In mijn grenzeloze naïviteit ging ik er van uit, dat het curling betrof. Daar 1000 rondjes schaatsen of meer op een 200-meterbaan nog steeds niet is doorgedrongen tot de Olympische Winterspelen, leek curling mij de simpelste route naar Olympische roem.
In de districtszaal in de Leidse IJshal werd ik uit de Olympische droom geholpen door Michiel Kersten, die ons uitlegde, dat Bavarian curling een andere tak van sport is, en dat het geen door Bavaria gesponsorde curling is.
Wij kregen uitleg over het vooral in Zuid-Duitsland en de Alpenlanden populaire Eisstockschiessen. Eerlijk gezegd ben ik beter in het bokken schieten, maar dit terzijde.
Eisstockschiessen heeft oudere papieren dan curling. Een eerste afbeelding ervan is te zien op een schilderij van Pieter Bruegel de Oude uit 1565.
Een groot verschil tussen Bavarian curling en curling is het gebruik van de bezem.
Bavarian slaat trouwens op Beieren. Bavaria is het Engelse woord voor deze grootste Zuid-Duitse deelstaat. Michiel Kersten gaf een heldere instructie over de spelregels en de speelwijze van Eisschockschiessen, dat in Garmisch-Partenkirchen in 1936 een Olympische sport was.
Bij de Winterspelen van 1964 in Innsbruck was het eveneens een demonstratiesport. Dat is een kolfje naar mijn hand. Ik ben erg goed in demonstreren!
Dat bleek wel bij het in de praktijk brengen van de geleerde theorie. Met oneindig veel subtiliteit slaagde ik er diverse keren in om de houten schijf niet eens in het doelvak aan de overzijde van de binnenbaan te krijgen, laat staan in de buurt van die Daube.
Ons team bestaande uit Wim Slootweg, Jan-Pieter Tensen en ondergetekende, kende een hoog Venneps gehalte.
De Meerbonken keken dan ook binnen de kortste keren aan tegen een 13-0 achterstand tegen een team bestaande uit Bert Hoogeveen, Jan van Zwieten en Jan van Rijn.
Maar ja, ijsmeester Jan van Rijn maakt dan ook verreweg de meeste ijsuren van ons allemaal....
De diesels kwamen langzaam op gang. Te langzaam, want hoewel we in het tweede deel meer punten scoorden, verloren we uiteindelijk met 29-21.
Toen we het een beetje onder de knie kregen, bleek het een leuk spel met verrassende wendingen door het principe van "The winner takes it all". Een paar keer werd bij het slotschot de houten schijf van de tegenstanders dicht bij die Daube weggestoten.
Een drietal keer moest het meetlint eraan te pas komen om te bepalen, wie de winnaar was. Hier komt dan ook de uitdrukking "door het lint gaan" vandaan.
De Meerbonken gingen niet door het lint, maar namen het verlies sportief op. We waren op waarde geklopt. Met een kruidenbitter in de hand ging dat erg makkelijk.
In de districtsruimte werden we, terwijl de regen keihard op het dak kletterde, allemaal bevorderd tot Eisstockschiessen Meister.
We mogen nu in de Leidse IJshal clinics geven. Een leuk evenement voor bedrijfsuitjes. Dus als u nog een leuk uitstapje zoekt....
Nu is het leuke, dat Meister in het Nederlands niet alleen meester, maar ook kampioen betekent. Wat dat aangaat, hebben we een bliksemstart gehad. In welke andere sport kun je je na één enkele nederlaag kampioen noemen? Het wachten is alleen nog op het moment, dat Eisstockschiessen weer een Olympische demonstratiesport wordt.
Dat kon nog wel eventjes op zich laten wachten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten