maandag 31 augustus 2020

1012 kilometer

Het is niet zo'n probleem om in een maand met een fietsvakantie erin meer dan 1000 kilometer te fietsen. In een maand, waarin dat niet het geval , is het een stuk lastiger. Toch is het deze maand gelukt om 1012 kilometer af te leggen in een maand, waarin ik 3 weken gewerkt heb.

Nu we het toch over cijfers hebben: na 7 jaar hebben de 6 zonnepanelen 11,58 MegaWattuur geproduceerd. Dit ligt redelijk in de lijn met de voorgaande jaren. 
We hebben als netto elektriciteitsproducent optimaal geprofiteerd van dit zonnige jaar.


zondag 30 augustus 2020

Het Groene Hart

 Om half 7 werd ik wakker in kamer 18 van het Koos Vorrinkhuis. Ada lag in het andere bed nog vast te slapen. Ik ging verder lezen in "Holy Trientje" tot zij om half 8 haar oven open deed.
We kleedden ons aan, ruimden alle spullen weg en wandelden naar de hal, waar we zouden ontbijten. Terwijl Ada de thee zette, haalde ik de fietsen uit de schuur en laadde deze op.

Na het ontbijt stapten we op onze fietsen en om kwart over 9 reden we Lage Vuursche uit voor een soort rit vol herinneringen. De Engelsen noemen het een memory lane.

Door de prachtige bossen reden we naar Hollandsche Rading, waar we het spoor en de drukke weg over staken. Over een stil weggetje fietsten we door naar Egelshoek, waar we na de hekken gepasseerd te hebben naar Tienhoven fietsten. In dit laagveengebied met trilveen hebben we een keer een dag gewandeld.

Daarna reden we langs de Loosdrechtse plassen, waar ik een dag op geschaatst heb.

In Breukelen namen we op een plein bij "Koffie to go" cappuccino, koude chocolademelk en de laatste vruchtengebakjes van deze fietsvakantie in eigen land.
We passeerden het Amsterdam-Rijnkanaal en via Portengen en Kockengen fietste ik over wegen, waarop ik een dag geskeelerd had.
 
Zo naderden we de Woerdense Verlaat, waar we naar het rustige weggetje langs de Meije naar Meije reden. Hier kwamen we "Krasse knar" Jaap Kroes tegen, die met zijn vrouw een fietstocht aan het maken was. Bij het Potlood staken we de Nieuwkoopse plassen, diverse keren de plek voor een dag schaatsplezier, over.

Net als vorig jaar wilden we op het terras aan de Ziende een koffiestop maken. Het terras was er wel, maar door het coronavirus was het alleen toegankelijk voor hotelgasten.

Daar wij dat niet waren, trapten we door naar Aarlanderveen, waar ik met Hans Boers diverse wedstrijden over 10 of 15 kilometer heb gelopen.

Over prachtige wegen reden we naar Alphen aan den Rijn, waar we op een bank in het park bij de Zegerplas lunchten met ons meegebrachte brood.

Langs de noordrand van Alphen vervolgden we onze weg. Deze boog af naar de Rijn, die we volgden tot de Batelaan. Over de Lage Zijde fietsten we tot we de afslag hadden naar Groenewegh. Zo passeerden we een stukje van de Marathon van Leiden.

Over het smalle en op deze warme zomerdag drukke fietspad reden we naar het brede fietspad langs de Ruigekade. 

Via Leiderdorp en de Molentocht in Zoeterwoude-Rijndijk gingen we naar de Herenstraat in Leiden, waar we wat inkopen deden bij "De Helianth". Daarna was het nog maar een klein stukje naar huis, waar de dagteller stokte op 77 kilometer. De totaalstand na 11 dagen fietsen was 921 kilometer.

We hebben tijdens deze fietsvakantie genoten van de schoonheid van ons land, dat we min of meer herontdekten.

zaterdag 29 augustus 2020

Parijs is nog ver

Gisterenavond kreeg ik een mailtje van de organisatoren van de Halve marathon van Katwijk. Deze is vanwege coronacrisis afgelast, net zoals eerder al de Vlietloop van volgende week. Ik vind het terecht.
Inmiddels was de ploegenpresentatie van de Tour de France in Nice geweest.


Verbazingwekkend, want vandaag was in Nice de start van de Ronde van Frankrijk, terwijl het gebied donderdag code rood heeft gekregen. 


Maar ja, de Fransen hadden dan ook geen intelligente lockdown.

De eerste etappe was symbolisch voor het gesternte, waaronder de Tour dit jaar van start ging. Men begaf zich op glad ijs. De ene valpartij na de andere op spekgladde wegen.

De Tour is begonnen, maar niemand weet of de Tour Parijs haalt.

Joop Zoetemelk wist het al ruim 40 jaar geleden te melden: "Parijs is nog ver!"
En dat kon dit jaar wel eens meer gelden dan in andere jaren. Als ik ploegleider was, dan zou ik er voor zorgen, dat ik zo snel mogelijk de gele trui in de ploeg zou hebben en deze dan zo lang mogelijk verdedigen. Normaal gesproken een zelfmoordtactiek, maar dat kan in dit coronajaar wel eens een winnende tactiek zijn. Want voor je het weet wordt de rest van de Tour geschrapt.

Inderdaad. Parijs is nog ver. Wellicht te ver.....

Rondje Vlietlanden

 Het was wat je noemt wisselvallig weer. De buien kwamen en gingen deze zaterdag. Vooral in de kuststrook was het flink raak.

Het is de bekende moessonwerking van de kustprovincies. Als het water van de Noordzee warmer is dan de temperatuur boven het land, dan laten de buien makkelijk los. Aan de kust vallen dan zware buien. In het voorjaar is het precies omgekeerd. Dan is de zee kouder dan boven het land en drijven de wolken over om hun lading elders te lossen.

Ik had om 12 uur afgesproken met Hans Boers. Op weg naar de Kniplaan had ik het toonbeeld van wisselvalligheid op mijn netvlies. Links en rechts van me zag ik donkere buienwolken langstrekken, terwijl ik onder een waterig zonnetje over de Velostrada fietste.
Toen Hans gearriveerd was liepen we naar de Vlietlanden, waar we het bekende rondje van 9 kilometer liepen. Het was vandaag heel rustig. Bij warm weer kun je hier bij de strandjes over de hoofden lopen. Nu kwamen we alleen wandelaars tegen, die hun hond uitlieten....

Het was tijdens de loop bewolkt en er viel een enkel druppeltje uit de wolken, maar we werden natter van het zweet dan van dit kleine beetje regen. En zo hoort het ook!

Aan het slot van het rondje Vlietlanden liepen we langs de Vogelplas. Dan weten weer, waarvoor we werken en zwoegen.

Na de looptraining fietste ik een stukje met Hans op om via de Northeylaan, de Horstlaan en de Landgoederenroute naar de volkstuin te fietsen, waar ik bij mijn vrouw mijn brood opat en bramen en frambozen plukte. Door het wisselvallige weer groeit en bloeit veel op de tuin.

vrijdag 28 augustus 2020

"Lopen, jongeman!"

 Om 7 uur was ik wakker. In de tent ging ik stilletjes het dagboek bijwerken, terwijl Ada nog lekker doorsliep. Een uur na mij ontwaakte mijn vrouw. Dit was het juiste moment om haar een onthulling te doen. Gisteren had ze een paar keer de weg naar de camping "Holtkamper Cocoon" gevraagd.

"Holtkamper Cocoon" was de merknaam van de vouwwagen van Peri en Arjen. De camping heette "Aan Veluwe"!

Ada hoorde dit met open mond aan. Dat kwam goed uit, want we gingen ontbijten.

Dat deden we dan ook. Gezeten onder de luifel konden we de maag vullen voor het eerste deel van der reis, terwijl de door de dauw natte tent in de zon kon drogen.
Na deze opgeruimd te hebben, namen we afscheid van Peri en Arjen en fietsten van camping "Aan Veluwe" af.


Om 10 uur reden we Oosterbeek binnen, waar we al snel de Midden-Nederlandroute oppikten, die ons via een mooie route langs de Rijn en door glooiende bossen naar Renkum en vandaar naar Wageningen bracht.

Daar bezochten we Ada's broer Bas. We kletsten bij en met Katrin en Tammy lunchten we. Om half 3 reisden we verder. 

Voordat we op bezoek gingen, reden we een winkelstraat in om bij een bakker wat lekkers te kopen. In het voetgangersgebied stepte ik zachtjes. Een man, die ons tegemoet kwam en zo op het oog van onze leeftijd was, zei gedecideerd: "Lopen, jongeman!"
Na zo'n compliment gehoorzaamde ik maar al te graag!

Vanuit Wageningen fietsten we door het nieuwe natuurgebied "Het Binnenveld" naar Achterberg, vanwaar we aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug naar Veenendaal trapten.
Over stille weggetjes reden we door Lambalgen, waar we met de Buijzen een lang weekeinde hadden doorgebracht.

Vlak bij de plek, waar we toen kayaks gehuurd hadden, zagen we een kleine baggerboot met een tractor uit het water worden gehesen. Langs hetzelfde Valleikanaal reden we verder.
We passeerden Woudenberg om door de bossen van de Utrechtse Heuvelrug over onverharde paden naar Soesterberg te klimmen. Daar sloegen we af naar Soest.
In Soest deed Ada boodschappen, waarna we door een afgesloten fietspad met een omweg Lage Vuursche bereikten. 

De camping, waar we al een paar keer gekampeerd hadden, was gesloten. Verkocht aan een projectontwikkelaar, die er appartementen neer wil zetten.

We staken om half 7 de straat over, waar we in het Koos Vorrinkhuis kamer 18 konden krijgen voor € 72,30. Dat deden we maar wat graag.
Na onze spullen van de fiets gehaald te hebben, installeerden we ons op deze kamer in het NIVON-huis. We namen  om beurten een verkwikkende douche na toch weer 79 kilometer fietsen.
Ada kookte de aardappels met gemengde groente, die we in de grote zaal nuttigden. Er was ook salade met geitenkaas en als toetje hadden we skyr.

We stippelden de route voor morgen uit en Ada las "De bijenhouder van Aleppo" van Christy Lefteri uit. Om kwart over 10 gingen we naar kamer 18, waar deze jongeman spoedig in slaap viel.

Vale Ouwe

 's Nachts was er een vrijwel onbewolkte hemel met heel veel sterren. Na een kort toiletbezoek kwam de slaap snel weer terug.

Om een uur of 6 kwam de regen gedurende een minuut of 10 met bakken uit de hemel. Daarna klaarde het snel weer op. Om half 8 ruimden we de niet geheel droge tent op en ontbeten op een bank bij het receptiegebouw.
Mijn horloge gaf kwart over 8 aan, toen we camping "De Jagerstee" verlieten met 700 kilometer op de teller. We zouden door de bossen naar Oosterbeek fietsen. We reden van Tongeren naar Gortel over de Tongerense heide. 


Onderweg maakten we grappen over de wolven, die op de Veluwe huizen. Het befaamde lied "De Dodenrit" van Drs. P. werd door ons gezongen.

Ik snap niet, dat men moeilijk doet over de komst van de wolf, want geldwolven huizen er al jarenlang in deze omgeving.

Dat geldt ook voor wilde zwijnen. Toen we langs een klein poeltje reden, renden twee everzwijnen als de wiedeweerga er vandoor.

Na Gortel verlieten we de knooppunten in de buurt van Niersen, daar we anders veel extra kilometers moesten maken of door Apeldoorn moesten reizen. 
Door de onduidelijke aansluiting aan het eind van de Enkhouterweg kozen we er eentje, die 200 meter verder lag. Het was een gecombineerd fiets- en wandelpad door de bossen met 2 onverharde karrensporen.

Dat reed prima. We merkten wel, dat het hier niet geregend had. Er lag droog zand op het pad. We klommen steeds verder en het pad werd steeds smaller. Je zag talloze fietssporen in dezelfde richting. We zaten op een mountainbikeparcours, dat zich soms vrij steil stijgend en dalend tussen de boomstammen door slingerde. Het was mountainbiken met bepakking.

We kwamen hier niemand tegen. Op een gegeven moment kwamen we op een breed onverhard pad. Daar we totaal niet wisten, waar we waren, moesten we het vragen. Verdwalen op de Veluwe is niet zo moeilijk.
Twee passerende wielrenners wezen ons de weg over het kroondomein door de bossen via Wissel naar Hoog Soeren. Brasserie "Het Nieuwe Jachthuis" ging net open. We waren de eerste gasten op het terras. We bestelden cappuccino en jus d'orange en namen er 2 stukken appeltaart bij.

Vanaf Hoog Soeren daalden we eerst naar de Asselse heide, waar het klimmen weer begon naar Hoog Buurlo toe. Het was telkens een etage, zodat het niet een lange klim was maar een kliminterval. 
Het was inmiddels 11 uur geweest en het werd steeds drukker op het smalle fietspad door het bos en over de heide. Vooral als er gedeelten kwamen met veel draaien en keren over het slingerende fietspad, moest je goed uitkijken. Vooral als je daar een stukje daalde. Want er werd niet alleen stuurmanskunst gevraagd, maar je moest ook goed kunnen schakelen op de korte klimmetjes en afdalingen.

Na een mooie tocht kwamen we uit in Hoenderloo. Tegenover de achteringang van Nationaal park "De Hoge Veluwe" was een bakker, waar Ada wat bollen kocht en 2 gevulde koeken. Deze koeken aten we op., terwijl we een laagje kleding uittrokken, want in het zonnetje was het een stuk warmer geworden.
Veluwe betekent trouwens Vale Ouwe. Over een kaarsrechte Veluwse weg reden we 7 kilometer langs een militair oefenterrein bij vliegveld Deelen. Bij knooppunt 23 sloegen we af naar Schaarsbergen.
Bij knooppunt 46 ging het fout. We hadden een bordje gemist en dwaalden rond op landgoed "Groot Warnsborn". Op het terrein van het gelijknamige chique restaurant moesten we in ieder geval niet zijn.

Over onverharde bospaden en bospaadjes, waarover we vandaag voor de tweede keer aan het mountainbiken waren, kwamen we toch redelijk goed uit bij Oosterbeek, waar we langs het monument voor de luchtlandingen van "Market Garden" reden.

De titel van het boek van Cornelius Ryan over Operatie "Market Garden" werd een veelgebruikte uitdrukking: "Een brug te ver".

Zo kwamen we uit bij het appartement van Mieke en Rens, die onlangs vanuit Leiden naar de Veluwerand verhuisd waren. We kregen een uitgebreide lunch met een gebakje als toetje. Met een flesje Cornet begonnen we aan "Het Stenen tijdperk", dat door Ada gewonnen werd.



Na hartelijk afscheid te hebben genomen, fietsten we rond half 7 naar de camping bij de sportvelden bij Oosterbeek op. Een collega van mijn vrouw stond daar met een vouwwagen. Op ieder veldje mocht je een tentje erbij zetten, daar ieder veldje over een eigen toiletgebouw beschikte. Deze camping was de coronatijd dus ver vooruit. 
Na exact 65 kilometer fietsen zetten we de Eureka Susten 3XP weer op en kregen een heerlijke warme maaltijd met rijst, kip en gemengde groenten en een toetje met vla, yoghurt, muesli en aardbeien.
Na de vaat gedaan te hebben konden we bij de koffie en thee en het bier en de witte wijn erna konden we op deze koude avond onder de luifel bijkletsen.
Om een uur of half 12 zocht ik als eerste de tent op. De slaap kwam redelijk snel.

Boodschapper

 Eenieder zal het er mee eens zijn, dat boodschapper veel gewichtiger klinkt dan boodschappenjongen. 

In het veelgeprezen "De brief voor de koning" van Tonke Dragt wordt schildknaap Tiuri plotsklaps boodschapper, als hij een brief met een belangrijke boodschap van een stervende ridder naar de koning  van Unauwen moet brengen.

Ik kreeg vanmorgen ook een brief mee, waarmee ik aan de slag kon: een boodschappenlijst. Deze kreeg ik mee van mijn eigen koningin.

Ridderlijk als ik ben besteeg ik mijn stalen ros om de mij toevertrouwde taak tot een goed einde te brengen. Of liever gezegd: taken. Het waren er teveel om deze in één keer uit te voeren. Derhalve reed ik tot 3 keer toe uit.

Dat probeerde ik zoveel mogelijk tussen de buien door te doen op deze wisselvallige dag.

Helaas gokte ik één keer mis en kreeg ik op het stalen ros van het ene moment op het andere de volle laag. Gelukkig was dat op weg naar huis, zodat ik thuis een droge broek aan kon trekken. 

Maar een beetje boodschapper versaagt niet!

En zeker niet, als zijn koningin het hem gebiedt....