woensdag 30 september 2020

Bomschuit

Mijn voorlaatste werkdag was een heel bijzondere. Met wat traktaties was ik naar de bibliotheek aan de Hoorneslaan gefietst, waar ik om 10 uur de deur opendeed voor de klanten. Een kwartier later kwam een van de vaste klanten binnengestapt met een vuilniszak met de mededeling: "Ik heb wat voor je."
Ik maakte de zak open en haalde daar een modelboot uit. Een bomschuit.

Hij had de bomschuit zelf gemaakt.

Ik was even sprakeloos en bedankte de klant hartelijk en sloot af met: "Katwijkser kun je het niet krijgen!"

Vreugde zit soms in kleine gebaren. Ik straalde helemaal. Wat een verschil met 2 weken geleden, toen een van mijn collega's me letterlijk en figuurlijk had afgeschreven.

Kennelijk had ik iets toch wel goed gedaan als bibliothecaris. Want uiteindelijk heb ik dit werk altijd voor onze klanten gedaan. Mijn motto daarbij was: help een ander, zoals je zelf geholpen wil worden en er kan bijna niets meer fout gaan.

Als je deze basishouding hebt, kom je in ieder dienstverlenend beroep een heel eind. Deze bomschuit krijgt bij mij thuis een ereplaats. Ik zie het als een oeuvreprijs.

Vanmiddag werkte ik in de bibliotheek van Valkenburg. Ik fietste er heen via de Hoofdbibliotheek, waar ik ook nog een traktatie bracht ter gelegenheid van mijn pensionering. Nadat ik gisteren van een collega al een Schipperbitter had gekregen, verraste een andere collega me vandaag met een kwartet Katwijkse biertjes met prominent in het midden extra stout, hetgeen ik soms wel ben.

En daar vertrok een zuipschuit met een bomschuit....

dinsdag 29 september 2020

Bijltjesdag


Net als gisteren fietste ik naar de Leidse IJshal om te gaan helpen met het spuiten van water op de nieuwe ijsvloer. IJsmeester Jan van Rijn begroette me met de woorden: "Daar is de redder in nood."
Samen met Piet Schip, die de Zamboni bestuurde, had hij een andere klus voor mij bedacht. Ik kreeg een bijl in handen gedrukt, waarmee ik het ijs mocht bewerken.

Het was niet de bedoeling, dat ik wakken zou hakken. Integendeel, van het comité "Hak een wak" moet ik als Elfstedenschaatser uiteraard niets hebben.

Ik betrad het ijs met eerzame bedoelingen. Het was mijn taak om de stalagmieten van het ijs te verwijderen.

Aan het begin van ieder schaatsseizoen hebben we last van stalagmieten. Door de hoge luchtvochtigheid condenseert vocht tegen de houten spanten. Daar vormen zich druppels, die naar beneden komen zetten en in korte tijd uit kunnen groeien tot een stalagmiet van een centimeter of 5 met soms uitschieters naar een decimeter.
Ruim een uur was ik aan het hakken. Voor de stalagmieten was het Bijltjesdag. Vooral voor kunstschaatsers zijn deze bulten op het ijs gevaarlijk, omdat zij vaak achteruit schaatsen. Om te voorkomen, dat ze de vraag: "Ben je op je achterhoofd gevallen?" met "Ja" moeten beantwoorden, hakte ik met beleid op de stalagmieten.

Om 10 uur kwam Henk Distelveld ook helpen. Daar er slechts één bijl was, bleef ik de klus maar afmaken. Inderdaad, ik gooide het bijltje er niet bij neer.

Met zijn vieren dronken we koffie en thee in het kantoor van de ijsmeester. De coronamaatregelen, die gisterenavond waren afgekondigd, kwamen ook ter sprake. Hoewel begrijpelijk, wil ik wel een aantal praktische kanttekeningen bij de sluiting van sportkantines plaatsen.

Met een kleine 30 jaar ervaring als schaatstrainer heb ik wel enige kijk op hoe het in de praktijk gaat. De eerste keer blijven de ouders kijken, hoe het schaatsen van hun kinderen gaat. Al vrij snel hebben ze in de gaten, dat de temperatuur van 2 tot 4 graden boven nul toch niet zo aangenaam is, als je stilstaat.
Nu mogen ze volgens de regels niet langs de kant van de baan blijven staan en van de kantine kunnen ze geen gebruik maken. Voor een schaatsles van een uur  is de tijd te kort om "nog eventjes" naar huis te gaan.
Met de prangende vraag: "Waar laten we de ouders?" komen alle schaatsverenigingen, die schaatsles aan kinderen aanbieden, te zitten. De vandaag ingegane coronamaatregelen bevatten zodoende een schoolvoorbeeld van tussen wal en schip vallen.

Na de koffie en thee beklom Piet de Zamboni en nam Henk de brandslang ter hand. Ik fietste naar Katwijk toe. Voor de laatste keer reed ik met kratten boeken een rondje langs de scholen. 
Symbolisch sloot ik deze rit af bij de Otto Baronschool, waar ik in de 20 jaar, dat ik filiaalhoofd van Katwijk aan den Rijn was, bijzonder nauwe contacten had. We waren dan ook goede buren van elkaar.
Daar sinds kort na bijna 6 jaar leegstand een aantal culturele groepen in deze energiezuinigste bibliotheek van Nederland getrokken zijn en de deur open stond, kon ik een kijkje nemen in dit pand.
Het zag er heel gezellig uit. Met nog 2 dagen te werken als bibliothecaris was hiermee voor mij de cirkel rond.

maandag 28 september 2020

"Je kan je tent wel opslaan bij de IJshal!"

Ik fietste vanmorgen nietsvermoedend naar de Vondellaan om weer water te gaan spuiten op de langzaam groeiende ijsvloer. Bij aankomst in de Leidse IJshal bleek, dat er voldoende spuitgasten aanwezig waren, temeer daar de Zamboni hen ook een deel van het werk uit handen nam.
Maar ijsmeester Jan van Rijn was niet voor één gat te vangen. Hij had een andere klus voor me. Bij de ingang de IJshal was het geraamte van een grote partytent geplaatst, die met schroeven was verzegeld in de stoeptegels. Mijn taak was om de tentzeilen erop te leggen en met stevige elastieken vast te maken.

Met ruim 40 jaar ervaring met fietsvakanties was dit een kolfje naar mijn hand. Ik weet niet, hoe vaak ik een tent opgezet heb, maar dat moet in de buurt van de 1000 liggen. Deze tent kon er ook nog wel bij.

Gekscherend hadden mijn trainingsmaten wel eens gezegd: "Je kan je tent wel opslaan bij de IJshal!"
Ik had nooit gedacht, dat ik het daadwerkelijk een keer zou doen.
Deze tent is echter met hele andere bedoelingen opgezet. Het is gedaan in het kader van de coronamaatregelen, waar men in de Leidse IJshal heel serieus mee omgaat.

Het was buiten een stuk warmer dan binnen, dus zo erg was het niet om anderhalf uur buiten te werken. Wat dat aangaat is spuiten een kouwe klus. Maar doordat de buizen nog kletsnat waren van de regen van eerder op de dag en ik bijna constant boven mijn hoofd werkte, liep het mijn mouwen in.

Maar verder was het droog. Ik heb in mijn leven ook wel eens een tent op moeten zetten in de stromende regen.

Om kwart voor 11 stond de tent klaar voor gebruik. Op zondag 4 oktober kan de deur van de IJshal open voor het nieuwe schaatsseizoen. Men kan nu buiten droog wachten voor men op anderhalve meter afstand één voor één naar binnen kan.
Na mijn taak verricht te hebben, werkte ik vanmiddag in de bibliotheek van Valkenburg. Mijn laatste werkweek is nu toch echt begonnen.

zondag 27 september 2020

Schuurfeest

In onze jeugdjaren hadden we menig schuurfeest met jongerenkoor "Oktopus". We fietsten dan op zaterdagavond met zonlicht naar een boerenschuur aan de IJweg in Nieuw-Vennep en het kwam regelmatig voor, dat we zondagmorgen weer met zonlicht naar huis toe.


Het is dan ook volkomen begrijpelijk, dat ik in mijn laatste werkweek als bibliothecaris onmiddellijk enthousiast toehapte, toen mijn vrouw mij uitnodigde voor een schuurfeest. In mijn netste kleren fietste ik met haar mee naar de volkstuin, waar ik een surpriseparty verwachtte.
Nou, een verrassing was het zeker, toen mijn liefhebbende echtgenote met schuurpapier aan kwam zetten. Het was de bedoeling, dat we samen de vorig jaar niet opnieuw geverfde houten planken van de tuinschuur onder handen zouden nemen.

Na samen geluncht te hebben, gingen we aan de slag. Ada nam de hoge voorzijde van schuur onder handen, ik de zijkant en de achterkant. Daar er 2 door de overvloedige regenval van de afgelopen dagen volle tonnen in de weg stonden, moest ik deze goeddeels legen, voordat ik ze weg kon zetten.

