er 39 minuten op de klokken, dus het schema van onder de 1.20 blijven hoefde niet aangepast worden. Over het mooie terrein van Duivenvoorde liepen we naar de Kniplaan, waar we nog een lus moesten lopen langs de Vliet. Terug op de heenweg gingen we naar Voorschoten, waar we door de bosjes en weilanden achter Rosenburgh weer naar het fietspad langs het spoor liepen.
De laatste paar kilometer werd ik nog door een twintigtal lopers ingehaald, die nog wel konden versnellen. Dat zat er bij mij niet in. Ondanks de zware bovenbenen kon ik vlak blijven lopen. De tweede 8 km ging nagenoeg net zo snel als de eerste, zodat ik met een totaaltijd van 1.18.36 als 135e over de finish kwam. Het was een mooi maar zwaar trainingsweekend geweest. Ik ben benieuwd, hoe het traplopen morgen gaat....
zaterdag 21 maart 2009
Joop Zoetemelk Classic
Om een uur of 7 werd ik gewekt door een buurman, die de ruit van zijn auto aan het krabben was. Het had dus gevroren, maar het was een stralende lentedag. Om kwart voor 9 zat ik op de racefiets naar Jaap de Gorter, die ik op zou halen. Naarmate we dichter bij het clubhuis van Swift kwamen, werd het steeds drukker. Groepen van 30 fietsers kwamen ons tegemoet. Het eerste deel van de route was dus bekend.
Bij Swift, waarbij diverse Swiftleden me vroegen hoe het met Siebe in Spanje ging, kwamen we Hans Schwarz tegen, een vriend van Jaap uit Vlaardingen. Ook Andrea Landman was er, net als Bert Schotanus.
Met zijn vijven zouden we het grootste deel van de dag samen fietsen. In de grote drukte bij het inschrijven kwamen we o.a. Bert en Timo Staal en Frank en Mark Damen tegen. Zij zouden ook de 75 km gaan rijden. Om half 10 begonnen we in de frisse wind met het eerste deel van de Joop Zoetemelk Classic. We reden over de Vrouwenweg naar Zoeterwoude en vandaar naar Benthuizen. We werden ingehaald door een groep van een man of 20. Normaal gesproken is het lekker om in de luwte mee te pedaleren, maar het tempo wisselde heel erg. Voor de bochten remden ze flink af om meteen na de bocht plankgas te geven. Achteraan is dat effect nog veel erger.
We lieten deze groep maar lopen. Alleen Bert Schotanus fietste nog in deze groep mee. Dat had hij beter niet kunnen doen, want zodoende miste hij de splitsing tussen de 75 en 150 km ter hoogte van Hazerswoude. We reden achter Alphen aan den Rijn langs, terwijl we af en toe werden ingehaald door groepen, waar we dan weer een stuk in de luwte mee konden sluipen. Bij Langeraar, waar de 75 en de 150 km weer bij elkaar kwamen, zagen we bij de ravitailleringspost Bert Schotanus weer. Het was bij deze post een mooi moment om een trainingsjack en de handschoenen uit te doen, daar er om 11 uur toch al een aangename temperatuur was.
Aan de staart van een groepje van 10 man reden we naar Leimuiden, waar ik in mijn TNT-jack met 5 stempelkaarten naar binnen mocht, waar Loek Noest ze afstempelde. Via Bilderdam, met de boerderij, waar de weg over het boerenerf loopt, reden we in een grote groep naar de Westeinderplassen en vandaar naar de brug over de Ringvaart. Nu werd het tijd voor mij om me op kop te zetten van ons groepje, daar we het contact met de grote groep verloren hadden.
Met de wind tegen kon mijn jarenlange trainingsarbeid als polderjongen uit de Haarlemmermeer nu uitbetaald worden. Tot Weteringbrug reed ik samen met Hans Schwarz, die ook beschikt over Ausdauer, op kop, daarna nam ik het kopwerk in mijn eentje over tot we voorbij Oud-Ade waren. Ik was aardig in vorm. De kilometerteller bleef ondanks de tegenwind constant boven de 30 km per uur. En bij het kopwerk is het heerlijk, als je met een triatlonstuur kunt rijden. Ik snap niet, dat wielrenners dit niet standaard op hun fiets hebben zitten. In een peloton kun je er niet mee rijden, maar als je op kop moet rijden of met een klein groepje weg bent, kun je zo veel aerodynamyscher fietsen!
Het stuk naar Leiderdorp kwam er een tractor vlak voor ons rijden. We reden toen zelfs 38. Hans vond dit nog te langzaam en haalde de tractor in, net als Bert Schotanus. Andrea, Jaap en ik lieten ons een beetje uitbollen. Om 10 voor half 1 waren we met 76 km's op de teller terug bij Swift, waar we Aad van den Ouweelen, Sjaak Hartman, Ton Kamerling en Koos Zwaan tegenkwamen. Iedereen had genoten van deze Joop Zoetemelk Classic met een veel mooier parcours dan de eerste editie, waarbij een veelkleurig lint door het Groene hart trok. Het was goed georganiseerd door Swift, waarvoor onze dank. De Joop Zoetemelk Classic, met dit jaar 2900 deelnemers, heeft het in zich een klassieker te worden!
vrijdag 20 maart 2009
Gerard Driessen
Vandaag kreeg ik een mailtje van bestuurslid en trainingsmaat Wil Verbeij, of ik vanavond zin had om om 10 uur nog even te komen klinken op Gerard Driessen, die na 23 jaar de Haarlemgroep op vrijdag getraind te hebben, vorige week is afgezwaaid. Ik moest Wil teleurstellen. Vandaag is mijn trouwdag en dan is de juiste plek voor mij 's avonds gewoon bij Ada.
Derhalve wil ik hier virtueel op Gerard klinken en hem bedanken voor de deskundigheid en de enorme inzet, die hij vanaf de oprichting van de IJVL aan de dag gelegd heeft. Nu heeft de IJVL in haar ledenbestand aardig wat kleurrijke persoonlijkheden, maar Gerard hoort zonder twijfel tot de meest kleurrijke leden.
Toen ik nog niet zo lang lid was, heb ik 1 of 2 jaar droogtraining van deze bioloog gehad. Bioloog zijn was toen bijna een voorwaarde om aan de droogtraining mee te mogen doen: John Val en Leo Beukeboom krikten het percentage biologen in de droogtrainingsgroep naar bijna 20% op.
Het uitgangspunt van Gerard bij de droogtraining was:"Als je niet moe bent, heb je niet goed getraind." Tegen dit uitgangspunt is weinig in te brengen. De enige uitzonderingen zijn de hersteltraining, de training vlak voor een marathon en als je in zo'n blakende vorm bent, dat je gewoon niet moe kunt worden. Inderdaad, de uitzonderingen, die de regel bepalen.
Om dit uitgangspunt duidelijk naar voren te laten komen, geef ik hier het schema, dat Gerard doorgaf, toen hij een keer onverwachts verhinderd was: 15 km hardlopen.
Nu had ik nooit verder dan 10 km gelopen, maar op die bewuste dinsdagavond liep ik vrij moeiteloos de 15 km. En dan is de afstand naar de halve marathon niet zo ver meer. Een maand later liep ik die in 2 uur en 3 minuten. En dat allemaal door het trainingsschema van Gerard!
Naast het geven van droogtraining en schaatstraining heeft Gerard Driessen ook het gehandicaptenschaatsen binnen de IJVL opgezet. De IJVL was een van de eerste verenigingen in Nederland met G-schaatsen. Met Gerard van der Stap heeft hij jarenlang op zaterdagavond de G-schaatsers begeleid en getraind.
Daarnaast heb ik ook het genoegen om in de commissie Opleidingen te zitten. Om de paar jaar geven we een zestal avonden theorie en twee avonden praktijk aan beginnende schaatstrainers om hen de beginselen van de trainingsleer bij te brengen.
Dit gebeurt tijdens de Schaats Instructie Cursus (afgekort SIC). Wie natuurkunde saai vindt, moet eens langs komen als Gerard de natuurkundige principes van het schaatsen uitlegt en dan met prikkelende stellingen de cursisten uitdaagt om over de schaatstechniek na te denken. Temeer daar Gerard, anders dan de meeste trainers, die uitgaan van deelbewegingen, juist uitgaat van de hele beweging en daarin verfijningen aanbrengt.
Heerlijke avonden zijn dit. Ook als je al jarenlang schaatsles geeft, ben je gedwongen om diep na te denken over de schaatstechniek. En dat allemaal in een gemoedelijke sfeer. De biologiestudenten aan de VU boffen maar met zo'n docent.
Met Gerard deel ik trouwens een verleden als milieu-activist. Hij voor Milieudefensie, ik voor Breek Atoomketen Nederland. Op zich zou iedere schaatsliefhebber milieu-activist moeten zijn, want door het broeikaseffect is de kans op natuurijs natuurlijk behoorlijk geslonken. En als we het over natuurijs hebben, dan is Gerard op zijn best. Hij kan hier uitgebreid over vertellen. Prachtige verhalen over bijzondere en soms bijzonder riskante tochten, zoals de keer dat hij schaatssporen volgde op de Braasemmermeer, tot hij halverwege erachter kwam, dat het het spoor van ijszeilers was....
Als je dit allemaal zo leest, zou je Gerard bijna voordragen voor een Koninklijke onderscheiding. En misschien dat Gerard daarom wel gestopt is, voor hij het kwart eeuw als trainer van de IJVL volgemaakt heeft.
Daarom wil ik bij deze Gerard bedanken voor de vele jaren, dat hij als trainer voor de IJVL klaar heeft gestaan. Hopelijk ben je bij de volgende SIC-cursus weer van de partij. Gerard, hierbij een virtueel "Proost" op je gezondheid en als we elkaar weer eens tegenkomen klinken we echt. De paar keer per jaar, dat ik in Haarlem kwam rijden, liet je me (gelukkig) veel rondjes rijden, maar dit rondje hou je van me tegoed!
donderdag 19 maart 2009
Overzomeren
Het woord "overwinteren" is wijd en zijd bekend, de tegenhanger "overzomeren" is dat veel minder. Toch staat het woord in de Dikke Van Dale met als betekenis "de zomer doorbrengen". En dat doen schaatsers volop. De een fietst, de ander skeelert, een derde gaat hardlopen, een volgende doet aan droogtraining en dan heb je er nog heel veel die een combinatie van boventaande manieren gebruiken om te overzomeren.
Zelf ben ik vanochtend begonnen met de zomertrainingen. Gisteren voelde ik bij het traplopen mijn bovenbenen nog, dus ik ben bij de run-skate-run dieper gegaan dan ik aanvankelijk dacht. Het kwam dus goed uit, dat ik dinsdag rust had gepland. Het lopen ging wel weer lekker. Ik kon zonder spierpijn een kleine 10 km lopen in een lekker tempo. De training voor de marathon is begonnen en daarmee tevens de training voor het nieuwe schaatsseizoen. We gaan lekker overzomeren met een helder doel voor ogen!
maandag 16 maart 2009
Losrijden
Bij het traplopen voelde ik, dat ik gisteren toch wel aardig diep was gegaan bij de run-skate-run. Qua zwaarte is de run-skate-run goed vergelijkbaar met een halve marathon, ook qua tijd. De wintertriatlon was wat dat aangaat wel wat zwaarder.
Het kwam mij dus goed uit, dat ik naar Hoofddorp moest voor de cursus "Marketingstrategie voor bibliotheken", een leuke en zeer leerzame cursus. Er stond een zacht windje, het was zonnig weer, dus het was geen straf om 's ochtends de 27 km heen en 's middags de 27 terug te fietsen. Zo kon ik de spieren lekker losrijden.
Het valt na jaren huiswerkvrij geweest te zijn wel een beetje tegen om weer met het fenomeen "huiswerk" geconfronteerd te worden. Maar ook dat went weer snel. Het is wat dat aangaat net als met sporten: als je je ergens op instelt, kun je meer aan dan je in eerste instantie dacht!
zondag 15 maart 2009
Run-skate-run
Nadat de traditionele wintertriatlon na 20 edities een zachte dood gestorven was, kwam er dit jaar een herstart van de feestelijke finale van het schaatsseizoen in de vorm van een run-skate-run. De opzet bestond uit 10 km hardlopen, 15 km schaatsen en tot slot 3 km hardlopen.
Op de brug tussen de Stevenshof en het Morskwartier kwam Leo van der Hoeven naast me fietsen. Hij was die dag jarig en een run-skate-run is een mooie gelegenheid om dat te vieren. Bij de IJshal was het om half 9 al gezellig druk. Het is ieder jaar weer toch een soort reünie. De schaatsspullen werden alvast klaargezet, mijn jongste dochter kwam om kwart voor 9 voor de tellersinstructie, net als de eerste deelnemers aan de jeugdbiatlon, die om half 9 was gestart. Rond die tijd ging ik met de halve droogtrainingsgroep inlopen.
Om 9 uur klonk het startschot. Het was heerlijk loopweer: een graad of 6, een strak blauwe lucht en een niet al te harde wind. Na een kilometer lopen liep ik aan kop van een groepje van een man of 6 met o.a. Hans Boers, Jos Drabbels, Rien Bakker en Mart Moraal. We moesten 2 keer de brug langs de N206 over de Rijn over. Van begin tot eind is deze brug bijna een kilometer lang. Op dit kale stuk voelde je wel, dat het toch niet bepaald windstil was.
Na de brug begonnen Rien Bakker en Mart Moraal, die brons won bij de veteranen, als eersten te versnellen. Jos Drabbels liep ook van me weg: we hadden het 7-kilometerpunt immers gepasseerd. Hans Boers moest ik in de laatste 2 km ook laten gaan. De schade op deze lopers bleef beperkt tot maximaal een minuut. Met een looptijd van 51.34 kwam ik de IJshal binnen.
Terwijl ik mijn schaatsen onderbond, liet Jaap de Gorter zien, dat het wisselen zijn sterkste onderdeel was: hij kwam ruim een minuut na mij binnen en had al 2 rondjes gereden, voor ik de buitenbaan op reed.
Over het schaatsen kan ik kort zijn: dat ging heerlijk. Mijn teller vertelde me, dat iedere kilometer net boven de 2 minuten zat. Ik reed bijna net zo snel als met de taartenwedstrijd. Je bent als diesel in de wieg gelegd of niet. Tot de 50e ronde kon ik lekkere klappen maken op het rechte eind: twee slagen met links en twee met rechts, ronde na ronde. Toen kreeg ik een kleine inzinking. Ik had de energiegel toch moeten nemen voor het schaatsen! Maar goed, een wijze les voor de volgende editie van de run-skate-run.
Met vijf rondjes temporiseren kwam ik het inzinkinkje weer te boven en kon ik weer in het hogere tempo de 75 ronden volbrengen. Met een tijd van 33.48 inclusief het aan en uitdoen van schaatsen en schoenen, lag de effectieve schaatstijd net boven de 30 minuten.
Het meest ongewisse deel van de run-skate-run kon beginnen: lopen nadat je geschaatst had. Dat viel me reuze mee. Met de wintertriatlon was de 300 meter van de school naar de ijsbaan bijna altijd een stukje wandelen of op zijn best een stukje dribbelen: na het fietsen wilden de loopspieren niet meer. Daar had ik nu totaal geen last van. Ik kon gewoon lekker doorlopen.
Tijdens de laatste kilometer beleefde ik het hoogtepunt van de dag: ik haalde Jaap de Gorter in op de manier, die hij al jaren bij mij toepast. Vlak voor de finish passeert hij me. Dit keer waren de rollen eens een keertje omgekeerd. Maar Jaap mocht weer het genoegen smaken om voor Jos Fugers geëindigd te zijn. Je kunt niet alles hebben in het leven....
Het lopen was gegaan in 17.44, wat de eindtijd op 1.43.06 bracht. In het veld met 27 individuele deelnemers eindigde ik als 15e, keurig in de middenmoot. Daarbij wil ik nog een kleine kanttekening plaatsen bij de looptijd van Fons Delforterie, die tijdens de 10 km, die vermoedelijk dichter bij de 11 km lag, vrijwel gelijk met mij bij de ijsbaan kwam, maar over de 3 kilometer bijna 2 keer zo snel was en als eerste loper binnenkwam in 9.23. Is hier soms sprake van een fout parcours?
Van de droogtrainingsgroep was ik na Frank Damen, die keurig tweede was geworden bij veteranen, en na Jos Drabbels, als derde geëindigd. Jaap de Gorter zat vlak achter me, gevolgd door Hans Boers, Wil Verbeij en Andrea Landman, die het zilver bij de vrouwen won.
De Leidse sleutel voor de laatst binnenkomende deelnemer aan de wintertriatlon/run-skate-run was dit jaar een prooi voor Hans Post. Maar wie een beetje verstand heeft van muziek, is hier niet verbaasd over. Eén van de bekendste trompetstukken is immers getiteld: "The last post"!
Na de run-skate-run was het weer gezellig in de kantine van de IJshal, terwijl de jeugd weer aan het schaatsen was. Deze fraaie zondag had veel weg van een familiedag! Wat mij betreft is dit evenement voor herhaling vatbaar, desnoods in licht gewijzigde vorm als biatlon met 100 of 125 rondjes tot slot. Het finishen in de IJshal heeft immers ook wel iets.
Het knelpunt voor een vervolg op deze eerste editie van de run-skate-run zal het aantal deelnemers zijn. Veel schaatsers lopen in de winter niet of nauwelijks. Bij deze bied ik aan, om vanaf 1 januari 2010 een loopgroepje te vormen, die iedere zaterdagmiddag op een vaste tijd gaat werken aan het duurvermogen bij het lopen, zodat er meer deelnemers komen voor de tweede run-skate-run.
Op de brug tussen de Stevenshof en het Morskwartier kwam Leo van der Hoeven naast me fietsen. Hij was die dag jarig en een run-skate-run is een mooie gelegenheid om dat te vieren. Bij de IJshal was het om half 9 al gezellig druk. Het is ieder jaar weer toch een soort reünie. De schaatsspullen werden alvast klaargezet, mijn jongste dochter kwam om kwart voor 9 voor de tellersinstructie, net als de eerste deelnemers aan de jeugdbiatlon, die om half 9 was gestart. Rond die tijd ging ik met de halve droogtrainingsgroep inlopen.
Om 9 uur klonk het startschot. Het was heerlijk loopweer: een graad of 6, een strak blauwe lucht en een niet al te harde wind. Na een kilometer lopen liep ik aan kop van een groepje van een man of 6 met o.a. Hans Boers, Jos Drabbels, Rien Bakker en Mart Moraal. We moesten 2 keer de brug langs de N206 over de Rijn over. Van begin tot eind is deze brug bijna een kilometer lang. Op dit kale stuk voelde je wel, dat het toch niet bepaald windstil was.
Na de brug begonnen Rien Bakker en Mart Moraal, die brons won bij de veteranen, als eersten te versnellen. Jos Drabbels liep ook van me weg: we hadden het 7-kilometerpunt immers gepasseerd. Hans Boers moest ik in de laatste 2 km ook laten gaan. De schade op deze lopers bleef beperkt tot maximaal een minuut. Met een looptijd van 51.34 kwam ik de IJshal binnen.
Terwijl ik mijn schaatsen onderbond, liet Jaap de Gorter zien, dat het wisselen zijn sterkste onderdeel was: hij kwam ruim een minuut na mij binnen en had al 2 rondjes gereden, voor ik de buitenbaan op reed.
Over het schaatsen kan ik kort zijn: dat ging heerlijk. Mijn teller vertelde me, dat iedere kilometer net boven de 2 minuten zat. Ik reed bijna net zo snel als met de taartenwedstrijd. Je bent als diesel in de wieg gelegd of niet. Tot de 50e ronde kon ik lekkere klappen maken op het rechte eind: twee slagen met links en twee met rechts, ronde na ronde. Toen kreeg ik een kleine inzinking. Ik had de energiegel toch moeten nemen voor het schaatsen! Maar goed, een wijze les voor de volgende editie van de run-skate-run.
Met vijf rondjes temporiseren kwam ik het inzinkinkje weer te boven en kon ik weer in het hogere tempo de 75 ronden volbrengen. Met een tijd van 33.48 inclusief het aan en uitdoen van schaatsen en schoenen, lag de effectieve schaatstijd net boven de 30 minuten.
Het meest ongewisse deel van de run-skate-run kon beginnen: lopen nadat je geschaatst had. Dat viel me reuze mee. Met de wintertriatlon was de 300 meter van de school naar de ijsbaan bijna altijd een stukje wandelen of op zijn best een stukje dribbelen: na het fietsen wilden de loopspieren niet meer. Daar had ik nu totaal geen last van. Ik kon gewoon lekker doorlopen.
Tijdens de laatste kilometer beleefde ik het hoogtepunt van de dag: ik haalde Jaap de Gorter in op de manier, die hij al jaren bij mij toepast. Vlak voor de finish passeert hij me. Dit keer waren de rollen eens een keertje omgekeerd. Maar Jaap mocht weer het genoegen smaken om voor Jos Fugers geëindigd te zijn. Je kunt niet alles hebben in het leven....
Het lopen was gegaan in 17.44, wat de eindtijd op 1.43.06 bracht. In het veld met 27 individuele deelnemers eindigde ik als 15e, keurig in de middenmoot. Daarbij wil ik nog een kleine kanttekening plaatsen bij de looptijd van Fons Delforterie, die tijdens de 10 km, die vermoedelijk dichter bij de 11 km lag, vrijwel gelijk met mij bij de ijsbaan kwam, maar over de 3 kilometer bijna 2 keer zo snel was en als eerste loper binnenkwam in 9.23. Is hier soms sprake van een fout parcours?
Van de droogtrainingsgroep was ik na Frank Damen, die keurig tweede was geworden bij veteranen, en na Jos Drabbels, als derde geëindigd. Jaap de Gorter zat vlak achter me, gevolgd door Hans Boers, Wil Verbeij en Andrea Landman, die het zilver bij de vrouwen won.
De Leidse sleutel voor de laatst binnenkomende deelnemer aan de wintertriatlon/run-skate-run was dit jaar een prooi voor Hans Post. Maar wie een beetje verstand heeft van muziek, is hier niet verbaasd over. Eén van de bekendste trompetstukken is immers getiteld: "The last post"!
Na de run-skate-run was het weer gezellig in de kantine van de IJshal, terwijl de jeugd weer aan het schaatsen was. Deze fraaie zondag had veel weg van een familiedag! Wat mij betreft is dit evenement voor herhaling vatbaar, desnoods in licht gewijzigde vorm als biatlon met 100 of 125 rondjes tot slot. Het finishen in de IJshal heeft immers ook wel iets.
Het knelpunt voor een vervolg op deze eerste editie van de run-skate-run zal het aantal deelnemers zijn. Veel schaatsers lopen in de winter niet of nauwelijks. Bij deze bied ik aan, om vanaf 1 januari 2010 een loopgroepje te vormen, die iedere zaterdagmiddag op een vaste tijd gaat werken aan het duurvermogen bij het lopen, zodat er meer deelnemers komen voor de tweede run-skate-run.
zaterdag 14 maart 2009
Nico Scheepmaker
Een van de beste sportjournalisten, die Nederland gekend heeft, is Nico Scheepmaker. Op de radio hoorde ik in "Langs de lijn" een praatje over de Nico Scheepmaker-prijs voor het beste sportboek uit 2008. Als bibliothecaris wil ik de kans niet laten lopen om aan leesbevordering te doen. Ga dus snel naar www.nicoscheepmakerbeker.nl alwaar je t/m 15 april kunt stemmen. Het mooie van deze site is, dat je de titels van 160 vrij nieuwe sportboeken op een rijtje hebt staan.
Uiteraard kan deze bibliothecaris het niet nalaten een paar tips te geven:
Bij de schaatsverhalen vinden we "IJsliefde" van Hylke Speerstra, dat een herdruk is van "Helden van de armoede", "Mijn Elfstedentocht: ware verhalen van en over gewone rijders" van Pieter de Groot en Bonne Stienstra, "It sil heve: 100 jaar Elfstedentocht" van Johannes Lolkema, die o.a. ook "De Tocht der Tochten: de geschiedenis van de Elfstedentocht 1749-2006" heeft geschreven.
Onder het kopje voetbal tref je "Het stadioncomplex: alle tereinen waar in Nederland betaald voetbal is gespeeld" aan, een prachtig bladerboek.
Thijs Zonneveld schreef "Dit is onze tijd: leiders van de Oranje wielerrevolutie" over de aanstormende jonge Nederlandse wielrenners. Thijs Zonneveld heeft een aantal jaren op hoog niveau gekoerst en schreef daarover smeuige verhalen in het Leidsch Dagblad. Dit boek kun je beschouwen als een stukje participerende journalistiek.
Tot slot wil ik een atletiekboek aanbevelen: "Het verwoeste leven van Foekje Dillema: de grootste tragedie uit de Nederlandse sportgeschiedenis" van IJVL-lid Max Dohle, die o.a. "Over één nacht ijs" en "De blokjeslegger van Turijn" schreef. Kortom, bezoek voor 15 april www.nicoscheepmakerbeker.nl en maak uw keuze. Ik heb dat al gedaan en het zal niemand verbazen, dat mijn keus op een van de bovenstaande sportboeken is gevallen.
Taartenwedstrijd
Op vrijdag de 13e maart stond de taartenwedstrijd gepland. Zo laat in het seizoen is deze clubwedstrijd nog nooit gehouden. Het aantal deelnemers was dan ook minder dan de afgelopen jaren. Desondanks was het heel gezellig bij deze wedstrijd over 2 en 4 rondjes in de Leidse ijshal.
Toen ik aankwam bij de ijshal had de IJVL net de Andries Kwik-bokaal gewonnen. Nienke Snel, Willemijn Welvaart en Julie Straver kwamen trots hun medaille laten zien. Als eerste trainer van deze kinderen heb ik een klein beetje bij kunnen dragen aan dit succes. Succes heeft immers vele vaders....
Bij het inrijden op de binnenbaan schoot Max Blondeau mij aan. Woensdag waren de scholierenkampioenschappen geweest, en onafhankelijk van elkaar hadden twee ouders hem aangeschoten, dat de kinderen op vrijdagmiddag zo leuk les kregen! Vooral de speelse aanpak werd erg gewaardeerd. Toch leuk om te horen, dat je inzet gewaardeerd wordt. Wie wat van mijn aanpak over wil nemen: kijk in 2008 onder het kopje "Schaatsles voor beginnende schaatsers".
Bij de taartenwedstrijd kwamen de G-schaatsers het eerst aan bod. Ik heb met Nel Klinkhamer haar rondje meegereden. Vanaf de binnenbaan gaf ik de G-schaatsers nog wat aanwijzingen en vooral aanmoedigingen.
De rest van het deelnemersveld, waarbij de veteranen de grootste groep vormde, mocht daarna aantreden. Het ijs was, zoals gebruikelijk, goed. Gerard Snel (what's in a name?) reed twee clubrecords bij de masters. Dat zat er voor mij niet in. Met 48.17 en 1.34.00 bleef ik zelfs vrij ver boven mijn p.r.'s van 45.25 en 1.25.69. Omgerekend betekent dat ik rondjes 24 gereden heb. Vlak voor ik naar de ijshal ging, had ik gekeken naar de 1000 meter in Vancouver. Daar reden ze rondjes van 25 seconden. De toppers gaan dus bijna 2 keer zo snel: in één rondje zou ik nagenoeg gedubbeld worden!
En om het nog erger te maken: met mijn tijd over 2 ronden, gereden op dezelfde dag op dezelfde baan, was ik alleen bij de jongens mini's als winnaar uit de bus gekomen. Sterker nog, zelfs met mijn p.r. zou ik bij de welpen geen potten hebben kunnen breken.....
Toch heb ik best wel lekker gereden. De rechte einden liepen perfect, maar in de bochten kon ik deze snelheid niet vasthouden. De ronding is bijna uit mijn ijzers, maar er is al te veel van afgeslepen om ze nog een keer te kunnen ronden. En aan het eind van het seizoen moet je niet overstappen op nieuwe ijzers. Ik zal het er gewoon mee moeten doen dit seizoen.
Na afloop stond ik aan de bar met Martin Langbroek en Frank Damen te genieten van de laatste Palm van het schaatsseizoen en vooral van de laatste ritten van de 5 kilometer in Vancouver. Vooral de rit van Enrico Fabris en Trevor Marsicano was van een ongeëvenaarde schoonheid. De 19-jarige Amerikaan won met 12 honderdste van een seconde. Ook Havard Bokko kwam dichter bij wereldkampioen Sven Kramer dan ooit, dus de komende jaren gaat deze Fries geduchte concurrentie krijgen. We gaan mooie jaren tegemoet bij het schaatsen.
Ook van het aandeel van de IJVL daarin, want twee weken na het behalen van het goud bij het wereldkampioenschap junioren door Roxanne van Hemert kwam Laurine van Riessen op de 1500 meter op de 6e plaats op het WK afstanden. De eerste Olympische nominatie is binnen.
Zo ver zal ik het nooit schoppen. Op mijn niveau is er de traditionele taart, waar elke deelnemer een stuk van kreeg, en deze was erg lekker!
vrijdag 13 maart 2009
Uitbollen
Donderdagochtend was de laatste trainingsochtend van het seizoen 2008/2009 van de krasse knarren in de Leidse IJshal. Voor deze gelegenheid had ik een speciaal trainingsschema opgesteld. Beginnend met 12 ronden, daarna 11 en zo aflopend tot 1, tesamen uitkomend op 78 ronden. Met tussen elk blokje 2 ronden rust, in totaal dus 22 ronden, kom je met dit schema uit op precies 100 rondjes.
Het ging, naarmate het aantal rondjes kleiner werd, steeds harder. Hoezo uitbollen?
De laatste ronde mocht Kobus Turk, die met de Special Olympics een zilveren medaille gewonnen had, op kop rijden.
Na afloop gingen we met de hele groep naar de kantine, waar ijsmeester Steef en Dries en Hermien, de vrijwilligers van kassa, door ons werden bedankt. Het was met koffie, warme chocolademelk met slagroom en boterkoek erg gezellig. Zo lieten we de buik een beetje uitbollen....
woensdag 11 maart 2009
Roald Dahl
Op de laatste dinsdagavond van het seizoen was het behoorlijk druk op de ijsbaan. Met Hans Boers een paar blokjes van 10 minuten tot een kwartier getraind voor de run-skate-run van a.s. zondag. Het ene blokje op snelheid, het andere op techniek.
Op de ijsbaan reed ook een heer rond, die veel weg heeft van Roald Dahl. Dezelfde karakteristieke kop, hetzelfde lange, slungelachtige lijf. De Roald Dahl look-a-like heeft trouwens best een goede techniek. Het is een mooi gezicht, als je hem zijn lange benen uit ziet slaan. Hij zou het alleen met wat meer kracht mogen doen, dan zou hij veel aan snelheid winnen. Nu "aait" hij het ijs een beetje te veel.
Nu zal de echte Roald Dahl waarschijnlijk niet of nauwelijks geschaatst hebben. Wales is nou niet bepaald een oord, waar de schaatstalenten voor het oprapen liggen.
Ja, en als we het over Roald Dahl hebben, dan hebben we het natuurlijk wel over de grootmeester van de onverwachte wendingen in de veelal geestige verhalen. Als bibliothecaris kan ik zijn complete werk aanbevelen. En als mij gevraagd wordt, om uit dat werk toch een keuze te maken, dan valt mijn keus op "Boy" en "Mijn jaar". Het betreft het kattekwaad, wat hij zelf in zijn jeugdjaren heeft uitgehaald en hoe zich dat soms tegen hem keerde in de tijd, dat lijfstraffen op school nog tot de pedagogische aanpak behoorden.
Nu het schaatsseizoen is afgelopen, heeft u vast meer tijd om te lezen, en dan is het geen straf om de tijd door te brengen met bovenstaande boeken van Roald Dahl.
maandag 9 maart 2009
Roxanne
Op het eind van het seizoen zijn er altijd de clubwedstrijden. Hier doe ik meestal aan mee, omdat ik dan als niet-licentiehouder een keer een paar afstanden kan rijden. Nu zijn het meestal niet mijn geliefde afstanden: de 500 en de 1500 meter, terwijl ik het moet hebben van het duurvermogen. Ik kom derhalve vaak als drager van de rode lantaarn uit de strijd.
Wie dat niet heeft, is Roxanne van Hemert. Dit IJVL-lid, dat op de Havo een jaar met mijn kunstschaatsende dochter in de klas zat, is vorige week in Zakopane wereldkampioene allround geworden bij de junioren. Voorafgaand aan de clubwedstrijden werd ze gehuldigd door IJVL-voorzitter Sjaak Stuyt en PvdA-wethouder Marc Witteman, die zich actief in wil zetten voor een nieuwe ijsbaan in of vlak bij Leiden. Het is te hopen, dat hij deze week niet struikelt over de Stadsgehoorzaal.
Met Hen van den Haak, Jos Drabbels, Andrea Landman en Paul Verkerk brachten we de tijd voor onze 500 meter door in de kantine van de Uithof. Zowel de 500 meter als de schaatsmijl moest ik aantreden tegen Jens Postma. Over de sprint kan ik kort zijn. Ik bleef met 59.86 maar net onder de minuut, daar ik mee wilde gaan met Jens. Ik bleef daardoor te veel harken en kwam niet lekker in mijn slag.
Voor de 1500 meter nam ik me voor om gewoon lekker op techniek te gaan rijden. Het liep best wel lekker en met 2.52.45 bleef ik 0,14 seconden onder mijn oude persoonlijke record. "Een sluwe verbetering" zei Paul Verkerk. "Je gebruikt de Boebka-methode: iedere keer het record met een heel klein stukje verbeteren. Dat is veel slimmer, dan in één keer een heel stuk van het record af halen." De mentale coach haal je er zo uit!
Met mijn 10e plaats in een veld van 12 veteranen, pardon, masters, had ik dit jaar voor de verandering een keer niet de rode lantaarn.
"Roxanne, you don't have to put on the red light..."
zaterdag 7 maart 2009
Keus genoeg
Het ligt eraan hoe ruim je het begrip sport neemt, of je biljarten als een sport ziet. Conditioneel hoef je er niet echt veel voor te doen. Maar biljarten heeft wel iets, wat ook bij het schaatsen van belang is: je moet je goed kunnen concentreren. Een milimeter naar links of rechts kan al uitmaken, of een bal raak is of mis. Diezelfde precisie moet je met schaatsen ook aan de dag leggen.
Na jarenlang een paar keer per jaar met mijn vriendengroep van "De la Salle" gebiljart te hebben in café "Maaldrift", moesten we noodgedwongen een ander onderkomen zoeken.
De keus viel op Grand-café "De bulls" in mijn geboorteplaats Nieuw-Vennep, een groot snookercentrum met 3 gewone biljarttafels, dat gevestigd is in de voormalige garage van Lexmond. Het was op deze vrijdagavond gezellig druk, maar er waren keus genoeg. Als er biljarten op de televisie is, is het altijd muisstil met een fluisterende commentator, hier stond voornamelijk Nederlandstalige muziek aan van o.a. Guus Meeuwis. Niet echt biljartmuziek.....
Na bijna een jaar niet gebiljart te hebben, viel het in het begin niet mee. Tim de Beer, Joep Kapiteyn, Bas Warnink en Rob Ammerlaan (niet verwarren met de uitgever met dezelfde naam) namen allemaal een voorsprong op me. Bijna de volle twee uur was ik de drager van de rode lantaarn. En toen was ik ook nog zo stom om als eerste een bitterbal in mijn mond te stoppen. Als je de lachers op je hand wilt hebben, moet je dit doen: succes gegarandeerd!
Nadat na diverse grimassen deze gloeiend hete bitterbal eindelijk weggeslikt was en ik mijn mond met wat bier kon koelen, begon het biljarten beter te lopen. Ik kon me beter concentreren en er kwam iets als een "finishing touch". Bas werd met 25 caramboles onbedreigd winnaar, maar ik werd tot mijn verrassing toch nog 2e met 20 caramboles, net voor Tim, Rob en Joep. Het was een gezellige avond geweest, waarbij we veel hebben gelachen (en daar gaat het bij ons biljartspel vooral om) bij de concentratiesport biljarten.
vrijdag 6 maart 2009
Voorjaar
Eind februari ging de temperatuur flink omhoog en schoten de krokussen uit de grond. Vanaf begin januari stonden er al aardig wat sneeuwklokjes in onze tuin in bloei, zodat de tuin paars, wit en groen gekleurd is.
Kortom: het is voorjaar. Het schaatsseizoen loopt ten einde. Dinsdagavond was dat te merken: het was beduidend minder druk in de Leidse IJshal. Zelf voelde ik de naweeën van de 150 km schaatsen in Haarlem. Het liep niet lekker, omdat de spieren niet wilden. Toen om een uur of 9 de meeste hardrijders van het ijs gingen, ging ik rijden in de slag van Wierd Wagenmakers. Hij heeft een heel mooie slag en terwijl ik probeerde zijn slag te imiteren, voelde ik, dat de techniek weer terugkwam.
Donderdagochtend was de groep wat kleiner dan de afgelopen weken, maar het schaatsen ging gewoon lekker. Met de groep werd een pittig tempo gedraaid, maar ik kon het moeiteloos volgen. Ik was dus snel hersteld van de 405 rondjes op de 400-meterbaan in Haarlem. Volgende week is het alweer de laatste week van het schaatsseizoen in Leiden. Dan kunnen we weer meer gaan lopen en fietsen om te gaan werken aan de conditie voor het schaatsseizoen 2009/2010.
Want wat hebben we genoten van de afgelopen winter!
Maar eerst gaan we genieten van het voorjaar.
zondag 1 maart 2009
"Locker bleiben"
Donderdag liep het schaatsen op kunstijs voor het eerst helemaal lekker. Daarvoor liep of de bocht niet goed, of het rechte eind was niet helemaal naar mijn zin. Maar ineens was het gevoel er weer. Ik kon langer diep blijven, kon de druk goed achterop houden en de valbeweging ging ook weer lekker.
De dag erna was de laatste les, zowel bij de buitenschoolse sport als bij de IJVL. Bij de buitenschoolse sport heb ik ruim 25 rondjes gereden op de buitenbaan met Andries, die een maand geleden pas achter het rekje vandaan was. Heel losjes zijn hand vasthoudend reed hij zo 5 km. Zijn ogen glansden helemaal! Hier doe je het als trainer allemaal voor.
Zaterdagochtend nog even een kleine 10 km gelopen met het oog op de run-skate-run, waarbij ik Wim van Huis en Jan Versteegen tegenkwam, die op de racefiets aan het trainen waren.
's Middags op internet gekeken en wat ik al vermoedde, werd bewaarheid: de 5 km-baan in Biddinghuizen was gesloten. Alleen de 400-meterbaan was open. Het had dus geen zin om morgen naar Flevonice af te reizen voor de Nierstichting Elfstedentocht. De keuze ging nu tussen Haarlem en Den Haag. In Den Haag reed het complete TNT-team van Henk Angenent. Ik zou daar eigenlijk heen moeten om Joost Juffermans te bedanken, aan wie ik mijn TNT-schaatskleding te danken heb. Maar Haarlem is een veel gezelligere ijsbaan met ook nog eens beter ijs.
De keuze werd me makkelijk gemaakt, toen ik zondagochtend nog even naar de openingstijden keek. Den Haag ging pas om 10 uur open, Haarlem al om 7 uur i.v.m. de Lastige lijven toertocht. Om 7 uur was ik bij station Leiden. De bewaakte fietsenstalling was nog dicht. Ik besloot mijn fiets mee te nemen in de trein. Helaas ging de eerste trein pas om half 8. Op het station ontbeten en om half 9 kon ik na de dweilpauze in Haarlem beginnen aan mijn geplande 100 km.
Na een rondje of 10 werd ik ingehaald door een groep van een man of 20, die rondjes 49 reden. Ik sloot aan in de staart van dit peloton en bij de volgende dweilpauze stond de teller op 67 rondes. Daarna ging het nog harder: rondjes 47/48. De halve Jobo-trein, waar ik dinsdagavond in Leiden mee rijd, was er ook en ook diverse IJVL-ers, zoals Martin Langbroek, Bert Hoogeveen, Jan Zwetsloot, Ingrid Heijnsbroek en de familie Messemaker. Met 147 rondjes werden we naar de kant gestuurd voor de rondjes van de Zamboni. Het dweilorkest was inmiddels gearriveerd, alsmede een shantykoor uit De Zilk. Kortom, de stemming zat er goed in.
De temperatuur begon voorjaarsachtig te worden, dus mijn fleece ging uit. In het lentezonnetje was het een genoegen om op het spiegelgladde ijs te schaatsen. Je moest wel geconcentreerd blijven, want het was enorm druk en er waren diverse valpartijen, ook een paar keer vlak voor mijn neus. Ik koos er bewust voor om in een iets langzamere groep te rijden, met veelal rondjes 51. Met 216 rondes op de teller oftewel 80 km begon ik om kwart voor 12 aan de officiële Nierstichting Elfstedentocht.
Nu was de drukte op de baan het grootst. Soms reden er wel 4 pelotons naast elkaar en het duurde soms wel 4 ronden voor je zo'n peloton gepasseerd was.
Iedere dweilpauze at en dronk ik wat. De kluunschaatsen zijn op deze dagen een uitkomst. Klik, klik en je loopt van de baan af. Klik, klik, en je kunt weer verder met de ijzers aan de andere schoen. Altijd scherpe ijzers!
Langs de kant van de baan stond een verzorgingspost met o.a. partjes mandarijn en stukjes banaan. Ik reed er naar toe, toen de vrouw achter deze post net een stukje banaan weghaalde, terwijl ze zei:"Die ziet er niet smakelijk meer uit" waarna ik niet na kon laten te zeggen:"Heb je het over de banaan of over mij?"
Om 2 uur werd de totaalstand bekend gemaakt: ruim € 18.000,- werd in Haarlem bij elkaar gereden. Met 360 rondes op de teller had ik er ruim 130 km opzitten. Daarna kregen de 20 mensen, die het meeste sponsorgeld bijeen gebracht hadden, een schaatsclinic van Yvonne van Gennip. Bijna de helft van de groep bestond uit kinderen.
Ik zat daar so wie so niet bij, daar ik ingeschreven stond bij Flevonice, maar als schaatstrainer was ik toch benieuwd, hoe zij les gaf en wat voor oefeningen. Het was toegestaan om de clinic te bekijken. Om met het oefeningen te beginnen: er zaten voor mij 2 nieuwe oefeningen bij. De eerste was om een vuist in je buik te duwen om je rug bol te krijgen. De tweede betrof de valbeweging. Je moest je knieën tegen elkaar doen en dan de valbeweging maken. Door een reflex vang je de valbeweging dan automatisch op, waarmee je je lichaamsgewicht omzet in een voorwaartse beweging.
Yvonne van Gennip gaf zeer enthousiast les. Ze heeft een enorme lichaamsbeheersing. Een klein voorbeeldje. Ze zette één keer af en reed daarna ongeveer 20 meter kaarsrecht op 1 been. Onvoorstelbaar. Maar goed, je wordt niet zomaar drievoudig Olympisch kampioene met als bijnaam de IJskoningin van Calgary!
Aan het eind konden de deelnemers aan de clinic vragen stellen. Iemand vroeg naar het lang en vrij hoog laten hangen van het rustende been van de Duitse schaatsers. "Op zich kan het prima, zolang je het maar ontspant" was het antwoord", "Dan hoorde je de trainer "Locker bleiben, locker bleiben" roepen."
Na deze zeer leerzame les op gehoorafstand aanschouwd te hebben, maakte ik mijn 405 rondjes vol. Zodoende had ik, afhankelijk van de wijze waarop je rekent, 150 of 160 km geschaatst. Als je een rondje als 400 meter telt, kom je op 160 uit, reken je de 378 van de binnenrand van de inrijbaan, dan heb je 27 rondjes voor 10 km nodig. Met 405 rondjes kom je op 150 km uit. En dat in een effectieve schaatstijd van ongeveer 6 uur: een gemiddelde van 25 km per uur!
In ieder geval zat ik zeer ver boven mijn geplande 100 km. De vorm is dus gewoon goed. Jammer, dat er dit jaar geen Elfstedentocht was. Het was een gezellige en geslaagde dag. Op de terugweg nog even langs de Clovisstraat gefietst om onverwachts bij Rob en Margriet even bij te kletsen onder het genot van een kop thee. Immers: een gast brengt altijd vreugde aan, is het niet bij het komen dan wel bij het gaan.
Thuisgekomen nog even op internet gekeken: Siebe was in zijn eerste klassieker in Spanje, de Trofeo Guerrita, 54e geworden en de beste renner van zijn Spaanse ploeg. Zoals gezegd, het was een geslaagde dag en het ging me makkelijk af: "Locker bleiben".
De dag erna was de laatste les, zowel bij de buitenschoolse sport als bij de IJVL. Bij de buitenschoolse sport heb ik ruim 25 rondjes gereden op de buitenbaan met Andries, die een maand geleden pas achter het rekje vandaan was. Heel losjes zijn hand vasthoudend reed hij zo 5 km. Zijn ogen glansden helemaal! Hier doe je het als trainer allemaal voor.
Zaterdagochtend nog even een kleine 10 km gelopen met het oog op de run-skate-run, waarbij ik Wim van Huis en Jan Versteegen tegenkwam, die op de racefiets aan het trainen waren.
's Middags op internet gekeken en wat ik al vermoedde, werd bewaarheid: de 5 km-baan in Biddinghuizen was gesloten. Alleen de 400-meterbaan was open. Het had dus geen zin om morgen naar Flevonice af te reizen voor de Nierstichting Elfstedentocht. De keuze ging nu tussen Haarlem en Den Haag. In Den Haag reed het complete TNT-team van Henk Angenent. Ik zou daar eigenlijk heen moeten om Joost Juffermans te bedanken, aan wie ik mijn TNT-schaatskleding te danken heb. Maar Haarlem is een veel gezelligere ijsbaan met ook nog eens beter ijs.
De keuze werd me makkelijk gemaakt, toen ik zondagochtend nog even naar de openingstijden keek. Den Haag ging pas om 10 uur open, Haarlem al om 7 uur i.v.m. de Lastige lijven toertocht. Om 7 uur was ik bij station Leiden. De bewaakte fietsenstalling was nog dicht. Ik besloot mijn fiets mee te nemen in de trein. Helaas ging de eerste trein pas om half 8. Op het station ontbeten en om half 9 kon ik na de dweilpauze in Haarlem beginnen aan mijn geplande 100 km.
Na een rondje of 10 werd ik ingehaald door een groep van een man of 20, die rondjes 49 reden. Ik sloot aan in de staart van dit peloton en bij de volgende dweilpauze stond de teller op 67 rondes. Daarna ging het nog harder: rondjes 47/48. De halve Jobo-trein, waar ik dinsdagavond in Leiden mee rijd, was er ook en ook diverse IJVL-ers, zoals Martin Langbroek, Bert Hoogeveen, Jan Zwetsloot, Ingrid Heijnsbroek en de familie Messemaker. Met 147 rondjes werden we naar de kant gestuurd voor de rondjes van de Zamboni. Het dweilorkest was inmiddels gearriveerd, alsmede een shantykoor uit De Zilk. Kortom, de stemming zat er goed in.
De temperatuur begon voorjaarsachtig te worden, dus mijn fleece ging uit. In het lentezonnetje was het een genoegen om op het spiegelgladde ijs te schaatsen. Je moest wel geconcentreerd blijven, want het was enorm druk en er waren diverse valpartijen, ook een paar keer vlak voor mijn neus. Ik koos er bewust voor om in een iets langzamere groep te rijden, met veelal rondjes 51. Met 216 rondes op de teller oftewel 80 km begon ik om kwart voor 12 aan de officiële Nierstichting Elfstedentocht.
Nu was de drukte op de baan het grootst. Soms reden er wel 4 pelotons naast elkaar en het duurde soms wel 4 ronden voor je zo'n peloton gepasseerd was.
Iedere dweilpauze at en dronk ik wat. De kluunschaatsen zijn op deze dagen een uitkomst. Klik, klik en je loopt van de baan af. Klik, klik, en je kunt weer verder met de ijzers aan de andere schoen. Altijd scherpe ijzers!
Langs de kant van de baan stond een verzorgingspost met o.a. partjes mandarijn en stukjes banaan. Ik reed er naar toe, toen de vrouw achter deze post net een stukje banaan weghaalde, terwijl ze zei:"Die ziet er niet smakelijk meer uit" waarna ik niet na kon laten te zeggen:"Heb je het over de banaan of over mij?"
Om 2 uur werd de totaalstand bekend gemaakt: ruim € 18.000,- werd in Haarlem bij elkaar gereden. Met 360 rondes op de teller had ik er ruim 130 km opzitten. Daarna kregen de 20 mensen, die het meeste sponsorgeld bijeen gebracht hadden, een schaatsclinic van Yvonne van Gennip. Bijna de helft van de groep bestond uit kinderen.
Ik zat daar so wie so niet bij, daar ik ingeschreven stond bij Flevonice, maar als schaatstrainer was ik toch benieuwd, hoe zij les gaf en wat voor oefeningen. Het was toegestaan om de clinic te bekijken. Om met het oefeningen te beginnen: er zaten voor mij 2 nieuwe oefeningen bij. De eerste was om een vuist in je buik te duwen om je rug bol te krijgen. De tweede betrof de valbeweging. Je moest je knieën tegen elkaar doen en dan de valbeweging maken. Door een reflex vang je de valbeweging dan automatisch op, waarmee je je lichaamsgewicht omzet in een voorwaartse beweging.
Yvonne van Gennip gaf zeer enthousiast les. Ze heeft een enorme lichaamsbeheersing. Een klein voorbeeldje. Ze zette één keer af en reed daarna ongeveer 20 meter kaarsrecht op 1 been. Onvoorstelbaar. Maar goed, je wordt niet zomaar drievoudig Olympisch kampioene met als bijnaam de IJskoningin van Calgary!
Aan het eind konden de deelnemers aan de clinic vragen stellen. Iemand vroeg naar het lang en vrij hoog laten hangen van het rustende been van de Duitse schaatsers. "Op zich kan het prima, zolang je het maar ontspant" was het antwoord", "Dan hoorde je de trainer "Locker bleiben, locker bleiben" roepen."
Na deze zeer leerzame les op gehoorafstand aanschouwd te hebben, maakte ik mijn 405 rondjes vol. Zodoende had ik, afhankelijk van de wijze waarop je rekent, 150 of 160 km geschaatst. Als je een rondje als 400 meter telt, kom je op 160 uit, reken je de 378 van de binnenrand van de inrijbaan, dan heb je 27 rondjes voor 10 km nodig. Met 405 rondjes kom je op 150 km uit. En dat in een effectieve schaatstijd van ongeveer 6 uur: een gemiddelde van 25 km per uur!
In ieder geval zat ik zeer ver boven mijn geplande 100 km. De vorm is dus gewoon goed. Jammer, dat er dit jaar geen Elfstedentocht was. Het was een gezellige en geslaagde dag. Op de terugweg nog even langs de Clovisstraat gefietst om onverwachts bij Rob en Margriet even bij te kletsen onder het genot van een kop thee. Immers: een gast brengt altijd vreugde aan, is het niet bij het komen dan wel bij het gaan.
Thuisgekomen nog even op internet gekeken: Siebe was in zijn eerste klassieker in Spanje, de Trofeo Guerrita, 54e geworden en de beste renner van zijn Spaanse ploeg. Zoals gezegd, het was een geslaagde dag en het ging me makkelijk af: "Locker bleiben".