Vannacht is de zomertijd ingegaan, waarmee ons Paasweekeinde wel mooi met een uur is ingekort!
De temperatuur is niet bepaald wat je verwacht bij de zomertijd.
Op veel plaatsen in Nederland ligt nog sneeuw, hetgeen de kans geeft in één foto maart 2013 samen te vatten.
Gisterenavond namen Ada en ik afscheid van de wintertijd in de Uithof in Den Haag, waar een uitvoering plaats vond van kunstschaatsverenigingen uit de regio Den Haag. Het was alweer de 46e editie van Kleine sterren stralen ook. En dat moet je niet verwarren met de Middeleeuwse schilderijen, die het Paasverhaal uitbeelden, waarbij de heiligen steevast een goudkleurig aura om hun hoofd geschilderd hebben gekregen.
Bij de Kleine sterren stralen ook waren het vooral de ogen, die straalden van plezier.
En waren het de ogen niet, dan waren het in ieder geval de glitters. Die horen onmiskenbaar bij het kunstschaatsen.
Nu zal menigeen zich afvragen, wat ik bij het kunstschaatsen doe. Want hoezeer ik de schaatssport ook ben toegewijd, kunstrijden is toch een heel andere tak van sport.
Welnu, het antwoord is heel simpel: een dochter doet aan kunstschaatsen. Sterker nog, een van mijn kinderen traint regelmatig op donderdagmorgen in de Leidse IJshal rond de tijd, dat ik met de "Krasse knarren" rondjes schaats. Terwijl mijn dochter sierlijk allerlei moeilijke kunsten vertoonde, kreeg ik van een van mijn schaatsvrienden te horen: "Hoe komt zo'n lelijke vent aan zo'n knappe dochter?"
Welnu, dat kon ik uitleggen.
Zodoende wandelde ik met Ada naar De Vink om met trein en tram naar de Uithof te reizen, waar we na nog een wandeling op de tribune van de ijshockeybaan een plekje zochten.
En eerlijk is eerlijk, ik vond de show leuker, dan ik had verwacht. En van de beheersing van de techniek, zoals het overkomen en "op de buitenkant" schaatsen, kan ik nog wel wat leren.
Uiteraard keken de chauvinistische ouders vooral uit naar het optreden van "Amaranth". Na een korte show voor de pauze volgde aan het slot een show van wel 20 minuten. Het leuke daarvan was, dat er niet alleen jongeren en kinderen aan meededen, maar ook een stuk of 12 volwassenen, waarvan een aantal Sarah allang gezien had.
Maar net als met gewoon schaatsen, zag ik met mijn ongeoefende oog toch wel enorme verschillen in de technische uitvoering. Typisch een geval van oefening baart kunst. In dit geval: oefening baart kunstschaatsen.
Nadat we vannacht de klok een uur vooruit gezet hadden, stortten we ons op één van de tradities van Pasen: paaseieren zoeken. Het oog van de meester ging stralen bij het aanschouwen van het gevondene.
Ik ben de zomertijd wel eens slechter begonnen....
zondag 31 maart 2013
Hjalmar Andersen
Vrijwel iedereen kent de sprookjes van Hans Christiaan Andersen.
Deze week kwam er een einde aan het sprookje van een andere Andersen. De Noorse schaatser Hjalmar Andersen is deze week op negentigjarige leeftijd overleden.
Hij vierde zijn grootste successen in de jaren vijftig, met als hoogtepunt de olympische titels op de 1.500, 5.000 en 10.000 meter bij de Olympische Spelen van 1952 in Oslo. Andersen werd daarnaast in 1950, 1951 en 1952 zowel Europees als Wereldkampioen allround. En vergis u niet: in die tijd was er nog geen WK sprint en van WK afstanden had men al helemaal nooit gehoord. "Hjallis" won dus zo ongeveer alles, wat er te winnen viel!
Voor video: KLIK HIER!
Daarmee vertoont zijn erelijst grote gelijkenis met die van onze eigen schaatslegende: Ard Schenk.
De meeste sprookjes van Andersen eindigden met: "En ze leefden nog lang en gelukkig." En gelukkig heeft Hjalmar Andersen dat ook kunnen doen. Hij kon ongeveer 60 jaar lang terugkijken op een glanzende schaatscarriere. Hjallis, rust in vrede.
Deze week kwam er een einde aan het sprookje van een andere Andersen. De Noorse schaatser Hjalmar Andersen is deze week op negentigjarige leeftijd overleden.
Hij vierde zijn grootste successen in de jaren vijftig, met als hoogtepunt de olympische titels op de 1.500, 5.000 en 10.000 meter bij de Olympische Spelen van 1952 in Oslo. Andersen werd daarnaast in 1950, 1951 en 1952 zowel Europees als Wereldkampioen allround. En vergis u niet: in die tijd was er nog geen WK sprint en van WK afstanden had men al helemaal nooit gehoord. "Hjallis" won dus zo ongeveer alles, wat er te winnen viel!
Voor video: KLIK HIER!
Daarmee vertoont zijn erelijst grote gelijkenis met die van onze eigen schaatslegende: Ard Schenk.
De meeste sprookjes van Andersen eindigden met: "En ze leefden nog lang en gelukkig." En gelukkig heeft Hjalmar Andersen dat ook kunnen doen. Hij kon ongeveer 60 jaar lang terugkijken op een glanzende schaatscarriere. Hjallis, rust in vrede.
zaterdag 30 maart 2013
Toertocht in Fryslân
Vorige week werd er geschaatst op de Rypstjerkerpolder.
Deze week werd er ook geschaatst op het Schildmeer.
Er verschenen deze week berichten op internet over een toertocht in Fryslân: "Ik hoorde zojuist van een schaatsvriend dat er komend weekend een kleine toertocht georganiseerd zal worden in Friesland. Hij deed er nogal geheimzinnig over omdat het alleen voor mensen met een uitnodiging zou zijn. Weet iemand hier al iets meer van?"
"Ik hoorde het ook. Vanwege het unieke karakter wordt het op 2e Paasdag gehouden."
Voordat ik naar Fryslân af zou reizen, zou ik eerst even de datum van Tweede Paasdag controleren....
Deze week werd er ook geschaatst op het Schildmeer.
Er verschenen deze week berichten op internet over een toertocht in Fryslân: "Ik hoorde zojuist van een schaatsvriend dat er komend weekend een kleine toertocht georganiseerd zal worden in Friesland. Hij deed er nogal geheimzinnig over omdat het alleen voor mensen met een uitnodiging zou zijn. Weet iemand hier al iets meer van?"
"Ik hoorde het ook. Vanwege het unieke karakter wordt het op 2e Paasdag gehouden."
Voordat ik naar Fryslân af zou reizen, zou ik eerst even de datum van Tweede Paasdag controleren....
Sneeuw op Goede Vrijdag
Met Goede Vrijdag heb je kans op alle soorten weer. Soms is het zomers warm, een enkele keer is het behoorlijk koud. Deels heeft het er mee te maken, dat de datum van Pasen varieert. Het concilie van Nicea bepaalde in 325 dat Pasen moet worden gevierd op de zondag na de eerste volle maan in de lente.
Daardoor is de vroegst mogelijke datum van Goede Vrijdag 20 maart en 23 april de laatst mogelijke.
Het verschil van ruim een maand heeft natuurlijk invloed op het weer, evenals de weerspreuken "Maart roert zijn staart" en "April doet wat hij wil". Dit jaar maken we een koud Paasweekeinde mee. Het is zelfs kouder dan met Kerstmis! Maar de lente is in zicht!
Zo kan ik uit mijn geheugen zo drie jaar opdreunen, dat een vroege Pasen gepaard ging met sneeuw. De eerste keer was in 1975, toen ik in de eerste klas van Pedagogische Academie "De la Salle" in Heemstede zat.
Met Pasen ging er altijd een koor onder leiding van o.a. Cees Thissen, naar Boissy-sous-St.Yon, een dorp 100 km ten zuiden van Parijs.
De vrouwen van de Equipe Liturgique, waaronder Annette van Trigt, de latere presentatrice van Studio Sport, werden ondergebracht in de lagere school, die vanwege de Paasvakantie leegstond, de mannen werden ondergebracht bij mensen thuis.
Met Bas Warnink, Joep Kapiteyn en ene Ronald, 3 tenoren, sliep deze bariton in een schuur. Met verwarming, dat gelukkig wel.
De tweede keer was in 1983, toen Ada en ik onze huwelijksreis maakten door België per fiets te doorkruisen. Het regende veel, er stond een harde wind en met temperaturen net boven het vriespunt was het gewoon kil. Een week later, begin april, zaten we in Libramont vrijwel iedere dag in de sneeuw.
In 2008 hadden we ter gelegenheid van ons zilveren huwelijk een huisje geboekt in Chaam. Op Paaszaterdag heb ik door de prachtige bossen bij Chaam een trainingsloop gemaakt van 10 km. Er lag een sneeuwdek van een paar cm.
Gisteren zette ik deze traditie voort. Ik had met om 4 uur met Hans Boers afgesproken op de Kniplaan. Daar hij jarig was had ik als cadeau een drietal Katholieke biertjes meegenomen.
Op de fiets reed ik in de in dikke vlokken naar beneden dwarrelende sneeuw over de Velostrada naar de Kniplaan. Tussen de kassen vandaan liepen we naar de Oostvlietweg, die we afliepen tot de brug bij Voorschoten. Via de oostzijde van de Vlietlanden, waar we tijdelijk "droog" liepen, renden we in marathontempo naar de Vogelplas, waar we weer sneeuw naar beneden zagen komen. Net als ruim 2 maanden geleden, toen we in een heuse sneeuwstorm op de Vogelplas rondschaatsten.
Zo erg was het nu niet op deze Goede Vrijdag.
vrijdag 29 maart 2013
Euphonium
Als hoofdsponsor heb je bijzondere voorrechten. Daar maakten mijn vrouw en ik gisteren gretig gebruik van. Normaal gesproken werk ik op donderdagavond, maar doordat we gisterenmorgen Paasontbijt hadden op ons werk, ben ik in Katwijk gebleven en was ik 's avonds vrij. Zodoende konden we naar Amsterdam voor een voorspeelavond op het Conservatorium.
Er was een koperavond, waarop een van onze dochters trompet zou spelen. Het was wel even haasten. Om 5 uur zat mijn werkdag erop en fietste ik tegen de koude wind in naar huis, waar we snel rijst met bloemkool en kaassaus aten. Vervolgens fietsten Ada en ik naar Leiden Centraal, waar we net op tijd waren voor de trein van 3 voor half 7 naar Amsterdam. Vandaar wandelden we naar het naast de Openbare Bibliotheek gelegen Conservatorium om te luisteren naar studenten, die begeleid op de piano, klassieke werken ten gehore brachten op trompet of hoorn.
Deel 2 en 3 van het Tweede Hoornconcert van Wolfgang Amadeus Mozart was het meest bekende muziekwerk, wat we die avond hoorden.
Als hoofdsponsor luisterden we aandachtig naar een andere trompetspeler, die "Fantasie Concertante" van Theodore Hoch speelde. Natuurlijk waren wij bevooroordeeld, maar wij vonden die live-uitvoering erg goed klinken.
Op het programma stond als laatste een concert van Martin Ellerby op Euphonium. Nu weet ik aardig wat van muziek, maar van een euphonium had ik nog nooit gehoord.
Ons werd verzocht om aan de rechterkant van de Bernard Haitinkzaal te gaan zitten, zodat we het instrument niet alleen konden horen, maar ook konden zien. Het is ongelofelijk, wat een rijkdom aan klanken deze student uit het euphonium wist tevoorschijn te toveren.
Op youtube blijken aardig wat muziekstukken met euphonium te vinden, o.a. van de door mij bewonderde muzikale duizendpoot Carl Jenkins.
Op weg naar het station sneeuwde het lichtjes. Maar ja, het was dan ook Witte donderdag....
Er was een koperavond, waarop een van onze dochters trompet zou spelen. Het was wel even haasten. Om 5 uur zat mijn werkdag erop en fietste ik tegen de koude wind in naar huis, waar we snel rijst met bloemkool en kaassaus aten. Vervolgens fietsten Ada en ik naar Leiden Centraal, waar we net op tijd waren voor de trein van 3 voor half 7 naar Amsterdam. Vandaar wandelden we naar het naast de Openbare Bibliotheek gelegen Conservatorium om te luisteren naar studenten, die begeleid op de piano, klassieke werken ten gehore brachten op trompet of hoorn.
Deel 2 en 3 van het Tweede Hoornconcert van Wolfgang Amadeus Mozart was het meest bekende muziekwerk, wat we die avond hoorden.
Als hoofdsponsor luisterden we aandachtig naar een andere trompetspeler, die "Fantasie Concertante" van Theodore Hoch speelde. Natuurlijk waren wij bevooroordeeld, maar wij vonden die live-uitvoering erg goed klinken.
Op het programma stond als laatste een concert van Martin Ellerby op Euphonium. Nu weet ik aardig wat van muziek, maar van een euphonium had ik nog nooit gehoord.
Ons werd verzocht om aan de rechterkant van de Bernard Haitinkzaal te gaan zitten, zodat we het instrument niet alleen konden horen, maar ook konden zien. Het is ongelofelijk, wat een rijkdom aan klanken deze student uit het euphonium wist tevoorschijn te toveren.
Op youtube blijken aardig wat muziekstukken met euphonium te vinden, o.a. van de door mij bewonderde muzikale duizendpoot Carl Jenkins.
Op weg naar het station sneeuwde het lichtjes. Maar ja, het was dan ook Witte donderdag....
donderdag 28 maart 2013
Uitrijden op de Uithof
Om kwart voor 7 zat ik op de fiets naar de Leidse IJshal. De enorme hoeveelheid ijsbrokken op het parkeerterrein gaf duidelijk aan, dat daar niet te schaatsen viel. Daar het momenteel veel te koud is voor de tijd va het jaar, zal het vermoedelijk veel langer duren, voor het laatste ijs van deze prachtige schaatswinter is weggesmolten.
Voor het zo ver is, ging ik toch nog een keer schaatsen. Tijdens het ophalen van de spullen voor de winterbiatlon kwam Willem van Vliet met het plan om deze week nog een keer op de Uithof te gaan schaatsen.
Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Zodoende werd ik om 7 uur opgepikt en samen reden we naar Den Haag.
"We komen er ongetwijfeld bekenden tegen", zeiden we tegen elkaar. Hetgeen klopte.
We konden pas later op het ijs, daar jeugdwedstrijden waren uitgelopen, maar toen we de baan op konden, kwam ik meteen 2 bekenden tegen: Bert Staal, met wie ik de commissie Opleidingen vorm bij de IJVL, en onvermijdelijk Dick de Bles.
Waar ik ook op natuurijs schaats, meestal ontmoet ik deze Haagse schaatstrainer. En vandaag had het ijs op de Uithof veel weg van natuurijs. Zwart ijs, wel te verstaan. Ondanks dat er niet gedweild was, gleed het dankzij de temperatuur rond het vriespunt fantastisch.
Het eerste rondje deden Willem en ik rustig, maar het rondje daarna sloten we aan bij een klein peloton met een behoorlijk tempo. We reden aan de staart, maar gaandeweg kwamen we steeds verder naar voren. De meesten reden 5 rondjes op kop en lieten zich dan afzakken naar de staart van de groep. De enige groep, die sneller was dan ons peloton, bestond voor een groot deel uit rijders van HVHW onder bezielende leiding van Dick de Bles.
Na ruim een half uur schaatsen kwam Willem op kop. Ook hij dacht: "Geef me de vijf!"
Een forse man in Bioracer-pak had zich tussen ons in gewrongen en nam de volgende 5 voor zijn rekening.
Daarna was het mijn beurt. En wie mij een beetje kent weet, dat als ik lekker rijd, ik het niet bij het minimum houd. Mijn aflossing duurde 14 of 15 rondjes en toen ik van kop af ging, zag ik tot mijn stomme verbazing, dat er nog maar 3 schaatsers achter mij reden. Deze gaven echter zoveel gas, dat ik moest passen.
Ik reed een stuk in mijn eentje, tot ik weer bij een andere groep aan kon sluiten, waarbij het ritueel van op kop komen zich weer herhaalde. Nu hield ik me wel aan de 5 rondjes.
Om kwart voor 10 werd ons vriendelijk doch dringend verzocht om na ruim 100 rondjes "uitrijden" de Uithof te verlaten. Een soort bel voor de laatste ronde dus!
Met een "ereronde" besloten Willem en ik het prachtige schaatsseizoen 2012-2013, met schaatsen in de Wieden als hoogtepunt.
Voor het zo ver is, ging ik toch nog een keer schaatsen. Tijdens het ophalen van de spullen voor de winterbiatlon kwam Willem van Vliet met het plan om deze week nog een keer op de Uithof te gaan schaatsen.
Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Zodoende werd ik om 7 uur opgepikt en samen reden we naar Den Haag.
"We komen er ongetwijfeld bekenden tegen", zeiden we tegen elkaar. Hetgeen klopte.
We konden pas later op het ijs, daar jeugdwedstrijden waren uitgelopen, maar toen we de baan op konden, kwam ik meteen 2 bekenden tegen: Bert Staal, met wie ik de commissie Opleidingen vorm bij de IJVL, en onvermijdelijk Dick de Bles.
Waar ik ook op natuurijs schaats, meestal ontmoet ik deze Haagse schaatstrainer. En vandaag had het ijs op de Uithof veel weg van natuurijs. Zwart ijs, wel te verstaan. Ondanks dat er niet gedweild was, gleed het dankzij de temperatuur rond het vriespunt fantastisch.
Het eerste rondje deden Willem en ik rustig, maar het rondje daarna sloten we aan bij een klein peloton met een behoorlijk tempo. We reden aan de staart, maar gaandeweg kwamen we steeds verder naar voren. De meesten reden 5 rondjes op kop en lieten zich dan afzakken naar de staart van de groep. De enige groep, die sneller was dan ons peloton, bestond voor een groot deel uit rijders van HVHW onder bezielende leiding van Dick de Bles.
Na ruim een half uur schaatsen kwam Willem op kop. Ook hij dacht: "Geef me de vijf!"
Een forse man in Bioracer-pak had zich tussen ons in gewrongen en nam de volgende 5 voor zijn rekening.
Daarna was het mijn beurt. En wie mij een beetje kent weet, dat als ik lekker rijd, ik het niet bij het minimum houd. Mijn aflossing duurde 14 of 15 rondjes en toen ik van kop af ging, zag ik tot mijn stomme verbazing, dat er nog maar 3 schaatsers achter mij reden. Deze gaven echter zoveel gas, dat ik moest passen.
Ik reed een stuk in mijn eentje, tot ik weer bij een andere groep aan kon sluiten, waarbij het ritueel van op kop komen zich weer herhaalde. Nu hield ik me wel aan de 5 rondjes.
Om kwart voor 10 werd ons vriendelijk doch dringend verzocht om na ruim 100 rondjes "uitrijden" de Uithof te verlaten. Een soort bel voor de laatste ronde dus!
Met een "ereronde" besloten Willem en ik het prachtige schaatsseizoen 2012-2013, met schaatsen in de Wieden als hoogtepunt.
woensdag 27 maart 2013
"Mond wijder open"
Vroeger maakte ik me erg zenuwachtig, als ik naar de tandarts toe moest. Tegenwoordig ben ik redelijk ontspannen bij Fobie nr. 1 in Nederland. Het geheim achter deze "heldhaftigheid"?
Dat is simpelweg de tandarts. Sinds ik een trainingsmaat als tandarts heb, ben ik veel relaxter, als ik me naar zijn praktijk begeef. Vanaf mijn werk fietste ik naar de Oude Singel in Leiden. Na eerst door de mondhygiëniste rigoreus onder handen genomen te zijn bij het verwijderen van de tandsteen onder het motto "Bikken in een bikkel", ging ik voor de halfjaarlijkse controle naar mijn trainingsmaat Arthur van Winsen. Bij beiden kreeg ik te horen: "Mond wijder open."
Maar voor mijn tandarts beroepshalve een blik in mijn mond wierp, praatten we eerst over schaatsen en skeeleren. Dit nu is vermoedelijk, naast het vakwerk, waardoor ik tegenwoordig behoorlijk ontspannen naar de tandarts ga: ik word op mijn gemak gesteld.
En denk nu niet, dat er nooit iets aan mijn gebit mankeerde. De afgelopen jaren zijn er voldoende herstelwerkzaamheden verricht!
dinsdag 26 maart 2013
Nog meer koude lentes?
Vanmorgen kwam ik middels een link op www.weerwoord.be uit bij het volgende verhaal inclusief filmpje:
"Het blijft dit jaar erg lang winteren, terwijl we al jaren doemscenario's horen over de opwarming van de aarde. Maar de strenge winter zou juist een gevolg zijn van die opwarming: die doet de ijskappen op de noordpool smelten en daardoor komt er koude lucht onze kant op."
De conclusie, dat we meer koude lentes krijgen, durf ik niet te onderschrijven, ondanks dat we dit jaar afstevenen op de koudste derde decade van maart sinds 1900.
In dit kader wil ik graag een zeer toepasselijke spreekwoord aanhalen: één zwaluw maakt nog geen zomer. En de variant hierop: één zwaluw maakt de lente niet.
De afgelopen jaren was maart namelijk veelal te warm tot veel te warm. En een klimaat verandert niet van het ene moment op het andere. Dit zijn gewoon de grillen van het weer.
Wat echter wel klopt in het bovenste filmpje is, dat het smelten van poolijs kan leiden tot meer sneeuw. Dat hebben we de afgelopen jaren voldoende gemerkt. Het verband tussen het ontbreken van poolijs in de Barentsz Zee en de sneeuwwinters van de afgelopen jaren heb ik al eerder besproken. Mochten we de komende jaren vaker zulke koude lentemaanden krijgen, dan klopt de theorie, die in het filmpje is uiteengezet.
Maar eerlijk gezegd heb ik liever een koude winter dan een koude lente.
"Het blijft dit jaar erg lang winteren, terwijl we al jaren doemscenario's horen over de opwarming van de aarde. Maar de strenge winter zou juist een gevolg zijn van die opwarming: die doet de ijskappen op de noordpool smelten en daardoor komt er koude lucht onze kant op."
De conclusie, dat we meer koude lentes krijgen, durf ik niet te onderschrijven, ondanks dat we dit jaar afstevenen op de koudste derde decade van maart sinds 1900.
In dit kader wil ik graag een zeer toepasselijke spreekwoord aanhalen: één zwaluw maakt nog geen zomer. En de variant hierop: één zwaluw maakt de lente niet.
De afgelopen jaren was maart namelijk veelal te warm tot veel te warm. En een klimaat verandert niet van het ene moment op het andere. Dit zijn gewoon de grillen van het weer.
Wat echter wel klopt in het bovenste filmpje is, dat het smelten van poolijs kan leiden tot meer sneeuw. Dat hebben we de afgelopen jaren voldoende gemerkt. Het verband tussen het ontbreken van poolijs in de Barentsz Zee en de sneeuwwinters van de afgelopen jaren heb ik al eerder besproken. Mochten we de komende jaren vaker zulke koude lentemaanden krijgen, dan klopt de theorie, die in het filmpje is uiteengezet.
Maar eerlijk gezegd heb ik liever een koude winter dan een koude lente.
maandag 25 maart 2013
De wedstrijd in de wedstrijd
Als je als modale sporter meestal in de middenmoot bivakkeert, dan is het leuk, als je je krachten met trainingsmaten kunt meten. Voor de topplaatsen kom je niet in aanmerking, en de strijd om de rode lantaarn te ontlopen is ook niet aan de orde.
Het allermooiste is het dan, als je hen op het allerlaatste moment weet te verslaan. Zo herinner ik mij een van de eerste wintertriatlons, waar ik aan meedeed nog heel goed. Leo Beukeboom liep sneller dan mij, hij fietste harder en hij schaatste beter. Appeltje eitje, zou je danken.
Maar in duursporten gelden soms andere wetten. Leo kreeg bij het schaatsen een inzinking en doordat ik wel een vlak schema kon blijven rijden, wist ik hem in de laatste rond te passeren.
En daar de wintertriatlon van de IJVL slechts 1 keer per jaar georganiseerd werd, kon je hier een jaar lang op teren. Dan kan je wel eens een terloopse opmerking ontvallen....
Zo zijn bij de winterbiatlon Jos Fugers, Jaap de Gorter en ik redelijk aan elkaar gewaagd. De ene keer is de ene sneller, de andere keer een ander. Dan ontstaat er een wedstrijd in de wedstrijd. Met de top van het klassement kun je je niet meten, maar de andere twee houd je graag achter je. Dan is je winterbiatlon geslaagd!
Dit jaar was er echter wat ons betreft geen sprake van een wedstrijd in de wedstrijd. Jaap ging als trainer mee met de G-schaatsers. Voor hen was een dag georganiseerd op de Jaap Edenbaan met clinics van Annemarie Thomas en Barbara de Loor.
Jos deed mee met de estafette. Als schaatser van het op de tweede plaats eindigende Cardea-team zette hij met 38.03 een heel scherpe tijd neer. Met lopen zou ik een minuut of 4 op hem gepakt hebben, zodat onze totaaltijd weer dicht bij elkaar zou hebben gelegen. Maar dat is allemaal als.
We zullen nooit weten, wie deze wedstrijd in de wedstrijd zou hebben gewonnen.
Het allermooiste is het dan, als je hen op het allerlaatste moment weet te verslaan. Zo herinner ik mij een van de eerste wintertriatlons, waar ik aan meedeed nog heel goed. Leo Beukeboom liep sneller dan mij, hij fietste harder en hij schaatste beter. Appeltje eitje, zou je danken.
Maar in duursporten gelden soms andere wetten. Leo kreeg bij het schaatsen een inzinking en doordat ik wel een vlak schema kon blijven rijden, wist ik hem in de laatste rond te passeren.
En daar de wintertriatlon van de IJVL slechts 1 keer per jaar georganiseerd werd, kon je hier een jaar lang op teren. Dan kan je wel eens een terloopse opmerking ontvallen....
Zo zijn bij de winterbiatlon Jos Fugers, Jaap de Gorter en ik redelijk aan elkaar gewaagd. De ene keer is de ene sneller, de andere keer een ander. Dan ontstaat er een wedstrijd in de wedstrijd. Met de top van het klassement kun je je niet meten, maar de andere twee houd je graag achter je. Dan is je winterbiatlon geslaagd!
Dit jaar was er echter wat ons betreft geen sprake van een wedstrijd in de wedstrijd. Jaap ging als trainer mee met de G-schaatsers. Voor hen was een dag georganiseerd op de Jaap Edenbaan met clinics van Annemarie Thomas en Barbara de Loor.
Jos deed mee met de estafette. Als schaatser van het op de tweede plaats eindigende Cardea-team zette hij met 38.03 een heel scherpe tijd neer. Met lopen zou ik een minuut of 4 op hem gepakt hebben, zodat onze totaaltijd weer dicht bij elkaar zou hebben gelegen. Maar dat is allemaal als.
We zullen nooit weten, wie deze wedstrijd in de wedstrijd zou hebben gewonnen.
zondag 24 maart 2013
Een échte winterbiatlon
Afgelopen vrijdag kregen we een mailtje:
Dag allen,
De weersverwachting voor zondag belooft omstandigheden een winterbiatlon waardig. Zorg ervoor dat je goed beschermd bent tegen de kou, we willen iedereen graag weer gezond over de finish zien komen.
Tot zondag!
De winterbiatloncommissie
Nu was ik dat toch al van plan. Want dat is meestal het probleem bij de winterbiatlon. Buiten is het dan een stuk warmer dan in de Leidse IJshal. Dan komt de vraag naar de kledingkeuze veel nadrukkelijker aan de orde. Als je je te warm kleedt, krijg je daar last van bij het lopen, indien je jezelf te dun kleedt, kun je in de IJshal een klap van de kou krijgen.
Wat dat aangaat was de keuze dit jaar heel makkelijk. Met 1 laag minder dan ik op natuurijs placht te schaatsen, begon ik aan de start van de winterbiatlon.
Niet verder vertellen, maar heel stilletjes vond ik het niet jammer, dat het dit jaar geen wintertriatlon was. Drie km fietsen naar de IJshal was al behoorlijk koud: 45 km fietsen met een windchillfactor van -10 is nou niet bepaald mijn meest geliefde hobby.
Daar dacht één van de deelnemers aan de winterbiatlon heel anders over. Deze loper van een estafetteteam verscheen aan de start in korte broek en in een shirt met korte mouwen! Daar stond dit watje dan met zijn thermisch ondergoed met windbreker, een dunne fleece en het TNT-trainingspak.
Om 9 uur gaf Raymond, de beheerder van de schaatswinkel van Ooms Sport, de hoofdsponsor van de winterbiatlon, het startschot.
Het eerste stuk liep ik gelijk op met Jos Drabbels en Hans Boers, die samen al spoedig een tempoversnelling plaatsten. Jos zag ik steeds verder van me weglopen, maar Hans maakte er een veredelde intervaltraining van door tot 3 keer toe met losse veters te lopen. Tot de brug over de Rijn liepen mijn trainingsmaat en ik samen, waarna Hans versnelde. Hij haalde Rien Bakker in, zodat tussen de kassen bij Valkenburg drie startnummers keurig op een rijtje liepen: Rien Bakker met 1, deze diesel met 2 en Fons Delforterie met 3. Jos Drabbels met 4 trok zich niets aan van deze keurige volgorde, maar ja, hij had dan ook de gele trui aan.
Tot de viaduct over de Tjalmaweg ging het lopen makkelijk. We hadden de harde wind dan ook in de rug. Na dit keerpunt was het bikkelen geblazen. Vooral op de Torenvlietbrug over de Rijn ving je alle wind. Door zo dicht mogelijk langs de reling te lopen, probeerde ik dit ijzerwerk de wind een beetje te laten breken. Het hielp iets, maar niet veel.
Het gat met Rien Bakker, die al vrij snel ruim 100 meter voor me liep, bleef ongeveer even groot. Een meter of 100 achter me liep een tweetal andere lopers.
Op het laatste lange stuk met tegenwind kwam Leo van der Hoeven naast me fietsen. "Je loopt 11 km per uur" kreeg ik te horen. Normaal zou ik hiermee niet tevreden zijn, maar in deze winterse weersomstandigheden was ik dat wel. Als ik deze kilometer voluit zou lopen, zou ik mezelf slopen voordat ik aan mijn specialiteit kon beginnen: 100 rondjes schaatsen.
Ada zou mij weer tellen. Ik zette na 49.38 looptijd mijn helm op, trok mijn kluunschaatsen aan, dronk nog even wat sportdrank en begon aan de 100 rondjes.
De eerste 50 rondjes gingen, zoals gewoonlijk, behoorlijk gelijkmatig. De meeste kilometers gingen net boven de 2 minuten. De 2e 10 kilometer kwam ik echter pas los. Hen van den Haak en Andrea Landman, die me een aantal keren met een klein peloton op een ronde hadden gezet, kwamen niet meer langs me en op kop van wat nu de snelste groep was, daar de snelste biatleten al gefinisht waren, begon ik aan een aflopend schema. Het ging steeds lekkerder, technisch liep het goed met lange slagen op het rechte eind en terwijl ik nog wat "over" had, mocht ik finishen in 1.32.15. Vermoedelijk heb ik met een schaatstijd van 42.37 nog een rondje te veel gereden ook, want het bericht klonk door de speakers, toen ik al voor de ingang van de binnenbaan reed.
Al met al was ik zeer content, temeer daar in die 42.37 ook nog eens de tijd zit van het schaatsen aandoen. De tweede 10 km ging immers in minder dan 20 minuten! De totaaltijd lag iets boven die van vorig jaar, maar dat had alles te maken met de veel zwaardere omstandigheden met het lopen. Dat kon ik net niet compenseren met een aflopend schema en de buikschuiver, waarmee ik over de finishlijn ging.
In de gezellig drukke kantine was de prijsuitreiking. Andrea Landman mocht 3 prijzen in ontvangst nemen. De eerste prijs bij de vrouwen op de hele biatlon, de daarbij behorende wisselbeker en de Leidse sleutel als laatst aangekomen individuele deelnemer in 1.39.25.
Eerlijk gezegd had ik verwacht, dat het estafetteteam van Ingeborg Verstappen en Maria Nieuwenhuis, die als laatste schaatster over de eindstreep kwam, deze poedelprijs hadden gewonnen. In een grijs verleden ontging mij deze minst begeerde prijs, doordat een na mij geëindigd estafetteteam de Leidse sleutel kreeg overhandigd. Toen was ik toch echt de langzaamste individuele deelnemer aan de wintertriatlon! Maar ook hier geldt: niet verder vertellen, hoor!
Floris Weverling was de algehele winnaar met een totaaltijd van 1.13.36.
Ik neem mijn pet, pardon, mijn Fryslân-muts, voor hem af.
Ook Jan Pieter Tensen ging met een beker naar huis: die van winnaar van de 1000 rondjes van Leiden.
"Nu moet je hem wel verdedigen", zei ik tegen deze geboren en getogen Venneper.
Hij ging de uitdaging aan, zodat op 15 december 2013 in ieder geval de nummers 1 en 2 van het afgelopen jaar aan de start staan.
Om een uur of 12 vertrokken Jos van Teijlingen, Huub van Ingen Schenau en ik naar het Da Vinci om spullen terug te brengen. Aansluitend reden we door naar Nieuw-Vennep, waar bij het transportbedrijf van mijn broers Leo en Paul de matten weer opgeslagen werden op de hooizolder.
Op de Hoofdweg zagen we een drietal wielrenners zwoegen en ploeteren tegen de harde noordoostenwind in. Dat was ons vandaag bespaard gebleven.
Om half 2 waren we terug bij de Leidse IJshal. De 25e keer, dat de IJVL een wintertriatlon, run-skate-run of winterbiatlon organiseerde, zat er op.
Ook al kon je hier niet schaatsen op natuurijs, zoals in Fryslân en ook al was hier geen pak sneeuw gevallen zoals in Zeeland Limburg, het was, met her en der een vliesje ijs in de sloten, toch wel degelijk een échte winterbiatlon!
Lenteschaatsen op de Ryptsjerksterpolder
De maartkou begint langzamerhand toch wel imposant te worden. Het is al 4 dagen lente, en op www.weerwoord.be stuitte ik op het bericht, dat er in Fryslân wordt geschaatst op natuurijs. Op 24 maart!
"Eind maart schaatsen op natuurijs, ik kan me niet herinneren wanneer ik dat voor het laatst heb gedaan." De 48-jarige Herman van der Geest uit Oudebildtzijl ging zondag met wat vrienden het ijs op op de Friese Ryptsjerksterpolder. "We hebben wel 1,5 uur geschaatst. Er stond een mooi zonnetje aan de lucht."
Het ijs was volgens de Friese schaatsliefhebber, die de schaatsen onderbindt zodra het maar even kan, best stevig. "Het was zo'n 3 centimeter dik. Ik heb geprobeerd om er een gat in te stampen, maar dat was nog best moeilijk. Uiteindelijk is het met wat hulp van anderen gelukt."
Het meest bijzondere is, dat er begin december ook al geschaatst werd op de Ryptsjerksterpolder. Dit is nog eens wat je noemt een lange winter.
"Eind maart schaatsen op natuurijs, ik kan me niet herinneren wanneer ik dat voor het laatst heb gedaan." De 48-jarige Herman van der Geest uit Oudebildtzijl ging zondag met wat vrienden het ijs op op de Friese Ryptsjerksterpolder. "We hebben wel 1,5 uur geschaatst. Er stond een mooi zonnetje aan de lucht."
Het ijs was volgens de Friese schaatsliefhebber, die de schaatsen onderbindt zodra het maar even kan, best stevig. "Het was zo'n 3 centimeter dik. Ik heb geprobeerd om er een gat in te stampen, maar dat was nog best moeilijk. Uiteindelijk is het met wat hulp van anderen gelukt."
Het meest bijzondere is, dat er begin december ook al geschaatst werd op de Ryptsjerksterpolder. Dit is nog eens wat je noemt een lange winter.
"Je hebt een mooi jasje uit je gordijnen geknipt!"
Het was zaterdagmorgen, ondanks de late thuiskomst van "Soldaat van Oranje", vroeg uit de veren. Ik moest om 9 uur bij de Leidse IJshal zijn. Er moesten vloerkleden en wat andere spullen voor de winterbiatlon opgehaald worden, die bij het transportbedrijf van mijn broers in Nieuw-Vennep opgeslagen stonden.
Eerst haalden we banken op uit de gymnastiekzaal bij de naast de IJshal gelegen school, waarna we naar Nieuw-Vennep reden. Om een uur of 11 was de aanhangwagen voor de tweede maal gelost en kon ik thuis gaan om te douchen. 's Middags moesten we naar Den Haag voor een bruiloft.
Ada ging nog even bij haar ouders langs. Ook ik fietste naar station Voorschoten, waar we met Coby en Martin hadden afgesproken. Met trein en tram gingen we naar de Kneuterdijk, waarbij we de Ridderzaal passeerden.
Vanaf de Kneuterdijk wandelden we naar de Juffrouw Idazaal, waar Jan en Saskia in het huwelijk zouden treden.
Er druppelden steeds meer gasten binnen. Zo hoorden we een man, die een andere man begroette: "Je hebt een mooi jasje uit je gordijnen geknipt!" De toon was gezet.
De toonzetting werd overgenomen door de bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand. Onder de bijzondere ambtenaren bleek dit een wel heel bijzonder exemplaar te zijn. Ze begon met de vraag of iemand wist, waar de naam Juffrouw Ida vandaan kwam. Dat bleek uit de 18e eeuw te stammen. De katholieke kerk moest in schuilkerken hun diensten houden. Als er een kerkdienst was, klopte Juffrouw Ida op de deuren van de katholieken, die dan naar de eredienst gingen. Ze was dus een echte dienstklopper!
Van deze zeer bijzondere ambtenaar kregen we met veel omhaal van woorden te horen, dat het bruidspaar elkaar bij de Roparun had leren kennen, waarna ze doorging met haar niet te stuiten woordenvloed met ingestudeerde grapjes.
Met alle gasten wandelden we naar de Oud-Katholieke kerk. Een prachtige schuilkerk.
De muzikale omlijsting werd verzorgd door een drietal zangeressen en 1 zanger van the Gospel society.
De krachtige en zuivere stemmen kwamen door de akoestiek goed tot hun recht.
De feestavond met het Indische buffet werd gegeven in stadscafé "Het Wapen van Den Haag". We zaten aan tafel met een echte Hagenees, die vlak bij de Oud-Katholieke kerk was geboren en die niet wist, dat daar een een kerk was. Zo goed was deze schuilkerk verscholen.
Na een stukje bruidstaart als toetje wandelden we naar Den Haag Centraal, waarna Ada en ik de laatste 4 km vanaf station Voorschoten tegen de koude, snijdende wind in moesten fietsen. Na alle warmte, die het bruidspaar uitstraalde, was dat toch wel even wennen....
Eerst haalden we banken op uit de gymnastiekzaal bij de naast de IJshal gelegen school, waarna we naar Nieuw-Vennep reden. Om een uur of 11 was de aanhangwagen voor de tweede maal gelost en kon ik thuis gaan om te douchen. 's Middags moesten we naar Den Haag voor een bruiloft.
Ada ging nog even bij haar ouders langs. Ook ik fietste naar station Voorschoten, waar we met Coby en Martin hadden afgesproken. Met trein en tram gingen we naar de Kneuterdijk, waarbij we de Ridderzaal passeerden.
Vanaf de Kneuterdijk wandelden we naar de Juffrouw Idazaal, waar Jan en Saskia in het huwelijk zouden treden.
Er druppelden steeds meer gasten binnen. Zo hoorden we een man, die een andere man begroette: "Je hebt een mooi jasje uit je gordijnen geknipt!" De toon was gezet.
De toonzetting werd overgenomen door de bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand. Onder de bijzondere ambtenaren bleek dit een wel heel bijzonder exemplaar te zijn. Ze begon met de vraag of iemand wist, waar de naam Juffrouw Ida vandaan kwam. Dat bleek uit de 18e eeuw te stammen. De katholieke kerk moest in schuilkerken hun diensten houden. Als er een kerkdienst was, klopte Juffrouw Ida op de deuren van de katholieken, die dan naar de eredienst gingen. Ze was dus een echte dienstklopper!
Van deze zeer bijzondere ambtenaar kregen we met veel omhaal van woorden te horen, dat het bruidspaar elkaar bij de Roparun had leren kennen, waarna ze doorging met haar niet te stuiten woordenvloed met ingestudeerde grapjes.
Met alle gasten wandelden we naar de Oud-Katholieke kerk. Een prachtige schuilkerk.
De muzikale omlijsting werd verzorgd door een drietal zangeressen en 1 zanger van the Gospel society.
De krachtige en zuivere stemmen kwamen door de akoestiek goed tot hun recht.
De feestavond met het Indische buffet werd gegeven in stadscafé "Het Wapen van Den Haag". We zaten aan tafel met een echte Hagenees, die vlak bij de Oud-Katholieke kerk was geboren en die niet wist, dat daar een een kerk was. Zo goed was deze schuilkerk verscholen.
Na een stukje bruidstaart als toetje wandelden we naar Den Haag Centraal, waarna Ada en ik de laatste 4 km vanaf station Voorschoten tegen de koude, snijdende wind in moesten fietsen. Na alle warmte, die het bruidspaar uitstraalde, was dat toch wel even wennen....
zaterdag 23 maart 2013
Soldaat van Oranje
Ook wij moesten er aan geloven: een bezoek aan de theaterhangar op voormalig vliegveld Valkenburg. Ter gelegenheid van ons dertigjarig huwelijk hadden we een maand of 3 geleden kaartjes besteld voor de al een jaar of 3 lopende musical "Soldaat van Oranje".
We aten thuis met zijn zevenen en vertrokken om kwart over 7 op 7 fietsen naar Valkenburg. Ik had tussen de bedrijven door nog even een paar banden opgepompt. Na 3 kilometer hoorden we een flinke knal. Het was niet de voorstelling, die al begonnen was, maar een ouderwetse klapband.
Een wijze les: pomp oude banden nooit te hard op! We stalden de fiets langs de kant van de weg en met 1 persoon bij Siebe achterop fietsten we met de harde noordoostenwind in de rug naar de theaterhangar.
Dit was de eerste keer, dat ik een gebouw op het voormalige militaire vliegveld betreden had: als dienstweigeraar had ik er ook niet zo veel te zoeken. Behalve in de jaren '80, toen ik net in Leiden woonde en erg actief was in de strijd tegen kernenergie en kernwapens. Valkenburg werd nadrukkelijk genoemd als vliegveld met atoomtaken, de gelukkig nooit gebruikte nucleaire dieptebommen.
Er school dus geen soldaat in mij. En al helemaal geen soldaat van Oranje. Ik zou in het verzet een zeer groot risico gevormd hebben. Met mijn, laat ik het voorzichtig zeggen, karakteristieke kop, zou ik dusdanig opvallen, dat ik binnen de kortste keren opgepakt zou worden.
Maar gelukkig leven wij al bijna 68 jaar in vrede. Dankzij de Europese Unie. Laat dat ook maar eens gezegd worden. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Hoewel....
Datzelfde gold voor de musical. Het is behoorlijk prijzig, maar ik durf het zonder meer aan te raden. Ooit wilde ik leraar geschiedenis worden, dus historische onderwerpen hebben sowieso mijn belangstelling. Maar de uitwerking van het boek van Erik Hazelhoff Roelfzema was prima. Er was een uitstekende mix van ernst en luim.
De decors waren prachtig en praktisch. Doordat het podium kon draaien, kwam je elke keer voor een verrassing te staan. Er was zelfs een stuk zee gecreëerd, waarin gezwommen en gevaren kon worden. Ook zeer herkenbare stukken uit Leiden en omgeving werden keurig in de decors verwerkt.
Kortom, we verveelden ons geen moment tijdens de voorstelling van 8 tot half 12 met een klein half uur pauze, waarin er ook een prima balans was tussen toneelspel en liedjes.
Na de jassen bij de garderobe opgehaald te hebben, wandelden we in de snijdende wind naar de fietsen. Met zijn zessen op 7 fietsen zwoegden we tegen de wind in naar de fiets met de lekke band. Het was nog 3 km van ons huis. Ik stapte af en gaf mijn fiets aan Siebe, terwijl ik met de fiets met de lekke achterband ging lopen. Vooral hardlopen, al geef ik eerlijk toe, dat ik af en toe een stukje wandelde om mijn rechterarm wat rust te geven.
Thuis gekomen namen we nog een afzakkertje, voordat we om half 2 moe maar voldaan naar bed gingen.
We aten thuis met zijn zevenen en vertrokken om kwart over 7 op 7 fietsen naar Valkenburg. Ik had tussen de bedrijven door nog even een paar banden opgepompt. Na 3 kilometer hoorden we een flinke knal. Het was niet de voorstelling, die al begonnen was, maar een ouderwetse klapband.
Een wijze les: pomp oude banden nooit te hard op! We stalden de fiets langs de kant van de weg en met 1 persoon bij Siebe achterop fietsten we met de harde noordoostenwind in de rug naar de theaterhangar.
Dit was de eerste keer, dat ik een gebouw op het voormalige militaire vliegveld betreden had: als dienstweigeraar had ik er ook niet zo veel te zoeken. Behalve in de jaren '80, toen ik net in Leiden woonde en erg actief was in de strijd tegen kernenergie en kernwapens. Valkenburg werd nadrukkelijk genoemd als vliegveld met atoomtaken, de gelukkig nooit gebruikte nucleaire dieptebommen.
Er school dus geen soldaat in mij. En al helemaal geen soldaat van Oranje. Ik zou in het verzet een zeer groot risico gevormd hebben. Met mijn, laat ik het voorzichtig zeggen, karakteristieke kop, zou ik dusdanig opvallen, dat ik binnen de kortste keren opgepakt zou worden.
Maar gelukkig leven wij al bijna 68 jaar in vrede. Dankzij de Europese Unie. Laat dat ook maar eens gezegd worden. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Hoewel....
Datzelfde gold voor de musical. Het is behoorlijk prijzig, maar ik durf het zonder meer aan te raden. Ooit wilde ik leraar geschiedenis worden, dus historische onderwerpen hebben sowieso mijn belangstelling. Maar de uitwerking van het boek van Erik Hazelhoff Roelfzema was prima. Er was een uitstekende mix van ernst en luim.
De decors waren prachtig en praktisch. Doordat het podium kon draaien, kwam je elke keer voor een verrassing te staan. Er was zelfs een stuk zee gecreëerd, waarin gezwommen en gevaren kon worden. Ook zeer herkenbare stukken uit Leiden en omgeving werden keurig in de decors verwerkt.
Kortom, we verveelden ons geen moment tijdens de voorstelling van 8 tot half 12 met een klein half uur pauze, waarin er ook een prima balans was tussen toneelspel en liedjes.
Na de jassen bij de garderobe opgehaald te hebben, wandelden we in de snijdende wind naar de fietsen. Met zijn zessen op 7 fietsen zwoegden we tegen de wind in naar de fiets met de lekke band. Het was nog 3 km van ons huis. Ik stapte af en gaf mijn fiets aan Siebe, terwijl ik met de fiets met de lekke achterband ging lopen. Vooral hardlopen, al geef ik eerlijk toe, dat ik af en toe een stukje wandelde om mijn rechterarm wat rust te geven.
Thuis gekomen namen we nog een afzakkertje, voordat we om half 2 moe maar voldaan naar bed gingen.
vrijdag 22 maart 2013
Oostenwind
De maand maart kenmerkt zich door aanhoudend te koud weer. De wind heeft dan ook de voorkeur voor noordoost tot oost.
In januari hadden deze weerkaarten geleid tot een strenge winter, waarbij een Elfstedentocht zeer zeker tot de mogelijkheden zou behoren. De meeste weermodellen laten het vanaf het Paasweekeinde warmer worden, het Amerikaanse GFS geeft weerkaarten af, die in januari iedere schaatser zouden doen watertanden.
Vandaag fietste ik met de snijdende oostenwind in de rug naar mijn werk. Ondanks de harde wind had zich op sommige plekken toch weer een vliesje ijs gevormd op ondiepe sloten. Vanmiddag moest ik tegen de harde wind in trappen. De windchillfactor was behoorlijk hoog. Ondanks dat het boven nul was, voelde het aan als matige vorst.
Nu was ik niet de enige, die last had van de oostenwind. Bij het Wereldkampioenschap afstanden in Sotsji, waar volgend jaar de Olympische Spelen gehouden zullen worden, willen de Russen goed scoren. Deze week werd al een beetje duidelijk, hoe de vlag er een klein jaar voor de Winterspelen bij hangt.
Voor video: KLIK HIER!
Welnu, met Denis Joeskov en Ivan Skobrev wapperde de vlag gisteren fier aan top, terwijl beide Russen het vandaag de Nederlanders behoorlijk lastig maakte op de 5 kilometer.
Wat het weer betreft kan ik slechts hopen, dat we in februari 2014 veel oostenwind zullen krijgen, maar voor mij staat het als een paal boven water, dat de Russen dan op de Olympische Spelen voor een flinke oostenwind zullen zorgen!
In januari hadden deze weerkaarten geleid tot een strenge winter, waarbij een Elfstedentocht zeer zeker tot de mogelijkheden zou behoren. De meeste weermodellen laten het vanaf het Paasweekeinde warmer worden, het Amerikaanse GFS geeft weerkaarten af, die in januari iedere schaatser zouden doen watertanden.
Vandaag fietste ik met de snijdende oostenwind in de rug naar mijn werk. Ondanks de harde wind had zich op sommige plekken toch weer een vliesje ijs gevormd op ondiepe sloten. Vanmiddag moest ik tegen de harde wind in trappen. De windchillfactor was behoorlijk hoog. Ondanks dat het boven nul was, voelde het aan als matige vorst.
Nu was ik niet de enige, die last had van de oostenwind. Bij het Wereldkampioenschap afstanden in Sotsji, waar volgend jaar de Olympische Spelen gehouden zullen worden, willen de Russen goed scoren. Deze week werd al een beetje duidelijk, hoe de vlag er een klein jaar voor de Winterspelen bij hangt.
Voor video: KLIK HIER!
Welnu, met Denis Joeskov en Ivan Skobrev wapperde de vlag gisteren fier aan top, terwijl beide Russen het vandaag de Nederlanders behoorlijk lastig maakte op de 5 kilometer.
Wat het weer betreft kan ik slechts hopen, dat we in februari 2014 veel oostenwind zullen krijgen, maar voor mij staat het als een paal boven water, dat de Russen dan op de Olympische Spelen voor een flinke oostenwind zullen zorgen!
donderdag 21 maart 2013
Apekooien
Als kind keek je op de lagere school altijd uit naar de laatste gymnastiekles in de zaal. Dan stond er steevast apekooien op het programma.
Alle beschikbare gymnastiektoestellen waren door de meester of juf klaargezet en dan begon het tikkertje, waarbij je op alle mogelijke manieren probeerde te ontsnappen. Soms is het heel handig, als je de kleinste van de klas bent!
Vanmorgen was de laatste training van de "Krasse knarren" van dit seizoen. Na de traditionele groepsfoto vroeg Arthur van Winsen aan me: "Gaan we apekooien?"
Nou, daar leek het niet helemaal op, maar met een schema, beginnend met 15 rondjes, 2 rust, 14 rondjes, 2 rust en zo langzaam teruglopend naar 1 ronde had het alles in zich om de boel een beetje te ontregelen. Nu is dat met Wim van Huis in de gelederen niet zo heel moeilijk, al moet ik eerlijk bekennen, dat mij dat in mijn functie als coördinator bij tijd en wijle ook behoorlijk goed afgaat.
Het was gezellig druk. We reden met een peloton ruim 20 man, terwijl er nog een klein peloton "Krasse knarren" in een langzamer tempo rondjes schaatste. Want dat gebeurt bij een aflopend schema gegarandeerd: het aantal rondjes wordt lager, maar het tempo wordt steeds hoger. Aan het eind wordt er behoorlijk gesprint.
Hier moest ik een paar keer passen. Met kluunschaatsen kun je behoorlijk hard, maar scherpe bochten lopen op topsnelheid gaat niet, doordat je schoenen dan op het ijs komen en je weg kunt glijden. Dan kun je beter een gaatje laten vallen.
Dat deed ik dan ook in de series van de laatste rondjes, toen de door Henk Krol en zijn 50Plus gekoesterde doelgroep als een stel jonge honden over het ijs stoof.
Terwijl wij het ijs verlieten, kwamen de echte jonge honden het ijs op: de kinderen van de Emmausschool kwamen, net als vorige week, in groten getale schaatsen.
Wij vertrokken met zijn allen naar de kantine, waar we de jaarlijkse afsluiting van het schaatsseizoen hadden. Hierbij zetten we de ijsmeester en de vrijwilligers van de Leidse IJshal in het zonnetje.
Als dank voor hun inzet kregen ze, net als Martien Wijnands, de coördinator van dinsdagmorgen, het prachtige boek "Alles over ijs" van Fred Geers en Baukje Brugman.
Daar ik dit jaar de cadeaus kocht en bovenstaand boek zelf al gekocht had, viel mijn keus op een boek, dat deze winter uitgekomen was over de Elfstedentocht van 1963 van de hand van Johannes Lolkama. Hierin stonden ook een paar wedstrijdschaatsers, die de barre tocht hadden uitgereden, maar die soms slechts een paar minuten te laat binnen gekomen waren voor het befaamde kruisje.
Nu wil het toeval, dat dit jaar het Boekenweekgeschenk geschreven is door Kees van Kooten. Met "De verrekijker" mag je komende zondag gratis reizen in de trein.
Nu is Kees van Kooten samen met Wim de Bie de bedenker van de term "Krasse knarren".
Eén exemplaar ging naar Ans van Dijk, die ons vanwege haar 75e verjaardag getrakteerd had op appeltaart. Daarbij vertelde ze nog een leuke anekdote. Ze woonde in haar jeugd in Zwolle en kocht haar eerste noren bij Reinier Paping: "Die zal er wel verstand van hebben!"
Peter Witteman kreeg er eveneens eentje als de grootste doorzetter. Vorig jaar nog in de kreukels, nu schaatste deze doordouwer weer! Ook Jeen de Boer, die een paar maanden ouder was dan Ton Togni, viel in de prijzen, net als Wim van Huis, die samen met Martin Langbroek en de coördinator van de donderdagmorgen meedeed met het spelletje "Wie van de drie". In dit geval: wie is de grootste ontregelaar?
Helaas was de bedenker van de term "Kabouterschaatsen" niet aanwezig, want de combinatie van Piramide en Kabouterfeest leek me een zeer toepasselijke blijk van waardering voor zijn inzet in dit seizoen.
Onderweg naar huis speelde ik voor postbode en bezorgde de theezakjes. Ik reed dan ook in mijn TNT-pak.
Alle beschikbare gymnastiektoestellen waren door de meester of juf klaargezet en dan begon het tikkertje, waarbij je op alle mogelijke manieren probeerde te ontsnappen. Soms is het heel handig, als je de kleinste van de klas bent!
Vanmorgen was de laatste training van de "Krasse knarren" van dit seizoen. Na de traditionele groepsfoto vroeg Arthur van Winsen aan me: "Gaan we apekooien?"
Nou, daar leek het niet helemaal op, maar met een schema, beginnend met 15 rondjes, 2 rust, 14 rondjes, 2 rust en zo langzaam teruglopend naar 1 ronde had het alles in zich om de boel een beetje te ontregelen. Nu is dat met Wim van Huis in de gelederen niet zo heel moeilijk, al moet ik eerlijk bekennen, dat mij dat in mijn functie als coördinator bij tijd en wijle ook behoorlijk goed afgaat.
Het was gezellig druk. We reden met een peloton ruim 20 man, terwijl er nog een klein peloton "Krasse knarren" in een langzamer tempo rondjes schaatste. Want dat gebeurt bij een aflopend schema gegarandeerd: het aantal rondjes wordt lager, maar het tempo wordt steeds hoger. Aan het eind wordt er behoorlijk gesprint.
Hier moest ik een paar keer passen. Met kluunschaatsen kun je behoorlijk hard, maar scherpe bochten lopen op topsnelheid gaat niet, doordat je schoenen dan op het ijs komen en je weg kunt glijden. Dan kun je beter een gaatje laten vallen.
Dat deed ik dan ook in de series van de laatste rondjes, toen de door Henk Krol en zijn 50Plus gekoesterde doelgroep als een stel jonge honden over het ijs stoof.
Terwijl wij het ijs verlieten, kwamen de echte jonge honden het ijs op: de kinderen van de Emmausschool kwamen, net als vorige week, in groten getale schaatsen.
Wij vertrokken met zijn allen naar de kantine, waar we de jaarlijkse afsluiting van het schaatsseizoen hadden. Hierbij zetten we de ijsmeester en de vrijwilligers van de Leidse IJshal in het zonnetje.
Als dank voor hun inzet kregen ze, net als Martien Wijnands, de coördinator van dinsdagmorgen, het prachtige boek "Alles over ijs" van Fred Geers en Baukje Brugman.
Daar ik dit jaar de cadeaus kocht en bovenstaand boek zelf al gekocht had, viel mijn keus op een boek, dat deze winter uitgekomen was over de Elfstedentocht van 1963 van de hand van Johannes Lolkama. Hierin stonden ook een paar wedstrijdschaatsers, die de barre tocht hadden uitgereden, maar die soms slechts een paar minuten te laat binnen gekomen waren voor het befaamde kruisje.
Nu wil het toeval, dat dit jaar het Boekenweekgeschenk geschreven is door Kees van Kooten. Met "De verrekijker" mag je komende zondag gratis reizen in de trein.
Nu is Kees van Kooten samen met Wim de Bie de bedenker van de term "Krasse knarren".
Eén exemplaar ging naar Ans van Dijk, die ons vanwege haar 75e verjaardag getrakteerd had op appeltaart. Daarbij vertelde ze nog een leuke anekdote. Ze woonde in haar jeugd in Zwolle en kocht haar eerste noren bij Reinier Paping: "Die zal er wel verstand van hebben!"
Peter Witteman kreeg er eveneens eentje als de grootste doorzetter. Vorig jaar nog in de kreukels, nu schaatste deze doordouwer weer! Ook Jeen de Boer, die een paar maanden ouder was dan Ton Togni, viel in de prijzen, net als Wim van Huis, die samen met Martin Langbroek en de coördinator van de donderdagmorgen meedeed met het spelletje "Wie van de drie". In dit geval: wie is de grootste ontregelaar?
Helaas was de bedenker van de term "Kabouterschaatsen" niet aanwezig, want de combinatie van Piramide en Kabouterfeest leek me een zeer toepasselijke blijk van waardering voor zijn inzet in dit seizoen.
Onderweg naar huis speelde ik voor postbode en bezorgde de theezakjes. Ik reed dan ook in mijn TNT-pak.
woensdag 20 maart 2013
True love knows no season
Vanmorgen vroeg ging Ada de deur uit om met Mieke Aalders van Hoek van Holland naar Maasland te wandelen.
Het was waterkoud weer op deze eerste dag van de lente. Weer, dat je eerder begin maart verwacht of op het eind van de herfst of zelfs in de winter.
De voorspellingen voor de komende week zijn nog steeds aanhoudend te koud. Wat dat aangaat is dit weer, dat lastig is in te delen in een seizoen. Dat haalde dit prachtige nummer van de Ierse folkgroep Planxty weer bij mij naar boven.
En dat klopte volledig met hoe ik me voelde bij het bereiken van het zesde lustrum als getrouwd man.
Maar zoals een goed huwelijk af en toe wat onderhoud nodig heeft, zo is het ook met voertuigen.
Het deze sneeuwrijke winter kwistig gestrooide pekel had zijn werk gedaan en de tandwielen en ketting van mijn fiets moesten vervangen worden. Vanmorgen bracht ik mijn fiets bij Nico's Fietsshop vlak bij mijn werk en vanmiddag kon ik de gerenoveerde fiets weer ophalen. Onder een gesloten wolkendek reed ik op huis aan, me realiserend, dat dit, naast de sneeuw en de telkens terugkerende (nacht)vorst toch wel een kenmerk was van de afgelopen winter: het gebrek aan zon.
Daar zijn we langzamerhand wel aan toe.
Het was waterkoud weer op deze eerste dag van de lente. Weer, dat je eerder begin maart verwacht of op het eind van de herfst of zelfs in de winter.
De voorspellingen voor de komende week zijn nog steeds aanhoudend te koud. Wat dat aangaat is dit weer, dat lastig is in te delen in een seizoen. Dat haalde dit prachtige nummer van de Ierse folkgroep Planxty weer bij mij naar boven.
En dat klopte volledig met hoe ik me voelde bij het bereiken van het zesde lustrum als getrouwd man.
Maar zoals een goed huwelijk af en toe wat onderhoud nodig heeft, zo is het ook met voertuigen.
Het deze sneeuwrijke winter kwistig gestrooide pekel had zijn werk gedaan en de tandwielen en ketting van mijn fiets moesten vervangen worden. Vanmorgen bracht ik mijn fiets bij Nico's Fietsshop vlak bij mijn werk en vanmiddag kon ik de gerenoveerde fiets weer ophalen. Onder een gesloten wolkendek reed ik op huis aan, me realiserend, dat dit, naast de sneeuw en de telkens terugkerende (nacht)vorst toch wel een kenmerk was van de afgelopen winter: het gebrek aan zon.
Daar zijn we langzamerhand wel aan toe.
"Wil Bert Breed het ijs verlaten...."
Gemiddeld doe ik één keer per jaar mee aan een schaatswedstrijd. Dat zijn meestal de clubkampioenschappen van de IJVL. Gisterenavond was het weer zo ver. Vanaf de Leidse IJshal vertrokken Andrea Landman, Jos Drabbels, Jaap de Gorter en ik met zijn vieren naar de kunstijsbaan van Haarlem.
Bij aankomst bleek, dat de jeugd nog druk bezig was met hun wedstrijden over de 100 en 300 meter, waarna er een dweilpauze zou komen. Na de 500 meter van de jeugd en nog een dweilpauze zouden wij pas aan de beurt komen.
De dames, die het eerst zouden starten, kregen toestemming om de inrijbaan te gebruiken. Dit leek Hans Post en mij een goed plan. Wij gingen ook inrijden, in navolging van de jonge mannelijke senioren.
Groot was mijn verbazing dan ook, toen na een paar rondjes schaatsen plotseling luid en duidelijk voor iedereen werd omgeroepen: "Wil Bert Breed het ijs verlaten...."
Nee, dat wilde Bert Breed niet. En al helemaal niet, toen Jaap de Gorter dit onzedelijke aanbod vanaf de kant van de baan mij nogmaals toevoegde. Ik bleef dus stoïcijns in een rustig tempo op techniek schaatsen. Alleen toen de Zamboni nogmaals op het ijs verscheen, verliet ik het spiegelgladde ijs om met Wim Slootweg en Hans Post herinneringen op te halen aan nog beter ijs: het natuurijs van de Wieden.
Daar Walter Boon voor het eerst van zijn leven onder de minuut dook en ook Jaap de Gorter en Andrea Landman een p.r. reden, had ik een goede hoop dat ik ook onder de 60 seconden zou blijven, ondanks de halve marathon, die ik zondag gelopen had. Hansjorg Ahrens en ik startten in het laatste paar. Bij Wereldkampioenschappen is dat voorbehouden aan de favorieten! We maakten er een spannende race van. Hansjorg won nipt met 1.00.28 om 1.00.74.
Er werd weer gedweild, waarna de 1500 meter voor begon. We zijn bij de IJVL netjes opgevoed, dus de dames mochten eerst.
Diverse p.r.'s sneuvelden. Jaap de Gorter haalde op de mijl maar liefst 6 seconden van zijn toptijd af en eindigde na 2.34.
Met Hansjorg wederom als mijn tegenstander mikte ik op een tijd onder de 3 minuten. Dat lukte niet. Maar de 3.02 betekende, dat de 1500 net zo vlak was gereden als de 500. Met 3 x 1.00.74 kom je immers uit op deze tijd. En dat op kluunschaatsen! Gekscherend zei ik tegen jurylid Martin Langbroek: "Dit waren 2 clubrecords op kabouterschaatsen".
En geheel in deze sfeer nam ik bij de gezellige prijsuitreiking het heerlijke La Chouffe.
Bij aankomst bleek, dat de jeugd nog druk bezig was met hun wedstrijden over de 100 en 300 meter, waarna er een dweilpauze zou komen. Na de 500 meter van de jeugd en nog een dweilpauze zouden wij pas aan de beurt komen.
De dames, die het eerst zouden starten, kregen toestemming om de inrijbaan te gebruiken. Dit leek Hans Post en mij een goed plan. Wij gingen ook inrijden, in navolging van de jonge mannelijke senioren.
Groot was mijn verbazing dan ook, toen na een paar rondjes schaatsen plotseling luid en duidelijk voor iedereen werd omgeroepen: "Wil Bert Breed het ijs verlaten...."
Nee, dat wilde Bert Breed niet. En al helemaal niet, toen Jaap de Gorter dit onzedelijke aanbod vanaf de kant van de baan mij nogmaals toevoegde. Ik bleef dus stoïcijns in een rustig tempo op techniek schaatsen. Alleen toen de Zamboni nogmaals op het ijs verscheen, verliet ik het spiegelgladde ijs om met Wim Slootweg en Hans Post herinneringen op te halen aan nog beter ijs: het natuurijs van de Wieden.
Daar Walter Boon voor het eerst van zijn leven onder de minuut dook en ook Jaap de Gorter en Andrea Landman een p.r. reden, had ik een goede hoop dat ik ook onder de 60 seconden zou blijven, ondanks de halve marathon, die ik zondag gelopen had. Hansjorg Ahrens en ik startten in het laatste paar. Bij Wereldkampioenschappen is dat voorbehouden aan de favorieten! We maakten er een spannende race van. Hansjorg won nipt met 1.00.28 om 1.00.74.
Er werd weer gedweild, waarna de 1500 meter voor begon. We zijn bij de IJVL netjes opgevoed, dus de dames mochten eerst.
Diverse p.r.'s sneuvelden. Jaap de Gorter haalde op de mijl maar liefst 6 seconden van zijn toptijd af en eindigde na 2.34.
Met Hansjorg wederom als mijn tegenstander mikte ik op een tijd onder de 3 minuten. Dat lukte niet. Maar de 3.02 betekende, dat de 1500 net zo vlak was gereden als de 500. Met 3 x 1.00.74 kom je immers uit op deze tijd. En dat op kluunschaatsen! Gekscherend zei ik tegen jurylid Martin Langbroek: "Dit waren 2 clubrecords op kabouterschaatsen".
En geheel in deze sfeer nam ik bij de gezellige prijsuitreiking het heerlijke La Chouffe.