Als een schaatser zegt, dat hij aan de WAKZ-loop meedoet, krijg je al snel visioenen van door het ijs zakkende schaatsers, die na een stukje wakzwemmen een stuk gaan hardlopen om het lichaam weer op temperatuur te brengen.
Dat visioen is echter een fata morgana. De WAKZ-loop heeft niets van doen met deze ijskoude bezigheid. Het betreft een sponsorloop voor het Willem Alexander Kinderziekenhuis, genoemd naar de meest royale Elfstedentochtrijder, die het Koninkrijk der Nederlanden rijk is.
Om kwart over 10 meldde ik me bij de makers van de prachtige omslagfoto van "Molen- en Merentocht", Jos Drabbels en Sophie Stein. Samen met Jos fietste ik naar hel LUMC, waar we de fietsen stalden. We wandelden naar de tent, waar we de startnummers op konden halen. Met Jaap de Gorter en Andrea Landman stonden we in de rij voor de loop, die een kwartier werd uitgesteld. Door de veel grotere toeloop dan verwacht, was het onmogelijk om met het contingent aan vrijwilligers iedereen op tijd van een startnummer te voorzien.
Het was een stuk frisser dan gisteren. Het was bewolkt, er stond een aardige bries en met een graad of 13 was het nog steeds te warm voor de tijd van het jaar. Jaap was zelfs in korte broek en korte mouwen en was zowaar dunner gekleed dan de verkouden Jos. Een unicum!
Na even ingelopen te hebben, kwamen we van de "verkeerde" kant in het startvak terecht. Zodoende stonden we als IJVL-kwartet op de vierde rij. Dit hield in, dat we na een seconde of 4 de startstreep al passeerden op weg naar het karakteristieke Poortgebouw. Langs de Rijnsburgerweg liepen we naar de Wassenaarse weg.
Doordat we zo ver van voren begonnen waren, had ik een vliegende start. In de eerste 2 km kon ik nog aardig wat lopers inhalen, maar daarna stokte het, zoals gebruikelijk. Na 2 km loop je, in welke loop dan ook, ongeveer in de buurt van de mensen, die ongeveer in jouw tijd zullen eindigen.
Een flink deel van het parcours was aadig bekend. De wintertriatlon, de run-skate-run en de winterbiatlon gebruiken heb bioscience-park voor een flink deel als decor van het looponderdeel. Het parcours kende dan ook weinig geheimen voor me.
Het verrassende element kwam na 4 km lopen: we mochten dwars door het gebouw van het LUMC rennen.
En ondanks, dat het niet echt koud te noemen was, voelde het aan, alsof je een sauna in rende.
Bij de doorkomst van de eerste ronde hoorde ik, dat de eerste vrouw op de 5 km eraan kwam gelopen. Mijn gevoel bedroog me dus niet: ik liep erg makkelijk. Ook de tweede lus van 5 km deed ik op souplesse. Een enkeling haalde me nog in, net zoals ik ook nog een enkele loper inhaalde. Het veld was behoorlijk uit elkaar getrokken met allemaal kleine groepjes en individuele wegatleten.
Ik passeerde "Krasse knar" Bas Koster, die het verkeer op een rotonde regelde, voor de tweede keer in de laatste kilometer op weg naar de sauna van het LUMC. Na de lange gang gepasseerd te hebben, kwam je in de centrale hal en vandaar was het nog ongeveer 400 meter naar de finish.
Met een bruto-tijd van 45.29, dus netto ongeveer 45.23, had ik een prima tijd neergezet, waarmee ik 15e werd op de 10 km. Bij de dames zou ik hiermee derde geworden zijn, want de winnares van het brons eindigde vlak achter mij.
Jaap en Jos kwamen in 48 minuten en een paar seconden als 32e en 33e over de eindstreep, terwijl Andrea als 28e in een tijd van 55 minuten net na de winnaar van de 15 km de finishlijn passeerde.
Ondanks het niet bijzonder fraaie parcours is de WAKZ-loop door de kleinschaligheid een gezellige loop, die voor herhaling vatbaar is, ook voor de WAKZwemmers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten