Afgelopen maandag kreeg ik een beetje last van mijn spieren. Dit kon niet komen van zware inspanningen, en daar er in Nederland sprake is van een griepepidemie, was ik dus alert. Ik nam meteen infludo in en hoopte, dat ik er doorheen zou lopen. Dinsdagavond had ik nog steeds een beetje last van mijn spieren en besloot ik om naar mijn lichaam te luisteren. De afgelopen weken heb ik het heel erg druk gehad en daar ik mogelijk een zeer lichte griep onder de leden had, besloot ik rust te nemen en niet te gaan schaatsen.
Voordat ik om 10 uur als een os lag te slapen, heb ik nog even een paar schaatsen geslepen.
Bij de IJshal aangekomen, was dit het eerste lied, dat ik hoorde:
In tijden van natuurijs hebben de krasse knarren wel wat weg van zigeuners. We zwerven dan half Nederland door, van de Kaag tot de Alblasserwaard, van Ankeveen tot Monnickendam en van de Vogelplas tot de Loosdrechtse Plassen.
Daar het de laatste weken veel te warm geweest is, zit deze trektocht er, ondanks een korte winterprik, nog niet echt in.
Maar gelukkig hebben we de IJshal nog, waar we gezellig onze rondjes draaien.
Daar ik niets wilde forceren, besloot ik vandaag vooral op techniek te gaan schaatsen, en dan vooral op het linkerbeen in de bocht. Rustig druk opbouwen en dan wegduwen. In het begin lukte dat met het inrijden best aardig, maar op een gegeven moment gleed ik half weg met mijn linkerbeen, en een ronde later weer.
Ondanks dat ik op mijn blog een zeer informatieve cursus schaatsen slijpen heb gezet, had ik dinsdagavond mijn eigen schaatsen niet goed genoeg geslepen. Aan de buitenkant van de linkerschaats zat een bot stuk, precies waar ik mijn druk normaal gesproken opbouw.
Dan kun je 2 dingen doen: van het ijs af gaan en je schaatsen laten slijpen, of roeien met de riemen, die je hebt en het drukpunt wat meer naar voren leggen en technisch minder goed schaatsen. Ik koos voor het laatste.
We waren nog maar net aan de piramide begonnen, toen er diverse klassen van een tweetal middelbare scholen kwamen. In het begin was het even chaotisch. Een paar keer stak een puber ineens over in de bocht, die wij net in wilden draaien. We konden telkens ternauwernood een botsing vermijden. Na afspraak met de leerkrachten ging het heel wat beter.
Wel besloten we, om rustig aan te rijden, wat ik met een halfbotte schaats helemaal niet erg vond. En als schaatser moet je flexibel zijn: ik had dus de souplesse om het schema om te gooien: een blok van 30 en een van 40 rondjes, zodat we om half 11 100 rondjes gereden hadden en de scholieren de buitenbaan op konden.
We reden rustig uit tot 11 uur. Onder het rijden gaf ik een paar allochtone scholieren nog wat aanwijzingen: de integratie is voltooid, als zij ook kunnen schaatsen!
We hadden dan wel niet zo lekker kunnen schaatsen als anders, maar voor de IJshal is het natuurlijk uitstekend, dat het zo druk was.
's Avonds kon ik na het werken weer druk aan de slag met het schaatsen slijpen. Wat dat aangaat is het net als vroeger op de middelbare school: als je je huiswerk niet goed gemaakt had, moest je het over doen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten