Andere tijden sport is een bijzonder leuk programma. Het ontrukt oude sportgebeurtenissen aan de vergetelheid en plaatst ze in de tijd. Zo gaan sportgeschiedenis en cultuurgeschiedenis hand in hand.
Dit keer klinkt de titel van Andere tijden sport wel heel mysterieus: "Diefstal urinestralen in de doofpot gestopt". De aflevering is te zien door HIER TE KLIKKEN.
Nu is een doofpot bedoeld om brandende dingen te laten doven. Urinestralen daar in stoppen werkt natuurlijk nog beter!
De uitzending gaat over de urinestralen van Yvonne van Gennip en Ria Visser, die na de dramatisch verlopen Olympische Spelen in Sarajevo bij het Europees Kampioenschap schaatsen in 1985 wel aansluiting vonden bij de DDR-vrouwen.
De uitzending maakte veel tongen los ook al is de zaak allang verjaard. Ik sluit me volledig aan bij de woorden van Ab Krook: "Triest, er worden schaatsers beschadigd!"
Als dagelijks gebruiker van het op de dopinglijst voorkomende hydrochloorthiazide weet ik daar alles van, ook al heb ik een medisch attest.
Maar waar deze ophef vandaan komt, snap ik niet helemaal. De diefstal van de urinestralen was eenmalig. Het stelt niets voor.
Van mij zijn op diverse momenten urinestralen in het niets verdwenen.....
Vorige week vrijdag kregen we te horen, dat de Zwarte Pieten dit jaar niet langs zouden komen. Ze hadden de boot uit Spanje gemist.
Het werd voor de trainers dus vakliteratuur raadplegen.
Gezamenlijk vonden we een oplossing. De een zou voor de Pietenpakken zorgen, de tweede voor de Pietendiploma's, de derde voor de chocoladeletters en ik wist een paar Pieten te vinden, die als roefveegpiet door het leven zouden gaan.
Woensdagavond kreeg ik een telefoontje met de mededeling, dat de Pietenpakken in de kast van de IJVL in de Leidse IJshal lagen.
Ik zorgde ervoor, dat ik voordat de kinderen van de buitenschoolse sport kwamen, de Pietenpakken van de kast naar de trainerskleedkamer transporteerde, zodat de nieuwe Pieten zich om kwart over 5 rustig om konden kleden.
De training van de buitenschoolse sport met ruim 60 kinderen was volle bak. Samen met Henk van Heuzen gaf ik les op de buitenbaan aan ruim 30 kinderen. Afwisselend gaven we een stuk oefenstof of hielden we ons in de achterhoede met de mindere goden bezig.
Om kwart over 5 zat de buitenschoolse sport erop en begaf ik me naar de kleedkamer, waar de Pieten reeds bezig waren met het passen van de pakken. Alles klopte behalve een klein detail: schminck. Zodoende kwamen om 6 uur 2 Witte Pieten het ijs op.
Tot half 7 deden we spelletjes met de hele groep met witte zwanen, zwarte zwanen, de boom wordt hoe langer hoe dikker, hetgeen met 30 personen erg leuk is en tot slot tweelingtikkertje, waarbij de Witte Pieten als tweeling begonnen.
Na afloop gaven de Pieten te kennen, dat ze het heel leuk vonden. Volgend jaar zijn ze weer van de partij!
Het aantal mensen, dat een vrije dag neemt en dan op het werk verschijnt, is niet zo groot te noemen. Toch deed ik dat vandaag, maar met een goede reden: de lezing van Flip Hamman over "The Beatles" in de Hoofdbibliotheek.
Ik had afgesproken met Joop Beenakker, de dirigent van "Oktopus" en een vesrtokte Beatles-fan. We hebben een paar jaar geleden dan ook met veel plezier met een groep vrienden in een Beatles-project meegezongen.
In gepaste kleding verscheen ik bij deze leuke lezing. Joop had een plekje op de voorste rij geregeld. Met ruim 30 luisteraars was deze goed bezocht op een gewone doordeweekse donderdagmiddag.
Flip Hammann deed het heel leuk. Hij begon met het beginakkoord van "A hard days night", waarvan het onmogelijk is om te zeggen, of het majeur of mineur is.
De hele geschiedenis van "The Beatles" kwam aan bod met de nadruk op de talloze vernieuwingen, die deze popgroep bewerkstelligd hebben. Vooral hun meesterwerk "Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band" kreeg veel aandacht.
Vooral de rol van producer George Martin, die klassiek geschoold was op het conservatorium, kwam goed naar voren. Met recht kun je hem de vijfde Beatle noemen.
Bijzonder was ook het verhaal van het Beatles Bollenstreek Bier, dat Klein Duimpje uit Hillegom gebrouwen had, maar dat van Paul McCartney onmiddellijk uit de handel genomen moest worden.
Flip Hammann vertelde, dat er in juni weer een Beatles-manifestatie komt in Hillegom. Dat is mooi. Dan hebben we weer iets om naar uit te kijken.
Het was druilerig weer, toen ik vanmorgen naar de Leidse IJshal fietste. Dat zou het weer van de rest van de dag blijven.
Bij aankomst aan de Vondellaan was het niet zo druk.
"Dat wordt een klein peloton", dacht ik, maar dat viel reuze mee. De "Krasse knarren" druppelden letterlijk en figuurlijk binnen. Doordat het regende, was het op het wegennet in en rondom de Sleutelstad veel drukker. Met enige vertraging reden we toch weer onze gebruikelijke 25 kilometer in piramidevorm met een peloton van 25 geoefende schaatsers.
Het weer mocht dan druilerig zijn, schaatsers zijn geen druiloren. Zeer zeker niet in de betekenis van zeur of zeurkous.
De meeste "Krasse knarren" kun je zonder uitzondering onder de categorie bikkels scharen. Van een pijntje hier en daar raken ze echt niet in de war.
Het aantal uitgereden (Alternatieve) Elfstedentochten van dit gezelschap loopt in de honderden. Afzien kan deze club wel. Pijn lijden hoort erbij als je 200 kilometer op een dag wil schaatsen.
Het meest kernachtig werd dit bij de koffie en thee op deze druilerige donderdagmorgen verwoord door Koos van Schie: "Als je niks meer voelt, ben je dood!"
Gisteren is de acteur Manfred de Graaf in zijn woonplaats Warmond overleden. De meeste mensen kennen hem als dokter Hans Lansberg uit de serie "Zeg 'ns Aaa".
Veel minder bekend is, dat hij een hartstochtelijk schaatser was.
Hij reed dan ook 3 Elfstedentochten uit: in 1985, 1986 en 1997. Maar het allermooiste was, dat hij in zijn contract op liet nemen, dat hij vrij mocht nemen, als er een Elfstedentocht was. Dan gingen de repetities en de opnamen niet door.
En zo hoort het ook!
Vannacht droomde ik van de doemnevel. Associaties kwamen bij me op over een moeras, waar de mistflarden de tocht door het drassige gebied tot een hachelijke zaak maken. Het woord "doemnevel" leek regelrecht uit de boeken van Marten Toonder te komen. Wat een geweldige woordenschat had deze stripschrijver!
Met zijn archaïsche taalgebuik verrijkte hij onze taal met woorden als minkukel.
Zwaar beladen reed ik vanmorgen naar Vondellaan toe, waar in de Leidse IJshal met een peloton van 25 "Krasse knarren" flink gezwoegd moest gaan worden.
Als je vaak 25 kilometer traint, is dat niet zo'n probleem, maar als het tempo af en toe opgeschroefd wordt naar 28 kilometer per uur, dan moeten alle zeilen worden bijgezet.
Dat bijzetten van alle zeilen gebeurde ook door Jos Arts en Willem van Vliet, die met tomeloze inzet ijverden voor de komst van een 333-meterbaan. Als het niet lukt, valt hen niets te verwijten. Het lag meer aan wat bovenbazen her en der in de regio.
De 333-meterbaan lijkt wel omgeven door een doemnevel.
Het landschap in de Bommelverhalen is duidelijk geïnspireerd door Ierland, het land, waar Marten Toonder een flink deel van zijn leven heeft gewoond en waar hij ook is begraven.
Wie zelf wel eens in Ierland is geweest, zal zich niet verbazen over het landschap in de boeken van Olivier B. Bommel en Tom Poes.
In Ierland zijn veel verhalen over kabouters en elfen.
Wie wel eens rondgezworven heeft op het Groene eiland kan zich voorstellen, dat deze en andere sprookjesfiguren in dit mysterieuze landschap zouden kunnen bestaan.
Majesteit, mijn idee om me tot u te richten is gebaseerd op een verhaal uit "Oude lucht"van Harry Mulisch.
Het verhaal "De grens" uit deze verhalenbundel is een verborgen parel uit het werk van deze grote naoorlogse schrijver en is mijns inziens vakliteratuur voor eenieder, die geroepen is voor de troon.
De hoofdpersoon, de moedeloze echtgenoot van een gewonde vrouw in een weiland, die gemangeld is door elkaar tegenwerkende gemeenten en provincies, grijpt naar een laatste redmiddel: een brief naar de koningin. In dit geval naar koningin Juliana, uw grootmoeder.
En daar komt de traditie om de hoek kijken. Het is een goed gebruik, dat de kroonprins of -prinses in ons mooie Leiden komt studeren om zich voor te bereiden op het koningschap.
Welnu, majesteit, uit welingelichte kringen heb ik vernomen, dat u in uw studententijd in de Sleutelstad met enige regelmaat te vinden was op het gladde ijs van de Leidse IJshal aan de Vondellaan. Tot welk een hoogte u dit gebracht heeft, hebben we kunnen zien, toen u onder de schuilnaam Willem-Alexander van Buren de Elfstedentocht heeft volbracht.
Nu weten we, dat iedere ouder het beste met zijn of haar kind voorheeft. We weten ook, dat over een paar jaar prinses Amalia zal gaan studeren en traditiegetrouw zal de keuze op de oudste universiteit van Nederland gaan vallen.
Bij de opvoeding in Nederland hoort, dat een kind kan schaatsen. En een koninklijk kind verdient natuurlijk een royale ijsbaan.
En daar, majesteit, zit nu net het probleem. Natuurlijk zijn wij als schaatsers blij met de komst van een 250-meterbaan bij zwembad "De Vliet", maar een 333-meterbaan is gewoon veel beter. Vooral op het gebied van duurzaamheid.
U heeft zich ingezet voor zonnepanelen op Huis ten Bosch en paleis Noordeinde. Bij uw werkpaleis is het gelukt. Bij de nieuwe kunstijsbaan is is het zonneklaar, dat je op het dak van een grotere baan veel meer zonnepanelen kwijt kan.
Er is de afgelopen 2 jaar flink geijverd voor een 333-meterbaan. De gemeente Leiden stelt zich garant voor de 250-meterbaan, maar door onvoldoende medewerking en soms zelfs regelrechte tegenwerking van de omliggende gemeenten, is de IJsbaandiscussie toch echt voorbij.
Welnu, majesteit, in tijden van weleer had de koning het recht om gratie te verlenen. Nu is gratie verlenen bij een discussie natuurlijk lastig, temeer daar de tijd dringt. Deze is eerlijk gezegd uiterst krap geworden. U zou met de pet rond kunnen gaan bij uw familie. Als ik de berichten mag geloven hebben enkele familieleden de laatste tijd goed geboerd.
Daarnaast neemt het bedrijfsleven u graag mee op handelsreizen in het buitenland. Dat klopt wel, want datzelfde bedrijfsleven gaf niet thuis, terwijl men wel goede sier maakt met door vrijwilligers opgeleide schaatstalenten.
Kortom, majesteit, het lot van de 333-meterbaan ligt in uw handen. Alleen nu handelend optreden kan deze royalere baan nog redden!
Maar mocht het met uw medewerking toch nog lukken, majesteit, dan zal ik mij er sterk voor maken, dat de nieuwe kunstijsbaan uw naam zal krijgen: de Willem-Alexander van Buren IJsbaan.
Uiteraard zult u de combinatie van ijsbaan en zwembad mogen openen. U heeft immers ervaring in het zwemmen in Leidse wateren.
U had al de eer om het water bij het Pesthuis naar u vernoemd te krijgen. Diezelfde dag nog preikte er een bordje in het water met de naam Willen-Alexander kanaal. Daar was geen gemeenteraad aan te pas gekomen, zozeer droeg de Leidse bevolking u op handen.
En wat is er mooier, majesteit, dan dat u als opening van de 333-meterbaan samen met uw dochter Amalia het eerste rondje mag schaatsen.
Als ik koning was, zou ik het wel weten.....
Gisterenmiddag was voor mij de herkansing van "Emily" van Projectkoor "Pablo Neruda". Ik zou oorspronkelijk op 11 november gaan, maar toen was ik geveld door een buikgriep.
Met de trein reisde ik van Leiden Centraal naar Amsterdam Centraal om vandaar naar de Spuistraat te wandelen. In de Dominicuskerk, die gebouwd is in de tijd van het rijke Roomsche leven, zou het concert plaatsvinden.
Centraal stonden de gedichten van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson, waarvan er 14 door componist en dirigent Cees Thissen op muziek waren gezet.
Deze schrijfster was haar tijd ver vooruit.
Een belangrijke rol was weggelegd voor Elly de Waard. Deze Nederlandse dichteres had voor de vertaling van de liedteksten gezorgd. Daarnaast werd er een drietal gedichten van haar gezongen.
Het 50-koppige projectkoor verzorgde een goed concert, dat behoorlijk gevarieerd was. De keuze voor 17 vrij korte nummers stonden daar garant voor. Ook de keuze voor zowel hartstochtelijke liederen als liederen over de dood droegen daar aan bij.
Solozangeres Yvonne Weijers had een stem, die klonk als een klok en zij kon goed uit de voeten met zowel de swingende nummers als met ingetogen gevoelige liederen.
Kortom, mijn oud-muziekdocent op Pedagogische Academie "De la Salle" had weer goed werk afgeleverd samen met alle muzikanten en koorleden.
Eén van hen hoopte ik na afloop na jaren weer eens te spreken: Jacinta Schepers, waar ik vrij veel mee optrok bij de Equipe Liturgique in Boissy-sous-St.Yon.
Met koorleden Bas en Nel Warnink gingen we met familie en vrienden eerst in een ouderwets bruin café met zijn elven wat drinken, alvorens de Raad van Elf de gracht overstak om na deze leuke culturele middag te gaan eten bij "Joselito". We kozen ervoor om in de 2 gangen verschillende soorten tapas te bestellen, die we met elkaar deelden. Daar Nel, Ad en Rika bij mij in de buurt zaten, deelde ik het meeste met hen.
Uit eigen ervaring ken ik de Spaanse keuken behoorlijk goed. Er is daar niks mis mee. Zeker niet in goed gezelschap!
Een paar maanden geleden overleed onze vriend Tim de Beer na een kort ziekbed. Dat hij een grote leegte in onze vriendengroep achter liet, spreekt voor zich. Vandaag kwamen we met zijn allen bij elkaar om glazen potten te versieren en er kerstlichten van te maken. Dat paste wel bij Tim.
Ada en ik fietsten naar Leiden Centraal, waarvandaan we naar Amsterdam Sloterdijk treinden. Hier stapten we over op de intercity naar Enkhuizen. Door dit mooie Zuiderzeestadje wandelden we samen met Peter Zwart naar het huis van Rob en Margriet Ammerlaan, waar we na de koffie en de thee met taart aan de slag gingen met lijmpistool en lijmkwast.
We waanden ons weer terug op Pedagogische Academie "De la Salle" in Heemstede, waar we ons halverwege de jaren '70 onder leiding van de heer Dogge, bekwaamden in het maken van collages en mozaïek, wiens bijnaam onder de studenten zich laat raden.
Net als de beroemde schilder Karel Appel was mijn motto: "Ik rotzooi maar wat aan!" Desondanks kwamen er met gekleurd papier 2 heel aardige kerstlichtjes uit mijn handen.
Na de heerlijke soep met broodjes gingen weer verder. Na gedane zaken zochten we uit de 2 boxen met cd's muziek van onze gading. Met ruim 20 cd's had ik thuis weer wat nieuwe artiesten in huis, zoals Eva Cassidy.
In de avondschemering werden de 15 lichtjes op de eettafel aangestoken.
De lichtjes voor Tim. Een emotioneel moment. Het geheel was net zo kleurrijk als onze vriend zelf.
Er volgde, geheel in de geest van Tim, een gezellig borreluurtje met tal van goede herinneringen en met een gedeeld IJslands biertje.
Om een uur of 6 namen we afscheid van elkaar en met Peter en Ada vertrokken we vanuit het hoge noorden zuidwaarts met de trein.