zondag 3 april 2011

42e Braassemloop

De weersvoorspellingen beloofden niet veel goeds. Zondag zou er veel regen vallen, na de prachtige lentedag op zaterdag. Maar soms zit het mee. Ik had sowieso wel verwacht, dat de regen minder zou zijn dan voorspeld. De zee is nog behoorlijk koud, dus als de wolken boven het land komen, waar het in dit jaargetijde vaak een stuk warmer is, laten ze hun lading niet meteen vallen en zeker niet helemaal. In het najaar, als de zee warmer is dan de temperatuur boven het land, is het effect omgekeerd. Vrijwel elke bui treffen wij dan de hoofdprijs.
Maar dat het, na de regen vannacht, waar ik niets van gemerkt heb, was het droog en de weersverwachting was bijgesteld: in het westen zou het droog blijven, de buien waren voor het oosten bestemd, waar ze het veel harder kunnen gebruiken.

Om 8 uur zat ik met Ada te ontbijten, waarna ik op de fiets naar Oude Wetering reed. Om half 10 schreef ik mij in voor de halve marathon. Na deze plichtpleging volgde een wandeling naar de sporthal, waar de man met startnummer 1602 de eerste deelnemer aan de Braassemloop was, die de kleedkamer betrad. Om 5 voor 10 begon ik aan het inlopen: het grootste deel van het parcours van de 10 km.
Onder de bewolkte hemel liep ik vanaf de Braasemmermeer naar de bocht naar de brug over de Ringvaart, om daar de route van de 10 km op te pikken. In een marathontempo van ongeveer 11 km per uur liep ik zo de eerste 9 km van de eerste 30 km, die volgens planning op mijn trainingsschema voor de marathon van Leiden vandaag gelopen moest worden.
Uiteraard ging dit deel van de training lekker. De spieren waren door het fietsen lekker warmgedraaid en als goed gertainde duursporter in zo'n rustig tempo krijg je op deze afstand nog geen spierpijn of verval. Om kwart voor 11 wandelde ik naar de sporthal om even wat te eten en te drinken. Onderweg kwam ik Peter Aanhane, vorig jaar winnaar van de Run-Skate-Run en trainingmaat Robert Nozeman tegen. Uiteraard praat je dan even kort met hen.
Daar er lange wachtrijen voor de toiletten stonden, duurde het wat langer, voor ik bij de startstreep was. Op een gegeven moment hoorde ik: "Vijf, vier, drie, twee, één" en iets, wat verdacht veel op een startschot leek.

Met het rustgevende gevoel, dat ik een chip aan mijn voet had, die de bruto tijd zou corrigeren, wandelde ik rustig naar de startstreep, waar ik een weg moest banen tussen de 10-kilometerlopers, die pas over 20 minuten zouden starten.
Met nog een iets snellere laatkomer kon ik meteen in de achtervolging. Pas na 1 kilometer had de fietser, die achter de laatste lopers van de halve marathon zou rijden, in de gaten, dat er nog een wegatleet aan kwam. Het duurde nog een kilometer, voordat ik afgelost werd als hekkensluiter.

Daar begon de inhaalrace, die zou duren tot het 7 kilometerpunt. Daar haalde ik niet meer in en anderen mij ook niet. Ik "zwom" in mijn eentje tussen twee groepen langs de oevers van de Braassemmermeer, waar ik vorige winter nog op geschaatst had.

De route liep verder langs de Wijde Aa tot vlak bij Hoogmade, waarna deze afboog naar Rijpwetering. Bij de tweede drinkpost werd het tijd om een Squeezy energiegel tot me te nemen en deze weg te spoelen met 2 bekers water. De groep, die lang achter me liep, liep nu voor me.
We liepen langs "De Vergulde Vos", bij natuurijsschaatsers een geliefd vertrekpunt voor een dag heerlijk rondzwerven over de Kagerplassen.
De route van vandaag was over het algemeen vrij bochtig. Ideaal om de wet van Pythagoras toe te passen. Met Jaap de Gorter als leermeester ben ik daar inmiddels zeer bedreven in. De beste methode is om vanuit het punt, waar je loopt een loodrechte lijn te trekken naar de volgende bocht en deze lijn zoveel mogelijk volgen. Je loopt dan voor een aanzienlijk deel op het midden van de weg.

Op wegen met veel doorgaand verkeer, zoals de Pastoor van der Plaatstraat in Rijpwetering, werkt de stelling van Pythagoras slechts sporadisch, net zo min als op het kaarsrechte fietspad naar Nieuwe Wetering.
Pas bij de derde drinkpost had ik de groep, die mij bij de tweede voorbij gestoven was, achterhaald. Met een groep van een man of 6 waren we de laatste 5 kilometer ingegaan. Of het door de compressiekousen komt, kan ik nog niet met 100% zekerheid zeggen, maar ik had wederom geen last van mijn kuiten. Het lijkt er echter wel op, dat compressiekousen echt werken!
Zodoende kon ik in de laatste 2 kilometer een gat slaan met de rest van de groep. Bij de klim over het viaduct en vooral in de afdaling ervan sloeg deze veteraan een gat van 100 meter, wat de achtervolgers niet meer dicht konden lopen.
Met een brutotijd van 1.55.22 was ik, ook al was het ruim een kwartier langzamer dan Robert Nozeman, dik tevreden. Het lag dan nog wel 2 minuten boven die van de City-Pier-City, maar toen had ik van te voren geen 9 kilometer gelopen. Ik was benieuwd, hoeveel aftrek ik zou krijgen. Thuis gekomen viel dat tegen: de brutotijd bleef de nettotijd, terwijl ik toch zeker 2 minuten verloren heb door de valse start.
De brutotijd leverde trouwens een gemiddelde van 10,97 km per uur op. Als ik dit tempo bij de marathon van Leiden 42 km vol kan houden....
Na een heerlijke douche fietste ik door naar Nieuw-Vennep, waar mijn broer Leo en zijn vrouw Joke hun verjaardag vierden. Ard en Vera waren over uit Duitsland. Het was erg gezellig. Trudy had de lachers op haar hand, toen ze aan Willem vroeg: "Ben je verkouden, ben je allergisch of moet je huilen, omdat je ons ziet?"
Samen met Ada, die een kwartier na mij ook bij Leo en Joke arriveerde, fietste ik met een lichte tegenwind om half 5 weer naar Leiden. Met 30 km lopen en 51 fietsen durf ik te beweren, dat de conditie goed is. De eerste 30 km ging wel eens minder dan die ik nu liep bij de 42e Braassemloop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten