Om half 6 werd ik wakker van de regen, die keihard op het dak kletterde. Ada sliep de slaap der rechtvaardigen. Om 6 uur was het droog, maar om half 7 ging de regen op herhaling. Een half uur later was het weer droog en viel ik alsnog in slaap tot kwart voor 8.
Ik verliet de echtelijke sponde om me in de gisterenmiddag al klaargelegde sportkleding te hijsen. Samen met Ada ontbeet ik. Vlak voor het vertrek sprak ik nog even met Ivan en wenste hem succes met zijn eerste vlakke 10 km.
Traditiegetrouw fietste ik langs de rand van de Stevenshof en de Korte Vliet naar het huis van Carl Flaman, waar ik een blikje energiedrank en een krentenbol achterliet voor de tweede ronde van de marathon.
De zon scheen en het was behoorlijk warm, toen ik bij Jaap de Gorter aankwam. Hans Boers was hier al een half uur. De wereld op zijn kop. Met zijn drieën wandelden we naar de Breestraat. Hier namen we afscheid van Hans, die dankzij inzamelwerk voor de Hartstichting vlak achter de wedstrijdlopers als VIP mocht starten.
Jaap en ik moesten een stuk verder naar achteren. Bij de Eglise Wallon moesten wij wachten op het onhoorbare Wilhelmus en het eveneens onhoorbare startschot. Op een gegeven moment mochten we toch gaan lopen. Met 3 minuten en 4 seconden op de klok passeerden wij de startstreep.
Ondanks de drukte kon je vrij snel in je ritme komen. Op de Lammenschansweg passeerden we eerst de pacers van 2 uur, toen die van 4 uur en tenslotte die van 1.55. We lagen goed op schema. Bij de brug over de Vliet moest ik Jaap laten gaan. Hij zou de halve marathon gaan lopen en in 1.49.05 over de finish komen.
Op dit traject kwam ik diverse bekenden tegen, die me aanmoedigden: Ans van Dijk, Carl Flaman, Sebastiaan Scargo, Boy van Dijk en Aad Grimbergen.
Vanaf de Miening liep ik een tijdje achter een vrouw in een hockeyrokkie. Opvallend, daar verreweg de meeste lopers, zowel mannen als vrouwen, tegenwoordig in stretchbroeken lopen. Vlak voor de drinkpost in Zoeterwoude haalde ik haar in, maar daar ik naast een sportdrank mijn eerste krentenbol at, werd ik op mijn beurt weer ingehaald door het hockeyrokkie.
Pas op het Hofpolderpad had ik het hockeyrokkie weer bijgehaald. Bijna had ik de wielerterm "erop en erover" gebruikt, maar dat geeft alleen maar aanleiding voor misverstanden. Dat doe ik dus maar niet, want op het gebied van (huwelijkse) trouw ben ik de saaiheid zelve. Ik ben geen rokkenjager, laat staan dat ik te boek sta als een hockeyrokkiejager.
Vanaf het Hofpolderpad hadden we de wind grotendeels tegen. Normaal gesproken vind je dat niet prettig, maar doordat de zon door de bewolking heen gebroken was gaf deze wind enige verkoeling, hetgeen toch wel prettig aanvoelde.
Het eerste kwart van de marathon ging in 55.44, een schema dus van in de 3.50, dus ik mocht tevreden zijn. Het lopen langs de Korte Vliet ging soepel en ondanks dat ik voornamelijk door lopers van de halve marathon omringd was, haalde ik meer atleten in, dan dat ik zelf ingehaald werd.
Eén van de lopers, die me wel inhaalde, was een vrouw op het fietspad langs de rand van de Stevenshofpolder. "Wat is het mooi hier!", zei ze tegen de man, waarmee ze liep.
"Ja", antwoordde ik: "En deze week hebben ze bij de provincie besloten, dat dwars door deze mooie polder een snelweg moet worden aangelegd."
"Zonde", zei de vrouw. Ik was het volkomen met haar eens. Maar ja, hoe peuteren we dat die lui op het provinciehuis aan het verstand. Als er een raadslid is van de VVD, die niet eens wist, dat er bij Tienhuizen langs de A44 10 huizen staan, die tegen de vlakte moeten, dan weten we, hoe zorgvuldig over dit soort projecten wordt geoordeeld....
Bij de molen van de Stevenshof kwam ik mijn vrouw en mijn jongste dochter tegen. Met een Bounty en een krentenbol als proviand begon ik aan het laatste deel van de eerste ronde. Bij de Hadewychlaan zag ik Hans en Cora Zuijderduijn, die kennelijk gezegd hadden, dat ik met een klein baardje liep.
"Ik zie geen baard", zei deze vrouw.
Dat klopt. Vanwege de aerodynamica heb ik mijn gezicht gisterenmiddag superglad geschoren. Ben ik ook eens een gladde jongen!
Op de Rijndijk liep ik vlak achter iemand, die op blote voeten liep. Vanaf een feesttent klonk in plat-Leids: "Die gozer heb z'n schoenen verloren!"
Zonder problemen liep ik naar de gezellig drukke Jacob Catslaan en de Morspoort. Bij de Aalmarkt was ik al helemaal links voorgesorteerd, toen ik tussen het toegestroomde publiek Marieke van Hoek ontwaarde. "You may kiss the bride", schoot er door mijn hoofd. Ik stak de Aalmarkt dus dwars over en feliciteerde Marieke, die vorige week met Jos Dohle is getrouwd.
Bij het schaatsen zou bij 1.53.22 de bel voor de laatste ronde geklonken hebben, maar daar doen ze bij de marathon niet aan. Met enkele andere lopers stak ik de fraaie Koornbeursbrug over. Via de Nieuwe Rijn begonnen we aan tweede ronde van 21,1 km.
Via de ventweg van de Lammenschansweg begaven we ons naar de Vrouwenweg, waar Carl Flaman al klaarstond met mijn caffeïnedrank en de krentenbol. Ik ritste mijn heuptas open om een energiegel te pakken, waarop Carl ad rem zei: "Je hoeft niet te betalen, Bert!"
Soepeltjes liep ik naar het inmiddels al aardig leeggestroomde Zoeterwoude-Dorp. Zeker driekwart van de toeschouwers van de eerste ronde waren vertrokken.
Het was inmiddels broeierig warm uit de wind, dus het was geen straf, dat we de wind na het verlaten van Zoeterwoude weer tegen kregen.
Mijn Elfstedenmaten zullen het niet geloven, maar pas na ruim 28 km had ik bij de Vlietlanden mijn eerste en enige plaspauze van deze marathon.
Met 2.54.36 liep ik nog steeds onder de 4 uur. Inmiddels nam ik bij iedere drinkpost 2 bekertjes sportdrank, terwijl Ada mij langs de Korte Vliet ook van een flesje water voorzag.
De beruchte 35 km, het punt waar de man met de hamer meestal klaar staat, passeerde ik probleemloos. Bij de molen in de Stevenshof kwam ik Ivan, Ana, Siebe en Nerea tegen, die op het punt stonden naar de Breestraat te gaan fietsen voor de 10 km.
De laatste 6 km ging net zo vlak als de rest van de tweede ronde.
Daar diverse maathonlopers overgeschakeld waren op een combinatie van een stukje hardlopen en een stukje wandelen, haalde ik nog diverse lopers in. Bij de Jacob Catslaan was het duidelijk: ik zou onder de 4 uur duiken.
Bij de Aalmarkt stonden de al gefinishte Hans Boers en Jaap de Gorter mij samen met Juul Mentink al op de wachten. Van Juul kreeg ik een bos oranje gerbera's, die goed paste bij mijn oranje Ternera-wielrenpet uit prachtige Asturias.
Met de bos in de linkerhand passeerde ik mijn collega Martine Schreuder, die met haar man Frank op de finish van de marathon af was gekomen.
Terwijl ik met een brutotijd van 3.59.23 de finish op de Vismarkt passeerde, werd aan de andere kant van het stadhuis de 10 km op de Breestraat weggeschoten.
Mijn nettotijd zou 3.56.20 worden, mijn op een na beste marathontijd!
Vlak na de eindstreep zag ik Ada, aan wie ik de bloemen overhandigde om het volgende lied te kunnen logenstraffen.
Met de 10e marathonmedaille om mijn nek werd ik voor de radio geïnterviewd door TV West. Daarna kon ik een Aquarius pakken en een tweetal Amstel light. Intussen waren we een minuut of 10 verder en kwamen de laatste lopers van de 10 km de Breestraat uit gelopen.
Met Hans, Jaap, Juul en Ada liep ik over de Steenschuur naar de Pieterskerk, waar ik mijn eveneens traditionele marathonshirt ophaalde.
Hans was trouwens gehavend uit de strijd gekomen. Op het fietspad aan de rand van de Stevenshof was hij van achteren onderuit gelopen en moest hij zich laten behandelen aan allerlei schaafwonden. Het is ook onbehouwen volk, wat daar in de Stevenshof huist!
Zijn tijd van 1.47.22 had anders een tijd van 1.43 of daaromtrent geweest.
Gezeten aan een Leffe in het huis van Jaap en Juul adviseerde ik Hans om een tetanusinjectie te gaan halen. Ik weet, dat er regelmatig ruiters over de fietspaden rijden op hun viervoeters. En paardenpoep is de voornaamste besmettingsbron voor tetanus.
Jaap bood aan, om met Hans naar de eerste hulp op het LUMC te gaan. De eerste loop in Leiden na mijn 50e verjaardag ging Hans met mij naar het LUMC, de eerste loop in Leiden na zijn 50e verjaardag ging Jaap er met Hans naar toe. Jaap is bij deze dus alvast gewaarschuwd voor 2015....
Ik fietste in het zonnige en warme weer naar huis, waar bleek, dat de momenteel matig getrainde Ivan de 10 km in 52.18 gelopen had.
Maar eerlijk gezegd had ik niet anders verwacht. Zijn achternaam betekent in het Spaans "goede 10"!
De qua lopen ongetrainde Siebe was zonder startnummer na de dranghekken met Ivan meegelopen en kreeg na de finish eveneens een medaille omgehangen. Vermoedelijk die van de eerst binnengekomen zwartloper.
Na een verfrissende douche kon ik als goed katholiek op deze zonnige zondag mij tot St. Bernardus wenden en aan tafel aanschuiven voor de pizza, die Ada tussen de bedrijven door voor ons allemaal had gebakken.
Wat heb ik toch een fantastische vrouw!
Heel knap Bert, prachtige tijd!!!
BeantwoordenVerwijderen