vrijdag 28 augustus 2020

Vale Ouwe

 's Nachts was er een vrijwel onbewolkte hemel met heel veel sterren. Na een kort toiletbezoek kwam de slaap snel weer terug.

Om een uur of 6 kwam de regen gedurende een minuut of 10 met bakken uit de hemel. Daarna klaarde het snel weer op. Om half 8 ruimden we de niet geheel droge tent op en ontbeten op een bank bij het receptiegebouw.
Mijn horloge gaf kwart over 8 aan, toen we camping "De Jagerstee" verlieten met 700 kilometer op de teller. We zouden door de bossen naar Oosterbeek fietsen. We reden van Tongeren naar Gortel over de Tongerense heide. 


Onderweg maakten we grappen over de wolven, die op de Veluwe huizen. Het befaamde lied "De Dodenrit" van Drs. P. werd door ons gezongen.

Ik snap niet, dat men moeilijk doet over de komst van de wolf, want geldwolven huizen er al jarenlang in deze omgeving.

Dat geldt ook voor wilde zwijnen. Toen we langs een klein poeltje reden, renden twee everzwijnen als de wiedeweerga er vandoor.

Na Gortel verlieten we de knooppunten in de buurt van Niersen, daar we anders veel extra kilometers moesten maken of door Apeldoorn moesten reizen. 
Door de onduidelijke aansluiting aan het eind van de Enkhouterweg kozen we er eentje, die 200 meter verder lag. Het was een gecombineerd fiets- en wandelpad door de bossen met 2 onverharde karrensporen.

Dat reed prima. We merkten wel, dat het hier niet geregend had. Er lag droog zand op het pad. We klommen steeds verder en het pad werd steeds smaller. Je zag talloze fietssporen in dezelfde richting. We zaten op een mountainbikeparcours, dat zich soms vrij steil stijgend en dalend tussen de boomstammen door slingerde. Het was mountainbiken met bepakking.

We kwamen hier niemand tegen. Op een gegeven moment kwamen we op een breed onverhard pad. Daar we totaal niet wisten, waar we waren, moesten we het vragen. Verdwalen op de Veluwe is niet zo moeilijk.
Twee passerende wielrenners wezen ons de weg over het kroondomein door de bossen via Wissel naar Hoog Soeren. Brasserie "Het Nieuwe Jachthuis" ging net open. We waren de eerste gasten op het terras. We bestelden cappuccino en jus d'orange en namen er 2 stukken appeltaart bij.

Vanaf Hoog Soeren daalden we eerst naar de Asselse heide, waar het klimmen weer begon naar Hoog Buurlo toe. Het was telkens een etage, zodat het niet een lange klim was maar een kliminterval. 
Het was inmiddels 11 uur geweest en het werd steeds drukker op het smalle fietspad door het bos en over de heide. Vooral als er gedeelten kwamen met veel draaien en keren over het slingerende fietspad, moest je goed uitkijken. Vooral als je daar een stukje daalde. Want er werd niet alleen stuurmanskunst gevraagd, maar je moest ook goed kunnen schakelen op de korte klimmetjes en afdalingen.

Na een mooie tocht kwamen we uit in Hoenderloo. Tegenover de achteringang van Nationaal park "De Hoge Veluwe" was een bakker, waar Ada wat bollen kocht en 2 gevulde koeken. Deze koeken aten we op., terwijl we een laagje kleding uittrokken, want in het zonnetje was het een stuk warmer geworden.
Veluwe betekent trouwens Vale Ouwe. Over een kaarsrechte Veluwse weg reden we 7 kilometer langs een militair oefenterrein bij vliegveld Deelen. Bij knooppunt 23 sloegen we af naar Schaarsbergen.
Bij knooppunt 46 ging het fout. We hadden een bordje gemist en dwaalden rond op landgoed "Groot Warnsborn". Op het terrein van het gelijknamige chique restaurant moesten we in ieder geval niet zijn.

Over onverharde bospaden en bospaadjes, waarover we vandaag voor de tweede keer aan het mountainbiken waren, kwamen we toch redelijk goed uit bij Oosterbeek, waar we langs het monument voor de luchtlandingen van "Market Garden" reden.

De titel van het boek van Cornelius Ryan over Operatie "Market Garden" werd een veelgebruikte uitdrukking: "Een brug te ver".

Zo kwamen we uit bij het appartement van Mieke en Rens, die onlangs vanuit Leiden naar de Veluwerand verhuisd waren. We kregen een uitgebreide lunch met een gebakje als toetje. Met een flesje Cornet begonnen we aan "Het Stenen tijdperk", dat door Ada gewonnen werd.



Na hartelijk afscheid te hebben genomen, fietsten we rond half 7 naar de camping bij de sportvelden bij Oosterbeek op. Een collega van mijn vrouw stond daar met een vouwwagen. Op ieder veldje mocht je een tentje erbij zetten, daar ieder veldje over een eigen toiletgebouw beschikte. Deze camping was de coronatijd dus ver vooruit. 
Na exact 65 kilometer fietsen zetten we de Eureka Susten 3XP weer op en kregen een heerlijke warme maaltijd met rijst, kip en gemengde groenten en een toetje met vla, yoghurt, muesli en aardbeien.
Na de vaat gedaan te hebben konden we bij de koffie en thee en het bier en de witte wijn erna konden we op deze koude avond onder de luifel bijkletsen.
Om een uur of half 12 zocht ik als eerste de tent op. De slaap kwam redelijk snel.

Geen opmerkingen: