zondag 29 november 2009
"En rij toch niet stilletjes ons huisje voorbij..."
In onze jeugdjaren zongen we uit volle borst Sinterklaasliedjes. Je moest eens weten, hoe braaf ik in die tijd kon zijn! In één van die liedjes, het befaamde "Zie ginds komt de stoomboot", komt de zinsnede voor "En rij toch niet stilletjes ons huisje voorbij..."
En laat dat dit jaar nu precies wel gebeuren. Kennelijk ben ik dit jaar niet braaf genoeg geweest. Daar komt nog bij: Ike gaat rond die tijd verhuizen van Utrecht naar Rotterdam, terwijl Siebe wederom naar Spanje gaat. Niet in de zak van Zwarte Piet, maar wel bepakt en bezakt. Hij vertrekt voor een nieuw wielerseizoen naar España. In 2010 gaat hij zich vestigen in Pamplona, waar hij voor de wielerploeg Telco gaat koersen. En behalve zijn liefde voor de wielersport is de trekpleister vooral zijn liefde voor Ana.
Mijn Sinterklaasviering was gisterenavond. Sinterklaas en een achttal Zwarte Pieten kwamen in de IJshal bij het G-schaatsen. Nu stond ik niet ingeroosterd, maar ik was toch al aanwezig, daar ik om kwart over 7 de les van Jaap de Gorter overnam. Met een viertal schaatsers kon ik op zeer onorthodoxe wijze aan de slag, o.a. met lopen als een clown en één rondje als kunstschaatser. Maar het gevolg was wel, dat bij alle vier de slag een stuk werd verlengd, en daar gaat het uiteindelijk om.
Aansluitend was er een uur G-schaatsen, met Sinterklaas en een paar Zwarte Pieten op de schaats. Er was koek-en-zopie, er was muziek en het was gezellig druk. Behalve vrijwel alle G-schaatsers van Katwijk en Leiden had Katwijk van dit uur ook een soort familiedag gemaakt.
Van lesgeven kwam natuurlijk niets, maar het schaatsplezier was er niet minder om. Integendeel. In polonaise gingen we een rondje op de buitenbaan achter Sint-Nicolaas aan. Het was geen p.r., maar het was reuze gezellig.
En als het gezellig is bij een IJVL-activiteit, dan is Carl Flaman graag van de partij. Tussen de bedrijven door reed ik nog wat rondjes met o.a. Nel, Erik, Jonathan en Karin. We kwamen op dit uur immers voor het G-schaatsen.
Ook nog een tijdje staan kletsen met Kees Aandewiel, de man van mijn collega Thea. Jaap, hun jongste kind, zit nu ruim een jaar op schaatsles en alles wat ik in het stuk "Souplesse" beschreven heb, beheerste hij. In de bochten slalomde hij rustig tussen een paar schaatsers door om tenslotte via een smalle doorgang tussen een schaatser en de boarding de bocht uit te schieten.
Op het eind van de avond reed ik een wedstrijdje tegen Jaap. Op het rechte eind was ik sneller, in de bocht moest ik het tegen de souplesse van de tienjarige afleggen. Met mijn ervaring van 30 jaar kon ik hem er niet van af rijden! En dat ligt echt niet alleen aan mijn geringe sprintvermogen. In ieder geval heeft IJsclub "Voorwaarts" een jong talent binnen de gelederen. Wie weet, wat we in de toekomst nog van Jaap Aandewiel zullen horen, maar de Katwijkse mentaliteit, die Dirk Kuijt heel ver gebracht heeft, is beslist geen nadeel voor een sporter. En dan ben ik de voornaamste basisvoorwaarde nog vergeten: het schaatsplezier spat van Jaap af!
vrijdag 27 november 2009
Tunnelvisie
Volgens het "Groot woordenboek der Nederlandse taal", beter bekend als de "Dikke Van Dale" betekent tunnelvisie "visie waarbij slechts op één variabele wordt gelet". Op een winderige, wisselvallige zondagmiddag in november met temperaturen ver boven het gemiddelde voor de tijd van het jaar werden Hans Boers en ik nadrukkelijk met dit fenomeen geconfronteerd.
Zondagmiddag om kwart over 2 liepen Hans en ik onder een bewolkte hemel vanaf de Kniplaan naar Stompwijk om tussen de weilanden door en achter de voetbalvelden langs richting Zoeterwoude te lopen in een marathontempo. Vlak voor Zoeterwoude namen we opnieuw een fietspad tussen de weilanden door om over een stille weg naar de tunnel naar de Vlietlanden te lopen.
Hier bleek al snel ons gebrek aan tunnelvisie. Van Wil Verbeij had ik vernomen, dat de tunnel begin november gesloten was voor onderhoud. In mijn naïviteit had ik gedacht, dat dat allang klaar zou zijn. Dat bleek echter niet het geval te zijn.
Daar we ons precies op het verste punt bevonden, konden we terug op de heenweg, of langs Zoeterwoude en over de Vrouwenweg en langs de Vliet.
Wij kozen voor de laatste mogelijkheid. Mentaal is het zwaar, als je je er niet op hebt ingesteld om ineens 5 km extra te moeten lopen, met als extra verzwarende factor dat de laatste 5 km langs de Vliet ook nog eens pal tegenwind was. Maar goed, wij lieten ons niet kennen en bleven in marathontempo doorlopen. Daar we 1 uur en 50 minuten gelopen hadden met een gemiddelde van ongeveer 10 km per uur, hadden we op deze achternamiddag 18 á 19 km gelopen. Dat krijg je van een gebrek aan tunnelvisie...
Zondagmiddag om kwart over 2 liepen Hans en ik onder een bewolkte hemel vanaf de Kniplaan naar Stompwijk om tussen de weilanden door en achter de voetbalvelden langs richting Zoeterwoude te lopen in een marathontempo. Vlak voor Zoeterwoude namen we opnieuw een fietspad tussen de weilanden door om over een stille weg naar de tunnel naar de Vlietlanden te lopen.
Hier bleek al snel ons gebrek aan tunnelvisie. Van Wil Verbeij had ik vernomen, dat de tunnel begin november gesloten was voor onderhoud. In mijn naïviteit had ik gedacht, dat dat allang klaar zou zijn. Dat bleek echter niet het geval te zijn.
Daar we ons precies op het verste punt bevonden, konden we terug op de heenweg, of langs Zoeterwoude en over de Vrouwenweg en langs de Vliet.
Wij kozen voor de laatste mogelijkheid. Mentaal is het zwaar, als je je er niet op hebt ingesteld om ineens 5 km extra te moeten lopen, met als extra verzwarende factor dat de laatste 5 km langs de Vliet ook nog eens pal tegenwind was. Maar goed, wij lieten ons niet kennen en bleven in marathontempo doorlopen. Daar we 1 uur en 50 minuten gelopen hadden met een gemiddelde van ongeveer 10 km per uur, hadden we op deze achternamiddag 18 á 19 km gelopen. Dat krijg je van een gebrek aan tunnelvisie...
"Je kunt het al zonder rekje!"
Afgelopen zaterdagavond heb ik een onvergetelijke opmerking te horen gekregen. Ik zou les geven bij het G-schaatsen. Voor mij was het de eerste keer dit seizoen. Er was een mij onbekende stagiaire, die al twee keer had meegedraaid. Marco Tiller zou de groep op de buitenbaan lesgeven, ik op de binnenbaan. Ik was rustig met een paar G-schaatsers met rekje aan het inrijden op de binnenbaan. De stagiaire hield mij om een of andere duistere reden kennelijk voor een nieuwe G-schaatser.
De stagiaire met een fijne neus voor talent kwam naar mij toe en sprak de historische woorden: "Je kunt best wel goed schaatsen. Je kunt het al zonder rekje!"
De stagiaire met een fijne neus voor talent kwam naar mij toe en sprak de historische woorden: "Je kunt best wel goed schaatsen. Je kunt het al zonder rekje!"
dinsdag 24 november 2009
Sinterklaasgedichten
Beste coureur,
Sinterklaas arriveerde in Nederland
en hij dacht: "Wat is daar aan de hand?"
De renner was op de mountainbike gestapt
en heeft daarna menig meter weggetrapt.
Regen, wind en kou kunnen jou niet deren,
en het liefst rij je in bemodderde kleren.
De racefiets hangt droog in het schuurtje tot de lente,
want de renner toont nu op de mountainbike zijn talenten.
Maar je kunt niet altijd blijven racen,
soms zul je gewoon even moeten lezen
over wielen, trappers en ook sturen,
die je dan naar huis kunt laten opsturen.
Dus coureur, jij doet gewoon aan topsport,
maar het is tijd dat je weer een lezer wordt!
Sint-Nicolaas
Beste Atlete,
Atlete is een vrouw, die graag aan hardlopen doet,
maar helaas, dat gaat niet met een geblesseerde voet.
Noodgedwongen zat deze atlete thuis,
terwijl er druk geklust werd in huis.
De bovenetage werd onder handen genomen,
zodat Atlete weer wat prettiger kon gaan wonen,
maar die vraagsteller had beter op kunnen letten,
toen hij vroeg: "Waar zullen we de gipsmuur zetten?"
Atlete vond die vraag heel laag en gemeen,
het was letterlijk tegen het zere been!
De kleur van Atlete's gezicht werd pips,
want ze zat daar met haar voet in het gips.
Nu doet gedwongen rust soms goed,
dus als Atlete straks weer aan rennen doet,
dan kunnen die Kenianen het wel vergeten,
Atlete zal ze laten afzien en doen zweten
voor de tweede plaats, want met het goud
kan het na deze rustperiode niet meer fout.
Daarna kun je lekker languit op je gat
in je volgelopen volledig gerestylede bad,
Waarna de winnares zich af drogen kan
met de badhanddoek, die mijn Pieterman
in naam van Sinterklaas heeft uitgezocht.
Dus als je van de dokter hoort: "Je mocht
het langzaam aan weer proberen gaan"
is het net of je het startschot hoort gaan.
Van sporten ga je zweren, dus ga je op zoek
naar de douche met deze badhanddoek.
Sinterklaas
Beste Muurbloem,
Sinterklaas kwam onlangs in Holland aan
en zag je hollend door de straten gaan.
Je was aan het trainen, door wind en regen,
voor de Zevenheuvelenloop in Nijmegen.
Het lopen, dat zul je zelf wel weten,
daar ga je toch behoorlijk van zweten,
en dat geeft dan van die nare geuren.
Zo kan het met het carnaval gebeuren,
dat jij daar met je verkleedkleren staat
en dat er dan niemand lang met je praat,
maar dat ze denken: "Zij ruikt te veel naar transpiratie!"
Daar sta je dan in het zuidelijk deel van de natie
als een muurbloem, en vervolgens zucht je:
"Volgend jaar ga ik met een lekker luchtje!"
Dan kun je weer meedoen, je doet lekker mal
met je heerlijke gegiechel op het carnaval.
Pak eens uit, ga genieten,
Sinterklaas en al zijn Pieten
Beste wandelaar,
Sinterklaas kwam in Nederland aan wal
En daar haalde hij zijn paard van stal
Om eens rustig over de daken te gaan.
Daar kwam toen juist een wandelaar aan
Die aan een huttentocht was begonnen,
Waarop menig hindernis werd overwonnen.
Het was leuk, maar toch ook erg zwaar:
Hoe speel je dat zonder je vrouw klaar?
De wandelaar had een vriend meegenomen
Om telkens in een hut te kunnen wonen.
Misschien kun je het geheim verklappen:
Bijna zestig en dan nog eens stevig stappen!
Sint-Nicolaas wil er niet over beginnen
Maar je hebt toch heel vaak moeten pinnen.
Dus de bisschop wil je dit geschenk verstrekken
Zodat je makkelijker je portemonnee kan trekken.
Sint en Piet
Beste doelman,
Sinterklaas komt uit Madrid,
Waar de voetbalclub Real zit.
Sint heeft dus van voetballen verstand
En dat komt nu dus heel goed uit, want
Doelman beoefent deze mooie sport,
Waarbij hij vaak bekogeld wordt.
Doelman staat dus altijd paraat:
Dat krijg je, als je op doel staat.
Want een keeper heeft als diep verlangen,
Dat hij alle ballen uit de lucht kan vangen.
Wellicht dat dit daar ook op zal vallen:
Doelman oefent thuis met gehaktballen!
De Rijmpiet
Beste Renner,
Terwijl Sinterklaas met een grote vaart
over de daken reed met zijn witte paard
zag hij daar een fietser door de straten racen.
Piet zei:"Dat zal de Renner toch niet wezen?"
Maar de Renner zal geen filosofieboek lezen.
Hij wist niet, hoe snel hij weg moest wezen,
daar hij helemaal gegrepen is door het wielrennen.
Leer de Goedheiligman zijn pappenheimers kennen!
"Die filosofieboeken, dat is maar niets,
Ik filosofeer gewoon op mijn fiets!"
Zo zie je de Renner door polders en duinen gaan:
deze filosoof rijdt het liefst vooraan.
Alleen met regen en forse wind tegen
is er de wijsgeer veel aan gelegen
om de anderen ook een kans te geven
om het kopmanschap te mogen beleven.
De Renner zoekt dan eventjes de luwte op,
en de hersencellen draaien dan volop,
terwijl de benen zeer rap pedaleren:
lang leve het nieuwe filosoferen!
Maar toen Sint de renner langs zag gaan
met zijn oude spijkerbroek aan
toen wist Sint:"Ik weet nu wel wat ik zoek:
de Renner krijgt van mij een flitsende racebroek."
Sint-Nicolaas
Beste fietser,
Sinterklaas ziet je vrijwel dagelijks gaan
op je racefiets langs de spoorbaan.
Waar veel mensen in de auto stappen,
ga jij lekker op de trappers trappen.
Aan het wielrennen kom je minder toe,
maar van dit stukje fietsen word jij niet moe.
Sinds kort ga je op zondagmorgen
voor wat hogere snelheden zorgen,
als je met je wielervrienden gaat rijden,
teneinde een buikje te kunnen vermijden.
Voor wedstrijden train je niet meer
en al ga je nu niet meer zo tekeer,
je kunt genieten van de P van puur plezier
ontdoe het pak nu maar van het papier.
Sinterklaas
Beste schaatser,
Het ene seizoen is het andere niet,
zo vertelde mij mijn trouwe Piet
en daar weet jij dit jaar alles van.
Vorig jaar stond er een andere man
op het gladde ijs aan de Vondellaan.
Die sporter vloog over de kunstijsbaan,
maar door een blessure in de zomertijd
raakte jij je conditie goeddeels kwijt.
Dit seizoen werd het daarom zwaar,
maar opgeven doe jij niet zomaar.
Je rijdt met de “Krasse knarren” mee
en al ben je natuurlijk niet zo tevree,
het gaat iedere week een beetje beter
bij het rijden van vijfentwintig kilometer.
Daarom, hou het vol en blijf meerijden,
want er komen heus weer andere tijden.
Derhalve geeft de Sint, oud en wijs
je deze lekkere aanmoedigingsprijs.
Sint en Piet
Ik ben op mijn werk Rijmpiet in deze periode van het jaar. Degenen, die zelf niet zo makkelijk kunnen dichten, mogen uiteraard bovenstaande gedichten gebruiken.
maandag 23 november 2009
Uitgeloot
Vroeger was het rond Sinterklaas bij de potentiële leden thuis altijd zeer spannend. Er werd begin november door een notaris geloot, wie dat jaar de gelukkigen zouden zijn, die de Elfstedentocht van die winter zouden mogen rijden. In de eerste week van december kreeg je post, waarin stond of je ingeloot was of niet.
Zo was ik aan het begin van dit millennium op een gegeven moment 5 keer op rij ingeloot. Met de intrede van het internettijdperk wist ik het vaak al in de eerste helft van november. Rond de 10e november vond de loting plaats, een dag later kon je op je lidmaatschapsnummer al kijken, of je die winter de Tocht der Tochten zou mogen rijden.
Tegenwoordig is het systeem simpel: het ene jaar ben je ingeloot, het jaar erop ben je uitgeloot. Daar ik vorig jaar ingeloot was, wist ik meteen, dat ik dat dit jaar niet was. Maar volgende winter daarentegen....
zaterdag 21 november 2009
"Je moet duwen, niet trappen!"
Soms heb je bijzonder veel profijt van een opmerking, die niet voor jou bedoeld is. Zoals dit seizoen gebruikelijk is, ging ik op dinsdagavond een minuut of 10 achter Wierd Wagenmakers aan schaatsen. Wierd heeft jaren aan shorttrack gedaan en daarmee een prachtige (bochten)techniek gekregen. Daar je het meeste leert van mensen, die iets beter beheersen dan jij, probeer ik dat door in de slag van Wierd te vallen en zo zijn techniek zo goed mogelijk te kopiëren.
Nu haalden we regelmatig een meisje van een jaar of 18 in, die zeer onrustig schaatste doordat ze haar slag niet af maakte. Terwijl wij weer eens inhaalden, zei Wierd: "Je moet duwen, niet trappen!"
Deze deskundige rake opmerking knoopte ik in mijn oren. Want het mag misschien een subtiel verschil lijken, of je je been wegduwd of wegtrapt, bij het schaatsen maakt het een wereld van verschil. Als je je been wegduwd, glij je automatisch veel langer door. Bij wegtrappen geef je veel kracht in een korte afzet, bij wegduwen geef je (uiteindelijk) dezelfde kracht, maar je hebt er veel meer profijt van, doordat je effectieve afzet langer is.
Bij mij viel het kwartje. Dit is precies, wat ik in de bochten fout doe met mijn linkerbeen. Ik trap het linkerbeen weg, waardoor ik zeer kort op dat standbeen blijf glijden. Nadat Wierd het ijs verlaten had, ben ik nog een half uur met dit voor mij nieuwe inzicht aan het stoeien geweest. Soms lukte het, soms ook niet. Het is immers lastig om automatismen te doorbreken.
Op donderdagochtend probeerde ik het bij de "krasse knarren" ook. Het werkt inderdaad. Niet alleen in de bocht, maar ook op het rechte eind heb je er veel profijt van, als je je been niet wegtrapt, maar wegduwd!
Nieuwe buren
Vandaag zijn onze buren verhuisd. Na ruim 22 jaar naast familie De Bes gewoond te hebben, is hun huis leeggehaald. Toch wel gek gevoel, om dan nieuwe buren te krijgen. Hoewel?
In de zomer van 1987 kwamen we in onze nieuwbouwwoning in de Stevenshof wonen. Vanuit mijn werk ging ik regelmatig even kijken, hoe het met de bouw vorderde.
In januari 1987 lag de bouw stil. De bouwvakkers hadden vorstverlet. Wat heet: op een gegeven moment gaf het KNMI zelfs een waarschuwing om vanwege de kou alleen naar buiten te gaan, als het strikt noodzakelijk was! Kom daar heden ten dage eens om....
Kortom, er kon volop geschaatst worden. Ik heb met mijn vriend Joep Kapiteyn die winter 2 keer 100 km geschaatst vanuit Hoogmade op 2 opeenvolgende zaterdagen. Een paar weken lang was er iedere dag een Molen- en Merentocht. Even leek het er op, dat er voor het derde jaar op rij een Elfstedentocht georganiseerd zou worden. Ik had al een slaapplaats geregeld in Leeuwarden bij Peter Joosten, een oud-klasgenoot van de HAVO, die als verpleger in de Friese hoofdstad in een ziekenhuis werkte. Peter bevestigde, dat de kans zeer groot was: alle verloven waren ingetrokken. Op het laatste moment is de Elfstedentocht van 1987 afgeblazen.
In april stuitte ik bij toeval op een berichtje in een huis-aan-huis-blaadje, die wij vanwege een Nee-Nee-sticker nooit kregen, dat de IJVL droogtrainingen organiseerde op dinsdag- en woensdagavond. Dat leek me wel wat. Zodoende schreef ik me in als lid. Mijn lidmaatschapsnummer is 87. De eerste droogtraining op dinsdagavond begon ik bij de C-groep, de minst zware groep, maar al tijdens het eerste jaar ging ik via de B-groep door naar de A-groep, de meest getrainden.
Er waren destijds 4 trainingsgroepen actief op de Bult, in totaal zo'n 70 man, want de jeugd trainde toendertijd ook op dinsdagavond. Bovendien week ik, als het thuis beter uitkwam, wel eens uit naar de woensdagavond. De trainers, waar ik in de beginperiode het meest mee te maken had, waren Erik van Kordelaar, John Val en Gerard Driessen. De basisconditie steeg zienderogen. Dat merkte ik het volgende schaatsseizoen al. Ik kan de "ouderwetsche" droogtraining dus aan iedere schaatser van harte aanbevelen.
In de verregende zomer van 1987 verhuisden we naar de Rosa Spierstraat. Al die tijd woonden we dus naast familie De Bes. Nu krijgen we dus nieuwe buren. Wellicht heeft de thriller "Nieuwe buren" van Saskia Noort de mensen wat kopschuw gemaakt, want in dat boek loopt het niet helemaal goed af als de "oude" en "nieuwe buren" wat beter kennis maken met elkaar.
Twee weken geleden kwamen de eerste 10 paren van de wachtlijst in het huis van onze buren kijken. Wie schetst onze stomme verbazing, toen uiteindelijk iedereen afhaakte. Aan het huis kan het niet liggen. Waar vind je in Leiden een huurhuis met een tuin op het zuiden aan het water? Bij een koophuis heb je nog het excuus, dat de gegadigden de financiering niet rond kunnen krijgen. Bij een huurhuis is dit niet het geval. De enige verklaring, die ik voor het tienvoudig afhaken kan bedenken: niemand wil naast ons wonen.....
In de zomer van 1987 kwamen we in onze nieuwbouwwoning in de Stevenshof wonen. Vanuit mijn werk ging ik regelmatig even kijken, hoe het met de bouw vorderde.
In januari 1987 lag de bouw stil. De bouwvakkers hadden vorstverlet. Wat heet: op een gegeven moment gaf het KNMI zelfs een waarschuwing om vanwege de kou alleen naar buiten te gaan, als het strikt noodzakelijk was! Kom daar heden ten dage eens om....
Kortom, er kon volop geschaatst worden. Ik heb met mijn vriend Joep Kapiteyn die winter 2 keer 100 km geschaatst vanuit Hoogmade op 2 opeenvolgende zaterdagen. Een paar weken lang was er iedere dag een Molen- en Merentocht. Even leek het er op, dat er voor het derde jaar op rij een Elfstedentocht georganiseerd zou worden. Ik had al een slaapplaats geregeld in Leeuwarden bij Peter Joosten, een oud-klasgenoot van de HAVO, die als verpleger in de Friese hoofdstad in een ziekenhuis werkte. Peter bevestigde, dat de kans zeer groot was: alle verloven waren ingetrokken. Op het laatste moment is de Elfstedentocht van 1987 afgeblazen.
In april stuitte ik bij toeval op een berichtje in een huis-aan-huis-blaadje, die wij vanwege een Nee-Nee-sticker nooit kregen, dat de IJVL droogtrainingen organiseerde op dinsdag- en woensdagavond. Dat leek me wel wat. Zodoende schreef ik me in als lid. Mijn lidmaatschapsnummer is 87. De eerste droogtraining op dinsdagavond begon ik bij de C-groep, de minst zware groep, maar al tijdens het eerste jaar ging ik via de B-groep door naar de A-groep, de meest getrainden.
Er waren destijds 4 trainingsgroepen actief op de Bult, in totaal zo'n 70 man, want de jeugd trainde toendertijd ook op dinsdagavond. Bovendien week ik, als het thuis beter uitkwam, wel eens uit naar de woensdagavond. De trainers, waar ik in de beginperiode het meest mee te maken had, waren Erik van Kordelaar, John Val en Gerard Driessen. De basisconditie steeg zienderogen. Dat merkte ik het volgende schaatsseizoen al. Ik kan de "ouderwetsche" droogtraining dus aan iedere schaatser van harte aanbevelen.
In de verregende zomer van 1987 verhuisden we naar de Rosa Spierstraat. Al die tijd woonden we dus naast familie De Bes. Nu krijgen we dus nieuwe buren. Wellicht heeft de thriller "Nieuwe buren" van Saskia Noort de mensen wat kopschuw gemaakt, want in dat boek loopt het niet helemaal goed af als de "oude" en "nieuwe buren" wat beter kennis maken met elkaar.
Twee weken geleden kwamen de eerste 10 paren van de wachtlijst in het huis van onze buren kijken. Wie schetst onze stomme verbazing, toen uiteindelijk iedereen afhaakte. Aan het huis kan het niet liggen. Waar vind je in Leiden een huurhuis met een tuin op het zuiden aan het water? Bij een koophuis heb je nog het excuus, dat de gegadigden de financiering niet rond kunnen krijgen. Bij een huurhuis is dit niet het geval. De enige verklaring, die ik voor het tienvoudig afhaken kan bedenken: niemand wil naast ons wonen.....
vrijdag 20 november 2009
Topsport
Deze week had ik de mogelijkheid om voor mijn werk voor ibi.bibliotheek.nl vier vragen over sport te beantwoorden. De vragen waren: "Wat is een coach?", "Wat is een topsportcoach?", "Hoeveel professionele topsportcoaches zijn er in Nederland?" en tot slot "Wat is topsport?"
Van de coördinator van ibi.bibliotheek.nl (waar u vragen kunt stellen over allerhande onderwerpen en die door bibliothecarissen professioneel worden beantwoord), kreeg ik het volgende mailtje:
Hallo Bert,
Ik wil je even zeggen dat ik vind dat je de vragen waar ik in onderstaand bericht naar verwees prima hebt beantwoord. Gelden wat mij betreft als goede voorbeelden!
Dankjewel en groeten,
Esther
Daar de vraag "Wat is topsport?" zeer veel sporters wel eens bezig houdt, wil ik u dit antwoord niet onthouden:
"In de Dikke Van Dale staat als omschrijving van topsport: sport op het hoogste niveau.
Het begrip "hoogste niveau" wordt niet nader gedefinieerd. Dus of het gaat om sporters met of zonder handicap, of om sport op lokaal, regionaal, nationaal of internationaal gebied, wordt in het midden gelaten.
Volgens deze omschrijving kan het begrip 'topsport' op vele manieren geïnterpreteerd worden.
Op de site van NOC*NSF staat dat binnen de sport in Nederland de volgende definitie van topsporter wordt gehanteerd: "Je bent topsporter als je internationaal op het hoogste seniorenniveau (EK's, WK's en Olympische Spelen) meedoet, binnen een erkend topsportprogramma."
De topsporters worden door NOC*NSF ingedeeld in topsporters met de A-status of HP-status en topsporters met de B-status. Je kunt alleen de A-, HP- of B-status verkrijgen als je internationaal uitkomt en presteert in een Categorie 1-topsportprogramma. Welke sporten in categorie 1 vallen krijgt u te zien wanneer u op de site van link 1 doorklikt naar: Categorie 1- en 2-topsportprogramma's (geldig vanaf 1-1-2009)
Dat topsport niet alleen mooie kanten heeft, wordt aardig geïllustreerd door het volgende citaat van de Duitse dichter Bertold Brecht: "Topsport begint waar de gezondheid ophoudt"."
Bij dit antwoord horen 3 verwijzingen naar andere sites:
http://nocnsf.nl/CMS/showpage.aspx?id=657
http://www.linkit-speedskating.com/2009/06/column-ria-visser-juni-2009/
http://www.passievoorsport.com/watis_topsport.html
Vooral in de site van oud-schaatster Ria Visser, winnares van een zilveren medaille op de 1500 meter op de Olympische Spelen van 1980 in Lake Placid achter Olympisch kampioene Annie Borckink, kan ik van harte aanbevelen.
Hier citeer ik, om even goed over na te denken, de kern van dit artikel:
"Voor wie het nog niet wist: het leven van topschaatsers bestaat voornamelijk uit trainen. Hun vakantieperiode duurt om en nabij de drie weken en valt medio april. In mei begint de hele trainingsopbouw weer van voor af aan. Eerst bestaan de trainingen voornamelijk uit duurlopen en fietsritten. In juni komt er de afwisseling: fietsen, lopen, kracht, skeeler en fitness. In juli wordt er zelfs een aantal weken geschaatst. In augustus en september is er geen ontkomen meer aan. Maximale concentratie en inzet is vereist om de trainingen te kunnen volbrengen. Volhouden en zonder kleerscheuren uit deze loodzware periode zien te komen, dat is de opdracht. Wie in deze periode de aansluiting mist, ziek wordt of geblesseerd raakt, houdt al bij voorbaat rekening met een verloren seizoen. Een Olympisch seizoen, wel te verstaan. En dat mag onder geen beding gebeuren. Maar het met succes bewaken van de grens tussen te weinig en te veel trainen is een gave. Om blessures in de maak en overtraining in de dop op tijd te onderkennen is een zesde zintuig nodig , want kennis en ervaring worden maar al te vaak eenvoudig op het verkeerde been gezet door ambitie en beroepsdeformatie. Er gaan slachtoffers vallen. Toppers, potentiële Olympische medaillewinnaars, die het Olympisch vliegtuig naar Vancouver gaan missen. Helaas.
Topsport is een ongezonde bezigheid, maar dat is het roken van een pakje sigaretten ook. Ieder zijn ding. Het gekke is dat een topsporter bij uitoefenen van zijn ongezonde bezigheid alle hulp krijgt van trainer, arts, fysiotherapeut en psycholoog om zowel lichaam als geest tot het uiterste te drijven. Terwijl de arme kettingroker het elke dag in z’n eentje voor elkaar moet zien te krijgen om zijn lichaam te kwetsen met die zestig sigaretten per dag. Een kromme vergelijking. Misplaatst. Mee eens. Maar als je twintig jaar na dato als voormalig succesvol sporter, en nog niet zó oud, niet eens meer in staat bent om een stukje hard te lopen, een rondje te schaatsen of een partijtje tennis te spelen vanwege twee kapotte knieën, dan is het niet zo gek om met gemengde gevoelens naar de zwoegende en zwetende topsporters te kijken. Gezondheid eindigt, waar topsport begint schreef Bertolt Brecht in de vorige eeuw."
woensdag 18 november 2009
Een milde winter?
Gisteren las ik in Trouw in het weerpraatje van Hans Roozen, dat de seizoensverwachting van het KNMI is, dat er een milde winter wordt verwacht. "De winter van 2009-2010 zal naar verwachting mild verlopen. Korte, koude perioden worden niet uitgesloten, maar lange koude perioden wel. De kans op een Elfstedentocht lijkt verkeken." Er volgt nog een cynische zin: "Het positieve nieuws is, dat we minder kwijt zijn aan stookkosten." Waarvoor onze hartelijke dank!
Nu is het op zich niet zo'n kunst om een milde winter te voorspellen. In 75 tot 80% van de keren scoor je daarmee, en de laatste 2 decennia nog vaker.
Toch zijn er weerkundigen, die er een andere mening over hebben. Eén van hen is Bas Schijff, die voor de ijsclub in Rijnsburg vorige maand een lezing heeft gehouden met de gewaagde voorspelling, dat we de komende winter juist een koude winter kunnen verwachten. En dat niet alleen! Ik citeer als samenvatting een aantal voor schaatsers positieve zinnen uit zijn lezing: "Maar de zon geeft niet altijd evenveel energie af en heeft een op en neergaande cyclus van 11 jaar waarin de hoeveelheid zonnevlekken toe en afneemt. Twee jaar geleden zaten we aan het einde van de 11-jarige cyclus zodat er amper zonnevlekken waren te vinden. Vorig jaar maart had het aantal zonnevlekken weer moeten gaan toenemen, waar wat schetst de verbazing van ieder wetenschapper, het bleef stil op de zon. Er zijn zelfs maanden geweest waarin geen enkele zonnevlek te bekennen was. Zonnevlekken zorgen ervoor dat de zonnewind krachtiger wordt en ook de hoeveelheid magnetische straling. Die straling zorgt ervoor dat er minder wolken vormen zodat de zon de boel meer kan opwarmen. En dat effect heeft er voor gezorgd dat het de afgelopen 23 jaar warmer is geworden op de aarde.
De winter is op de pool weer vroeger begonnen zodat op dit moment de ijsgroei ook groter is dan vorig jaar. Scandinavië ligt momenteel al voor een groot deel onder de sneeuw en dat was vorig jaar bijna twee maanden later. Vorige week viel er in de Alpen net zoveel sneeuw als in de afgelopen 25 jaar oktobermaanden bij elkaar. In september werden op Groenland de laagste temperaturen gemeten en aan de andere kans van de plas was de zomer in het noorden van Canada bijzonder kort en viel in augustus al de eerste sneeuw. Toevallig? Nee beslist niet. Door de minder sterk geworden magnetische straling komt er nu meer kosmische straling door de dampkring en dat schijnt voor meer wolken te zorgen waardoor er meer zonne-energie teruggekaatst wordt. Ook de toename van de ijsvlakte draagt daar aan bij en zo kan er een versnelling komen in het verder afkoelen van de aarde. Dit wordt echter nu nog wat afgeremd doordat het zeewater in de afgelopen decennia ook veel warmer is geworden. Er is dus nu nog sprake van een na-ijltijd zodat de afkoeling daardoor nog wordt afgeremd. Ons voorbeeld ligt in de tijd rond de 17e eeuw toen de zon 40 jaar lang praktisch geen zonnevlekken vertoonden. Er trad toen een klein ijstijd in waarin de gemiddelde temperatuur drie graden achteruit ging.
Na 2013 gaan we weer naar een minimum toe groeien en zal het dus langdurig stil blijven op de zon. Er is echter geen wetenschapper die kan uitleggen waarom de zonnevlekken nu plotsklaps uitblijven omdat we nog tekort weten van de zon. Maar de cyclus van 11 jaar gaat gewoon door en dat geeft aan dat een maximum van de zonnevlekken in 2013 zal uitblijven. De kans is dus aanwezig dat er een nieuwe kleine ijstijd aan zit te komen. Voor de schaatsliefhebbers goede geluiden want de kans op een Elfstedentocht wordt weer veel groter. De besturen van de ijsclubs kunnen zich de komende winter klaarmaken voor een druk seizoen want we kunnen een koude tot zeer koude winter verwachten."
Denk nu niet, dat ik ineens niet meer in het broeikaseffect geloof, want dat doe ik wel degelijk. Er is een onmiskenbaar verband tussen de hoeveelheid CO2, die de afgelopen 2 eeuwen de lucht is ingepompt en de stijging van de temperatuur op aarde. En als je ziet, hoe iedereen probeert onder het Verdrag van Kyoto en dat van Kopenhagen uit probeert te komen, dan zal het beslist niet dankzij de mensheid en dan met name de wereldleiders zijn, dat er een trendbreuk plaats gaat vinden in de almaar stijgende temperatuur op aarde.
Er zijn trouwens ook theorieën, die er van uitgaan, dat de hele aarde warmer wordt, behalve West- en Noord-Europa. Door het afsmelten van het poolijs komt er meer zoet water in zee. Zoet water is lichter als zout water en dit koude smeltwater drukt het warme zeewater veel eerder naar beneden. De warme golfstroom, die zorgt voor milde temperaturen in Europa, zou teruggedrongen worden, waardoor het in Europa een stuk frisser zou worden. Maar dit terzijde.
De grote onbekende in het grote geheel is inderdaad de zon. Er hebben, voor de mensheid grote hoeveelheden broeikasgassen toevoegde aan de atmosfeer, wel vaker grote en plotselinge schommelingen in het klimaat plaatsgevonden. In de 16e eeuw maakte een warme periode ook in een paar jaar plaats voor een koude, de proloog van wat we nu de "Kleine ijstijd" noemen.
Interessant leesvoer hierover zijn de boeken van J. Buisman, zoals "Bar en boos" en de serie "Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen".
We zullen het binnenkort weten, of we wederom een milde winter krijgen, waarin de schaatsliefhebbers wederom geduld moeten oefenen.
Maar wellicht heeft Bas Schijff het gelijk volledig aan zijn kant en heeft de zon een verrassing voor ons in petto en staan we aan de vooravond van een reeks koude winters.
zondag 15 november 2009
100 jaar Bert Breed
Nee, ik ben geen eeuw oud! Maar mijn vader, eveneens Bert Breed geheten, is precies een eeuw geleden geboren. Hij is op 19 november 2002 op de gezegende leeftijd van 93 jaar overleden. Er loopt dus in ieder geval sinds een eeuw een Bert Breed op deze aardbol rond. Vandaag, 15 november 2009, om precies te zijn in Nijmegen en omgeving voor de 26e editie van de Zevenheuvelenloop.
Zeven jaar geleden lag mijn vader met een kwaadaardig hersentumor in de Mariastichting in Haarlem. Hij was, als trouw katholiek, op zijn 93e verjaardag bediend om een paar dagen later vredig in zijn slaap er tussen uit te knijpen. Daar ik dezelfde naam heb, had ik het kunnen verwachten, maar desalniettemin was het een hele schok toen een paar maanden later de grafsteen was geplaatst: een grafsteen met mijn eigen naam erop!
Maar we hadden meer gemeen dan de naam alleen. Een bijzondere speling van het lot had ons allebei laten trouwen op 27-jarige leeftijd en vader laten worden op 28-jarige leeftijd.
Daar bestaat in de kansberekening op zich redelijke kans op. Maar niet op het feit, dat we allebei zijn getrouwd met een vrouw, waarvan op 5-jarige leeftijd de moeder was gestorven! En eerlijk is eerlijk: we hebben het allebei getroffen met onze levenspartner: lieve, trouwe, optimistische en vooral ook wijze vrouwen. Kennelijk had ik dat nodig, eerst een wijze moeder en daarna een wijze partner....
Wat dat aangaat ben ik een bofkont. Waar ik het minder mee getroffen had, was botsende karaktertrekken: Bert Breed en opgeven gaat niet echt lekker samen. Komt nog bij dat we beiden met een ietwat driftig karakter gezegend waren. Laat ik het zo zeggen: mijn puberteit ging niet geheel onopgemerkt voorbij!
Het doorzettingsvermogen heb ik van mijn vader meegekregen. Waar ik tot mijn 24e in de schoolbanken verbleef, kreeg Bert sr. van zijn vader op 12-jarige leeftijd te horen: "Jongen, de tijd van spelen is voorbij!" Daar hij zag, dat de boerderij, die hij samen met zijn 2 broers over zou kunnen nemen, te weinig op zou brengen om 3 gezinnen te kunnen voeden, begon hij in de crisisjaren een eigen fouragehandel, de nog steeds bestaande firma B.Breed en Zonen, waar 2 broers van mij nog steeds in werken. Hij deed de boekhouding tot hij dik in de 80 was. Een arbeidzaam leven van meer dan 70 jaar!
Aan luxe hebben we nooit gehecht. Er zijn immers belangrijker dingen in het leven, zoals je uit kunnen leven in je hobby. Bij mij is dat het schaatsen, bij mijn vader was dat het jagen. Hij slachtte zelf het gevangen kleinwild als hazen, eenden, duiven en fazanten. Deze laatste vogel is trouwens het lekkerste van allemaal.
Verder hadden we binnenpretjes gemeen, als we weer eens een geintje bedacht hadden. Bij mijn vader verraadden de pretogen, dat je op je hoede moest zijn om niet in de maling te worden genomen. Nu is het lastig om jezelf op pretogen te kunnen betrappen, maar vermoedelijk lijdt ik aan dezelfde "kwaal".
Toen mijn moeder in 1991 op 79-jarige leeftijd overleden was, stortte mijn vader zich op het fietsen. Op 88-jarige leeftijd reed hij op een fiets met 5 versnellingen nog rustig een rondje Haarlemmermeer, met het fietsen vanaf en naar Nieuw-Vennep erbij toch dik 70 km. Ik teken er blind voor, als ik dat op die leeftijd nog kan.
Maar goed, om mijn lichaam fit te houden, zodat ik ook op hoge leeftijd nog kan blijven sporten, ging ik met de trein naar Nijmegen. Daar zeer veel lopers met de trein gingen, had je meteen contact met wildvreemde sporters. Een kleine 2 uur praatten we honderduit over allerlei sportervaringen. Het regende onderweg nog behoorlijk, maar in Noviomagus aangekomen was het net droog geworden. Na een half uurtje ingelopen te hebben, begaf ik me naar het oranje startvak. Terwijl wij heel langzaam richting startlijn bewogen, hoorden we hoe de Afrikanen weer te keer gingen. Na 7 km zaten ze onder het schema van het wereldrecord. Voor ons trouwens een mooie opsteker: de omstandigheden waren dus uitstekend!
Daar ik met een hardloper uit Zwolle aan het kletsen was, vergat ik te kijken, hoeveel minuten over 1 ik over de startstreep kwam. Het was dus lang ongewis voor mij, op welk schema ik zat. Wat ik wel wist, was dat het lopen erg makkelijk ging. Voor mij was het één grote inhaalrace. Vooral heuvelop ging het erg makkelijk.
Het was trouwens erg mooi in de bossen rondom Nijmegen. De helft van de bomen zat nog in blad en alle herfsttinten waren te bewonderen. Niet dat je daar veel tijd voor had, want in het bonte lint van lopers moest je goed opletten, dat je je voorgangers niet op de hielen trapte. Maar waar het maar even kon, gaf ik mijn ogen toch wel de kost om te genieten van het natuurschoon.
Bij het 10 kilometerpunt kon ik eindelijk een beetje inschatten, wat mijn tijd zou worden. Over het stuk tussen de 5 en de 10 km had ik ruim 23 minuten gedaan. Dat betekende een tijd tussen de 1.10 en de 1.12.
De bewolking begon te breken en de laatste 3 km liepen we in het zonnetje. Er was veel publiek langs de kant van de weg en regelmatig werden we aangemoedigd. Heel wat anders dan het bioscooppubliek bij de marathon van Amsterdam.
Vlak voor de finish, die ging in de brutotijd van 1.32.12, hoorden we dat Tirunesh Dibaba uit Ethiopië met 46.28 een wereldrecord bij de vrouwen had gelopen. Volgens mijn inschatting zat ik toen nog niet eens bij het 10-kilometerpunt! De laatste 5 km waren in ruim 23 minuten gegaan. Daarbij bleef ik nog steeds in het ongewisse over de eindtijd. Na de finish kwam ik, net als vorig jaar, oud-marathonschaatser en Elfstedencrack Haico Bouma tegen. Ik haalde mijn tas met kleren op in de parkeergarage met steile helling. Dan heb je net 7 heuvels beklommen, maar deze steile helling is toch de meest pijnlijke van allemaal, temeer daar ik in de eindsprint een bilspier had verrekt.
Op het station van Nijmegen kwam Peter Zwart, die 1.06.41 had geklokt, op mij afgelopen. Met hem reisde ik terug naar Amsterdam, waardoor we elkaar weer bij konden praten, o.a. over de marathon van Amsterdam, die hij met een paar gekneusde ribben gelopen had, nadat hij tijdens zijn laatste training was aangereden door een fietster, die daar helemaal niet mocht rijden. In Mokum verliet Peter de trein, terwijl ik via Haarlem naar De Vink treinde.
Pas thuis kreeg ik de uitslag in een mailtje te lezen: 1.10.45, 8 seconden sneller dan mijn snelste Zevenheuvelenloop. Volkomen vlak: 23.55, 23.36 en 23.12. Ik had dus een uitstekende race gelopen. Maar nog liever had ik natuurlijk gehad, dat in niet naar Nijmegen af kon reizen, omdat mijn vader nog leefde en we vandaag een groot feest hadden gehad ter gelegenheid van 100 jaar Bert Breed sr.
zaterdag 14 november 2009
Souplesse
Tijdens mijn eerste jaren in de droogtrainingsgroep bij de IJVL deed Jacqueline Piederiet mee. Met de rekoefeningen legde zij met gemak haar benen in haar nek.
Je hebt nu eenmaal mensen, die lenig zijn geboren, en je hebt mensen, die als stijve hark in de wieg zijn gelegd. De meesten zitten gewoon tussen deze uitersten in. Een kwestie van erfelijke aanleg. De lenige mensen hebben als schaatser een groot voordeel: souplesse. Dit uit het Frans afkomstige woord betekent volgens de Dikke Van Dale buigzaamheid.
Deze souplesse komt zowel op de kunstijsbaan als op natuurijs goed van pas. Iemand die gezegend is met een soepel lijf, komt veel makkelijker de bocht door. Maar souplesse is voor iedereen te trainen, ook voor de houten klazen onder ons. Je zult je er dus eerst bewust van moeten zijn voor je er aan kan werken. Want meestal doe je allerlei oefeningen op de automatische piloot en vergeet je daarbij te letten op de souplesse, terwijl er allerlei trainingsvormen zijn, waarbij dit prima kan.
Veel trainingsvormen zijn bedoeld om de spieren sterker te maken of het uithoudingsvermogen te vergroten. Denk daarbij aan zaken als hardlopen en touwtjespringen. Je kunt daarbij heel veel kracht gebruiken, maar je kunt een duurloop of touwtjespringen ook uitstekend gebruiken om je eigen soepelheid te vergroten. Dit kan door met lopen er goed op te letten, dat je goed en vooral soepel afwikkelt. Met touwtjespringen gaat het er dan niet om om de afzet zo hard mogelijk te doen, maar om het zo soepel mogelijk te doen. Lichtvoetig!
Diverse rekoefeningen komen op dit gebied goed van pas, net als schaatspassen: het gaat daarbij niet om kracht of snelheid, maar om coördinatie en spierbeheersing. Prima om hiermee je lichaam soepeler te maken! Voorts kun je ook denken aan inloopoefeningen, zoals kruispassen, zowel voorwaarts als zijwaarts.
Ook op de (sport)fiets kun je dit uitstekend oefenen. Ga in een kleinere versnelling rijden en rij zo veel mogelijk op soepelheid, eventueel aangevuld met wat slalommen. Dit laatste uiteraard alleen als de verkeerssituatie dit toelaat!
De trainingsvorm, die het meeste rendement geeft, is mountainbiken. Vooral op een bochtig parcours op glooiend terrein krijg je een uitstekende training in souplesse.
Op de kunstijsbaan kun je denken aan zaken als slalommen en de start-remproef, die we als trainer voor moeten doen aan kinderen. En niet te vergeten het oefenen van het vallen. Kinderen vinden dit de leukste oefening, en zelf heb je er ook veel baat bij. Als je weet, hoe je soepel moet vallen, verklein je de kans op blessures enorm!
Je kunt daarbij ook denken aan kunstschaatsen. Dit vraagt zeer veel spierbeheersing en vooral veel soepelheid. Denk nu niet, dat ik u meteen naar "Dancing on ice" wil sturen. Ook op noren zijn er een paar balansoefeningen, die er voor zorgen, dat je je soepel gaat bewegen. Als ik les geef aan kinderen, dan laat ik ze wel eens op de schaats "stappen" als een clown, met de benen hoog opgetild, of rijden als een kunstschaatser, met het achterste been gestrekt zo hoog mogelijk opgetild. De één doet het uiteraard makkelijker dan de ander, maar behalve het oefenen van het evenwicht train je ongemerkt ook de souplesse op deze manier.
Een stap verder is natuurlijk ballet. Zelf heb ik er niks mee, maar de Noorse achaatser Adne Söndral, winnaar van Olympisch goud op de 1500 meter in Nagano, viel in het begin van zijn carriere veelvuldig. Hij ging naar een balletschool om zijn souplesse te vergroten. En als je daarna Olympisch kampioen wordt, dan hebben de balletoefeningen hun vruchten toch wel afgeworpen.
Het belang van souplesse voor toertochten is tweeledig. Aan de ene kant spaar je veel kracht uit, als je op souplesse kunt schaatsen. Hoe langer de tocht, hoe meer profijt je van deze "energiebesparing" hebt. Dus niet met je krachten smijten, maar zuinig rijden door je lichaam soepel in de slag te bewegen.
Aan de andere kant is natuurijs niet altijd gepolijst: vaak zitten er scheuren in het ijs of zijn andere oneffenheden als sneeuwranden, strootjes of rietpluimen. Hoe soepeler je lijf is, hoe handiger je deze potentiële hindernissen kunt omzeilen, of eventueel uit scheuren te kunnen rijden. Dat geldt trouwens ook voor tegenliggers. Op de kunstijsbaan kom je die niet veel tegen, met natuurijs ligt dat toch een tikkeltje anders....
En dan zijn er met natuurijs soms ook nog wakken. Tijdens een schaatstocht op de Oostvaardersplassen aan aantal jaar geleden op die ene dag in het jaar dat je net kon schaatsen op natuurijs, kwam het Franse woord voor buigzaamheid me zeer goed van pas: na een bocht om het riet reed ik bijna regelrecht in een wak. Een katachtige, zijwaartse duik in het riet behoedde me voor een nat pak.
Soms is het heel handig als je je lichaam regelmatig traint op souplesse....
Je hebt nu eenmaal mensen, die lenig zijn geboren, en je hebt mensen, die als stijve hark in de wieg zijn gelegd. De meesten zitten gewoon tussen deze uitersten in. Een kwestie van erfelijke aanleg. De lenige mensen hebben als schaatser een groot voordeel: souplesse. Dit uit het Frans afkomstige woord betekent volgens de Dikke Van Dale buigzaamheid.
Deze souplesse komt zowel op de kunstijsbaan als op natuurijs goed van pas. Iemand die gezegend is met een soepel lijf, komt veel makkelijker de bocht door. Maar souplesse is voor iedereen te trainen, ook voor de houten klazen onder ons. Je zult je er dus eerst bewust van moeten zijn voor je er aan kan werken. Want meestal doe je allerlei oefeningen op de automatische piloot en vergeet je daarbij te letten op de souplesse, terwijl er allerlei trainingsvormen zijn, waarbij dit prima kan.
Veel trainingsvormen zijn bedoeld om de spieren sterker te maken of het uithoudingsvermogen te vergroten. Denk daarbij aan zaken als hardlopen en touwtjespringen. Je kunt daarbij heel veel kracht gebruiken, maar je kunt een duurloop of touwtjespringen ook uitstekend gebruiken om je eigen soepelheid te vergroten. Dit kan door met lopen er goed op te letten, dat je goed en vooral soepel afwikkelt. Met touwtjespringen gaat het er dan niet om om de afzet zo hard mogelijk te doen, maar om het zo soepel mogelijk te doen. Lichtvoetig!
Diverse rekoefeningen komen op dit gebied goed van pas, net als schaatspassen: het gaat daarbij niet om kracht of snelheid, maar om coördinatie en spierbeheersing. Prima om hiermee je lichaam soepeler te maken! Voorts kun je ook denken aan inloopoefeningen, zoals kruispassen, zowel voorwaarts als zijwaarts.
Ook op de (sport)fiets kun je dit uitstekend oefenen. Ga in een kleinere versnelling rijden en rij zo veel mogelijk op soepelheid, eventueel aangevuld met wat slalommen. Dit laatste uiteraard alleen als de verkeerssituatie dit toelaat!
De trainingsvorm, die het meeste rendement geeft, is mountainbiken. Vooral op een bochtig parcours op glooiend terrein krijg je een uitstekende training in souplesse.
Op de kunstijsbaan kun je denken aan zaken als slalommen en de start-remproef, die we als trainer voor moeten doen aan kinderen. En niet te vergeten het oefenen van het vallen. Kinderen vinden dit de leukste oefening, en zelf heb je er ook veel baat bij. Als je weet, hoe je soepel moet vallen, verklein je de kans op blessures enorm!
Je kunt daarbij ook denken aan kunstschaatsen. Dit vraagt zeer veel spierbeheersing en vooral veel soepelheid. Denk nu niet, dat ik u meteen naar "Dancing on ice" wil sturen. Ook op noren zijn er een paar balansoefeningen, die er voor zorgen, dat je je soepel gaat bewegen. Als ik les geef aan kinderen, dan laat ik ze wel eens op de schaats "stappen" als een clown, met de benen hoog opgetild, of rijden als een kunstschaatser, met het achterste been gestrekt zo hoog mogelijk opgetild. De één doet het uiteraard makkelijker dan de ander, maar behalve het oefenen van het evenwicht train je ongemerkt ook de souplesse op deze manier.
Een stap verder is natuurlijk ballet. Zelf heb ik er niks mee, maar de Noorse achaatser Adne Söndral, winnaar van Olympisch goud op de 1500 meter in Nagano, viel in het begin van zijn carriere veelvuldig. Hij ging naar een balletschool om zijn souplesse te vergroten. En als je daarna Olympisch kampioen wordt, dan hebben de balletoefeningen hun vruchten toch wel afgeworpen.
Het belang van souplesse voor toertochten is tweeledig. Aan de ene kant spaar je veel kracht uit, als je op souplesse kunt schaatsen. Hoe langer de tocht, hoe meer profijt je van deze "energiebesparing" hebt. Dus niet met je krachten smijten, maar zuinig rijden door je lichaam soepel in de slag te bewegen.
Aan de andere kant is natuurijs niet altijd gepolijst: vaak zitten er scheuren in het ijs of zijn andere oneffenheden als sneeuwranden, strootjes of rietpluimen. Hoe soepeler je lijf is, hoe handiger je deze potentiële hindernissen kunt omzeilen, of eventueel uit scheuren te kunnen rijden. Dat geldt trouwens ook voor tegenliggers. Op de kunstijsbaan kom je die niet veel tegen, met natuurijs ligt dat toch een tikkeltje anders....