Het was geen water naar de zee dragen, zo ver ging het niet, maar wel met een gieter water naar de sloot dragen.
De achterzijde van de schuur was er het slechtst aan toe. Ik moest af en toe flink schuren om alle halflosse verf eraf te schuren. Ik ging er zelfs van zweten!
Kortom, het schuren was geen feest. Maar ik hou gewoon voor ogen, wat ik mezelf voorgehouden had, toen ik Ada leerde kennen.

Als het op dingen voor elkaar doen aankomt, kan ik wel een voorbeeld nemen aan mijn levenspartner. Ik lig op een flinke achterstand. Schuren is niet mijn hobby, maar voor Ada doe ik het graag.
En er wachtte nog een heuse verrassing. Na de 30 millimeter regen van de afgelopen dagen, kon ik zowaar nog 4 aardbeien plukken!
Toch nog een bescheiden feestje bij de schuur....

zaterdag 26 september 2020

Lijntrekken

Lijntrekken staat in een kwalijke geur. Desondanks werd ik vanmorgen door Jan van Rijn verwelkomd in de Leidse IJshal met de woorden: "Je komt als geroepen!"
Mijn taak was om als lijntrekker aan de slag te gaan.

Het betrof niet zomaar wat lijntjes. Nee, het betrof de vakken voor het Bavarian curling oftewel Eisstockschiessen. Tactisch gezien een meesterzet van de ijsmeester. Ik kan als coördinator van het Bavarian curling dit hele seizoen nooit meer zeggen, dat de vakken niet kloppen!

Samen met Jan maakte ik eerst 8 vakken op de binnenbaan, keurig verdeeld in 4 vakken aan beide kanten van de binnenbaan, zodat daar 4 Eisstockschiessbanen verschenen. Met Scrabble een woord, dat een hoop punten oplevert!
Wegens succes werd dit werk op de buitenbaan geprolongeerd. Ik moest wel op mijn knieën liggen om dit werk überhaupt te mogen doen.

Het was mijn taak om het meetlint en het blauwe crêpepapier, waarmee de Eisstockschiessvakken werden afgebakend, goed vast te houden.

Zoals de meesten, die mij kennen, zullen beamen, ben ik een vasthoudend type met als sterrenbeeld Kreeft, dus dat lukte me wel,

Nadat ik voor het lijntrekken een prachtig getuigschrift had ontvangen, mocht ik verder gaan met het spuiten op het nog vrij dunne ijs. Aansluitend bracht Piet Schip er met de inmiddels gerepareerde Zamboni een volgende laag aan.
Ik fietste even naar huis om te lunchen, waarna ik wederom naar de Vondellaan fietste voor de middagsessie. Ik mocht gewoon weer met de brandslang aan de slag.

Dat vond ik niet zo erg. Want lijntrekken op een ijsbaan is toch een koude klus....

vrijdag 25 september 2020

Zamboniet

De weersverwachting voor vandaag was helder. Herfstweer met vrij lage temperaturen en vanmiddag zelfs een storm.

Hetgeen bleek te kloppen.
Na boodschappen gedaan te hebben bij "De Helianth" fietste ik door naar de Vondellaan, waar de temperatuur in de Leidse IJshal nog een stuk lager was dan buiten. Daar kon ik de melk gerust urenlang buiten de koelkast bewaren en ondertussen verder gaan met het spuiten. 
Na de hoeken van de buitenbaan van een flinterdun laagje water voorzien te hebben, zat mijn taak er eventjes op, want de gehele baan zou gedweild gaan worden met de Zamboni.

Met nadruk op zou, want bij het de binnenbaan op draaien bleek de ijsdweilmachine alleen maar achteruit te kunnen rijden.

Zambonichauffeur Jan belde naar ijsmeester Jan of hij soms een oplossing wist. Jan keek er even naar, maar hij kon niet zo snel vinden, waar het probleem zat. 
Wat wel een duidelijk zichtbaar probleem was, was dat we de net met water gevulde Zamboni van het ijs af moest zien te krijgen. Een dweilmachine van een ton zwaar duw je niet zo maar weg....
Jan zette zijn auto op de parkeerplek van de Zamboni en beide voertuigen werden met een lang en stevig touw aan elkaar vastgemaakt.
Er kwam beweging in de Zamboni en in twee etappes werd de dweilmachine naar zijn plek gesleept. Daar hadden we Henk Distelvelt niet voor nodig, die op zijn racefiets een rondje door de duinen had gereden in de opstekende wind. Deze "Krasse knar", die even kwam kijken, zorgt ervoor, dat hij in goede conditie aan het nieuwe schaatsseizoen kan gaan beginnen.
Het ijs was op de plek, waar de Zamboni gestaan had, licht beschadigd. Op die plek vond ik een schroefhuls, die ik uiteraard opraapte.

"Vermoedelijk is dit de oorzaak, dat de versnellingsbak niet goed werkte", zeiden de beide Jannen bij de koffie en thee.
Ik had de licht beschadigde kant voor de pauze al een keer water gegeven en na de pauze nam ik met de chauffeur van de Zamboniet de binnen- en buitenbaan nog een keer onder handen. Van de beschadigingen zag je geen barst meer.

donderdag 24 september 2020

IJsbloemen

In onze jeugd hadden vrijwel alle huizen nog enkel glas. In die jaren was er veel vaker dan tegenwoordig de mogelijkheid om op natuurijs te schaatsen. Op de onverwarmde zolder, waar we sliepen, zaten dan steevast ijsbloemen op de ruiten.

Deze ijsbloemen waren vaak ware kunststukken, zij het van tijdelijke aard.

Vorige week vrijdag werd er een mooie bos bloemen bezorgd. Deze bloemen kregen de vrijwilligers van de Leidse IJshal als een welkomstgroet bij de aanvang van het schaatsseizoen 2020-2021.

Alternatieve ijsbloemen dus.

Ik had al wat werkzaamheden verricht voor het Bavarian curling, ook wel bekend als Eisstockschiessen.  Wie mij aan het werk wil zetten, kan dat doen via een aanvraag naar bavariancurling@schaatshalleiden.nl.

Vanmorgen fietste ik naar de Vondellaan toe om wat fysieke arbeid te verrichten in aanloop naar de start van het schaatsseizoen op zondag 4 oktober. Zoals gebruikelijk hielp ik bij het water spuiten op de nog prille ijsvloer. Landelijk gezien was er geen vorst aan de grond, maar zeer lokaal was dat in Leiden wel.

IJsmeester Jan van Rijn was bezig met extra ventilatie in de IJshal in verband met het coronavirus, Piet Schip en Piet van Harskamp waren op de binnenbaan bezig met het aanbrengen van een flinterdun laagje kalk op het een paar millimeter dikke ijs.
Ik nam in mijn eentje de buitenbaan voor mijn rekening. Dat duurde, mede door een dichtzittende hoofdkraan, langer dan gepland. Zo voltooide ik met de brandslang in mijn handen, de eerste ronde van 200 meter dit seizoen, in anderhalf uur. 

"Zo gaat de 1000 rondjes van Leiden wel erg lang duren", zei ik tegen de ijsmeester. 
"Als jij in dit tempo schaatst, dan is de baan allang gesloten voordat jij klaar bent", kreeg ik van Jan te horen.
Daar kon hij wel eens gelijk in hebben. Het tweede rondje voltooide ik dan ook in een uur spuiten. Netto zal er 1 tot 2 millimeter bij zijn gekomen. Een ijsvloer aanleggen kost best veel tijd.

woensdag 23 september 2020

Je moet niet al je eieren in één mandje doen

De Tour de France is afgelopen met een sensationele ontknoping. Daarmee zat mijn taak als ploegleider van 333m.nl er ook op. Met 1613 punten kwam ik uit op de 1147e plaats. Dat klinkt niet goed, maar in een veld van uiteindelijk 9604 deelnemers valt dat toch wel mee.
Daar je maar voor 100 punten aan mag kopen en er dit jaar veel bergen in Frankrijk bleken te liggen, lag de nadruk op topfavorieten en klimgeiten.
Met Tadej Pogacar en Primoz Roglic had ik de nummers 1 en 2 in het eindklassement in mijn team, net als de winnaar van vorig jaar: Egon Bernal. De Colombiaan viel tegen en uit. Een pure miskoop was het niet, maar achteraf had ik beter de groene truiwinnaar Sam Bennett aan kunnen trekken.
En daar zit meteen de zwakte van mijn keuze: op Wout van Aert na had ik geen sprinters. Een dure fout, want er waren etappes, waarin ik slechts 5 punten scoorde. De wijze les, die ik vroeger thuis geleerd heb, heb ik niet in de praktijk gebracht.: je moet niet al je eieren in één mandje doen!

Na een zwak begin heeft 333m.nl de laatste 2 weken goed gescoord, maar er had meer ingezeten. Doordat ik zoveel klimmers had, die de ene dag wel top-10 reden en de volgende dag in de achterhoede bivakkeerden, wisselde ik vrijwel iedere dag. Daarbij had ik geen gelukkige hand van wisselen. Ik leek Dick Advocaat wel.

Guillaume Martin en Sepp Kuss hebben vrijwel altijd in mijn team gestaan, net als Daniel Martinez en Lennard Kämna. Maar de Duitser had ik net reserve gezet op de dag, dat hij tweede werd achter de Colombiaan. Weg 35 punten. 
Martinez viel tegen, maar dat kwam, omdat hij de tweede dag al viel. Ook David de la Cruz maakte in het begin al kennis met het asfalt. 
Sebastien Reichenbach en Kenny Elissonde reden naar behoren, maar ook wisselvallig. Maar ja, dat was deze ploegleider ook.

Ik ben desondanks niet ontevreden, maar het ei van Columbus heb ik nog niet gevonden.

Maar goed, in de Giro d'Italia en de Vuelta a España is het: nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Boy van Dijk

Afgelopen zondag is Boy van Dijk overleden. Ik heb heel wat dinsdagavonden met de oprichter van Jobo de Bouwers  in de Leidse IJshal geschaatst. 

We waren ongeveer even snel, zodat we vaak in hetzelfde "treintje" reden. Dat was vaak een Jobo-trein. Aan het begin van deze eeuw reed ongeveer de helft van de vaste schaatsers in een rood-geel trainingsjack.
Ook bij de droogtraining van de IJVL, die decennialang op dinsdagavond plaatsvond op "De Bult" of in Cronesteyn, kwam ik Boy met enige regelmaat na afloop tegen in de kantine van "Swift". Hij deed regelmatig mee met de dinsdagavondwedstrijden van "Swift". Beiden deden we na afloop van het sporten aan vochtcompensatie.
Dat deden we in de Leidse IJshal na de dinsdagavondtraining ook steevast. We hebben vaak op elkaars gezondheid geproost. Te weinig kennelijk. Afgelopen zondag is Boy overleden, nadat Parkinson de afgelopen jaren zijn lichaam vakkundig gesloopt heeft. In sporttermen: hij was veel te vroeg gefinisht. 

Deze drager van een Elfstedenkruisje moest bij zijn laatste Tocht der Tochten bij zijn vriendengroep afhaken, maar reed hij de Elfstedentocht wel uit. Nu was hij het eerst over de eindstreep.
Boy, rust in vrede.

dinsdag 22 september 2020

De bel voor de laatste ronde

 Gisterenavond klonk de bel voor de laatste ronde. 
In dubbel opzicht zelfs. Na een heerlijke nazomerdag hadden we de laatste droogtraining van de IJVL van dit door corona getekende zomerseizoen.
Daarnaast werk ik nog anderhalve week en dan zit na ruim 41 jaar mijn taak als bibliothecaris erop. Veel taken doe ik nu voor de laatste of de voorlaatste keer. Na zoveel jaar wel een gek gevoel.

Voor de derde keer op rij gaf ik de training. Dat kon je wel zien aan de opkomst. Er waren slechts 3 IJVL-ers op komen dagen. En het weer was absoluut geen excuus. Het was een heerlijke nazomeravond. Jos Drabbels, Geoffrey van Heerde en Gon Schiereck waren de drie musketiers.

Hun motto is:  "Eén voor allen, allen voor één!" Met schaatsen op natuurijs een heel goed motto, alleen noemen wij het dan "Samen uit, samen thuis". En waar de drie musketiers hun scherpe ijzers in hun handen houden, daar binden wij ze onder onze voeten.
De droogtraining is erop gericht om dit in de zomermaanden zo goed mogelijk te oefenen. De training op het strandje van het Valkenburgse meer was deels een herhaling van de oefenstof van de afgelopen weken: druk achterop de hiel en het terugsturen. Daarnaast kwam de zijwaartse afzet ook nog aan bod.
Om 8 uur begon het donker te worden en besloten we de laatste droogtraining op het terras van Brasserie "Buitenhuis".

Als werkers van het elfde uur kwamen Jaap de Gorter en Annerieke van der Beek ook nog even langs. Daar gezelligheid bij het schaatsen een onontbeerlijk element is, deden we daar niet moeilijk over, terwijl we genoten van de glans van de ondergaande zon op het Valkenburgse meer.


Jaap wist het heel treffend te omschrijven: "Dit lijkt de zonsondergang bij het schaatsen op natuurijs wel!" 

En daar had Jaap gelijk in.
Ondertussen genoten we van een Affligem Blond.

Om 10 uur fietsten we op huis aan.

Vanmorgen begon ik na een mistige fietstocht op mijn werk wat vroeger.  Om 10 uur ving ik aan met het leegruimen van mijn bureau, waarna ik vanmiddag voor de voorlaatste keer met de biebauto langs 22 scholen reed om de kratten met boeken te wisselen.

De bel voor de laatste ronde heeft nu toch echt geklonken.