Bij moesson gaan de gedachten onwillekeurig uit naar India en andere tropische gebieden, die jaarlijks te maken krijgen met een droge en een natte moesson. Nu is er in onze kuststrook ook sprake van een milde moesson. In het voorjaar is het over het algemeen droger dan in de rest van het land, in het najaar is het juist omgekeerd.
De reden daarvoor is vrij simpel. In het voorjaar en de eerste helft van de zomer is de temperatuur boven het land normaal gesproken hoger dan boven de Noordzee. De wolken, die boven land komen, kunnen hierdoor makkelijker hun lading vasthouden.
In het najaar is de zeetemperatuur hoger dan die op het vasteland. De wolken, die veelal verzadigd zijn, kunnen door deze lagere temperaturen hun lading niet meer vasthouden en er valt meer neerslag.
Onder het eerste stukje hardlopen na de marathon van vorige week, eerst naar Ter Wadding en via de rand van de Stevenshofpolder weer naar huis, schoot mij te binnen, dat ik in januari een weerpraatje van Jan Visser had opgeslagen. Hier is het:
"Geen gebrek aan hemelwater in 2010! Uit de jaarcijfers van de neerslagstations van het KNMI, op rij gezet door de Friese klimaatanalist Harm Zijlstra, blijkt dat er gemiddeld over het land 869 mm is gevallen. Uitgaande van de 'oude' en 'nieuwe' normalen is dat duidelijk te nat. Gedurende het tijdvak 1971-2000 viel er gemiddeld in ons land 797 mm, thans (1981-2010) is dat 847 mm. Het afgelopen jaar was vooral in Zuid-Holland zeer nat. De eerste vier plaatsen van de ranglijst worden dan ook 'bezet' door meetpunten uit deze provincie. In Valkenburg bij Katwijk viel 1031, Voorschoten 1050, Zoetermeer 1079 en in Leiden 1109 mm. In Leiden viel maar liefst 269 mm meer dan in een doorsnee kalenderjaar. In Noord-Holland was mijn woonplaats Purmerend uitbijter met 1016 mm.
Niet overal was 2010 te nat. In met name het westen en zuidwesten van de provincie Friesland verliep het afgelopen jaar (op basis van de oude normalen) te droog. In Makkum viel 713 en in Harlingen slechts 707 mm."
Onze omgeving is dus vorig jaar veel te nat geweest. En dat, terwijl er in 2010, net als dit jaar, in de eerste helft van het jaar sprake was van een neerslagtekort.
Dit jaar is het een stuk extremer, nu we het droogste voorjaar sinds 1921 beleven, maar het betekent toch, dat het najaar van 2010 extreem nat was.
Een droog voorjaar, een extreem nat najaar en vervolgens een extreem droog voorjaar: het kan toeval zijn, maar het begint toch wel een beetje op moesson te lijken....
zondag 22 mei 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Dag Bert, het klopt allemaal wel, maar het waarom of waardoor is moeilijk te doorgronden. Het is een gecompliceerde materie.
Feit is dat de ligging van de hogedrukgebieden bepalend zijn welke route de depressies nemen. In een hogedrukblokkade zoals deze lente trekken de depressies zowel over het noorden als over het zuiden van Europa. Hier zien we dan heel weinig regen. Zo'n blokkade kan wel eens heel lang aanhouden. Soms drie maanden maar het kan ook wel eens een half jaar duren en bij uitzonderingen nog langer. Heb je daardoor een warme droge zomer en verdwijnt de blokkade in de herfst dan kan door het meer opgewarmde zeewater in de herfst veel meer regen vallen dan normaal. In 1959 hield een hogedrukblokkade stand tot in november waardoor een natte herfst uitbleef. Opvallend in dat jaar was de zeer grote hoeveelheid zon maar geen superhoge temperaturen. Dat kwam doordat de wind toen veelvuldig uit het noorden kwam. Gebeurt zoiets juist in de herfst en winter dan zijn de rapen gaar en krijg je een zeer koude winter. Het tijdstip dat er een langdurige blokkade ontstaat bepaald welk seizoen extreem wordt. Er zijn ook jaren waarin er totaal geen blokkades optreden en die jaren vallen dan ook extreem nat uit. Zo heeft elk jaar weer zijn bijzonderheden en zijn ze bijna nooit met een ander jaar te vergelijken. Dat zorgt er ook voor dat wetenschappelijk er geen vinger achter te krijgen waarom en waardoor die verschillen optreden omdat het klimaat voor ons nog te complex in elkaar steekt. Daardoor is het ook nog ondoenlijk om voor de toekomst te kunnen voorspellen of het gemiddeld kouder of warmer gaat worden. De natuur zoekt een evenwicht maar die er gewoonweg niet. Je blijft dus zoeken naar het waarom en waardoor en zorgt ervoor dat het een interessante materie blijft waarin je blijft leren en niet uitgeleerd raakt.
Dus een decennia met hogere of lagere temperaturen is dus gewoonweg niet te voorspellen. Hedendaagse computermodellen die dat wel op bestaande gegevens dit proberen uit te rekenen schieten te kort doordat lang nog niet alles bekend hoe het klimaat precies in elkaar steekt en gewoonweg omdat nog niet alle factoren die dat bepalen bekend zijn. Het weer blijft zich dus voorlopig nog verrassend gedragen.
Groetjes van Bas Schijff
Een reactie posten