En dan zijn er met natuurijs soms ook nog wakken. Tijdens een schaatstocht op de Oostvaardersplassen aan aantal jaar geleden op die ene dag in het jaar dat je net kon schaatsen op natuurijs, kwam het Franse woord voor buigzaamheid me zeer goed van pas: na een bocht om het riet reed ik bijna regelrecht in een wak. Een katachtige, zijwaartse duik in het riet behoedde me voor een nat pak.
Soms is het heel handig als je je lichaam regelmatig traint op souplesse....
donderdag 12 november 2009
Bachelor milieukunde
De elfde van de elfde was, zoals je kunt verwachten, een rare dag. Ik ging om kwart voor 9 naar de IJshal, waar ik les nam bij Paula van Hoek. Het thema was de afzet. In de bochten valt er voor mij nog wel het een en ander te verbeteren, vooral met mijn linkerbeen. Waar heb ik dat meer gehoord?
Terwijl wij aan een serie rondjes bezig waren, hoorde ik achter mij iemand onderuit gaan. Je moet op de baan nooit omkijken, want dan ga je zelf ook vaak onderuit. De volgende ronde zag ik iemand tegen de binnenboarding liggen. Het zag er niet goed uit. De schaatser in het Amstel Gold Race-jack uit onze lesgroep had vermoedelijk een arm gebroken. Met de brancard op de kar werd hij naar de ingang gereden, waar de medewerkers van de ambulance al klaar stonden om het van ons over te nemen.
Het is lastig om na zo'n ongelukkige val de draad weer op te pikken. Iedereen is toch een beetje uit zijn doen. Toch is het goed, om dan weer gewoon te gaan schaatsen, zeker voor de wat mindere schaatsers. Als je een les op zo'n punt de les afbreekt, blijft de angst om te vallen een week lang hangen. En mensen, die bang zijn om te vallen, vallen juist!
Aan het eind van de ochtend werd er thuis gebeld: de ploegleider van de wielerploeg uit Spanje, waar Siebe in 2010 voor gaat rijden. In vloeiend Spaans stond Siebe hem te woord.
's Middags gingen we met de trein naar Amsterdam-Zuid, waar Siebe zijn bachelor-diploma Aardwetenschappen kreeg overhandigd aan de Vrije Universiteit.
In 1977 heb ik 6 weken stage gelopen bij de bibliotheek in het hoofdgebouw van de VU, ten tijde van de gijzeling van de lagere school in Bovensmilde en de treinkaping bij De Punt. Het meest bijzondere is de grote hoeveelheid grappen, die daarover binnen de kortste keren de ronde deden, zoals Kaapstad als hoofdstad van de Molukken en het Kaaps viooltje als nationale bloem. De leukste wil ik u niet onthouden.
In het Concertgebouw opent een Molukse violist zijn vioolkoffer. Hij haalt er een mitrailleur uit. Iedereen steekt zijn armen in de lucht. De Molukker loopt naar de microfoon en zegt: "Dat zal mijn broer leuk vinden. Hij zit nu met mijn viool in de trein!"
In het toespraakje over Siebe kwam het wielrennen nadrukkelijk naar voren. Eén veldonderzoek in Spanje moest zoonlief overdoen, omdat hij een onvoldoende had gehaald. "Niet verbazingwekkend" zei de professor: "Siebe zat meer op de fiets, dan dat hij met het veldwerk bezig was!"
Bij het nalezen van de diploma-bijlage zag de bachelor Siebe Breed, dat hij als specialisatie "Milieukunde" had gedaan. Niet gek, als je je bezig hebt gehouden met geologie.... Maar gelukkig kon hij diezelfde middag nog de bijlage bij het bachelor-diploma krijgen met daarop de vermelding "Geologie".
In de barruimte van GeoVUsie kregen we een borrel aangeboden, die we uiteraard niet afsloegen. We kregen hier een goed beeld van hoe Aardwetenschappers in het leven staan: het zijn toch een beetje vrijbuiters. Siebe past daar prima tussen.
Om 7 uur waren we terug in Leiden, waar we in "La Bota" met het gezin uit eten gingen. Ike vertelde, dat ze per 1 december een kamer heeft in Rotterdam-Noord, zodat ze eindelijk van het 5 keer per week pendelen tussen Rotterdam en Utrecht af is.
Jan Versteegen kwam met zijn vrouw binnen. Nog even met hem gepraat, alvorens wij ons aan de maaltijd zetten. Overbodig om te zeggen, dat deze schaatsliefhebber de maaltijd afsloot met ijs!
Terwijl wij aan een serie rondjes bezig waren, hoorde ik achter mij iemand onderuit gaan. Je moet op de baan nooit omkijken, want dan ga je zelf ook vaak onderuit. De volgende ronde zag ik iemand tegen de binnenboarding liggen. Het zag er niet goed uit. De schaatser in het Amstel Gold Race-jack uit onze lesgroep had vermoedelijk een arm gebroken. Met de brancard op de kar werd hij naar de ingang gereden, waar de medewerkers van de ambulance al klaar stonden om het van ons over te nemen.
Het is lastig om na zo'n ongelukkige val de draad weer op te pikken. Iedereen is toch een beetje uit zijn doen. Toch is het goed, om dan weer gewoon te gaan schaatsen, zeker voor de wat mindere schaatsers. Als je een les op zo'n punt de les afbreekt, blijft de angst om te vallen een week lang hangen. En mensen, die bang zijn om te vallen, vallen juist!
Aan het eind van de ochtend werd er thuis gebeld: de ploegleider van de wielerploeg uit Spanje, waar Siebe in 2010 voor gaat rijden. In vloeiend Spaans stond Siebe hem te woord.
's Middags gingen we met de trein naar Amsterdam-Zuid, waar Siebe zijn bachelor-diploma Aardwetenschappen kreeg overhandigd aan de Vrije Universiteit.
In 1977 heb ik 6 weken stage gelopen bij de bibliotheek in het hoofdgebouw van de VU, ten tijde van de gijzeling van de lagere school in Bovensmilde en de treinkaping bij De Punt. Het meest bijzondere is de grote hoeveelheid grappen, die daarover binnen de kortste keren de ronde deden, zoals Kaapstad als hoofdstad van de Molukken en het Kaaps viooltje als nationale bloem. De leukste wil ik u niet onthouden.
In het Concertgebouw opent een Molukse violist zijn vioolkoffer. Hij haalt er een mitrailleur uit. Iedereen steekt zijn armen in de lucht. De Molukker loopt naar de microfoon en zegt: "Dat zal mijn broer leuk vinden. Hij zit nu met mijn viool in de trein!"
In het toespraakje over Siebe kwam het wielrennen nadrukkelijk naar voren. Eén veldonderzoek in Spanje moest zoonlief overdoen, omdat hij een onvoldoende had gehaald. "Niet verbazingwekkend" zei de professor: "Siebe zat meer op de fiets, dan dat hij met het veldwerk bezig was!"
Bij het nalezen van de diploma-bijlage zag de bachelor Siebe Breed, dat hij als specialisatie "Milieukunde" had gedaan. Niet gek, als je je bezig hebt gehouden met geologie.... Maar gelukkig kon hij diezelfde middag nog de bijlage bij het bachelor-diploma krijgen met daarop de vermelding "Geologie".
In de barruimte van GeoVUsie kregen we een borrel aangeboden, die we uiteraard niet afsloegen. We kregen hier een goed beeld van hoe Aardwetenschappers in het leven staan: het zijn toch een beetje vrijbuiters. Siebe past daar prima tussen.
Om 7 uur waren we terug in Leiden, waar we in "La Bota" met het gezin uit eten gingen. Ike vertelde, dat ze per 1 december een kamer heeft in Rotterdam-Noord, zodat ze eindelijk van het 5 keer per week pendelen tussen Rotterdam en Utrecht af is.
Jan Versteegen kwam met zijn vrouw binnen. Nog even met hem gepraat, alvorens wij ons aan de maaltijd zetten. Overbodig om te zeggen, dat deze schaatsliefhebber de maaltijd afsloot met ijs!
maandag 9 november 2009
DDR
Het zal niemand ontgaan zijn, dat vandaag gevierd wordt, dat vandaag precies 20 jaar geleden "de Muur" gevallen is. In heel Oost-Europa kwam de geest uit de fles. Van de Franse president Charles de Gaulle is het beroemde citaat: "Ik hou zo veel van Duitsland, dat ik blij ben, dat er twee zijn!" Maar eindelijk was daar dan toch, ruim 40 jaar na afloop van de Tweede Wereldoorlog, de uitgestelde bevrijding. Er waaide een wind van verandering.
De val van "de Muur" luidde tevens de val in van het meest succesvolle land op sportgebied: de DDR, oftewel de Duitse Doping Republiek. Er was, om de DDR "op de kaart te zetten" voor gekozen om zoveel mogelijk (Olympische) medailles in de wacht te slepen, vooral op de individuele sporten. En het moet gezegd: ze pakten het met Duitse Gründlichkeit aan. Naast talentherkenning, toch de basis om tot topsport te kunnen komen, gebeurde dit vooral door systematisch dopinggebruik.
Kinderen werden onderzocht op hun sportcapaciteiten en er werd gekeken, welke sport het beste bij hun lichaamsbouw paste. En met de Stasi op de achtergrond was je het natuurlijk snel eens met de door de Heilstaat uitgekozen ideale sport voor jou. Vervolgens gingen de uitverkoren sporters naar internaten, waar naast veel trainingsarbeid ook de spuit druk werd gebruikt. Vooral (mannelijke) hormoonpreparaten kwamen er aan te pas. Dit verklaart ook, waarom de DDR bij de vrouwen het schaatsen 2 decennia kon overheersen, maar bij de mannen niet door kon breken.
Hoe zouden de schaatsters uit deze periode zich achteraf voelen? Jarenlang heb je je het leplazarus getraind om steeds 3 DDR-vrouwen op het podium te zien staan, en je weet nu hoe dat zo kon....
Het DDR-systeem van systematische doping is begin jaren '90 opgepikt door de Gewiss- wielerploeg, die systematisch met epo aan de slag ging. De gevolgen van deze cultuuromslag zijn tot op vandaag merkbaar in het wielerpeloton. Wat dat aangaat was de Duitse Doping Republiek een echte trednsetter!
De val van "de Muur" luidde tevens de val in van het meest succesvolle land op sportgebied: de DDR, oftewel de Duitse Doping Republiek. Er was, om de DDR "op de kaart te zetten" voor gekozen om zoveel mogelijk (Olympische) medailles in de wacht te slepen, vooral op de individuele sporten. En het moet gezegd: ze pakten het met Duitse Gründlichkeit aan. Naast talentherkenning, toch de basis om tot topsport te kunnen komen, gebeurde dit vooral door systematisch dopinggebruik.
Kinderen werden onderzocht op hun sportcapaciteiten en er werd gekeken, welke sport het beste bij hun lichaamsbouw paste. En met de Stasi op de achtergrond was je het natuurlijk snel eens met de door de Heilstaat uitgekozen ideale sport voor jou. Vervolgens gingen de uitverkoren sporters naar internaten, waar naast veel trainingsarbeid ook de spuit druk werd gebruikt. Vooral (mannelijke) hormoonpreparaten kwamen er aan te pas. Dit verklaart ook, waarom de DDR bij de vrouwen het schaatsen 2 decennia kon overheersen, maar bij de mannen niet door kon breken.
Hoe zouden de schaatsters uit deze periode zich achteraf voelen? Jarenlang heb je je het leplazarus getraind om steeds 3 DDR-vrouwen op het podium te zien staan, en je weet nu hoe dat zo kon....
Het DDR-systeem van systematische doping is begin jaren '90 opgepikt door de Gewiss- wielerploeg, die systematisch met epo aan de slag ging. De gevolgen van deze cultuuromslag zijn tot op vandaag merkbaar in het wielerpeloton. Wat dat aangaat was de Duitse Doping Republiek een echte trednsetter!
zondag 8 november 2009
Kazachstan
Het gebeurt niet iedere dag, dat marathonschaatsers buiten een natuurijsperiode het openingsartikel van Trouw halen, maar Arjan Stroetinga, Jorrit Bergsma, Rob Hadders, Christijn Groeneveld en Robert Bovenhuis is dit toch gelukt. Deze schaatsers hadden de euvele moed gehad om zich voor de Olympische winterspelen in Vancouver te willen plaatsen voor het onderdeel ploegenachtervolging via Kazachstan, het land dat vooral bekend is van de Astana-wielerploeg en de Medeo-baan in Alma Ata, in de tijd vóór de overdekte banen de snelste ijsbaan ter wereld. En natuurlijk van Borat!
Nu dreigen deze schaatsers hun Nederlandse paspoort kwijt te raken, omdat ze vrijwillig een andere nationaliteit hebben aangenomen. Daardoor zouden ze illegalen in eigen land worden. "Een beetje dom" zou Maxima, die volgens mij ook nog steeds twee paspoorten heeft, zeggen.
"Een beetje vreemd" zeg ik, want de "Kazachse" schaatsers hebben illustere voorgangers als "Schaatsbelg" Bart Veldkamp en "Oostenrijker" Marnix ten Kortenaar. Ik heb nooit gehoord, dat zij hun Nederlands paspoort zijn kwijtgeraakt.
Maar goed, een soap op polderniveau is zich hier aan het ontwikkelen. Ongetwijfeld zal er bij justitie één of andere dienstklopper zich onsterfelijk (belachelijk) willen maken, door een zaak te maken van deze illegaal in Nederland verblijvende schaatsers uit Kazachstan. Justitie, dat een naam heeft hoog te houden om hun aanpak op het gebied van criminele vreemdelingen, die na hun straf voor bijvoorbeeld moord te hebben uitgezeten weer rustig op de Nederlandse samenleving worden losgelaten.
Want laten we wel wezen: Nederland meet op het gebied van sporters met dubbele paspoorten met twee maten. Ons land is royaal in het geven van een Nederlands paspoort aan topsporters met toegevoegde waarde. Ik noem slechts een paar namen: Lorna Kiplagat, Hilde Kibet, Jao Jie, Khalid Boularouz. En zo zou ik nog wel even door kunnen gaan.
Maar wee de gebeente, nu Arjan Stroetinga, Jorrit Bergsma, Rob Hadders, Christijn Groeneveld en Robert Bovenhuis zich juridisch niet goed hebben laten voorlichten en een geduchte concurrent voor de achtervolgingsploeg rond Sven Kramen dreigen te worden....
Er is rond het gedoe om het schaatsteam van Kazachstan een prachtige Nederlandse uitdrukking: Holland op zijn smalst!
donderdag 5 november 2009
Schaatsen voor water
Vorige week hadden we van de Leidse IJshal een mailtje ontvangen, waarin er ons op werd gewezen, dat er deze week door groepen van ongeveer 100 leerlingen van diverse scholen geschaatst werd voor water in de IJshal. We hadden tot half 11 om onze rondjes te rijden. Het schema, dat ik had opgesteld was heel simpel: telkens 20 rondjes en dan even een paar ronden uitrijden. We zouden om kwart over 9 beginnen in plaats van om half 10.
Met een groepje van 8 man begonnen we om kwart over 9, maar langzamerhand kwamen er meer krasse knarren meedoen. Door het slechte weer stond het verkeer overal vast. Wat dat aangaat was de aktie "Schaatsen voor water" een doorslaand succes. Woensdagavond onweerde het zelfs anderhalf uur aan één stuk door. Ik kan me niet heugen ooit zo'n hevige onweersbui in november te hebben meegemaakt.
Halverwege onze training kwam een vlag van Plan, de organisator van schaatsen voor water, vanaf de trap naar beneden vallen op het ijs, gelukkig op het moment, dat we een paar ronden aan het uitrijden waren. Ik moet er niet aan denken, dat het peloton van een kleine 20 man in volle vaart op die vlag was afgereden...
Om kwart over 10 kwamen de schoolkinderen binnen, terwijl wij aan het laatste blokje van 20 rondjes bezig waren. Ze begonnen voor ons te klappen en ons aan te moedigen. Toch heel apart, als je toegejuicht wordt als je als recreant gewoon aan het trainen bent. Maar leuk is het wel!
Terwijl zo'n 100 schoolkinderen bezit hadden genomen van het ijs, zaten we aan een tafel vol koffiekopjes in de kantine met een man of 12 uitgebreid te praten over van alles en nog wat. Zo kwamen we via het uurrecord in de Leidse IJshal van Aad Grimbergen met iets van 235 rondjes (47 km!) via mijn baanrecord op de Menkenbaan van 600 rondjes (120 km) uit op de 24 uur op de Uithof, waar ik 2 keer 200 km heb geschaatst. Vandaar was het maar een klein stapje naar de marathonschaatser met maar liefst 11 Alternatieve Elfstedentochten op zijn naam: Jan Roelof Kruithof. In 1994 vestigde hij in Baselga di Pinè een record voor de grootste afgelegde schaatsafstand in 24 uur: 655 kilometer en 700 meter. Nu weten we van Johan Cruijff, dat de details het verschil maken. Welnu, Jan Roelof Kruithof reed dit record met een katheter in, zodat hij geen plaspauzes hoefde in te lassen. Het is op zich natuurlijk een heel handige Toertochttip, maar zelfs mij gaat dat toch wat te ver....
Nu we het toch over medische zaken hebben: na de training fietste ik in de stromende regen naar de Rijnsburgerweg, waarvandaan ik met Ada naar huis fietste. Ze was om 10 uur in het Diaconessenhuis geholpen aan een spatader, maar mijn eigen bikkel fietste gewoon weer! Herman Finkers kan het zo mooi zeggen: "Geen spatader veranderd!"
Met een groepje van 8 man begonnen we om kwart over 9, maar langzamerhand kwamen er meer krasse knarren meedoen. Door het slechte weer stond het verkeer overal vast. Wat dat aangaat was de aktie "Schaatsen voor water" een doorslaand succes. Woensdagavond onweerde het zelfs anderhalf uur aan één stuk door. Ik kan me niet heugen ooit zo'n hevige onweersbui in november te hebben meegemaakt.
Halverwege onze training kwam een vlag van Plan, de organisator van schaatsen voor water, vanaf de trap naar beneden vallen op het ijs, gelukkig op het moment, dat we een paar ronden aan het uitrijden waren. Ik moet er niet aan denken, dat het peloton van een kleine 20 man in volle vaart op die vlag was afgereden...
Om kwart over 10 kwamen de schoolkinderen binnen, terwijl wij aan het laatste blokje van 20 rondjes bezig waren. Ze begonnen voor ons te klappen en ons aan te moedigen. Toch heel apart, als je toegejuicht wordt als je als recreant gewoon aan het trainen bent. Maar leuk is het wel!
Terwijl zo'n 100 schoolkinderen bezit hadden genomen van het ijs, zaten we aan een tafel vol koffiekopjes in de kantine met een man of 12 uitgebreid te praten over van alles en nog wat. Zo kwamen we via het uurrecord in de Leidse IJshal van Aad Grimbergen met iets van 235 rondjes (47 km!) via mijn baanrecord op de Menkenbaan van 600 rondjes (120 km) uit op de 24 uur op de Uithof, waar ik 2 keer 200 km heb geschaatst. Vandaar was het maar een klein stapje naar de marathonschaatser met maar liefst 11 Alternatieve Elfstedentochten op zijn naam: Jan Roelof Kruithof. In 1994 vestigde hij in Baselga di Pinè een record voor de grootste afgelegde schaatsafstand in 24 uur: 655 kilometer en 700 meter. Nu weten we van Johan Cruijff, dat de details het verschil maken. Welnu, Jan Roelof Kruithof reed dit record met een katheter in, zodat hij geen plaspauzes hoefde in te lassen. Het is op zich natuurlijk een heel handige Toertochttip, maar zelfs mij gaat dat toch wat te ver....
Nu we het toch over medische zaken hebben: na de training fietste ik in de stromende regen naar de Rijnsburgerweg, waarvandaan ik met Ada naar huis fietste. Ze was om 10 uur in het Diaconessenhuis geholpen aan een spatader, maar mijn eigen bikkel fietste gewoon weer! Herman Finkers kan het zo mooi zeggen: "Geen spatader veranderd!"
woensdag 4 november 2009
Agu-training
Met een blik op www.buienradar.nl voelde ik al nattigheid. Er kwamen flinke buien aan, precies op het moment, dat mijn dienst in de uitlening er op zat. Mijn collega Monique Kromhout had voor de thuisreis een mooie uitdrukking: "Dat wordt een Agu-training!"
Nou, dat was wat eufemistisch uitgedrukt. Mijn winterjas, die de afgelopen winters waterdicht was geweest, bleek vooral op de mouwen flink te lekken. Als een verzopen kat kwam ik om even over 6 thuis.
Na de macaronimaaltijd, altijd goed als je daarna moet trainen, fietste ik naar de Vondellaan, waar een nieuwe verrassing wachtte. Dries Breugom, die de Zamboni op deze tijd altijd bestuurde, was ziek. Er was dus niet gedweild.
Dat betekende een zware training. Heerlijk!
Je had het gevoel, dat je op dit werkijs op natuurijs aan het trainen was. Ondanks dat het ijs nog best behoorlijk gleed, was het toch een stuk zwaarder dan normaal. Waar ik tegenwoordig gewoonlijk 4 slagen over het rechte eind doe, moest ik nu 6 slagen maken. De laag "sneeuw", de kleine hobbeltjes en ook de hogere glijweerstand maakte het tot een uitstekende natuurijstraining.
Daar genoot ik dus ook met volle teugen van! Het eerste uur reed ik achter Rein, een echte natuurijsschaatser, die één tempo zeer lang vast kan houden, op de tweede plek van het peloton. Na 50 minuten op kop te hebben gereden nam ik het stokje van Rein over en reed ik 40 minuten op kop. Toen was het hele peloton al van het ijs verdwenen en kon ik nog een half uur solo over de buitenring mijn rondjes rijden.
Ik denk niet, dat we in Leiden snel een zo zware ijstraining voor onze kiezen zullen krijgen, maar ik heb er van genoten!
Nou, dat was wat eufemistisch uitgedrukt. Mijn winterjas, die de afgelopen winters waterdicht was geweest, bleek vooral op de mouwen flink te lekken. Als een verzopen kat kwam ik om even over 6 thuis.
Na de macaronimaaltijd, altijd goed als je daarna moet trainen, fietste ik naar de Vondellaan, waar een nieuwe verrassing wachtte. Dries Breugom, die de Zamboni op deze tijd altijd bestuurde, was ziek. Er was dus niet gedweild.
Dat betekende een zware training. Heerlijk!
Je had het gevoel, dat je op dit werkijs op natuurijs aan het trainen was. Ondanks dat het ijs nog best behoorlijk gleed, was het toch een stuk zwaarder dan normaal. Waar ik tegenwoordig gewoonlijk 4 slagen over het rechte eind doe, moest ik nu 6 slagen maken. De laag "sneeuw", de kleine hobbeltjes en ook de hogere glijweerstand maakte het tot een uitstekende natuurijstraining.
Daar genoot ik dus ook met volle teugen van! Het eerste uur reed ik achter Rein, een echte natuurijsschaatser, die één tempo zeer lang vast kan houden, op de tweede plek van het peloton. Na 50 minuten op kop te hebben gereden nam ik het stokje van Rein over en reed ik 40 minuten op kop. Toen was het hele peloton al van het ijs verdwenen en kon ik nog een half uur solo over de buitenring mijn rondjes rijden.
Ik denk niet, dat we in Leiden snel een zo zware ijstraining voor onze kiezen zullen krijgen, maar ik heb er van genoten!
maandag 2 november 2009
Drijfnat
De weersvoorspellingen waren duidelijk: het zou zondag hard gaan regenen. Daar Hans Boers en ik de week ervoor afgesproken hadden om op zondagmiddag te gaan lopen, konden we ons mentaal op deze weersomstanigheden instellen.
De regen kwam met bakken uit de hemel, toen ik naar Den Deijl fietste, waar Hans me oppikte. We reden door naar ons vaste vertrekpunt in de buurt van Duinrell, waarna we door het prachtige herfstbos naar de Klip liepen. In de stromende regen kwamen we na deze klim zowaar een andere hardloper tegen en vlak voor we bij Wassenaarse slag waren nog één.
Het strand richting Katwijk was volkomen leeg. Zelfs geen wandelaars, die het weer trotseerden. Bij de eerste duinopgang klommen we over het natte zand en door de duinen liepen we na te denken over de tekst, die we Feyenoord-fan Jaap de Gorter zouden SMS-en na de 5-1 nederlaag in de klassieker tegen Ajax. We kwamen uit op "Wij zijn drijfnat, maar in de Arena regende het doelpunten". Van Jaap kregen we de volgende dag een mailtje: "Fijn dat jullie nat geregend zijn. Ik zat lekker droog bij de radio."
Na een uur lopen in de fikse bui kwamen we bij de auto uit, waar we de drijfnatte bovenkleding vervingen door droge kleren, zodat we een beetje op konden warmen. Thuis gekomen wachtte een heerlijke, warme douche. Het was een prima training geweest. Over 2 weken kun je met de Zevenheuvelenloop immers ook zulk weer treffen.
De regen kwam met bakken uit de hemel, toen ik naar Den Deijl fietste, waar Hans me oppikte. We reden door naar ons vaste vertrekpunt in de buurt van Duinrell, waarna we door het prachtige herfstbos naar de Klip liepen. In de stromende regen kwamen we na deze klim zowaar een andere hardloper tegen en vlak voor we bij Wassenaarse slag waren nog één.
Het strand richting Katwijk was volkomen leeg. Zelfs geen wandelaars, die het weer trotseerden. Bij de eerste duinopgang klommen we over het natte zand en door de duinen liepen we na te denken over de tekst, die we Feyenoord-fan Jaap de Gorter zouden SMS-en na de 5-1 nederlaag in de klassieker tegen Ajax. We kwamen uit op "Wij zijn drijfnat, maar in de Arena regende het doelpunten". Van Jaap kregen we de volgende dag een mailtje: "Fijn dat jullie nat geregend zijn. Ik zat lekker droog bij de radio."
Na een uur lopen in de fikse bui kwamen we bij de auto uit, waar we de drijfnatte bovenkleding vervingen door droge kleren, zodat we een beetje op konden warmen. Thuis gekomen wachtte een heerlijke, warme douche. Het was een prima training geweest. Over 2 weken kun je met de Zevenheuvelenloop immers ook zulk weer treffen.
zondag 1 november 2009
The armed man: a mass for peace
Wie had dat in de jaren '70 en '80 ooit kunnen denken: ik was het helemaal eens met een CDA-minister van Buitenlandse zaken. In die tijd voerde ik als dienstweigeraar aktie onder het motto "Maak het leger leger!" En gisterenavond was er en toespraak van Maxime Verhagen, die daar ook een begin mee wil maken, om te beginnen bij de kindsoldaten. De woorden, die hij sprak, voorafgaand aan "The armed man: a mass for peace", waren me uit het hart gegrepen. Vooral het verhaal over een kindsoldaat uit Sierra Leone, wiens dorp was uitgemoord door rebellen, was zeer aangrijpend.
Ada en ik waren naar station De Vink gewandeld, om met trein en tram naar het Statenkwartier te gaan, waar nog een wandeling wachtte naar het World Forum Theater, waar jeugdorkest Viotta, waarin mijn jongste dochter trompet speelt, samen met een gelegenheidskoor op zou treden ten behoeve van de kindsoldaten. Waar wij ons als ons grootste maatschappelijke probleem druk maken over de verhoging van de AOW van 65 naar 67 jaar, (zie het stuk "De babyboomers hebben het weer gedaan!" in oktober) hebben de kindsoldaten van soms maar 4 jaar heel andere problemen. In gevechtssituaties vormen zij de eerste linie: zij "mogen" het mijnenveld verkennen en als 12-jarige met een AK47 gericht op anderen schieten. De meisjes hebben het nog veel zwaarder: zij dienen ook als sexslavin de behoeften van het officierencorps te bevredigen.
Tussen de "Mozartvariaties" van Max Reger en de "Ouverture Forza del destino" van Giuseppe Verdi sprak Kon Kelei, een ex-kindsoldaat, die het geluk had gehad überhaupt te mogen overleven en die nu rechten studeerde in Nijmegen. Voor mensen als Kon Kelei is dit benefietconcert georganiseerd. Eén zin uit de toespraak van de ervaringsdeskundige tegen wil en dank wil ik graag citeren: "Het verschil tussen mensen en dieren is, dat dieren hun kinderen beschermen!" Om kindsoldaten uit de ellende te halen en een nieuwe kans in het leven te geven. Minister Verhagen verdubbelde de opbrengst van deze avond. Dus: maak het leger leger, om te beginnen bij de kindsoldaten!
Na de pauze begon "The armed man", gecomponeerd door Karl Jenkins, in de jaren '60 en '70 lid van de alternatieve popgroep Soft Machine.
Na zijn tijd in the Soft Machine bleef Karl Jenkins componeren, met het overschrijden van grenzen tussen muziekstijlen en culturen. Hij was als componist nauw betrokken bij Adiemus.
"The armed man" begon met "L'homme armé", wat letterlijk de toon zette voor dit zeer indrukwekkende concert. Waarbij in ogenschouw genomen moet worden, dat de ondertitel een dubbele betekenis heeft: "A mass for peace" is zowel te vertalen als een mis voor de vrede als een massa voor de vrede!
Behalve dat de muziek van zowel het koor, de solisten als Viotta zeer goed waren, maakten de beelden van de verschrikkingen van de oorlog, die getoond werden op 2 grote schermen in deze met 1000 mensen gevulde zaal, diepe indruk.
Soms schieten woorden te kort bij het zien, van wat de mensen elkaar toch voor ellende aandoen. Als je dat als componist om kunt zetten in muziek, die je diep weet te raken, lever je een meesterwerk af. Ik vond "The armed man: a mass for peace" van Karl Jenkins zeer indrukwekkend!
Witte Rozenstraat 58a
Je zal het niet aan mijn uitspraak horen, maar vandaag ben ik op de kop af 30 jaar Leidenaar. Op 1 november 1979 kon ik een kamer betrekken op de Witte Rozenstraat. Ik kon de kamer in onderhuur krijgen, daar Nel Arends mij tipte dat haar collega Titia Vellinga, een verpleegster, geboren in het Friese Elfstedenstadje IJlst, naar Heidelberg vertrok naar Reinhard. Ze wilde kijken, of het samenwonen met haar Duitse geliefde wel zo'n goed idee was. Daar ze niet alle schepen achter zich wilde verbranden, kreeg ik een huurcontract voor een jaar. Mocht Heidelberg niks worden, dan moest ik weer verkassen. Ze woont er nu nog, dus het zal wel goed zitten....
Het lastigste was niet zozeer de onzekerheid, maar het feit, dat ik al die tijd niets aan de kamer mocht veranderen. Ik zat op de meubels van een ander, terwijl de bruin geschilderde wanden op Witte Rozenstraat 58a de kamer toch wel somber maakte.
Maar goed, ik was al blij, dat ik überhaupt een kamer kon vinden in die tijd van grote woningnood onder de starters op de woningmarkt.
Denk nu niet, dat ik naar zomaar een huis vertrok: onlangs is het voor € 715.000,- verkocht en dit is de ronkende tekst van de verkopende makelaar: Ruim en gezellig herenhuis in de Vreewijk. Dit zeer ruime en karakteristieke herenhuis is gelegen aan de rustige en sfeervolle Witte Rozenstraat, in een van de meest gewilde buurten van Leiden.
Daar ging ik dus op 1 november 1979 op mijn opoefiets met een rugzak vol kleren: als 24-jarige Venneper zou ik voor het eerst op eigen benen moeten staan.
Na 2 maanden op en neer fietsen op een opoefiets, kwam er een einde aan het 5 en soms 6 dagen per week pendelen tussen Nieuw-Vennep en Leiden. Maar gelukkig kwam er snel een uitstekend alternatief voor deze gemiste lichaamsbeweging. Peter Nierop, een collega van me, ging iedere week schaatsen op de "Menkenbaan" en hij vroeg mij, of ik soms zin had om mee te gaan.
Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Ik was meteen verkocht. En het mooie is: na 30 jaar ben ik dat nog steeds!