Morgen is de volgende protestmars in Den Haag. Dit keer trekken de boeren op naar het Malieveld. Het woord trekken valt deels letterlijk te nemen, want een aantal boeren komt op de trekker.
Ze mogen dan lekker op de trekker zitten, lekker in hun vel zitten ze niet.
De boeren hebben de laatste tijd dan ook veel over zich heen gekregen, waarbij aangetekend moet worden, dat DE boer niet bestaat. Als je het hebt over boeren, dan kun je het hebben over kleinschalige ecologische boeren, maar ook over de bio-industrie met zijn megastallen en alles wat er tussen zit. In het algemeen kun je wel stellen, dat na de Tweede Wereldoorlog een schaalvergroting en een intensivering is opgetreden, die vandaag de dag nog steeds doorgaat.
In mijn jeugd in Nieuw-Vennep behoorden de percelen van de boerderijen in de Haarlemmermeer tot de grootste van Nederland en waren dus groot genoeg om er een stevige boterham mee te verdienen. Heden ten dage is dat schier onmogelijk. De marges, die de boeren op het geteelde voedsel krijgen, zijn vaak dusdanig klein geworden, dat ze steeds meer moeten produceren voor hetzelfde geld. Het vliegwiel van de schaalvergroting draait dus onverminderd door.
Want laten we wel wezen: voedsel is nog nooit zo goedkoop geweest als heden ten dage. De keerzijde van de grootschalige productie van dit voedsel vertaalt zich in overbemesting, het gebruik van landbouwgif en de uitstoot van CO2 en stikstof.
Wat de CO2-uitstoot aangaat zag ik op Facebook deze berekening van Ard Eshuis: "Ongelofelijk: 1x Boeing 747 aftanken vergt 240.000 liter kerosine! Daar kunnen wij al het land en voerwerk 12 jaar lang aan diesel mee doen! Levert 1,7x12 = ruim 20 miljoen kg melk op! En 50x12x325x0,75=146.250 kg rundvlees. 1 x tanken! Hoe kún je nog zeuren over CO2 veehouderij?"
Hier is geen speld tussen te krijgen en het legt de vinger op de zere plek. Vliegen is veel te goedkoop. Soms kun je goedkoper met het vliegtuig naar Barcelona dan met de trein naar Maastricht. Maar ja, er zit geen belasting op kerosine. Onbelast kan Schiphol ongebreideld groeien.
Mijn oudere broers en zussen hebben de Hongerwinter nog meegemaakt. Degenen, die deze winter ervaren hebben, weten uit eigen ervaring, dat boeren in de nabije omgeving heel wat mensenlevens hebben gered. De voortdurende schaalvergroting en intensivering in de landbouw loopt vroeg of laat spaak. Denk daarbij aan de stalbranden, waardoor tienduizenden kippen of vele duizenden varkens omkomen.
En denk aan de soja, die uit Brazilië komt als veevoer, en waarvoor de Amazonewouden platgebrand worden.
Als we dat niet willen, dan moeten we de boeren een reële prijs betalen voor het voedsel, dat zij dicht bij huis produceren. Want ook hierbij geldt: goedkoop is duurkoop.
Vandaag werden in het hele land activiteiten afgelast vanwege de aangekondigde storm. Daaronder viel ook de Halve marathon van Texel.
Mijn vrouw en ik lieten ons niet weerhouden. Om half 2 fietsten we naar Hillegom om de verjaardagen van mijn zus Corry en haar man Henk te vieren. Met de harde wind in de rug werden we door de Bollenstreek naar hun huis geblazen.
Na een gezellige middag met de familie, hadden Ada en ik een stevige tegenwind, maar deze viel ons eerlijk gezegd mee na de stormwaarschuwing, die was uitgegaan.
Thuis gekomen zag ik, dat bij meetpunt Voorschoten windkracht 5 als maximum gemeten was. Dat is een flinke bries, maar gisteren was 6 Beaufort gemeten.
Dat plaatst de 1.52.34 bij de Halve marathon van Katwijk van gisteren in een ander daglicht. Het was dus echt een pittige loop!
Meer nog dan de harde wind was de vele regen, die naar beneden kwam zetten, kenmerkend voor vandaag.
We waren vanmiddag niet zozeer "Riders on the storm", maar "Rider in the rain".
Op 12 juni werd bekend, dat de bouw van Zwembad en IJshal "De Vliet" vertraging had opgelopen. Er was geen bouwer, die het voor het door de gemeente Leiden beschikbaar gestelde miljoenenbedrag wilde bouwen.
Inmiddels is er toch het een en ander veranderd. Door een uitspraak van de Raad van State inzake stikstof zijn in Nederland 18.000 bouwprojecten stil komen te liggen, waaronder de bouw op voormalig vliegveld Valkenburg.
Voor het nieuwe sportcomplex aan de Voorschoterweg kan het gedeeltelijk tot stilstand komen wellicht gunstig uitpakken. Bouwbedrijven willen immers graag hun werknemers daadwerkelijk aan het werk houden en zijn daardoor dan bereid om de prijs te laten zakken.
Uiteraard ben ik onvoldoende ingevoerd of dit ook geldt voor de bouwconsortiums, die benaderd waren voor "De Vliet", maar het zou best kunnen, dat hun orderportefeuille ineens een stuk dunner is. In dat geval zou de stikstofcrisis in het voordeel van de nieuwe IJshal kunnen werken.
Een kleine 2 jaar geleden overleed mijn trainingsmaat en schaatsvriend Dick van Beelen aan de gevolgen van kanker. Daar wij ongeveer dezelfde maat hadden, kreeg ik een stapel sportkleding van hem. Ik was van plan om de eerstvolgende Halve marathon van Katwijk in zijn kleding te lopen.
Door alle acties rond de nieuw te bouwen 333-meterbaan, waarbij ik nauw betrokken was, koos ik er toch voor om in het hardloopshirt van de Leidse IJshal te starten.
Denk nu niet, dat het voor een lid van de IJVL moeite kost om in kleding van IJsclub "Voorwaarts" te starten. Schaatsers zijn wat dat aangaat heel flexibel. Er zijn omgekeerd ook Katwijkse schaatsers, die maar wat blij zijn als ze IJVL-kleding aan mogen trekken.
Om kwart voor 11 nam ik afscheid van mijn vrouw en onze kleinzoon, die een nachtje bij ons gelogeerd had en fietste naar de Hoofdbibliotheek in Katwijk. Op mijn werk kon ik mijn fiets veilig stallen. Vandaar wandelde ik naar de Boulevard, waar om 12 uur het startschot zou klinken.
Vlak voor de start barstte uit het grauwe wolkendek echter een korte, maar pittige regenbui los. Zodoende konden we nat aan de start beginnen en was het eerste deel van de 21,1 kilometer letterlijk een warming-up. Temeer daar er een flinke wind uit het zuidwesten waaide.
Dat was in de duinen echter het minste probleem. Doordat de buien van vandaag bovenop die van de afgelopen dagen kwamen, waren er zeer veel diepe plassen op de schelpenpaden.
Dit betekende, dat je de keuze had om dwars door alle plassen te banjeren, met de kans op blaren aan het eind van de loop, of de plassen mis te houden. Daar iedereen hetzelfde plan had, stroopte het af en toe aardig op. Zodoende kwam ik tot de ingang van het Panbos niet lekker in mijn ritme.
Voor we in het Panbos aankwamen, moesten we aan de kant. De koploper had het rondje door het bos al volbracht en had de eerste 7 kilometer er al op zitten, waar wij nog niet eens bij de 5 kilometer zaten. En zo langzaam liepen wij nu ook weer niet!
In het Panbos brak de zon door, zodat de kleding aardig kon drogen. Daarnaast waren er beduidend minder plassen en had je er meer ruimte, waardoor ik eindelijk in mijn ritme kwam.
Bij het verlaten van het bos werd de schade wat dat aangaat aardig ingehaald. Er waren minstens 100 plassen tot aan Wassenaarse slag. Soms kon je er omheen slalommen. De strandstoelslalommen bij de strandtrainingen wierpen hun vruchten af. Soms kon je er met een zweefsprong overheen. Deze halve marathon had wat dat aangaat veel weg van een steeplechase.
Ik doopte het om in de Dick van Beelen steeplechase. Want ik mag dan de naam hebben, dat ik een trainingsbeest, Dick was nog een graadje erger. Ik herinner me nog, dat we een uur of 4 geschaatst hadden op de Gouwzee. De volgende dag deden we dat wederom. Dick vertelde, dat hij na thuiskomst "nog even" 10 kilometer door de duinen ging lopen....
Het met zweefsprongen over plassen springen is maar beperkt mogelijk. De sprongen kosten meer kracht en gaan op den duur ten koste van de souplesse.
Het parcours van het Panbos naar Wassenaarse slag was mijn beste deel. We hadden tegenwind, maar ik liep lekker en haalde een loper of 20 in. Deze terreinwinst ging volledig verloren op het strand.
Het was laag water en we hadden een dusdanige wind in de rug, dat mijn 333m.nl-pet een paar keer bijna van mijn hoofd afgeblazen werd. Een groot gedeelte van het strand liep ik letterlijk met de pet in de hand.
Ik kan niet zeggen, dat ik op het strand tijd verloren heb, maar ik werd door minimaal 30 lopers ingehaald. Ik kon gewoon de snelheid niet ontwikkelen, die andere lopers wel in de benen hadden.
Ik was op de eindstreep 10 seconden langzamer als vorig jaar. Met startnummer 39 leverde ik zegge en schrijve 1 plaats in. Nu 243e, toen 242e.
Het verval is dus ingetreden, maar in dit tempo hoor je mij niet klagen. Met mijn duurvermogen kan ik dus nog heel lang mee....
Vandaag was de klimaatstaking. Nu is sinds vorig jaar vrijdag mijn vrije dag, dus veel te staken valt er niet, tenzij ik mijn kleinzoon figuurlijk en de kinderen, aan wie ik op vrijdagmiddag schaatsles geef in de Leidse IJshal letterlijk in de kou zou laten staan.
En zo zit ik niet in elkaar. Vanmorgen reisde ik af naar Rotterdam, waar ik met metro en trein Faas ophaalde. Hij zou een nachtje komen logeren.
Zodoende kwam ik om 11 uur met de metro aan op Den Haag Centraal. Ik was nieuwsgierig genoeg om een kijkje te nemen op de Koekamp, waar vandaan de klimaatmars zou vertrekken. Als schaatser ben ik wat dat aangaat intrinsiek gemotiveerd.
Dat de laatste Elfstedentocht alweer 23 jaar geleden is verreden is algemeen bekend. Wat minder bekend is, is dat de Molen- en Merentocht over de Kagerplassen en omgeving, ook in 1997 voor het laatst is georganiseerd!
Op het nog vrij lege grasveld stond een groep trommelaars te oefenen voor de begeleiding van de klimaatmars. Ik wandelde er met mijn nazaat naar toe, die er gefascineerd naar keek in de wandelwagen. Na een tijdje liet ik hem rondstappen. Hij speelde met de grindstenen op het wandelpad, terwijl het langzaam maar zeker drukker begon te worden.
Nu was ik, toen zijn moeder net zo oud was als hij nu, op Koninginnedag met vrienden naar Amsterdam gegaan. In de drukte was het voor mijn oudste dochter niet leuk in de buggy. Om 12 uur liep ik, hoezeer ik diep in mijn hart mee zou willen lopen, terug naar het station.
Een wijs besluit, want het zou zo druk worden, dat deze klimaatmars op last van de politie eerder moest beginnen en bij terugkomst naar het grotere Malieveld werd gedirigeerd.
Op het station was het om kwart over 12 al vreselijk druk. De stoptrein komend uit Leiden, waarmee ik terug naar de Sleutelstad zou reizen, stroomde leeg, toen wij op het perron stonden te wachten.
Ook al staakte ik niet mee, omdat het voor hem niet fijn zou zijn, ik had graag meegedaan voor een goede toekomst voor mijn kleinzoon.
In de sport is het een fenomeen. Een sporter, die allang afgeschreven is, maar toch terugkeert. De Comeback Kid.
Vandaag kwam ik ook in deze categorie terecht. Op deze vooral aan de kust net als gisteren kletsnatte dag, fietste ik om half 9 naar de tandarts toe.
Nadat de mondhygiëniste het tandsteen van mijn gebit gebikt had, ging tandarts Blanksma mijn gebit controleren. Het resultaat was, dat ik terug mag komen voor een behandeling.
Zelf keerde ik daarna in de regen ook weer terug. Ondanks dat ik gisteren voor een gesloten deur stond, fietste ik toch naar de Leidse IJshal, waar ik met Aad van Tol het spuitwerk in de hoeken verrichtte, terwijl Piet van den Harskamp met de Zamboni op het grootste deel van de ijsbaan een laagje water aanbracht.
Ik heb zo'n vaag vermoeden, dat ik in de Leidse IJshal dit jaar heel vaak een Comeback Kid zal zijn.
Ik had een middag vrij genomen om in de Leidse IJshal te helpen met het leggen van de ijsvloer. Om kwart over 1 fietste ik vanaf filiaal Hoornes/Rijnsoever naar de Vondellaan, waar ik Wim Notenboom afloste als spuitgast.
De eerste millimeters ijs lagen er al, toen ik aankwam. Samen met "Krasse knar" Aad van Tol, die ook de hele morgen al in touw was, ging ik 's middags verder. Aad nam de buitenbaan voor zijn rekening, ik de binnenbaan.
Na een pauze om het ijs te laten harden, namen we de hele baan weer onder handen. Ik zou langer doorgaan dan Aad, die er al een hele werkdag op had zitten. Ik had gepland om tot 6 uur door te spuiten. Dat leek ijsmeester Jan van Rijn, die eveneens op het punt stond naar huis te gaan, niet zo'n geslaagd plan.
"Als je onderuit gaat en je hulp nodig hebt, en er niemand meer aanwezig is in de IJshal, dat lijkt me geen goed plan."
Ik kon me als preventiemedewerker goed in zijn gedachtegang verplaatsen. Ik sprak af, dat ik gelijk met de medewerkers van Ooms Sport zou vertrekken. Na de tweede ronde te hebben afgemaakt, haalde ik de brandslangen weg van het ijs.
Ik wandelde naar het kantoor, waar we koffie en thee gedronken hadden, om mijn jas en mijn werktas te pakken, maar de deur zat op slot.
Het grootste probleem was, dat mijn fietssleutel in mijn jas zat. Ik kon dus niet weg. Ik liep naar de winkel van Ooms Sport toe, maar zij hadden geen sleutel, die op het desbetreffende slot paste.
De keuze was simpel: een ruitje intikken of de ijsmeester bellen? Wij kozen voor het laatste. Jan stapte op zijn racefiets. Ik moest dus wachten op zijn komst.
Zo zie je maar. Het schaatsseizoen is nog niet eens begonnen en ik blijf al langer in de IJshal dan ik van plan was....
Qua zwaarte komt deze 21 kilometer, als de omstandigheden zwaar zijn, in de buurt van een 30 kilometer. Daar ik er daarvan al 50 gelopen heb, beschik ik wel over enig vergelijkingsmateriaal.Vooral als het slotgedeelte over mul zand moet worden afgelegd ga je de laatste 6 kilometer op het strand aardig kapot.
Ik had vandaag een duurloop gepland van ruim 10 kilometer. Mijn vrouw had andere plannen. Zij vroeg of ik op de volkstuin fruit wilde plukken. Ik besloot om beide activiteiten aan elkaar te koppelen.
Zodoende fietste ik in mijn sportkleding na het ontbijt naar de volkstuin, waar ik in de kas water gaf en tomaten plukte en buiten de kas bramen en frambozen. Heel veel frambozen zelfs.
Daarnaast kon ik nog 4 aardbeien plukken, waarvan er eentje half was opgegeten door een slak. Maar goed, wie heeft er wat te klagen als hij in de herfst nog aardbeien van de koude grond heeft?
Na de taken op de tuin begon ik aan de loop naar de Wassenaarse slag. Daarbij maakte ik nog een ommetje door Rijksdorp. Via de Van Bronckhorstlaan liep ik de Van Bergenlaan op, waar je een steilere klim hebt dan op "De Klip". Op de hoek staat een villa, waar steevast een Friese vlag wappert.
Maar het leuke van deze klim is, dat je weer gaat dalen en dan via lommerrijke dreven naar "De Klip" toeloopt. Deze klim pak je vanaf het punt, dat het stijgingspercentage op gaat lopen. In de duinen had ik het na de klim behoorlijk warm.
Het begon echter te regenen, wat mij niet eens zo slecht uitkwam. Waar zondag bij de Dam tot Damloop verkoeling noodzakelijk was, daar kreeg ik het op een presenteerblaadje aangereikt. In de regen liep ik naar Wassenaarse slag, wat mijn keerpunt was.
Over een schelpenpad met nog een aardige klim liep ik terug naar Rijksdorp. Deze wijk kan wat mij betreft zo Rijkendorp genoemd worden. De villawijk heeft het ene dure pand na het andere. Het ideaal van de Tegenpartij is hier al in de praktijk gebracht.
Inmiddels was het weer droog, zodat mijn sportkleding kon drogen, voor ik weer op de fiets naar huis stapte na de 12 kilometer van de Tuin-Duinloop.
Mijn wieg stond in een huis aan de Hoofdvaart in Nieuw-Vennep.
In de strenge winter van 1962-1963 heb ik op dezelfde Hoofdvaart leren schaatsen. Naast een ijswinter was het ook een sneeuwwinter en als kind gingen we ook regelmatig met een slee van de steile helling van de Hoofdvaart af en probeerden dan aan de overzijde te komen.
Deze winter bracht trouwens niet alleen vreugde, maar ook intens verdriet, toen bij een brand in een woning aan de Hoofdweg 4 kinderen om het leven kwamen.
In mijn herinnering had de Hoofdvaart, behalve voor wat roeibootjes, nooit als vaarwater gediend. Tot Annie, mijn oudste zus, mij uit de droom hielp. Vroeger was dat wel degelijk het geval geweest en waren er diverse draai- of hefbruggen over de Hoofdvaart.
Als goed bibliothecaris ging ik op onderzoek uit. Vooral op de site van Foto Serc vond ik veel visueel bewijsmateriaal.
Vooral op deze schaatsfoto uit 1941 is te zien, dat het water op de Hoofdvaart veel hoger moet hebben gestaan dan heden ten dage.
Het waterpeil is in loop van de 20e eeuw in de Haarlemmermeer drastisch omlaag gebracht, vermoedelijk vanwege de mechanisatie van de landbouw in die periode.
Dit had niet alleen gevolgen voor het scheepvaartverkeer op de Hoofdvaart, waar de beweegbare bruggen vervangen werden door vaste, maar ook voor enkele beeldbepalende kerken.
Op bovenstaande foto is midden de Katholieke kerk te zien, die in de jaren '50 is afgebroken.
De oorzaak hiervan waren houten heipalen, die waren gaan rotten, doordat het grondwater verlaagd was. Op dezelfde plek werd de huidige Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen gebouwd.
Dit is na te lezen in "Meer dan steen alleen".
Ook de Gereformeerde kerk aan de Kerkstraat onderging dit lot.
Deze kerk werd herbouwd aan het Dr. Van Haeringenplantsoen.
Maar dit terzijde. Bij het doorbladeren van "Nieuw-Vennep in de kranten van 1833 tot en met 1945" van Jan Café kon ik diverse foto's vinden, waaruit bleek, dat de Hoofdvaart een vaart was, waarop daadwerkelijk gevaren werd.
En zo haalde een toevallig gesprek met mijn zus over de bruggen over de Hoofdvaart talrijke herinneringen naar boven over het dorp van mijn jeugd.
Door de hoogteverschillen in de Haarlemmermeer was er altijd onenigheid tussen de hooglanders en de laaglanders. Welke hoogte voor de ene boer goed was, was dat voor de ander niet. Er werd dus naar een compromishoogte gezocht.
's Winters was het waterpeil hoger, zodat de bietenschepen via de sluis bij de Aalsmeerderdijk de Haarlemmermeer makkelijker konden verlaten.