maandag 14 oktober 2019

Zonnevlekken en de komende winter

Het is lastig om de komende winter te gaan duiden. De opwarming van het klimaat doet zich dit jaar weer flink gelden.
Tegenover alle rode pieken staat slechts één maand, die een blauw dat vertoont: mei. Als je in januari eenzelfde periode met een gemiddelde van anderhalve graad te koud hebt, dan komen we zeker op de schaats.
De werkelijkheid is echter, dat we tot nu toe met veel te hoge temperaturen zitten, ONDANKS dat we nu bij het zonnevlekkenminimum zitten.
Maand na maand vertoont de zon weinig activiteit.
Dit vertaalt zich nog steeds niet in lagere temperaturen, terwijl de kans daarop bij het deel van de zonnevlekkencyclus, waarin wij nu verkeren, wel zou moeten.


Het is weliswaar geen wet van Meden en Perzen, maar de vrijwel constant te hoge temperaturen staan in schril contrast met de zonneactiviteit. Met onderstaand staatje van 300 jaar meting bij de hand kun je zien, dat er een soort 11-jarige cyclus is, waarbij de kans op natuurijs flink groter is dan gemiddeld.

De kans op een Elfstedentocht is met het stijgen van de temperatuur flink geslonken. Alles moet een keer goed vallen in de winter, dan kan het. Door ervaring wijzer geworden ben ik veel voorzichtiger geworden, maar ik heb nog steeds een stille hoop. De Rijnsburgse weerman Bas Schijff stak 10 jaar geleden zijn nek ver uit....en hij kreeg gelijk!
Zo ver durf ik niet te gaan, maar ik verwacht wel, dat we de komende winter weer op natuurijs komen. Vooralsnog hou ik het aan de veilige kant. We zien elkaar weer op de Vogelplas.

Geen opmerkingen: